Meerschuim sigarenhouders
In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt de sigaar een belangrijke concurrent van de tabakspijp. Tot aan de Eerste Wereldoorlog blijft het een gebruik de sigaar in een pijp te roken, een gewoonte die een hausse aan sigarenhouders oplevert. Deze merkwaardige mode leidt tot een enorme productie van hoogversierde pijpen, die lang niet altijd functioneel zijn met een wonderlijk feminiene uitstraling. Behoorlijk gekunsteld en vaak overgedecoreede artikelen die de praatstukjes in de herenkamer, de fumoir worden. Vandaar dat niet zelden pikante en zelfs erotische scènes worden afgebeeld!
Het snijwerk van deze sigarenhouders is vooral in het begin fenomenaal van kwaliteit. De meest verfijnde exemplaren getuigen van zeer knap vakmanschap met hun treffende detaillering en een levensechte weergave. Een mooi voorbeeld is de Lohengrinpijp met een zeer gedetailleerde zwanenridder uit de beroemde opera van Wagner. Ook de leeuwendoder is een pijp waarin de minutieuze details een wervelende actiescene creëren.
Bij de sigarenhouder is eveneens sprake van veralgemenisering van onderwerp en vervlakking van uitwerking. Na 1900 wordt de productie steeds industriematiger, terwijl het fraaie snijwerk geleidelijk plaats maakt voor eenvoudige uitbeeldingen van hondjes, paardjes of een vogelklauw. Dat zijn de pijpen die bij duizenden zijn overgeleverd in boedels van de eenvoudige luiden. Het ware vakmanschap wordt dan vrijwel niet meer gemaakt. Opnieuw is de moderne en modebewuste roker van interesse veranderd en overgestapt op de sigaret.