Opium en opiumschuiven
Een van de meest bijzondere manieren van roken is wel het opiumschuiven; zowel het ritueel als het effect maken grote indruk. Opium wordt uit de papaver gewonnen en is zeer krachtig. Tijdens het roken wordt de opium niet verbrand maar verdampt. Een klein opiumballetje verwarmt men boven een opiumlamp tot het uiteindelijk in damp opgaat, die de roker opzuigt. Voor het opiumroken is een speciale pijp ontwikkeld met een minuscule ketel als top van een bolvormige zogenaamde damper waarin de vaste stoffen van de rook neerslaan. Door een steel van bijna een halve meter wordt de rook geïnhaleerd. De roker, doorgaans liggend op een opiumbed of vloermat, zakt weg in een weldadige roes.
Veel Chinese opiumpijpen zijn van een bijzondere schoonheid. In de vormgeving is naar een juiste balans gestreefd samen met een harmonieuze combinatie van verschillende materialen. De beste pijpen zijn van bamboe, maar ook luxe materialen als buffelhoorn, schildpad en ivoor worden gebruikt. De decoraties van de pijpen beperken zich tot het drijfwerk van het metalen zadel en het snijden van een vingersteun. Die versieringen zijn altijd traditioneel van aard.
Naast de opiumpijp bestaat er allerlei toebehoren: de opiumlamp, maar ook doosjes, naalden, spatels en andere voorwerpen die het opiumschuiven tot een ritueel maken. Bij rijke opiumgebruikers was het iconografische patroon op deze voorwerpen op elkaar afgestemd. De meeste opiumgebruikers verarmden echter snel en gebruikten eenvoudige attributen die alleen maar functioneel waren.