Ongebruikelijke naampijp
september 2002
Een pijp op naam is altijd een gewaardeerd artikel geweest. Geschonken door een dierbare of in andere gevallen persoonlijk besteld, gaf het de roker een bijzondere identiteit. De aanleiding was vaak een feestelijke of gedenkwaardige gelegenheid waarop graag werd teruggekeken. Toen rond 1910 in Gouda de doorrokerpijp tot ontwikkeling kwam, verscheen al gauw de op naam gestelde variant. Dit exemplaar is daarvan een vroeg voorbeeld. De pijp dateert uit 1915 en heeft nog niet het voorkomen zoals dat later gebruikelijk werd, gekenmerkt door een voorstelling in een geometrische lijst met tekst in blokschrift. Hier is het opschrift "PIETER GLAS 1891-1915 KAPELLE TER GEDACHTENIS" nog primitief uitgevoerd. Het is wat bout midden over de ketel geschreven in de toen gebruikelijke schoonschriftletters, uitgevoerd in slechts één enkele kleur en wel de meest voor de hand liggende, namelijk blauw. Het product kwam tot stand bij de Koninklijke Goedewaagen en lijkt een eenling in een stijl die niet is vervolgd. Tijdgebonden is ook het roer, dat niet in caoutchouc is uitgevoerd, maar in een rode kunststof. Dergelijke roeren werden tijdens de vorige eeuwwisseling geïntroduceerd en verwierven grote populariteit omdat zij qua uitstraling met barnsteen konden wedijveren. Daarnaast hadden zij als voordeel dat zij beduidend sterker waren. Om de ketel voor breuk te behoeden, werd bij de gebogen modellen een borgkettinkje met borgoog aangebracht. Zou de kop van de steel schieten, dan bleef deze dankzij het kettinkje hangen.
Amsterdam Pipe Museum APM 16.512
Permalink