Stummels, twee eeuwen smaakmakend

Auteur:
Don Duco

Jaar van uitgave:
2020

Uitgever:
Amsterdam Pipe Museum (Stichting Pijpenkabinet)

De reservistenpijp als cultuuruiting

Een bijzondere categorie met een betrekkelijk kortstondige maar heftige bloei is de reservistenpijp. Zij worden vanaf de jaren 1860 met name in Pruisen in legerkringen een populair artikel om het verlaten van de militaire dienst te markeren. De reservistenpijp heeft dezelfde betekenis als de drinkkroes, de zogenaamde Humpe. Beide functioneren als souvenir voor de voltooide diensttijd en zijn voorzien van voorstellingen die aan de dienstperiode refereren. Doorgaans kozen de dienstverlaters voor de aanschaf van het ene of het andere voorwerp, een enkele patser kocht beiden. Het lijkt erop dat de drinkkroes geleidelijk aan populariteit wint ten opzichte van de tabakspijp, niet verwonderlijk want de lange pijp raakte vanaf 1880 uit de mode. Bij terugkomdagen werd de reservistenpijp als herinneringsstuk nog wel eens meegenomen en als indertijd opnieuw gerookt. Dat was vaak een kritiek moment in het leven van deze pijp.

116-21.893  pors-stummel-reservist-1879-1
Afb. 116. APM 21.893
117-16.270  pors-stummel-reservistenpijp-franz-01
Afb. 117. APM 16.270
118-.13.345  pors-stummel-reservistenpijp-1904-1
Afb. 118. APM 13.345

Reservistenpijpen zijn bij vele duizenden gemaakt en laten een duidelijke ontwikkeling zien. De vroegste exemplaren zijn volledig handgeschilderd (afb. 116, 117). Zij tonen doorgaans twee militairen met tussen hen in de emblemen van hun regiment. De keerzijde van de pijpenkop is wat minder heroïsch. Aanvankelijk staat daar een eenvoudige handgeschilderde tekst, later aangevuld met een simpele afbeelding. Kenmerkend is verder de naam van de dienstplichtige, compleet met zijn regiment en zijn periode van dienen. Dat is het persoonlijke element aan het product. De handschriften zijn aanvankelijk nogal hanepoterig terwijl de silhouetachtige personen houterig en primitief overkomen. In die verschijning passen zij goed in de reeks van aandoenlijke volkskunstige uitbeeldingen, maar het is een schilderstijl die voor andere doelgroepen volledig ongeschikt is. Toch plaatsten sommige van deze schilders met trots hun signatuur aan de basis van de pijpenkop, inclusief de stad waar zij werkzaam waren. Dankzij deze naamsvermelding weten we van sommige producten waar zij beschilderd werden. Uiteraard was dat signeren vooral bedacht om de eigen decoratiewerkplaats bekendheid te geven.

Het handschilderwerk, hoe vlot ook uitgevoerd wordt vanaf 1880 vervangen voor decalafbeeldingen en plakplaatjes. Het zwaartepunt daarvan valt onder keizer Wilhelm II, die vanaf 1888 regeert (afb. 118, 119). Inmiddels is er niet langer van individuele geschenkpijpen sprake, maar van opdrachten voor een compleet regiment waarbij iedere afzwaaiende soldaat een pijp of drinkkroes aanschaft. Het hoogtepunt van dit gebruik ligt in de jaren 1890 maar zet zich voort tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Na de oorlog wordt dit wat folkloristische gebruik niet meer opgepakt aangezien het Duitse leger op last van de geallieerden werd ontbonden.

119-24.067  pors-stummel-reservist-brauers-01
Afb. 119. APM 24.067
120-15.592  pors-stummel-reservistenpijp-walter-01
Afb. 120. APM 15.592
121-17.520  pors-stummel-reservist-1
Afb. 121. APM 17.520

In die laatste periode is de regimentspijp sterk gestandaardiseerd (afb. 120, 121). Ook dat heeft een technische innovatie als reden. Door uitvinding van een nieuw soort tweelagig papier, zogenaamd duplex papier, wordt het drukken van de kleurige transfer plaatjes tachtig procent goedkoper. Vanzelfsprekend heeft zoiets een stimulerende werking op de productie van massa-artikelen.

Bij de reservistenpijpenkop toont de voorzijde de hoofdvoorstelling, geplaatst tussen eikentakken met een gestrikt lint bijeengehouden. Die eikentakken zijn doorgaans in reliëf uitgevoerd, de plakplaatjes zijn neerkleurig, zij werden op het porselein geplakt en vastgebrand. Aan de keerzijde van de pijpenkop zien we vaak twee rijen met namen van de kornuiten die er uitzien alsof de tekst volledig handgeschreven is. Dat zijn zij ook maar niet direct op het porselein. De tekst is met speciale oxideverf geschreven en kan vervolgens zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies op het glazuur van het porselein worden overgebracht. Hierin ligt het grote voordeel van de transfertechniek. Andere plakplaatjes laten scenes uit het leven van de soldaat zien met referentie aan zijn meisje, zijn moeder of zijn kornuiten.

Zoals opgemerkt is na 1890 het handschilderwerk van de reservistenpijp volledig vervangen voor decal- of plakplaatjes. Alleen de individuele naam van de reservist wordt nog handmatig ingeschilderd. Dat gebeurt zo geraffineerd dat het verschil met de transfers niet te zien is. De talloze teksten, die met een transfer gemakkelijk zijn aan te brengen, zorgen ervoor dat het picturale element geleidelijk verschuift naar het lezen van de voorstellingen. Het ingebrande plakplaatje compleet met de vluchtige kleurige overschildering maakte de productie goedkoop maar hun uitstraling armoedig. Als gezegd, de lange pijp had afgedaan. Het was zelfs geen artikel meer om met trots aan de wand te hangen, als symbool van de vervulde diensttijd.

Kenmerkend voor de reservistenpijp is ook de montering. Zij behoren met een lengte van meer dan een meter tot de langste pijpen die er gerookt worden. Hun stelen zijn opgebouwd uit talloze onderdelen waarin stukken gedraaid buffelhoorn en kersenhout worden afgewisseld. Aan de bovenzijde wordt het regiment uitgebeeld met een figuraal element zoals een helm, paard of treintje. Op een kubus staat het regimentsnummer samen met de datum van de diensttijd. Bij een authentieke pijp moet dat nummer overeenstemmen met de beschildering op de pijpenkop.

Andere doelgroepen

Niet verwonderlijk zijn er in de negentiende eeuw talloze stummels gemaakt voorzien van voorstellingen voor kleinere doelgroepen dan soldaten. Ter sprake kwamen al de beroep- en naampijpen en pijpen met spreuken voor de Nederlandse markt. De opschriften of blazoenen van de talloze pijprokersclubs die in het vierde kwart van de negentiende eeuw vooral in Duitsland floreerden vormen een andere toepasselijke categorie. Ook deze pijpen bestaan in een reeks varianten, aanvankelijk volledig handgeschilderd, zoals een vroeg voorbeeld uit Groningen (afb. 122). Al gauw wordt ook voor deze voorwerpen een gemengde techniek gebruikt. De spreuk en algemene tekst wordt met transfers gemaakt, de individuele naam wordt ingeschilderd. Dominant zijn de veelal gekruist weergegeven lange pijpen mèt stummelkop, op de kruising van de stelen hangt vaak een typisch Duitse tabaksbuidel (afb. 123). De tekst vermeldt de naam van het rookgenootschap zoals hier "RAUCH CLUB BLAUE WOLKE", vaak de persoonlijke naam van de eigenaar, een plaatsnaam en een datering. Vooral het latere werk werd volledig met transfers gemaakt. Op de fabriek werd één letterschilder omringd door diverse ongeschoolde krachten die de transfers plakten en inkleurden. Een curieuze variant is volledig tekstueel en hoorde toe aan de "RAUCH-CLUB PORTORICO", waarmee uiteraard een geliefde tabakssoort bedoeld wordt (afb. 124).

122-20.613  pors-stummel-rooken-1
Afb. 122. APM 20.613
123-24.374  pors-stummel-rauchclub-blaue-wolke-1
Afb. 123. APM 24.374
124-24.376  pors-stummel-club-portorico-1
Afb. 124. APM 24.376

In Duitsland, waar het gildeleven een belangrijk aanzien had, zijn in het vierde kwart van de negentiende eeuw nog grote reeksen ambachten- of gildepijpen gemaakt. Het is een standaardgebruik waarbij de trotse ambachtsman met zijn pijp kan tonen lid te zijn van een gilde. Omdat zij voor vaste groep afnemers bestemd waren en vaak bij aantallen werden uitgeleverd, zijn ook deze pijpen met behulp van transfers en Abziehbilder tot stand gekomen. Voor praktisch ieder handwerk of beroep bestaat een gildepijp die voor de eigenaar de trots op zijn meesterschap uitdraagt. We kennen ze van de timmerman (afb. 125), de slotenmaker en de bankwerker (afb. 126) tot de kuiper (afb. 127) en de worstenmaker. De Duitse gildepijp wijkt af van de Nederlandse handgeschilderde beroepenpijp die al ter sprake kwam. Ten eerste is de Duitse gildepijp doorgaans niet op naam gesteld. Daarnaast geeft overvloedig gebruik van transfers en plakplaatjes deze pijpen een wat laffe uitstraling. In tegenstelling tot de transfers van de reservistenpijpen laten vooral de teksten zich hier lastiger lezen omdat zij in grijs in plaats van in zwart uitgevoerd zijn. De reden daarvoor is niet bekend.

125-15.476  pors-stummel-gereedschap-1
Afb. 125. APM 15.476
126-24.371  pors-stummel-maschinenbauer-1
Afb. 126. APM 24.371
127-24.489  pors-stummel-handwerk-bottger-1
Afb. 127. APM 24.489

In die late negentiende eeuw is er weinig over van de studentenpijp. Enkele corporaties laten nog een wapenpijp maken voorzien van het blazoen van hun faculteit (afb. 128, 129). Inmiddels hebben transfers de overhand maar de kritische smaak van de studenten garandeert wel mooi verzorgde exemplaren. Doorgaans is het zwart uit de voorstelling inclusief de hoofdlijnen en opschriften mechanisch gemaakt. Daarna volgde inkleuring met de hand, werk van grote precisie, vaak ook met harde en heldere kleuren. Opnieuw zien we dat de porseleinen tabakspijp sterk gerelateerd is aan de smaak van de afnemers; de studentengroepering stond bekend als een kritische klant met gevoel voor stijl en kwaliteit.

128-16.069  pors-stummel-studentenwapen-01
Afb. 128. APM 16.069
129-15.799  pors-stummel-studentenwapen-1899-01
Afb. 129. APM 15.799
130-24.370  pors-stummel-universiteit-1
Afb. 130. APM 24.370

Een betrekkelijk late stummel voor studenten en academici is opgedragen aan het derde eeuwfeest van de universiteit van Würzburg in 1882 (afb. 130). Als hoofdvoorstelling is voor het borstbeeld van vorst-bisschop Julius gekozen, de stichter van de universiteit. Aan de achterzijde, waar de beide randen van de voorstelling elkaar naderen, is een opschrift aangebracht. De afgebeelde versie is voor iedereen te koop die een algemene affiniteit met de universiteit had. Daarnaast zijn ook opschriften op speciaal verzoek gemaakt, die als geschenk van de ene aan de andere student gegeven konden worden, of van student naar professor dan wel vice versa. Het is een mooi voorbeeld van een initiatief om een jubileum luister bij te zetten en tevens omzet te genereren. Daarenboven is de pijp representatief voor de tijd van ontstaan, gekenmerkt door seriematige semi-machinale productie waarbij de transfer garant stond voor een deugdelijk en uniform beeld en wat handschilderwerk de persoonlijke noot toevoegde. Het vlammende oranje getinte gelaat van de voorgestelde was wellicht niet zo bedoeld, maar daar zorgde haast bij het inschilderen voor een iets te felle kleur.

131-15.529  pors-stummel-friedrich-1
Afb. 131. APM 15.529
132-13.742  pors-stummel-morillon-1
Afb. 132. APM 13.742
133-14.653  pors-stummel-bierhandelaar-1
Afb. 133. APM 14.653

Tenslotte zijn er in deze periode ook nog tal van tekstpijpen gemaakt, opnieuw in een variatie aan kwaliteiten en voor een uiteenlopend publiek. We zien ze in schoonschriftletters (afb. 131) of blokletters met de hand gepenseeld of in transfer. Het gebruik van verschillende talen geeft aan dat er nog altijd van een internationaal klantenbestand sprake is. Spreuken met goede wensen bestaan naast speciale opschriften, de laatste mogelijk lokaal gedecoreerd (afb. 132). Ook reclameopschriften komen voor, een voorbeeld daarvan is een pijpenkop die er als reservistenkop uitziet, maar die gebruikt is als geschenkartikel voor een Gooise bierhandelaar (afb. 133).

Onderwerpen voor het volk

Vanaf het midden van de negentiende eeuw wordt de porseleinen stummel ook in ons land geleidelijk aan gangbaar. De hoogwaardige koppen uit de late Biedermeier tijd waren voor de meeste Nederlandse rokers te duur en zijn dan ook maar mondjesmaat geïmporteerd. Wanneer na 1850 goedkoper goed op de markt komt, neemt de import een behoorlijke vlucht. Voor deze wassende markt komen pijpenkoppen in omloop die het vaderlands gevoel tot onderwerp hebben. Zij spreken vooral de plattelander aan. Het Huis van Oranje is een belangrijke inspiratiebron. Tijdens het zilveren regeringsfeest van koning Willem III in 1874 wordt het koninklijke borstbeeld op veel gelegenheidspijpen aangebracht, lees geplakt (afb. 134), soms is de vorst samen met zijn gemalin weergegeven (afb. 135). Uiteraard is er niet van handschilderwerk sprake, maar van plakplaatjes. In die periode wordt dikwijls een oranjebruin tot sepia getinte achtergrond toegevoegd, die de voorstelling waardiger en warmer maakt zonder de afbeelding te vertroebelen. Overigens werd die techniek ook voor andere pijpen gebruikt, bestemd voor de Nederlandse markt. Zo zien we de getinte achtergrond ook bij het gedenkteken van Heiligerlee uit dezelfde periode, eveneens een vaderlandslievend thema (afb. 136). Veel van dit werk wordt met name in de noordelijke en oostelijke provincies populair.[i] In boedels uit de steden in west-Nederland komen ze maar weinig voor.

134-14.765  pors-stummel-koning-willem-iii-1
Afb. 134. APM 14.765
135-20.616  pors-stummel-willem-emma-1
Afb. 135. APM 20.616
136-17.460  pors-stummel-gedenkteken-heiligerlee-1
Afb. 136. APM 17.460

In het vierde kwart van de negentiende eeuw ontstaat in Duitsland een nieuwe reeks vorstenportretten die goed aansluiten bij de stummelroker van dat moment. De traditie van de reservistenpijp heeft daartoe de aanstoot gegeven. Op de markt verschijnen talloze forse koppen waarop het keizerlijke portret staat afgebeeld, dikwijls tussen de bekende eikentakken in reliëf met een strik aan de basis samengebonden, maar nu zonder referentie aan enig regiment. Vanaf 1888 regeert keizer Wilhelm II en vooral zijn borstbeeld wordt veelvuldig op pijpenkoppen geplakt, vaak in gemene kleuren (afb. 137). Voor reservisten fungeren dergelijke keizerskoppen ter completering van hun reservistenpijp op het moment dat de eigen pijpenkop in stukken was gevallen.

137-04.563  pors-stummel-keizersportret-1
Afb. 137. APM 4.563
138-15.160  pors-stummel-albert-1
Afb. 138. APM 15.160
139-17.005  pors-stummel-paus-leo-xiii-1
Afb. 139. APM 17.005

Naast het keizersportret worden ook andere Duitse vorsten op een pijpenkop afgebeeld, zoals Albert van Saksen Coburg, een inmiddels vrijwel vergeten koning (afb. 138). Voor een katholieke doelgroep is een pijpenkop met de afbeelding van paus Leo XIII (afb. 139). Ook dit werk kwam met behulp van transfers tot stand, al dan niet met wat handmatig inkleurwerk.

140-24.368  pors-stummel-marx-engels-1
Afb. 140. APM 24.368
141-17.437  pors-stummel-fractieleiders-01
Afb. 141. APM 17.437
142-16.835  pors-stummel-kamerun-1
Afb. 142. APM 16.835

Om de klant te prikkelen moet de fabrikant voortdurend met nieuwe producten komen. Veel van dergelijk goed speelt in op de actualiteit. Een interessant voorbeeld toont het dubbelportret van Marx en Engels, communisten in hart en nieren en de absolute tegenhanger van de monarchie (afb. 140). Het ingekleurde plaatje is hier wel tot een zeer bedenkelijk niveau gezakt en dat zit hem voornamelijk in het kleurgebruik. Een andere pijpenkop is volledig politiek en gericht op een extreem linkse partij (afb. 141). Hier is gekozen voor een transfer in monochroom waarmee een tamelijk bescheiden uitstraling bereikt is. Ongetwijfeld voor België bestemd is een pijpenkop opdragen aan de kolonisatie van Kameroen met een transfer van een staande neger (afb. 142). Ook de politieke schermutselingen in Zuid-Afrika tijdens de Transvaaloorlog worden onderwerp van pijpendecoraties. Het is buitengewoon lastig in te schatten in welke oplages dergelijke edities gemaakt werden en of zij voor de porseleinfabriek economisch interessant waren.

143-16.989  pors-stummel-mansportret-1
Afb. 143. APM 16.989
144-20.614  pors-stummel-pijproker-01
Afb. 144. APM 20.614
145-09.640a  pors-stummel-mansportret-1
Afb. 145. APM 9.640a

Beduidend algemener en veel oppervlakkiger zijn de romantisch-historische portretten van fantasie mannen met baarden en hoeden met brede randen (afb. 143, 144). Zij appelleren aan een soort historisme zonder een specifiek thema te zijn. Het zijn aangename afbeeldingen die een ieder kunnen bekoren maar waaraan een diepere boodschap ontbreekt en die in de Victoriaanse tijd beduidend veiliger zijn dan de wulpse vrouwen van een generatie eerder. Het bescheiden formaat van de afbeeldingen laat meer porseleinwit en is daardoor minder opdringerig. Het zijn de semi-chique portretten kenmerkend voor het laatst kwart van de negentiende eeuw. Onvermijdelijk ontstaan deze ook in goedkopere uitvoeringen met scherpe lijnen en harde kleuren (afb. 145). Op die wijze uitgevoerd verliezen zij al snel hun sympathieke uitstraling.

146-15.278  pors-stummel-fotoportretten-1
Afb. 146. APM 15.278
147-15.593  pors-stummel-fotoportret-06
Afb. 147. APM 15.593
148-24.367  pors-stummel-fotoportretten-1
Afb. 148. APM 24.367

Een bijzonder thema ontstaat vanaf 1870 wanneer foto’s op een pijpenkop kunnen worden aangebracht. Deze worden op een speciale emulsie afgedrukt en vervolgens op het porselein overgezet en ingebrand. Het procedé heet chromatografie naar de chromaatgelatine waarin de porseleinverf wordt ingebed. Overigens is de werkwijze gelijk aan de graffoto’s, die vanaf dat moment in dezelfde werkplaatsen gemaakt worden en waarbij de foto van de overledene wordt overgebracht op een porseleinen plaquette. Bij de stummels is het niet altijd duidelijk of de weergave een nog levende persoon betreft, of iemand die is overleden. Het oudste voorbeeld laat een echtpaar zien in twee staande portretovalen (afb. 146). Een later exemplaar toont het borstbeeld van een man in de bloei man zijn leven compleet met lange bakkenbaarden zoals in die periode mode was (afb. 147). De derde kop tenslotte is gedecoreerd met twee kinderen in een staande ovaal met een opschrift ter gelegenheid van kerstmis (afb. 148).

149-19.064  pors-stummel-freundeshand-1
Afb. 149. APM 19.064
150-15.590  pors-stummel-spreukpijp-1
Afb. 150. APM 15.590
151-16.976  pors-stummel-zum-geburtstag-1
Afb. 151. APM 16.976

Tot aan het eind van de negentiende eeuw ontstaan met de regelmaat van de klok nog nieuwe spreuk- en tekstpijpen, al ligt hun inspiratie steeds bij al eerder gemaakte voorbeelden. Naast op verzoek geschilderde zijn er meer reguliere opschriften die iedere klant aan kunnen spreken. Een voorbeeld daarvan is een gouden tekst in de Duitse taal in de stijl van de vroege Meissen koppen, maar nu op een slanke pijpenkop aangebracht (afb. 149). De kleuren van de bloemen zijn hier weer symbolisch. Indrukwekkend is een prachtige kop met fraai kalligrafeerwerk dat bekend staat als pennenkunst en dat voorzien is van een algemeen opschrift (afb. 150). Andere voorbeelden tonen een vlot geschilderd boeketje met Zum Geburtstag (afb. 151) of een exemplaar met Zum Hochzeitsfest (afb. 152). Wat plechtiger is het opschrift Zur Erinnerung (afb. 153). Naast korte krachtige teksten bestaan er ook meerregelige wensen en zegswijzen (afb. 154).

152-04.804  pors-stummel-hochzeitsfeste-1
Afb. 152. APM 4.804
153-16.477  pors-stummel-erinnerung-1
Afb. 153. APM 16.477
154-07.352  pors-stummel-sternen-1
Afb. 154. APM 7.352

Het mag duidelijk zijn dat de stummel tussen 1875 en 1900 nog talloze wijzigingen ondergaat. De Gesteckpfeife blijft voor de eenvoudige dorpeling en landelijke agrariër een bruikbare pijp om hun burgerlijke mannelijkheid uit te stralen. De fabrikanten blijven de markt met nieuwe onderwerpen prikkelen maar onvermijdelijk loopt de afzet langzaam terug. Dat komt mede omdat de focus verschuift naar het massagoed met transfer. Fijnschilderwerk wordt in de porseleinfabriek niet langer op de stummel toegepast. Dat werk wordt uitsluitend nog uitgevoerd door porselein ateliers ofwel Hausmaler en ook die bedrijven nemen jaar na jaar in aantal af.

 

[i] Don Duco, Gedachten rond een restvoorraad pijpen uit Rijssen, Amsterdam, 2009.