Tabakspijpen van ceramiek
De kleipijp is een typisch massa-artikel dat miljoenen rokers kende. Pijpen van andere aardewerksoorten dan pijpaarde zijn echter tamelijk zeldzaam. Zij waren het nevenproduct in ceramische fabrieken, in enkele gevallen gaat het om gespecialiseerde pijpenmakerijen. Omdat verschillende kleisoorten en diverse typen glazuur gebruikt worden, is de verscheidenheid binnen deze groep groot.
Echte blikvangers zijn tabakspijpen van het zogenaamde Prattware uit het Engelse Stafford. De extreem lange stelen kronkelen als slangen. Zij zijn met toefjes kleurige glazuur opgeschilderd. Indertijd waren het geliefde geschenkartikelen die doorgaans eindigden in de pronkkast. Zij zijn echter wel degelijk gerookt! Korte pijpen met wonderlijke karakterfiguren hebben geen glazuur maar een afwerking in meerkleuren verf; zij zijn in Schotland vervaardigd.
Enkele Duitse fabrieken richtten zich op ceramische pijpen afgedekt met een monochrome verflaag. Deze pijpen staan bekend onder de geheimzinnige naam siderolith. Het gaat om luxe artikelen, vaak prachtig gemonteerd met vergulde vattingen. Op de roker van toen hadden zij een magische uitstraling.
In Gouda ontwikkelde zich de doorroker, een pijp met een poreuze skeletachtige scherf en transparant glazuur. Zij werden beroemd omdat er onder het glazuur een wit plaatje is aangebracht dat zichtbaar werd als je de pijp rookte doordat de pijp zelf donker kleurde. De bekendste fabriek hiervan is Zenith in Gouda, gesticht in het jaar 1749, een traditionele pijpmakerij die pas later ceramiek is gaan produceren.