Pijpenwroeter in gestoken kastje

februari 2016

Pijpenwroeter in gestoken kastje

Kenmerkend voor onze noordelijke provincies is de uit been gesneden pijpenwroeter. Een typisch stukje huisvlijt, gemaakt in de avonduren op de boerderij of door lieden in de stad. De bloeitijd van dergelijke wroeters ligt in de tweede helft van de negentiende eeuw, al moeten wroeters uit been al veel eerder gebruikt zijn. De hierbij afgebeelde wroeter is wel de meest extreme in zijn soort. De standaard pin om de pijp te pluizen, zoals men in het Noorden zei, wijkt niet af van de gewone wroeter. Bijzonder is echter de bekroning waar de maker veel werk van heeft gemaakt. Hier is een gereedschapsbak uitgesneden, met initialen aan de voorzijde. In die rechthoekige bak draaien rond drie asjes tien stukken oer-Hollands timmermansgereedschap. Op die wijze krijgt de wroeter bij het bewegen bijna de functie van een rammelaar. Wat dit voorwerp, eerder een pronkartikel dan een gebruiksding, werkelijk uniek maakt is de bijbehorende houten cassette. Ook hierop is de huisvlijt lustig losgelaten. Het houten kastje is aan alle zijden met snijwerk versierd, zelfs aan de achterkant. Voor het ophangen in de pronkkamer zijn twee halfronde stukjes messing met ophanggaatjes aangebracht. Aan de voorkant is een glazen venstertje te zien, dat met scharniertjes opent. Zo wordt de daarin geplaatste pijpenwroeter prachtig geëxposeerd. Na het snijden is het wandkastje in de zwartlak gezet en vervolgens nog deels met goud gehoogd. Zo werd een onverwacht pronkstukje verkregen. Naar de achtergrond van dit merkwaardige voorwerp kunnen we slechts gissen. Was het een werkstukje van een vaardige timmerman die zijn avonduren doodde? Of gaat het om een geschenk van de familie aan een jubilerende ambachtsman? In ieder geval wijzen de initialen op een specifieke persoon maar helaas ging zijn naam voor altijd verloren.

Amsterdam Pipe Museum APM 22.078

Permalink