Vincents passie voor pijproken

Auteur:
Benedict Goes

Jaar van uitgave:
2015

Uitgever:
Amsterdam Pipe Museum (Stichting Pijpenkabinet)

Haagse collega's met een pijp

Als pijproker heeft Vincent uiteraard een focus op de pijp van zijn bevriende collega's. Sommigen portretteren zichzelf met een pijp, andere tekenen modellen terwijl zij een pijp roken. Niet verwonderlijk, want de tabakspijp vervulde in de negentiende eeuw nog een belangrijke rol. Het zijn deze details die Vincent direct opvallen.

Vol enthousiasme schrijft Vincent aan broer Theo (brief 257, augustus 1882)

46-vincent-van-gogh-weissenbruch-portret
Afb. 46. Portret van Weissenbruch

Er is zooals ge mogelijk weet eene tentoonstelling van de teekenmaatschappij. Er zijn prachtige Israels - o.a. het portret van Weissenbruch, met een pijp in den mond & zijn palet in de hand.

Het gaat om een portret van Jan Hendrik Weissenbruch door Jozef Israëls, waarop de oudere, gedistingeerde Haagse schilder een schijnbaar eenvoudig hangpijpje rookt met een metalen deksel en kettinkje (afb. 46). Een rookwolkje dwarrelt tussen zijn lippen door. In werkelijkheid gaat het om een pijp met een porseleinen kop, afgedekt met een metalen vonkenvanger (afb. 47). Met dit luxere rookgerei onderscheidde de Haagse schilder zich van de gewone Hollandse kunstenaars die vooral kleipijpen rookten.

47-vincent-van-gogh-20.373-hangpijpje-vaarwel
Afb. 47. Hangpijpje met porseleinen kop

Vincent is een groot liefhebber van de wat oudere Jozef Israëls. Zo bewondert hij een ets van een boer die zijn pijp aansteekt (afb. 48). In een schrijven (brief 326, maart 1883) aan Theo meldt Vincent:

Schreef ik U reeds over die twee groote etsen van Israels, een man die zijn pijp aansteekt en een interieur van een arbeiderswoning. Wat zijn die mooi.- Ik vind het zoo almagtig mooi van Israels dat

48-vincent-van-gogh-israels-man-met-pijp
Afb. 48. Israels man met pijp

Het is een tafereel dat bij Vincent mede in de smaak valt, omdat hij zelf ook veel vergelijkbare scènes heeft geschilderd: een keuterboer in een bedompt vertrek van een armzalige boerderij. De boer zit hier op een stoel voor de open haard en steekt zijn pijp aan met een gloeiend kooltje vastgehouden met een enorme pook. De pijp is te schetsmatig om goed herkenbaar te zijn. Vincent had zelf talloze vergelijkbare boeren, vissers en knechten getekend met een pijpje.

57-vincent-van-gogh-13.440  klei-gambier-kalebas
Afb. 57. Model kalebaspijp

 

Franse collega's

Vincent's beste vriend is wel Paul Gauguin. Ook deze schilder maakte talloze portretten van pijprokers, bijna altijd eenvoudige mannen rokend uit een typerende kleipijp (afb. 49). De grijzige tint kan zowel duiden op een doorgerookte pijp, maar kan ook uit schilderkunstige motieven gekozen zijn namelijk om in het portret niet een sterk afleidend element te zijn. Dit schilderij lijkt wel een zoekplaatje, met de pijp die de man onopvallend in de hand houdt.

49-vincent-van-gogh-gauguin-man-with-pipe
Afb. 49. Gauguin man met pijp
50-vincent-van-gogh-cezanne-man-with-pipe
Afb. 50. Cézanne, man met pijp

Meer prominent aanwezig zijn pijp en pijproker bij de schilder Paul Cézanne. De pijpen die hij afbeeldt steken met hun helderwitte kleur soms prachtig af tegen de rest van het schilderij (afb. 50). Naast enkelvoudige portretten en portretstudies, zijn de bekendste pijprokers van Cézanne zonder meer die afgebeeld op zijn kaartspelers (afb. 51). Hiervan bestaan verschillende versies en één daarvan is recentelijk zelfs bekend geworden als het duurste schilderij ooit. Het is verkocht aan de sultan van Quatar voor de lieve som van 250 miljoen dollar. Op het afgebeelde exemplaar hangt in de bovenhoek van het schilderij zelfs een rekje met vier kortgesteelde kleipijpen, waarmee het huiselijke karakter van het kunstwerk wordt benadrukt (afb. 52).

51-vincent-van-gogh-cezanne-kaartspelers
Afb. 51. Kaartspelers van Cézanne
52-vincent-van-gogh-cezanne-kaartspelers
Afb. 52. Kaartspelers van Cézanne

Ook van de schilder August Renoir zijn enkele prachtige portretten bekend waarop pijprokers voorkomen. Zo legde hij tweemaal de kunstschilder Monet vast, in beide gevallen lezend en met een pijp in de mond. In beide kunstwerken is een korte kleipijp afgebeeld, de eerste voorzien van een zogenaamde meerschuimkleurige lak waardoor de pijp er veel duurder uitziet (afb. 53). Hier rookt Monet uit een prachtig gevormde slurfvormige tabakspijp (afb. 54). Bij het andere schilderij rookt hij weer een gewone witte kleipijp waarvan de sporen van het bruin doorroken weer duidelijk zichtbaar zijn (afb. 55).

53-vincent-van-gogh-renoir-monet-smoking-a-pipe
Afb. 53. Renoir, Manet rookt een pijp
54-vincent-van-gogh-00.166  klei-belle-vierkantig-electro
Afb. 54. Modieuze Franse kleipijp

 

55-vincent-van-gogh-renoir-monet smoking a pipe
Afb. 55. Renoir, Manet rookt een pijp

Op een schilderij van Chaim Soutine zien we een bijzondere pijp afgebeeld (afb. 56). Het gaat om een stilleven van een tafel waarop onder andere een pijp. Hier is een kalebasvormige pijpenkop te zien, gemonteerd aan een langer rieten roer. Het is wel zeker dat de kunstenaar de pijpenkop van een eigengemaakt roer had voorzien, want normaliter zijn de roeren van dergelijke kalebaspijpen nooit zo lang. Toch hebben we zo'n uitzonderlijk model gevonden, nu echter met een hardrubber roer (afb. 57).

56-vincent-van-gogh-chaim-soutine-stillife
Afb. 56. Chaim Soutine, stilleven
57-vincent-van-gogh-13.440  klei-gambier-kalebas
Afb. 57. Model kalebaspijp

 

The pipe out of favour

Een tijdgenoot en schilder met wie Vincent veel correspondeerde is Emile Bernard. Deze collega-schilder had hij in Parijs ontmoet. Bernard - van wie hier een zelfportret zonder pijp (afb. 58) - had een meer wereldse blik. Zo interesseerde hij zich sterk voor de Levant, het Ottomaanse rijk. Op reis in 1900 schilderde hij in Cairo een lokale waterpijprookster (afb. 59), een scene die wel heel ver van Van Gogh afstaat en het andere roken, namelijk het gebruik van hasjiesj laat zien. Ook dergelijke rookinstrumenten werden naar de werkelijkheid geschilderd en niet verwonderlijk dat we dergelijke historische voorwerpen nog tegenkomen (afb. 60), zij het dat de breekbare aardewerken koppen en de lange roeren doorgaans ontbreken.

58-vincent-van-gogh-emile-bernard-zelfportret
Afb. 58. Emile Bernard, zelfportret
59-vincent-van-gogh-emile bernard-hashish
Afb. 59. Emile Bernard, hasjish roker
60-vincent-van-gogh-04.508-waterpijp-kalebas
Afb. 60. Waterpijp voor hasj

Tegen het eind van het leven van Vincent van Gogh verandert het rookpatroon snel. Waar Vincent zijn pijp trouw blijft zien we dat bij een steeds grotere groep rokers de sigaar in trek komt. Vincent beeldt dat zelf niet af in zijn schilderijen. Rondom hem wordt nog onverminderd pijp gerookt. Bij andere kunstbroeders zien we dat de sigaar wel prominent aanwezig is. Paul Signac bijvoorbeeld, precies tien jaar jonger dan Vincent, experimenteerde uitgebreid met kleuren. Zijn schilderstijl werd later aangeduid als het pointillisme. Beide schilders exposeerden nog samen in Parijs. Op Signac's schilderij Het ontbijt uit 1887 zien we dat hij een rijker milieu schilderde. De heer des huizes rookt een sigaar uit een kenmerkende sigarenhouder met een tipmodel bestaande uit meerschuim met een barnstenen mondstuk (afb. 61, detail). Ook dat beeld is sterk milieugebonden en toont de mode van zijn tijd maar ondanks de techniek van schilderen is duidelijk op te maken wat voor sigarenhouder bedoeld wordt (afb. 62).

61-vincent-van-gogh-paul-signac-cigare
Afb. 61. Paul Signac, sigaar in sigarenpijpje
62-vincent-van-gogh-21.966-hassoldt-sigarentip
Afb. 62. Meerschuim sigarenhouder

Een andere, beroemde kunstenaar uit de kring van Vincent is Henri de Toulouse-Lautrec. Deze schilder, vooral bekend van zijn affiches, had vooral oog voor vrouwelijk schoon, vandaar dat we bij hem weinig pijprokers tegenkomen. Geboren in een aristocratische familie bewoog Toulouse-Lautrec zich in volstrekt tegengestelde kringen dan die van Vincent van Gogh. Zijn portret van Louis Pascal laat dit duidelijk zien: een gedistingeerde heer met hoge hoed en sigaar (afb. 63). Heel wuft voor de tijd wordt hier geen sigarenpijp gebruikt.

63-vincent-van-gogh-toulouse-lautrec-portret-louis-pascal
Afb. 63. Louis Pascal door Henri de Toulouse-Lautrec

Terugblik

We hebben gezien dat pijp en tabak voor Vincent van Gogh van groot belang zijn geweest. Hij groeide er mee op en het pijproken bleef voor hem een levenslange passie. Voor sommigen tijdgenoten was hij de eeuwige pijproker, voor anderen gold dat minder. Vincent rookte als hij zich goed voelde, raakte hij in depressie dan verloor hij ook zijn belangstelling voor de pijp. Het roken in goede tijden is overigens kenmerkend voor de pijproker. Pijproken is uiteindelijk rustroken, ontspanning en dat genieten past alleen bij een goed gemoed. Voor rust en contemplatie na het werk, soms tijdens. Vincent van Gogh had dat persoonlijk ervaren en goed begrepen.

In de loop van zijn leven zien we de keuze voor zijn rookinstrument veranderen. In de Brabantse of beter Hollandse periode domineert de kleipijp, het Hollandse rokertje bij uitstek dat toen nog een algemeen gebruiksvoorwerp was. Eenmaal in Frankrijk omringd door kunstenaars ontwaken nieuwe liefdes voor de tabakspijp. De dan populaire mérisier heeft hij jarenlang gerookt. De stoere vorm van deze pijp en de licht aanzoetende smaakkwaliteiten maken dat verklaarbaar. Ook het robuuste voorkomen van een dergelijke pijp droeg bij tot de populariteit. Later gaat zijn keuze uit naar een nog luxere tabakspijp, de bruyère. Voor de Hollandse roker uit die periode is die verandering van pijpkeuze tamelijk mondain en daarmee was Vincent zijn tijd vooruit. Toch is deze houding begrijpelijk als we bedenken dat hij zich in kunstenaarskringen begaf, waar de liefde voor de tabakspijp meer uitgesproken was dan bij de gewone man.

Bij Vincent van Gogh kunnen we zijn rookgedrag dus nauwgezet volgen, zowel in zijn correspondentie als in zijn talloze kunstwerken. Die wonderlijke tweestroom aan bronnen maakt het nu mogelijk de passie van Vincent van Gogh voor zijn tabakspijp terug te halen. Voorbeelden uit de rijke collectie van het Amsterdam Pipe Museum maken het tevens mogelijk de pijpen in kwestie erbij te betrekken. Onverwacht is dat de impressionistische wijze van schilderen ruimte voor speculaties laat. Soms is het zelfs onmogelijk een pijp uit een kunstwerk met zekerheid te determineren. De schilderkunstige vrijheid maakte de afbeelding van een pijp tot een onderdeel van het kunstwerk, niet tot een realistische weergave van het object. Ook dat aspect wordt in dit artikel duidelijk gemaakt.

© Benedict Goes, Amsterdam Pipe Museum, 2015.