Een vogel op de pijpenkop
december 2019
In de twintigste eeuw staat de Dogon uit Mali bekend om hun tabakspijpen van gegoten messing. Waarom deze stam hun traditionele pijpen van aardewerk vrij abrupt voor die van messing verruilde is niet duidelijk. De hier afgebeelde pijpenkop is een representatief voorbeeld van deze nieuwe mode. Het voorwerp is gemaakt in de zogenaamde cire perdue techniek waarbij eerst een model van was werd gevormd. Dit wasmodel werd in klei verpakt en verwarmd. Terwijl de klei verhardde, smolt de was en de lege tussenruimte werd vervolgens met vloeibare messing volgegoten. Dit exemplaar heeft een ovaal ketelmodel en is voorzien van een hiel, de steel loopt ophoog en eindigt zonder manchet. Rond de ketel en steel is een eenvoudige versiering van zigzag lijnen aangebracht om het gladde vlak te doorbreken. Wat deze pijp zo aantrekkelijk maakt is dat heel speels een gestileerd vogeltje op de pijpenkop is neergestreken met de snavel op de rand van de ketelopening. Dierfiguren worden door de Dogon vaker in pijpen uitgebeeld, al getuigt dit aantrekkelijke voorbeeld wel van een prachtige, subtiele modellering. De traditie in messing houdt de hele twintigste eeuw stand, maar de uitvoering wordt geleidelijk minder gedetailleerd en dus minder aantrekkelijk.
Amsterdam Pipe Museum APM 23.388
Permalink