Hoogtepunten uit het Amsterdam Pipe Museum

Auteur:
Don Duco

Jaar van uitgave:
2020

Uitgever:
Amsterdam Pipe Museum (Stichting Pijpenkabinet)

Een raadselachtige maatpijp

010-04.970-klei-pijp-1748-1
APM 4.970

Vanaf het begin van de achttiende eeuw is de benaming maatpijp een begrip. Geduid wordt op een kleipijp uit Gouda met een lange rechte steel. Aanvankelijk waren deze pijpen 17 duim lang, vervolgens 19 duim om uiteindelijk op 21 duim ofwel ruim vijftig centimeter te eindigen. Pijpen met deze steellengte en een standaard ketelmodel pasten in een nijverheid met een hoge productstandaardisatie en een geduchte concurrentie. De maatpijp is twee eeuwen lang een gangbaar artikel geweest. Iedereen kende ze en begeerde er uit te roken. De pijp smaakte aangenaam mede door de lange steel die de rook goed koelde.

Van de maatpijp was altijd verse aanvoer en ogenschijnlijk veranderde er aan het product niets. Er is dus nooit een reden geweest om een dergelijke pijp als tijdsgebonden voorwerp te bewaren. Het artikel werd altijd weer opnieuw ingekocht en gebruikte exemplaren werden zonder pardon stukgerookt. Des te zeldzamer is het dus wanneer bij toeval zo'n gewone pijp toch bewaard bleef. Dat is het geval met de hierbij afgebeelde kleipijp die keurig in een kistje voor breuk behoed is en zo de eeuwen overleefde.

De langwerpige eikenhouten bewaardoos sluit met twee haakjes en in het interieur is in groene lakense stof keurig een ruimte uitgespaard waarin het pijpmodel veilig kan rusten. Zo bleef deze kleipijp ongeschonden en veroverde daarmee uiteindelijk het predicaat oudst bewaarde maatpijp ter wereld. Dankzij de merken kennen we de herkomst. Op de steel is gestempeld "I: WOERLE" en "IN GOUDA" en dat verwijst naar de Gouwenaar Jan Woerlee, werkzaam van 1736 tot 1777.

010-04.970-klei-pijp-1748-6
APM 4.970
010-04.970-klei-pijp-1748-3
APM 4.970

Bijzonder aan deze pijp is dat de kop en de steel met inkt van opschriften zijn voorzien. Het blijkt dat deze pijp in gebruik was bij de regenten van het armenhuis in Leiden. De reeks van 23 verschillende namen op de steel stemt naadloos overeen met de bestuurders van het armenhuis in de verschillende jaren. Het lijkt er op dat de pijp als een ceremonieel voorwerp heeft gediend. Wanneer de heren bestuurders bij elkaar kwamen, schreven zij met inkt hun namen en het jaartal op de kop of op de steel van de pijp. Dat gebruik startte in 1748 en herhaalde zich tot de laatste keer in 1893, bijna anderhalve eeuw later.

Helaas kunnen we naar de toedracht van dit wonderlijke gebruik slechts gissen. Vooral enkele tussenzinnetjes geven mogelijkheid tot nadere speculatie. Wat bijvoorbeeld te denken van het opschrift van 7 februari 1838: "de kist weggedaan, de pijp verplaatst" of dat van 30 maart 1844 "de kist open geweest en de pijp verlegd". Een opmerkelijke tekst is ook: "Heil zij de verdere lezers" al was voor een pijp het woord rokers hier beter op zijn plaats geweest.

Met de vermelding kist lijkt niet naar het houten kistje van de pijp verwezen te worden, maar veeleer een grotere kist waarin de pijp met doos en al werd bewaard. Bedoelde men daarmee de geldkist van het armenhuis waarin het vermogen bewaard werd? Dan zouden de namen die van de thesauriers moeten zijn. Vreemd is dan wel dat de kist maar eens in de paar jaar werd geopend, soms zelfs met grotere tussenpozen. Moest de kwetsbare inhoud van de kist niet wat vaker geïnspecteerd worden? Voorlopig lijkt het er op dat dit raadsel niet wordt opgelost en dat is dan ook de intrigerende meerwaarde van deze oudst bewaarde maatpijp geworden. Eén ding is in ieder geval zeker: van genoeglijk roken uit de pijp is nooit sprake geweest, in de pijpenkop heeft nooit tabak gebrand en daarom is de ketel van binnen nog maagdelijk wit.

Amsterdam Pipe Museum APM 4.970


De sigarenpen van Andries Van Houten

011-18.959-klei-sigarenpijp-03
APM 18.959

In de tweede helft van de achttiende eeuw raakte het roken van sigaren bekend, aanvankelijk met dunne sigaartjes die volledig met de hand werden gerold. Voor de roker is de smaak een nieuwe sensatie. Was men tot dan toe vooral gewend een combinatie van Amerikaanse tabak versneden met blad uit Gelderland of uit de Elzas, door de cigarillo maakte men kennis met een zwaardere en vollere smaak. Een belangrijke verandering was tevens de uitstraling voor de roker, die vrijer en vluchtiger werd. De sigaar kon met meer nonchalance gerookt worden terwijl deze tegelijkertijd stond voor een grotere luxe en een opvallende wijze van tabaksconsumptie.

In Nederland ontstonden al gauw sigarenmakerijen waar de Amerikaanse sigaren werden nagerold. De Hollandse zuinigheid leidde tot versnijding met goedkopere inlandse tabak met als positief gevolg dat de sigaar ook voor de middenklasse betaalbaar werd. Om de mondaine rookwijze te benadrukken komen spoedig sigarenpijpen op de markt: eenvoudige rechte buisvormige pijpen die als een soort mondstuk op de sigaar worden gezet. Zij worden heel toepasselijk aangeduid met sigarenpen.

De pijpenmakers in Gouda spelen in op deze nieuwe rookgewoonte en maken eenvoudige sigarenhouders. Eigen aan de Goudse nijverheid worden die even prachtig afgewerkt als de Goudse tabakspijp. Na het persen in een vorm en het wegstrijken van de vormnaden wordt het oppervlak met agaatsteen gepolijst zodat de pijp een mooi glanzend uiterlijk krijgt. Zo passen zij bij de luxe sigaar die met zijn donkere matte uiterlijk prachtig afsteekt bij deze hagelwitte pijpjes.

011-18.959-klei-sigarenpijp-07
APM 18.959
011-18.959-klei-sigarenpijp-08
APM 18.959
011-18.959-klei-sigarenpijp-11
APM 18.959

Eén Goudse pijpenfabrikant ontwerpt echter een sigarenhouder die van een bijzondere luxe en extravagantie getuigt. Deze pijp is niet kort maar juist lang en meet 21,5 centimeter. Bovendien is deze pijp niet gladgepolijst maar over de volle lengte versierd met een in de persvorm aangebrachte decoratie. Het patroon van deze versiering is afgekeken van de gebruikelijke decoratie die op de stelen van de lange pijpen werd aangebracht: een slingerende rank aangekleed met bladeren en bloemen. Die decoratie wordt weer afgewisseld met enkele dierfiguurtjes zoals een zittende duif bovenaan en tussen de takken twee minutieuze vliegende vogeltjes.

011-18.959-klei-sigarenpijp-02
APM 18.959

Omdat een expliciete pijpenkop bij deze lange, buisvormige pijp ontbreekt, blijft het ketelgedeelte wat onopvallend al is het wel gemarkeerd. Hier bracht de fabrikant tussen concentrische ringen met bladwerk zijn merkteken de 73 gekroond aan, op de keerzijde plaatste hij het wapen van Gouda in een doornenkrans als teken van de plaats van herkomst. De makerstrots spreekt ook uit de toevoeging van de naam "A.VAN HOUTE" en "IN GOUDA". Opmerkelijk is dat bij deze uitzonderlijke pijp is uitgegaan van de bekende Goudse decoratiepatronen en men blijkbaar onvoldoende originaliteit had een volledig nieuwe versiering te bedenken. Zelfs de wijze van afwerken getuigt van een zekere starheid. Zo is een filtradering rondom de ketelopening aangebracht, in dit geval eigenlijk een overbodige luxe.

Het Huis Van Houten was een volstrekt atypische pijpenmakerij. Waar de meeste Goudse bedrijven zich toelegden op het standaardgoed en zich vooral specialiseerden in een bepaalde lengte en kwaliteit, produceerde Van Houten overwegend buitenmodellen. Die pijpen verkocht hij als assortimentsaanvulling op de standaardproducten die hij bij andere werkplaatsen inkocht. Binnen het gevarieerde assortiment van Van Houten was deze wonderlijke sigarenpen zeker op zijn plaats.

Dat deze breekbare sigarenpijp de tijd overleefde is een absoluut wonder. De productiedatum zal tussen 1760 en 1790 liggen. Als gewone gebruikspijp heeft hij jarenlang dienst gedaan, daarvan getuigen de rooksporen. Daarna zal de pijp als curiosum zijn opgeborgen. Uiteindelijk belandde het voorwerp in Ruhla waar deze naar Duitse standaard werd gemonteerd met een meerschuimen ketelinzet en een barnstenen mondstuk. Dankzij het feit dat gelijktijdig ook een etui werd toegevoegd, was de pijp verder tegen breuk verzekerd. Zo opgeborgen kon hij gemakkelijk nog een eeuw ongeschonden doorkomen.

Amsterdam Pipe Museum APM 18.959


Een figuurpijp met een dekseltje

012-09.372-klei-cretal-deksel-1
APM 9.372

In de jaren 1830 ontstond in de pijpenmakerij een nieuwe rage. Nadat de mode van de figuurpijp een geweldig succes was geworden en de pijp als het praatstuk voor de roker gold, diende zich een volgend fenomeen aan: de levensechte portretkop die zelf kon roken! Verschillende fabrikanten brengen dergelijke pijpen min of meer gelijktijdig op de markt. Het gaat om koppen voorzien van een dekseltje die de storende cirkelvormige afsnede van de ketelopening verdoezelt en de pijp tot een volsculptuur maakt. Geleidelijk werd dat dekseltje nog voorzien van een toegevoegd grapje, dat zien we bij de hierbij afgebeelde pijp.

De pijpenkop toont een mannenhoofd met geopende mond, een gelaat dat tussen korenaren en bloemen door lijkt te gluren. Ongetwijfeld wist de roker indertijd precies wie werd uitgebeeld, maar de betekenis ging door de tijd verloren. Overigens is het gelaat prachtig gemodelleerd en opvallend is de welgevormde geopende mond. Met zijn ronde gelaatsuitdrukking vormt het gezicht een mooi contrast met de scherpe vormen van de flora. Het dekseltje op de pijpenkop maakt onderdeel uit van de voorstelling: het is als het ware de hoed van de persoon, maar er is iets ongewoons aan dat dekseltje. Het is niet zoals gebruikelijk voorzien van luchtinlaten om de pijp trekkend te maken maar het is volledig dicht en dat is juist de grap. De fabrikant bracht namelijk in de ketelwand van de voorgestelde een kanaaltje aan dat achter de mond van de voorgestelde eindigde. De mond fungeert daardoor als luchtinlaat. Dit systeem maakte het mogelijk dat je gewoon uit de pijp kunt roken.

Nadat je de pijp had gestopt en aangestoken plaatste je het dekseltje terug op de kop. Rookte je niet maar blaas je licht in de pijpensteel dan begon de voorgestelde spontaan rook uit de mond te blazen. En wat een vermaak zal dat gegeven hebben!

012-09.372  klei-cretal-deksel-3
APM 9.372
012-09.372-klei-cretal-deksel-4
APM 9.372
012-09.372-klei-cretal-deksel-5
APM 9.372

Maker is de firma Crétal & Gallard uit Rennes, een belangrijke fabriek waarover echter weinig bekend is. Dankzij de signatuur op de steel van de pijp kunnen we de toeschrijving maken. Op die steel staat ook het modelnummer 462 vermeld en daaraan is toegevoegd dat het ontwerp gepatenteerd is, overigens zonder garantie van de regering zoals het opschrift meldt. Het patenteren van uitvindingen werd door meer fabrieken gedaan. In februari 1856 kregen Grétal & Gallard een brevet voor vijftien jaar voor une pipe à trou d'air renversé zoals het hier beschreven systeem werd verklaard. Hoewel het dus een unieke vinding van de fabriek uit Rennes lijkt, is dat misschien niet het geval. In 1858 werd door de firma Wingender in Chokier bij Luik een patent voor een soortgelijk systeem voor België verkregen. Het is vrijwel zeker dat pijpen met dat systeem toen al uitgebreid in Frankrijk en Duitsland in productie waren. Wat dat betreft is het patent niet altijd maatgevend voor het moment van productie. Het hierbij afgebeelde exemplaar moet tussen 1853 en 1860 gemaakt zijn.

Amsterdam Pipe Museum APM 9.372


Op de vlucht voor een panter

013-21.465-klei-dumeril-panter-03
APM 21.465

Deze opmerkelijk hoge pijpenkop heeft zowel een uniek silhouet als een bijzondere decoratie. De ketel ziet er uit als de stam van een palmboom waarin een inlander klimt achtervolgd door een panter. De voorstelling is niet symmetrisch opgebouwd maar het accent is iets naar één zijde verschoven. Daarom kon bij de steelovergang aan één zijde een zittende papegaai worden toegevoegd om de juiste balans in de voorstelling te houden. Al met al is het een bijzonder ontwerp in een stijl die volledig past bij de producerende pijpmakerij.

Maker is de firma Duméril & Leurs uit de Noord-Franse plaats Saint-Omer in Pas-de-Calais. Hun pijpenfabriek werd in 1845 gesticht en al snel groeide het bedrijf voorspoedig. Vooral de export van eenvoudige waar bleek lucratief. Daarnaast was er ook een afdeling die voor de West-Europese markt werkte. Daarvoor was deze pijp bedoeld. Artistieke producten met een dromerige fantasiestijl die bij geen ander Frans bedrijf uit die periode op die manier te vinden waren. Van deze langgerekte koppen bijvoorbeeld waren in het assortiment verschillende varianten te vinden. Qua silhouet gelijk maar steeds met verschillende uitwerking. Zo zien we extreem lange gezichten met gevlochten baarden, maar ook meer ornamentele versieringen. Het panterontwerp blijft daarin op zich staan.

Een kenmerk van de Franse pijpenfabrieken was de toepassing van schilderemail. Kleuraccenten werden met een ijzeren haakje op het product aangebracht en vervolgens in een tweede ovengang vastgebakken. Als de pijp nieuw is geeft dat een kleurig accent, maar bij gebruik verandert de uitstraling omdat de scherf van de pijp geleidelijk bruin kleurt en de heldere stippen als aantrekkelijke kleuraccenten afsteken tegen de donker wordende ondergrond. Die gedaanteverandering werd door de rokers zeer gewaardeerd.

013-21.465-klei-dumeril-panter-02
APM 21.465
013-21.465-klei-dumeril-panter-01
APM 21.465
013-21.465-klei-dumeril-panter-07
APM 21.465

Deze pijp is op de steel van merken voorzien. Aan de ene zijde lezen we de fabrieksnaam voluit, geschreven in schoonschriftletters. Aan de andere zijde van de steel lezen we de vermelding “b.s.g.d.g.“ dat staat voor breveté sans garanti du gouvernement. Daarmee maakte de fabrikant bekend dat het ontwerp uit eigen bedrijf was en dat andere makers dat in principe niet mochten namaken. Of er op overtreding een sanctie stond is zeer de vraag.

Tot slot mag de rookkwaliteit van de Duméril pijp niet onvermeld blijven. Als het om een gebruikspijp gaat is het comfort dat de pijp verschaft van doorslaggevend belang. Die is bij Duméril uitstekend. De scherf van hun product is optimaal poreus en daardoor biedt de pijp een maximale absorptie. Het g21.465ebruik is dus zeer goed, maar er kleeft één bezwaar aan de Duméril pijpen. Vanwege de porositeit is de scherf niet erg stootvast. Een Duméril pijp breekt daardoor sneller dan een kleipijp van een menige andere fabriek. Dat zal de reden zijn geweest dat de fabriek geleidelijk in financiële moeilijkheden raakte en op den duur niet kon overleven. Al rond 1880 vind afslanking van de productie plaats en kwamen er geen nieuwe modellen meer tot stand. In 1885 sloot het bedrijf zijn deuren definitief, na veertig jaar activiteit. Omdat een deel van de tooncollectie in het stedelijk museum terecht kwam is de firma Duméril tegenwoordig in museaal opzicht buitengewoon goed vertegenwoordigd. Buiten deze unieke bedrijfscollectie in Saint-Omer zijn Duméril-pijpen echter uiterst zeldzaam. Dit perfect gave exemplaar in onze collectie is dus terecht een van de topstukken.

Amsterdam Pipe Museum APM 21.465


Gevlochten pijpen voor de koningin

014-10.831-klei-goedewaagen-kunstpijpwerk-01
APM 10.831

Voor de inwoners van Gouda was 24 april 1897 een bijzondere dag. Op die datum zouden koningin-regentes Emma en haar dochter prinses Wilhelmina een bezoek aan de stad Gouda brengen. Op het programma stond naast een visite aan de kaarsenfabriek en de bezichtiging van de Goudse glazen, ook een bezoek aan een pijpenfabriek. De eer viel de firma P. Goedewaagen & Zoon ten deel, niet zo verwonderlijk want firmant Pieter Goedewaagen had zelf in de raad van Gouda gezeten.

De Goudsche Courant geeft een dag voor het evenement een indruk van de voorbereidingen van het Koninklijke bezoek. Het blijkt dat men bij Goedewaagen dan de hele fabriek heeft schoongemaakt, een onmogelijke klus in een ceramische fabriek vol met kleistof. Bij de entree van de fabriek werd zelfs een soort boudoirtje ingericht om de koningin-moeder en haar dochter waardig te kunnen ontvangen. Op weg naar dit boudoir bouwde men een baldakijn dat geheel uit lange Goudse pijpen bestond.

Een dag later lezen we in het lokale dagblad een uitgebreid verslag. De vorstinnen hebben dan door de bekwaamste meesterknechten de langste soort pijpen zien maken. De andere werklieden stonden in hun zondagse pak langs de wand te kijken. Deze langste pijpensoort is versierd met het wapen van het Huis Hannover, in feite het Engelse koningshuis, maar voor de gelegenheid werden de pijpen omgedoopt tot pijpen met het wapen van stadhouder Willem III. De lange kleipijpen die de beide vorstinnen zagen maken werden tijdens het bezoek tot een uitzonderlijke vlecht van een dozijn samengevoegd. Daaromheen zijn nog enkele andere figuren uitgelegd die het geheel tot een kunstwerk van pijpen maken.

014-10.831-klei-goedewaagen-kunstpijpwerk-03
APM 10.831
014-10.831-klei-goedewaagen-kunstpijpwerk-04
APM 10.831
014-10.831-klei-goedewaagen-kunstpijpwerk-05
APM 10.831

Na het bezoek zijn de gevlochten pijpen gebakken en kregen een plaats in de ontvangstkamer van de fabriek als herinnering aan het Koninklijke bezoek. Dat de fabrikant zeer vereerd was blijkt ook uit een in zijde gebonden gastenboek, waarin de beide koninginnen hun naam hebben geschreven met toevoeging van de datum van hun bezoek. Op het kaft van dit fraaie cahier prijkt in goud het Nederlandse wapen. Dat boek werd voortaan bij de ontvangst van belangrijke relaties getoond.

Tot in de jaren 1970 heeft het kunstwerk van pijpen in de fabriek van Koninklijke Goedewaagen gehangen. Aanvankelijk op de Raam, vanaf 1909 op de Nieuwe Vaart in een splinternieuw fabrieksgebouw. In de jaren 1950 verhuisde het stuk van de toonzaal naar de directiekamer. In die tijd werd het opgenomen in een moderne houten betimmering. Pas in 1974 is het daar ontmanteld en twee jaar later ging dit bijzondere object over naar ons museum. De directie vond een museale bestemming meer op zijn plaats en vooral veiliger. De oorspronkelijke lijst is sindsdien gerestaureerd en zo kon het voorwerp in ere worden hersteld. Het prijkt nu in volle glorie als een van de meest bijzondere kleipijpen in de zaal van het Amsterdam Pipe Museum.

Literatuur: D.H. Duco, De tabakspijp als Oranjepropaganda, Leiden, 1992, p 83-86.

Video: Pipes for the Queen

Amsterdam Pipe Museum APM 10.831


Inleiding

Voorhistorisch

Archeologisch

Pijpen van klei

Keramische rookpijpen

Porselein als materiaal

Het magische meerschuim

Europese houten pijpen

Andere Europese pijpen

Pijpen uit Noord en Zuid Amerika

Pijpen uit Afrika

Pijpen uit Azië

Pijpenmakergereedschap

Tabacologische voorwerpen

Curiosa en varia