De Franse figuurpijp in de negentiende eeuw

Auteur:
Don Duco, Benedict Goes (Benedict Goes)

Jaar van uitgave:
2010

Uitgever:
Stichting Pijpenkabinet

Literatuur, theater en volksliedjes

Een uitgebreide categorie vormen de figurale pijpen gemaakt om een populaire persoon uit de literatuur te illustreren, een theaterrol te verbeelden of zelfs een volksliedje voor te stellen. In feite balanceert deze groep tussen die van de pijpen met bestaande personen en die met fantasie uitbeeldingen. In plaats van levende personen weer te geven vormen wordt nu de basis voor het portret door een karakterrol in een toneelstuk, een operakostuum of boekillustratie bepaald. Dat er een sterke wisselwerking bestaat tussen de figuren uit deze paragraaf en de uitbeeldingen uit het voorgaande hoofdstuk mag duidelijk zijn.

Dat veel figuurpijpen de hoofdpersoon uit een roman, toneelstuk of opera verbeelden, hoeft ons niet te verbazen. De naam van de karakters en hun rol was indertijd algemeen bekend of in ieder geval tijdelijk in het nieuws. Daarnaast bestonden in de negentiende eeuw voldoende geïllustreerde kranten en tijdschriften waarmee het nieuws over veelgelezen romans en succesvolle acteurs breed werd verspreid. Een figuurpijp van een dergelijke personage was een betaalbaar en aantrekkelijk voorwerp om te laten zien dat je van de culturele actualiteit op de hoogte was. Zo kon je je met een portretpijp als lezer van de laatste romans of als bezoeker van het theater profileren. Niet verwonderlijk dus dat dergelijke pijpen een erudiet karakter hadden, bedoeld voor de culturele bovenlaag.

140-16.814-blancgarin-phoebus-4
Afb. 140. APM 16.814
141-08.541b-gambier-de-medicis-04
Afb. 141. APM 8.541b
142-12.092-dutel-medicis-4
Afb. 142. APM 12.092

De vroegste figuraties komen uit de literatuur en zijn ook de meest elitaire. Een bijzondere, bijna gestileerde pijpenkop toont het borstbeeld van Phoebus (afb. 140), een figuur uit de roman Notre Dame de Paris van Victor Hugo verschenen in 1831. Het verhaal over de tabakspijp die teruggrijpt op de roman van Honoré de Balzac getiteld Cathérine de Médicis uit 1841 is nogal ingewikkeld. Dankzij het succes werd dit boek al snel als toneelstuk opgevoerd. Voor het theater was de figuur van koningin Catharina nogal sober: zij droeg volgens de zestiende-eeuwse schilderijen een bescheiden zwarte jurk en een strak hoofdkapje. Haar kleindochter Maria de Médicis daarentegen had een opvallend theatraal uiterlijk en haar portret heeft daarom model gestaan voor het toneelkostuum waarop weer de figuurpijp is gebaseerd. Zo is in feite een vorm van geschiedvervalsing ontstaan al is het resultaat prachtig: een extra grote portretpijp met wijd uitstaande kanten kraag. De bestaande vorstelijke figuur, bekend uit de Franse vaderlandse geschiedenis, wordt dus niet om haar historische betekenis uitgebeeld, maar komt terecht in de sectie theater, die weer voortkwam uit een populaire roman. Zelfs toen het toneelstuk niet meer werd opgevoerd, handhaafde de firma Gambier de foutieve aanduiding Cathérine als naam voor de pijp in de catalogus, hoewel evident Maria de Medicis (afb. 141) is uitgebeeld. Ook de firma Dutel-Gisclon had een vergelijkbaar borstbeeld in de maak (afb. 142).

143-14.477-gambier-juif-errant-4
Afb. 143. APM 14.477
144-05.415a-gambier-bertram-03
Afb. 144. APM 5.415a
145-14.127a-gambier-framboisy-3
Afb. 145. APM 14.127a

Veel Franse en zelfs vertaalde romans leverden inspiratie voor een pijp omdat de romanfiguren alom bekend waren zeker wanneer boeken talloze herdrukken beleefden. Inspiratie verkreeg men uit Don Quichotte van Cervantes waarvan de oudste portretpijpen al in de jaren 1830 bij Blanc-Garin ontstonden. Latere exemplaren kwamen bij Dutel-Gisclon tot stand, waarbij zijn trouwe schildknaap en metgezel Sancho Panza ook als pijpenkop werd uitgevoerd. Nu vergeten, maar beroemd in zijn tijd was het boek Le Juif Errant (afb. 143) van Eugène Sue uit 1844 dat zelfs internationale belangstelling kreeg en waarvan de hoofdpersoon in een magnifieke portretpijp is uitgebeeld. Andere vroege voorbeelden kwamen al ter sprake: Cinq-Mars (vgl. afb. 133) en Avocat Patelin. De nors kijkende figuurpijp Bertram le Matelot (afb. 144) is ontleend aan een melodrama uit 1847. Sire Framboisy (afb. 145) tenslotte is een satirisch theaterstuk dat rond 1855 in het Palais Royal werd opgevoerd en een duidelijke politieke ondertoon had. Van wat latere tijd en ontleend aan de roman l'Assomoir van Emil Zola zijn de twee hoofdfiguren: Mes Bottes en Gervaise. Ook deze roman kwam als toneelstuk op de planken en dat was de aanleiding om hiervan portretpijpen te maken. Eveneens van latere datum is le Brigand.

146-13.227-gambier-mefisto-3
Afb. 146. APM 13.227
147-12.267-gambier-polichinelle-3
Afb. 147. APM 12.267
148-16.464-gambier-djalma-3
Afb. 148. APM 16.464

Het verband tussen literatuur en theater is voor wat betreft de figurale pijpen dus zeer nauw. In veel gevallen gaven niet de romans aanleiding tot een portretpijp, maar was het juist het toneelstuk of de opera gebaseerd op die roman die tot de populariteit van de romanfiguur leidde. In het negentiende-eeuwse Parijs was de theaterwereld sterk ontwikkeld en men beschikte er over aparte zalen voor komedie, melodrama en tragedies. De beroemde figuur Faust is gecreëerd door Goethe, maar werd in Frankrijk een generatie later bekend door de komische opera waarin ook Marguerite en Mephistopheles (afb. 146) figureren. De Polichinelle (afb. 147) is van oorsprong een Italiaanse comedia del'arte figuur maar was evengoed elders bekend. Uit de balletwereld is prins Djalma (afb. 148) rond 1860 een vermaarde figuur, al lijkt het er op dat de pijp van deze persoon vermoedelijk al jaren eerder ter gelegenheid van de romanpublicatie is uitgebracht.

149-14.099b-gambier-tamerland-4
Afb. 149. APM 14.099b
150-05.136a-gambier-joko-3
Afb. 150. APM 5.136a

Zoals we bij Cathérine de Medicis al zagen, is de historische betekenis van personen vaak ondergeschikt aan hun rol in het theater en is die rol vaker aanleiding om een portretpijp op de markt te brengen. Van Tamerlan (afb. 149) bijvoorbeeld, een strijder uit de tijd van Dzjengis Khan, was nooit een pijp gemaakt als er geen toneelstuk over hem werd opgevoerd. Gambier produceerde van zijn tronie zelfs twee manchetkoppen van verschillend formaat. Ook veel andere figuurpijpen beelden een karakter uit een drama uit: Charlotte Corday (vgl. afb. 134), kwam als de historische figuur al ter sprake omdat zij met de moord op haar werkgever Marat de Franse revolutie probeerde te verijdelen. Ook hier was de aanleiding tot het uitbrengen van de pijp een theaterstuk. Cromwell, Don Juan, Le Pasha en Singe Jocko (afb. 150) zijn andere kaskrakers uit het Parijs van het Seconde Empire. Tijdens de uitvoeringen van deze theaterstukken genoot de pijp als praatstuk grote populariteit om daarna snel van de markt te verdwijnen. Alleen de meer algemene voorstellingen bleven in het assortiment van de fabriek en vonden hun weg naar de minder erudiete roker.

151-14.368-gambier-senateur-04
Afb. 151. APM 14.368
152-187-08.392-gambier-ecrivain-3
Afb. 152. APM 8.392
153-08.341-fiolet-poniatowsky-03
Afb. 153. APM 8.341

Een cruciale persoon in de meer volkse populariteit van de figuurpijp was Pierre Béranger, wiens portretpijp al ter sprake kwam. Zijn verzamelde chansons bevatten een groot aantal liedjes die in brede kringen buitengewoon geliefd werden. Elk lied heeft één hoofdpersoon die in het refrein eindeloos wordt herhaald, terwijl de coupletten het thema verder bezingen. De hoofdpersoon leent zich bij uitstek om als figuurpijp uit te voeren. Aangezien de gedrukte liedjes zowel losbladig als in verzamelbanden met gravures waren geïllustreerd, had de hoofdpersoon zelfs een bekend voorkomen bij het algemene publiek. Hier enkele van de vele voorbeelden. Zo is Le Sénateur (afb. 151) een vrolijk lied dat de serviele houding van de bourgeoisie ten opzichte van de regerende klasse op de korrel neemt. La soeur de charité is de uitbeelding van een van de talloze zusters van goede werken, ook een lied van Béranger, terwijl La garde nationale refereert aan een nationalistisch lied. Le tambour-major is bij Béranger een aanklacht tegen de verheerlijking van het leger in de Napoleontische tijd. In L'Alchimiste wordt de occulte wetenschap aangeroepen om de eeuwige jeugd te krijgen. L'ecrivain Publique (afb. 152), de schrijver voor de analfabeten, is een algemene verschijning maar in het lied van Béranger is hij de vertolker van kritiek op de overheid. Poniatowski (afb. 153), een Poolse generaal uit het leger van Napoleon, wordt kritisch bezongen omdat hij in Duitsland voor de vijand vluchtte en vervolgens in de Elster verdronk. Waar het de populaire liedjes betreft was de doelgroep voor de pijp overigens veel groter omdat dergelijke pijpen een bredere consumentgroep aanspraken.

De literatuur, het theater en het volksliedje fungeerde dus als een belangrijke katalysator van de figuurpijp. Een goedlopende romanpublicatie of een veelbezochte theatervoorstelling waren aanleiding een speciale tabakspijp uit te brengen. Juist om voeling te houden met de culturele actualiteit hadden de meeste pijpenmakerijen een vestiging in Parijs. Deze diende niet alleen als verkoopkantoor maar vooral om uit de mode en populariteit van boeken, theater, opera en liedjes de thema's te selecteren die vervolgens ver weg in de provincie werden uitgewerkt tot pijp. Dergelijke pijpen genoten de belangstelling van het moment, al duurde dat meestal niet lang. Daarna bleven de meest algemene voorstellingen in het assortiment van de fabriek om soms een tweede verkoop als algemeen artikel te krijgen en vaak bedacht de consument daar zijn eigen associaties bij. De link met de actualiteit verdween op dat moment. Tegenwoordig is het onmogelijk alle voorstellingen naar de contemporaine betekenis te duiden, maar de algemene tendens is overtuigend genoeg. De onderwerpkeuze is diep geworteld in het culturele leven met soms een link naar de politiek. In chronologisch opzicht loopt zij van elitair en dus overwegend uitgevoerd als manchetpijp naar volks en dus vaker als steelpijp geproduceerd.

Symboliek

In de groep symboliek verbeelden portretten en uitbeeldingen een idee of sentiment. Het meest expliciet zijn de symbolen van de Franse Empire als een duidelijke verwijzing naar de aanhangers van de monarchie gedurende de republikeinse tijd. De reeks begint met tamelijk ingehouden voorstellingen zoals le bicorne of tweekante steek, die de hang naar het keizerrijk symboliseren dat in 1815 ten onder ging. Geleidelijk worden de symbolen explicieter, waarmee zij het bewijs worden dat de figuurpijp een politieke functie krijgt. Onduidelijk blijft daarbij of de roker die symboolfunctie al dan niet met een satirische ondertoon gebruikte.

154.143-blanc-garin-adelaar-4
Afb. 154. APM 2.143
155-14.485-gambier-adelaar-3
Afb. 155. APM 14.485
156-04.103b-gambier-adelaar-03
Afb. 156. APM 4.103b

Een opvallend onderwerp wordt gevormd door manchetkoppen met de adelaar als hoofdmotief. De adelaar zittend op een tweekante steek is bijvoorbeeld een vroeg teken voor de Napoleontische sympathie (afb. 154), al kan dit evengoed als satire naar diens nederlaag verwijzen. Bij een wat latere editie zit de adelaar op de wereldbol en symboliseert het uitgestrekte en machtige rijk van de keizer. Een derde exemplaar toont de Napoleontische adelaar met in de klauwen de onderscheiding van het Légion d'Honneur (afb. 155). De bekendste versie wordt eveneens door een adelaar met gespreide vleugels gedomineerd die weer zit op de wereldbol (afb. 156). De pijpenkop heeft hier de vorm van een verdedigingstoren gekregen en heel toepasselijk zijn op de stenen de slagen die door Napoleon werden gewonnen vermeld. Als referentie aan Napoleon zelf is aan de achterzijde piepklein een staande keizer afgebeeld in zijn kenmerkende houding, de palmboom aan de andere zijde duidt op zijn gevangenneming en verbanning naar Sint Helena. Vooral deze pijp is meer een praatstukje vanwege de uitgebreide teksten die aanleiding zijn tot het vertellen van verhalen over bloedige veldslagen en roemruchte overwinningen. Dankzij de vlakke onderzijde kan de pijp stevig staan in tegenstelling tot de meeste figuurpijpen en dat vergroot de waarde als bibelot.

Het herstel van het keizerrijk in 1851 leidt tot expliciete portretpijpen, maar wonderlijk genoeg is van symboliek dan nog nauwelijks sprake. Wel zien we de adelaar met gespreide vleugels terug op de onderzijde van het keizersportret van Napoleon III. Dat symbool blijft onlosmakelijk aan de keizerlijke macht verbonden. Vanaf 1860 groeit bij een zekere groepering de behoefte aan verandering die moet leiden tot de afschaffing van de monarchie. Deze revolutionaire rokers kiezen voor een pijp met le République of la Républicaine (vgl. afb. 85). Overigens wordt hun sympathie vooral openlijk getoond door het roken van portretpijpen die al ter sprake kwamen. Een van de meer verhulde symbolen is la lanterne (afb. 157), een steelpijp met de ketel in de vorm van een lantaarn refererend aan het gelijknamige republikeins geëngageerde tijdschrift.

157-21.548-gisclon-lanterne-3
Afb. 157. APM 21.548
158-21.453-gambier-alsace-5
Afb. 158. APM 21.453
159-19.274-fiolet-hugo-7
Afb. 159. APM 19.274

Na de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 ontstaan pijpen die de steden Metz en Straatsburg voorstellen. De stedenmaagd met stedenkroon beeldt in eerste instantie de stad uit, maar door de oorlogstrijd en vervolgens het verlies van het departement Elzas met Straatsburg als hoofdstad aan de Duitsers, wordt de pijp een politiek symbool voor de teleurstelling over de afloop van de strijd. De stad Metz wordt zelfs verbeeld door een stedenmaagd in rouw, het gelaat bedekt met een voile van tule. De pijp met het portret van l'Alsacienne (afb. 158) is een meer gematigde uitbeelding voor het verlies, maar des te meer een symbool voor de claim op de Elzas als Franse provincie. Deze pijp blijft ook na de Frans-Duitse oorlog in productie al verdwijnt wel na enkele jaren het herdenkingsjaartal 1871 uit de achterzijde van de pijpenkop. Met die daad wordt in feite de band met de politiek verbroken. Het zwierige modelé van deze pijp van een vrouw in klederdracht is mede de reden van populariteit. Als gebruiksartikel lag de pijp overigens niet echt lekker in de hand want daarvoor had het ontwerp te veel scherpe randjes. Na het jaar 1900 is er nog een tweede editie gemaakt, nu niet met een kleisteel maar als insteekkop; dat exemplaar kreeg de naam Lorraine mee!

Als restgroep bestaan gedecoreerde pijpen met symbolen die aan een maatschappelijke actualiteit refereren. Een opvallende schepping is de Permission de dix heures (vgl. afb. 59), uitgebracht wanneer soldaten na tien uur 's avonds de kazerne mogen verlaten. De pijp is een zogenaamde extra, een grootformaat met een ketel van maarliefst zeven centimeter hoogte. Rondom de pijpenkop en op de steel van deze pijp zien we een overvloedig reliëf van korenaren en akkerbloemen. Aan de voorzijde van de ketel staat een soldaat van de garde Française met zijn meisje aan de arm. De pijp verbeeldt de vreugde van de soldaat die voortaan 's avonds de kazerne mag verlaten om zijn geliefde te bezoeken. Volgens zeggen wordt dit uitzonderlijke pijpontwerp later als geschenk aan jonggehuwden gebruikt.

Een opmerkelijke herinneringspijp als symbool voor Victor Hugo laat zijn borstbeeld in miniatuur zien geplaatst op de urn die zijn overlijden in het jaar 1885 symboliseert (afb. 159). Hier fungeert de urn als ornament en verwijzing naar de dood van de grote schrijver en politieke denker. Zonder diepere betekenis zijn de uitbeeldingen van de speelkaarten dame de coeur (afb. 160) ofwel hartendame en roi de pique, schoppenkoning. Aanvankelijk worden zij als paar uitgebracht maar de schoppenkoning scoorde weinig verkoop en verdween van de markt. Later wordt het assortiment weer aangevuld met een meer fantasierijke en sprookjesachtige gesteelde schoppenkoning bestemd voor een bredere klantenkring.

160-06.602-gambier-aas-4
Afb. 160. APM 6.602
161-08.517-gambier-888-4
Afb. 161. APM 8.517

Eenvoudiger van ontwerp en niet langer figuraal is de pijp met de naam les trois huits (afb. 161),  uitgevoerd als moderne insteekkop met billiard- of bekervorm waarvan het motief opgedragen is aan de invoering van de achturige werkdag. Voor de arbeiders betekende die wet de ideale verdeling van het etmaal: acht uren werken, acht uren ontspanning en acht uren slapen. Met deze pijp heeft de figuratie plaatsgemaakt voor een picturale uitbeelding en is het pijpmodel regelrecht van de moderne bruyère afgekeken. Zij kondigt het eind van het figurale tijdperk aan.

Mythologie

De Griekse en Romeinse mythologie was in de negentiende eeuw beter bekend dan in onze tijd omdat er vroeger meer verhalen werden verteld. Meer dan een dozijn figuren uit mythologie zijn in pijpen uitgebeeld. Goden als Jupiter (afb. 162) en Saturne (afb. 163) zijn tamelijk bekend en waren als pijpen in een fors formaat verkrijgbaar. De voorstelling van Jupiter is buitengewoon populair geworden en is door verschillende fabrieken nagemaakt, ook buiten Frankrijk. Daarnaast leverde de Franse pijpenfabrikant een brede keuze aan mythologische figuren in standaardformaat zoals Pomona als de Romeinse godin van de bosvruchten en Janus als dubbelkoppige god van poorten maar ook als symbool voor de geschiedenis. Tot de reeks mythische types zonder goddelijke status behoren de Faun, Bacchus en Silenus (afb. 164) als oude, dikke metgezel van Dionysos.

162-09.386-gambier-jupiter-06
Afb. 162. APM 9.386
163-09.385  klei-gambier-saturne-05
Afb. 163. APM 9.385
164-08.160-gambier-silenus-4
Afb. 164. APM 8.160

Van de god Dionysos (vgl. afb. 217) is naast de standaardpijp ook een etalagepijp gemaakt, bedoeld om de verkoop van gewone pijpen met een opvallend reclameobject kracht bij te zetten. Overigens is deze pijp dikwijls foutief toegeschreven, sommige verzamelaars dachten gezien de klassieke trekken dat het een vrouwenhoofd betrof en gaven de pijp de naam Juno. De buste is echter een getrouwe kopie van een Hellenistische beeld uit het Capitolijns museum in Rome. Karakterkoppen rond drank en drinkgedrag blijven ook in de latere tijd populair. Onder de namen le Bacchus en la Bacchante (afb. 165, 166) zijn kort na 1900 nog twee moderne tabakspijpen bedacht, niet met een manchet maar met een insteekmontage. Zij zijn gemaakt naar bestaande beeldhouwwerken maar werden daar niet rechtstreeks van gekopieerd. Het waren de bruyèrehouten pijpen uit Saint-Claude die in een sculpteermachine werden gemaakt die tot voorbeeld dienden. De kleiversie kon met zijn aantrekkelijke prijs gemakkelijk met de houten pijpen concurreren en leidde tot een verkoopsucces.

165-09.942a-gambier-bacchant-3
Afb. 165. APM 9.942a
166-09.941b-gambier-bacchante-4
CAfb. 166. APM 9.941b
167-15.460-gambier-leda-04
Afb. 167. APM 15.460

Een charmant motief en aansprekend voor veel mannelijke rokers is de uitbeelding van Leda en de zwaan. Een vroeg exemplaar van Gambier laat een schitterende modellering zien van een Leda (afb. 167) die de zwaan in volle overgave omhelst. Latere uitvoeringen van Gisclon zijn wat gestileerder, terwijl de versie van Crétal in het geheel niet ondeugend is maar vooral saai. Bij deze laatste pijp bleef de pijpenkop zelfs onversierd. Deze reeks toont niet alleen de populariteit van het onderwerp maar ook de verschillende fabriekseigen uitwerkingen met een grote variëteit. Een onverwachte compositie toont een pijp met aan de voorzijde Zeus en Ganymedes (afb. 168), de oppergod die zijn geliefde schenker in de armen sluit en in de plooien van zijn mantel rooft. Ter identificatie van de god Zeus is een adelaar bij de voorstelling geplaatst. Aan de achterzijde van de pijp is in de manchet een naakte gevleugelde vrouw afgebeeld, waarvan de rol niet duidelijk is. Verzamelaars hebben deze homo-erotische maar klassieke voorstelling wel foutief geduid als de schepping van Adam door God de vader, maar evengoed als Hebe die Neptunes te drinken geeft.

168-14.479-gambier-zeus-ganymedes-05
Afb. 168. APM 14.479
169-08.230a  klei-fiolet-zittende-pan-4
Afb. 169. APM 8.230a

Minder zeldzaam is de figuurpijp Pan (afb. 169) met voor de borst overtuigend zichtbaar de bekende driehoekige fluit, doorgaans met heldere emailkleuren geaccentueerd. Bij die pijp is Pan ten voeten uit weergegeven met de bokkenpoten tegen een fond van bladwerk. Helaas is bij dit product de synthese tussen de voorstelling en de vorm van de pijp minder hecht. Het hoofd van Pan steekt boven de ketelopening uit en zal bij menige roker spoedig zijn afgebroken, waardoor de pijp zijn aanzien verloor.

170-07.752-gambier-narcisse-3
Afb. 170. APM 7.752
171-13.953-gambier-narcissus-3
Afb. 171. APM 13.953
172-22.517  klei-gambier-narcisse-homme-3
Afb. 172. APM 22.517

Buitengewoon populair wordt het ontwerp van Gambier bekend onder de naam Narcissus (afb. 170). Het gaat om een elegant pijpje met een ovale ketel die het hoofd van de jongensachtige Narcissus laat zien, aan weerszijden van de slapen met een gestileerde narcis getooid. Het lijkt erop dat deze pijp een populaire gift was aan de jeugdige roker, uiteraard met een knipoog naar de ijdelheid. Naast de elegante steelversies van Gambier, Duméril en Dutel-Gisclon die bij grote aantallen zijn gemaakt, bestaan er ook manchetuitvoeringen. Merkwaardig genoeg is Narcissus behalve als jongen zelfs als femme Narcisse (afb. 171) verkrijgbaar en deze versie roept weer een homme Narcisse (afb. 172) op, die een beduidend oudere Narcissus voorstelt. Reden tot populariteit van de steelpijp is wellicht de dunwandige uitvoering van dit verfijnde portretpijpje waardoor de pijp comfortabel tussen de tanden te roken is.

Naast algemene portretkoppen zien we in de groep mythologie ook enkele onverwachte uitbeeldingen. Van chimaera, een monsterlijk wezen met de kop van een leeuw, het lichaam van een geit en de staart van een slang is een fantaisie gemaakt die niet werkelijk figuraal is. Van een dergelijke product hebben we geen idee wie de roker moet zijn geweest. Merkwaardig is dat de goden Mercurius en Neptunes, die in Nederland gezien worden als de symbolen van de handel en scheepvaart en in de negentiende eeuw buitengewoon populair waren, bij de Franse fabrieken nauwelijks uitgevoerd zijn. Slechts één portretkop van Mercure is bekend, voorzien van de vertrouwde vleugelhoed. In de latere tijd zijn nog wel enkele eenvoudige sigarenpijpen met dezelfde uitbeelding gemaakt die door hun gestileerde uitvoering nog maar nauwelijks figuraal te noemen zijn.

173-09.379-gambier-midas-3
Afb. 173. APM 9.379

Ten slotte figureert in de categorie mythologie een aantal min of meer historische personen met een mythische klank. Zo bestaat er de pijpenkop met koning Midas (afb. 173), de vorst die wenste dat alles dat hij aanraakte in goud zou veranderen. Hij is afgebeeld als een vrij anoniem portret met gefantaseerd bladwerk als baard die de relatie uitbeelding en naamgeving behoorlijk schimmig houdt. Ook van koning Minos, die over Kreta regeerde en een beroemd doolhof liet bouwen, is een pijp bekend. Mogelijk dat de roker van weleer bij dergelijke uitbeeldingen onmiddellijk de associatie met een recente publicatie of actueel toneelstuk had, een link die door de tijd verloren ging. Nader onderzoek in contemporaine bronnen zou daarover ongetwijfeld nog veel nieuwe informatie kunnen opleveren.

De tijdslijn in het onderwerp mythologie loopt parallel met de tendens in de pijpen met het thema theater. Ook hier zien we een elitaire start met bijzondere ontwerpen overwegend als manchetpijp. Geleidelijk vervlakt de voorstelling en wordt simpeler van modellering. Zij wijst op een minder elitaire doelgroep maar ook op het afnemend belang van de mythologie als interessegebied onder de toenmalige roker. De Narcissuspijp is de laatste populaire voorstelling in deze categorie. Het paar Bacchanten van rond 1900 moeten we zien als een slaafse navolging van de modelijn die wordt ingezet door de fabrieken van bruyèrepijpen.

Landen en volken

Voor een figurale tabakspijp is de categorie volkstypen en drachten uit de eigen regio of andere delen van de wereld altijd een inspirerend onderwerp geweest. Het lijkt erop alsof kenmerkende typen schijnbaar willekeurig gekozen zijn voor uitbeelding in een pijp maar dat is niet zo. Landstreken binnen Frankrijk met een karakteristieke klederdracht lenen zich voor een pijp wanneer daar een reden voor is. Gebieden die in een pijp voorkomen zijn Baskenland met le Basque ook wel le Béarnais (afb. 174) genoemd, de laatste letterlijk een inwoner van de plaats Béarn, waarvan de aanleiding tot productie een Franse komedie was. De grisette Bordelaise is een ander lokaal type, bedacht om aan een komedie uit het jaar 1843 te refereren. Een wel heel specifieke uitbeelding is la Cauchoise (afb. 175), een vrouw met een bijzondere kanten muts alleen in de stad Chaux gedragen. De  enige referentie naar de actualiteit kan zijn dat de bossen rondom dit stadje nabij Dijon in de oorlog van 1870 bekend staan als een toevluchtsoord voor de zogenaamde francs-tireurs, een soort guerrilla strijdkracht bestaande uit geoefende schuttersverenigingen. Andere voorbeelden zijn de Elzas en de Lorraine, waarvan de uitbeeldingen gelanceerd werden als een politiek statement tegen het verlies van dat gebied aan Duitsland. In de meeste gevallen bediende men met de verkoop later een algemeen publiek, zoals ook bij andere pijpontwerpen gebeurde.

174-08.461-gambier-bearnais-4
Afb. 174. APM 8.461
175-13.496  klei-gambier-cauchoise-3
Afb. 175. APM 13.496

Naast Franse regionale typen zijn enkele Europese volken of lokale drachten in pijpen uitgevoerd. Sommige personen zijn goed getroffen en stemmen overeen met het beeld dat wij van ze hebben. De Schot aangeduid als l'ecossais (afb. 176) en le tyrolien als Tiroler man zijn daarvan mooie voorbeelden, zij laten landstypen zien in hun kenmerkende kledij. De Engelsman ofwel anglais is eerder een Dickensgerelateerde uitbeelding met een bespottende ondertoon. Andere ontwerpen zijn sterker regiobegrensd, niet altijd even herkenbaar. De man uit Napels bijvoorbeeld, le napolétain (afb. 177) is eerder een vrolijke kop dan dat hij de associatie aan een bepaalde stedelijke verschijning oproept. La Dame Romaine (afb. 178) daarentegen staat met haar hoofddeksel juist onmiskenbaar model voor de chique uit Rome. Bij andere uitbeeldingen overheerst de historische weergave, zoals de Vlaming officieel le flamand, de Venetiaanse Doge aangeduid als Doge of de Gallische strijder met vleugelhelm genaamd Gaulois.

176-08.615-gambier-ecossais-4
Afb. 176. APM 8.615
177-08.536-gambier-napolitain-4
Afb. 177. APM 8.536
178-09.380-gambier-femme-3
Afb. 178. APM 9.380

Een geslaagde karakterkop is le Grec (afb. 179), de uitbeelding van een Griek in de sfeer van de klassieke oudheid met aan de onderzijde van de portretkop een soort Medusakop. Deze pijp moet geïnspireerd zijn op Les Orientales, een bundel poëzie van Victor Hugo, verschenen in 1829. Aansluitend op deze voorstelling werd ook een borstbeeld van la Sultane ontworpen waarmee een prachtig paar ontstond dat als ook zodanig in de gedichten figureert. De vrouwelijke versie verkocht echter minder goed en verdween na enkele jaren uit het assortiment. Naast de grote Griek produceerde Gambier ook de grec (afb. 180) zonder nadere aanduiding, een pijpenkop van standaardformaat met een prachtige uitbeelding van een persoon die overigens evengoed een ander ras zou kunnen verbeelden. De meest exotische Europese volksuitbeeldingen kunnen we lastiger duiden, zoals de Armeniër en de Montenegrijn (afb. 181) omdat hun voorkomen ons niet vertrouwd is. Dankzij catalogi en de nomenclatures van de fabrieken is de juiste identificatie mogelijk.

179-14.484-gambier-grec-03
Afb. 179. APM 14.484
180-14.359-gambier-grec-5
Afb. 180. APM 14.359
181-21.438-gambier-montenegrin-05
Afb. 181. APM 21.438

Als uitbeeldingen voor land- en volkstypen in een pijp bestaat vooral een voorkeur voor verschijningen uit verre vreemde landen omdat die het meest tot de verbeelding spreken. Allerhande lokale drachten, vaak geuit in wonderlijke hoofdbedekkingen, lenen zich bij uitstek voor een brede variatie. Dat geldt zowel voor Noord-Afrikanen die populair waren vanwege de kolonisaties in die streken, als voor negertypen uit donker Afrika of lieden uit het Nabije en Verre Oosten. Merkwaardig genoeg hebben de Franse pijpenmakerijen nauwelijks belangstelling voor karakterfiguren uit Noord- en Zuid-Amerika gehad. Zij zijn absoluut ondervertegenwoordigd, de Franse kolonies in Louisiana in de VS waren reeds in de jaren 1760 verloren gegaan. Toch is het ontbreken verwonderlijk want de uitbeelding van een Indiaan in combinatie met het roken lijkt toch een toepasselijke voorstelling; lag deze te zeer voor de hand of was de oorsprong van de tabak inmiddels vergeten?

182-11.755-blancgarin-ali-pacha-4
Afb. 182. APM 11.755
183-05.196-gambier-lybien-4
Afb. 183. APM 5.196
184-08.269 -gambier-chamelier-04
Afb. 184. APM 8.269

In plaats van Indianen blijken Turkenkoppen een genre dat meer tot de verbeelding spreekt. Zij bekleedden een belangrijke positie in de tabakshandel en werden vaak als uithangteken voor de tabakswinkel gebruikt. Naast algemene portretten, gekenmerkt door lange baarden en een tulband, zijn er specifieke uitbeeldingen. Zo laat le vieux turc een oude turk zien en le turc à lunettes draagt een bril. Een prachtige ontwerp is de zittende Turk van Blanc-Garin genaamd Ali Pacha (afb. 182), een figuurpijp waarbij de voorgestelde uit een langgesteelde pijp rookt, op de Turkse manier. De stap van Turken naar sultans, pasja's en vergelijkbare typen is niet erg groot en vanwege de minimale verschillen in baardtype en hoofddeksel zal de roker in zijn tijd de veelheid aan voorstellingen zeker niet altijd hebben kunnen duiden.

Aan de Noord-Afrikaanse landen is een breed scala aan karakterkoppen gerelateerd. Reizend van oost naar west komen we l'Egyptien uit Egypte tegen, le Lybien (afb. 183) uit Lybië en l'Algérien ofwel de Algerijn. Daarnaast zijn specifieke stammen uitgebeeld zoals le Kabyle ofwel de berberstam, le Bedouin ofwel bedoeïne man als woestijnbewoner en meer algemeen le Chamelier (afb. 184), vertaald als de kameeldrijver. Van een specifieke vormgeving is de Arabe marchand: de pijpenkop stelt een geknielde figuur voor achter een zak met koopwaar, een voor menige roker kenmerkend beeld voor de Arabische wereld. Aansluitend daarop bestaat er le Maure (afb. 185), een gestileerde maar fantasierijke Morenkop vermoedelijk van Berber origine met knopenbaard en historisch hoofddeksel die de pijp een exotische uitstraling geeft. De doelgroep voor deze voorstelling is nog niet duidelijk.

185-08.612a-gambier-knopenbaard-4
Afb. 185. APM 8.612a
186-10.782-gambier-neger-2
Afb. 186. APM 10.782

Ook de Afrikaanse neger is dikwijls tot onderwerp verkozen, doorgaans in zijn of haar lokale voorkomen, voorzien van een kenmerkende haardracht of lokaal hoofddeksel. Een voorbeeld is de Zulu-neger met een haarband heel toepasselijk met le Zulu (afb. 186) aangeduid, de négresse draagt struisvogelveren rond het haar. Ook negroïde types komen voor die gekleed als Noord-Afrikaan uitgedost zijn met een tulband of sjaal om het hoofd. Voor ons wat hybride zijn de negerportretten met een verentooi alsof het een Indiaan betreft. Later ontstaan negerkoppen zoals de geciviliseerde West-Europeaan ze graag zag vooral in de rol van serviele bediende. Een origineel en verfijnd uitgevoerd ontwerp van een negerhoofd zonder lokale kenmerken van rond het jaar 1900 toont de neger als geaccepteerde westerse burger. Bij deze pijpenkop zijn de raskenmerken juist uitgebeeld als schoonheidsideaal.

187-08.611-gambier-mougic-3
Afb. 187. APM 8.611
188-09.793-gambier-mandarin-4
Afb. 188. APM 9.793
189-14.356-gambier-mandarijn-03
Afb. 189. APM 14.356

Het Nabije Oosten is zowel vertegenwoordigd met historische types als le Ninivien, de historische inwoner uit Ninive maar ook met eigentijdse uitbeeldingen zoals de Pers. Verder naar het oosten zijn le Mougick (afb. 187) ofwel de Rus uitgebeeld, le Siberien als inwoner van Siberië en le Kalmouk ofwel de persoon uit Mongolië. Ten slotte wordt het assortiment gecompleteerd met enkele oost-Aziatische types. Ook hier is uit de veelheid aan landstypen en volkeren een bescheiden keuze gemaakt. Tot pijp verwerkt zijn bijvoorbeeld le Chinois, le Mandarin (afb. 188) en le Conchinchinois uit Vietnam in een eigentijdse uitbeelding; dit gebied was onder de naam Conchinchina en later Indo-China sinds 1862 een Franse kolonie.. Een bijzondere schepping is de pijp met dezelfde naam le Mandarin (afb. 189), maar nu geen gewone steelpijp maar een manchetpijp  met een hoogte van bijna tien centimeter. In de ketel is een staande Chinese hoogwaardigheidsbekleder afgebeeld, gekleed in historische gewaad van geborduurde stof, een muts met afhangende lap op het hoofd en een waaier in de hand. Je zou kunnen zeggen dat hij een fraai en opvallend operakostuum draagt. Het is vooralsnog onduidelijke ter gelegenheid waarvan deze pijp is gemaakt. De pijp behoort tot de een van de meest merkwaardige ontwerpen; hoewel hij nooit bij forse aantallen is verkocht, figureerde deze fraaie pijp wel zestig jaar lang als curiositeit in de catalogi.

Duidelijk mag zijn dat de categorie landen en volkentypen het fabrieksassortiment completeren. Door gebruik te maken van sterk uiteenlopende modekenmerken voegt deze groep een onverwachte variatie aan de keuzemogelijkheid voor de roker toe. Daarbij blijkt dat het oudste deel teruggrijpt op culturele of maatschappelijke evenementen, de latere scheppingen appelleren louter aan de belangstelling voor het exotische en eigenaardige.

Soldaten, beroepen en typen

In de categorie fantasiefiguren maken soldaten en krijgslieden een belangrijke groep uit. Door hun uniformen met imposante helmen of onverwachte hoofddeksels lenen militairen zich bij uitstek om in een figurale pijp te worden verwerkt. Toch is deze categorie lang niet zo groot als we zouden verwachten op basis van het ontelbare aantal regimenten en rangen met specifieke uniformen die in de negentiende eeuw in gebruik waren. In het totaal zijn zo’n dertig pijpen van militaire rangen bekend, terwijl de handboeken over het Franse uniform vele honderden variaties tonen.

190-21.445-gambier-highlander-05
Afb. 190. APM 21.445
191-179-14.161-gambier-etudiant-allemand-03
Afb. 191. APM 14.161
192-13.960-gambier-bataillon-3
Afb. 192. APM 13.960

Uitbundig zijn de uniformen van de curassier anglais, sapeur russe en tambour major, de laatste gekenmerkt door de hoge berenmuts. Het gaat om parade-uniformen die gedragen werden tijdens de intochten van buitenlandse vorsten en zij zijn gekozen vanwege hun indrukwekkende hoofddeksel. In andere gevallen werden juist de vermakelijke, meer karikaturale verschijning van de krijgsman weergegeven. De highlander (afb. 190) bijvoorbeeld met zijn wonderlijke hoed, of de tambour met zijn hoge berenmuts maken de militaire stand eerder belachelijk. Vooral de étudiant Allemand (afb. 191) wordt te kijk gezet met langs de steel een extreem lange sabel, waardoor hij niet kan staan en dus geridiculiseerd wordt. Zeer aansprekelijk voor de roker en in talloze uitvoeringen bekend, is de zoeaaf. Deze van oorsprong Algerijnse lichte infanteriesoldaten dragen een specifiek hoofddeksel, chéchia geheten, dat er uitziet als een slaapmuts met afhangende kwast. De chasseur d'Afrique en turc hebben weer een meer exotisch tintje. Een specifiek onderwerp is de steelpijp gewijd aan de bataillon scolaire (afb. 192), een propagandapijp pro de kindersoldaten die in hun opvoeding extreem veel aandacht aan gymnastiek en militaire oefeningen besteedden. Vanaf 1880 waren dergelijke kinderkorpsen in veel Franse plaatsen te vinden.

193-08.868-gambier-bahut-6
Afb. 193. APM 8.868
194-08.714a-gambier-gandin-3
Afb. 194. APM 8.714a
195-11.224-gambier-sportsman-4
Afb. 195. APM 11.224

Een unieke figuratie, afwijkend van alle pijpontwerpen is de Bahut de St.Cyr (afb. 193), de kadet van de prestigieuze militaire school van Saint-Cyr in Zuid-Frankrijk. Zittend op een kubusvormige pijpenkop rookt hij rustig zijn pijpje, een pot de chambre valt uit de doos waarop hij zit en fungeert als steelaanzet. In dat detail ligt het satirische element van de voorstelling besloten. De pijp is als een speciale opdracht gemaakt maar kwam later als algemeen artikel in de handel.

De verwerking van modeverschijnselen in een tabakspijp vormt wel een van de meest vermakelijke categorieën, zij het niet zo'n grote. In de negentiende eeuw werd veelvuldig de spot gedreven met de mode en dat laat zich aan de pijpen aflezen. De gentleman en milady zijn nog vrij neutrale uitbeeldingen van een modieuze man en vrouw, mogelijk een satire op de gereserveerde Engelsen. Pijpen als le gandin (afb. 194), le fashionnable en le sportsman (afb. 195) laten al meer overdreven fatterige personen zien. De haarmode is verbeeld in le barbu en tête frisée. De toque en fasionable casquette verbeelden de uitwassen in de kortstondige modes van merkwaardige hoofddeksels. Soms is het aspect mode met bepaalde types verenigd. De uitbeelding van le faubourien (afb. 196) is daarvan een voorbeeld: een burgerlijk modieuze man neergezet als karaktertype. Een andere is de femme romaine met een opvallende gedrapeerde lap als hoofddeksel, overigens ook hier weer een combinatie van twee thema's: een landstreek en een modefenomeen.

196-13.230-noel-faubourien-5
Afb. 196. APM 13.230
197-07.478-gambier-musquetaire-3
Afb. 197. APM 7.478
198-14.482-gambier-chatelaine-04
Afb. 198. APM 14.482

De subcategorie beroepen is de grootste groep van de fantasiefiguren. We herkennen enkele historische koppen zoals le moine, l'alchemist, le mousquetaire (afb. 197) of le troubadour. De pijp met het beroep le page (vgl. afb. 63) kwam al ter sprake en is in feite een historisch koningsportret, later anoniem verkocht als beroepsvoorstelling of als satire naar het Franse koningshuis. Niet direct een beroep maar eerder een type is le bayard (vgl. afb. 60), de onverschrokken ridder in zijn harnas, die als historische uitbeelding appelleert aan de onoverwinnelijke maar tevens charmante persoon. Talloze fabrieken hebben dit thema tot onderwerp verkozen. Een bijzonder paar door Gambier toont le chevalier en la chatelaine (afb. 198) en werden tegelijkertijd op de markt gebracht. Gezien de forse en vooral luxe uitvoering van deze pijp moet de reden deze in omloop te brengen een cultureel evenement geweest zijn. Als algemene pijp is de oplage beperkt gebleven want daarvoor was het formaat te groot.

Een geslaagde reclamepijp van de firma Blanc-Garin stelt een sandwichman voor met om de nek een koord waaraan een rechthoekig tekstbord hangt (afb. 199). Op dat bord lezen we de reclametekst "Pipes de Givet Blanc Garin & Guyot depot Rue Bourg L'Abbé 24 Paris". Onduidelijk is of de productie van deze pijp startte bij de opening van het verkoopkantoor in Parijs dat op het reclamebord vermeld staat. De pijp is een mooi voorbeeld van een weggeefartikel ter meerdere eer en glorie van de fabriek, maar zal zeker ook gewoon aan rokers verkocht zijn. Merkwaardigerwijs is dit de enige bekende figurale promotiepijp; door Gambier zijn nog wel enkele gladde modellen met een expliciet naamschild gemaakt. Van de producenten van kleipijpen, immers een massa-artikel bij uitstek, zou je verwachten dat een dergelijk reclameproduct vaker voorkomt.

199-18.921-blancgarin-sandwichman-3
Afb. 199. APM 18.921
200-22.533-gambier-fantaisie-concierge-4
Afb. 200. APM 22.533
201-08.869-gambier-sabot-4
Afb. 201. APM 8.869

Typische negentiende eeuwse beroepen, soms ook aan te duiden als typen, zijn la concierge (afb. 200), le docteur, le juge, le postillon en met name l'écrivain-publique (vgl. afb. 152), de schrijver die voor de ongeletterden brieven schreef. Een leuke voorstelling die lastig is te duiden heet la crevette, letterlijk de garnaal. In de volksmond ten tijde van Napoleon III was dit de aanduiding voor een vrouw van lichte zeden. Verscholen achter een wijnblad heft zij het champagneglas. Ook het ontstaan van deze voorstelling moet in de actualiteit van de dag gelegen hebben. Amusant tenslotte is de fantaisie musicien, waarbij in de steel een staande man is uitgebeeld blazend op een trombone die de ketel van de pijp vormt. Opvallend bij deze bonte reeks is dat ook hier de grote manchetuitvoeringen vroeg zijn en de kleinere steelpijpen later. Zij benadrukken de verschuivende doelgroep van elitair en cultuur minnend naar volks en platter. Uitbeeldingen van rond 1900 zijn le chauffeur met zijn stofbril en le jockey met kenmerkende pet met klep.

Andere onderwerpen zijn niet minder prachtig uitgewerkt en kunnen zeer origineel zijn. Aandoenlijk en onschuldig zijn de enfant au sabot (afb. 201), enfant à la pipe en enfant à la coquille. Uitbeeldingen als le nain ofwel de onnozele ziel en le rieur (afb. 202) weergegeven als een lachende persoon zijn vrolijke koppen geschikt voor iedere roker. Ook de oude man en oude vrouw krijgen een fraaie karakterkop.

202-11.011-gambier-rieur-4
Afb. 202. APM 11.011
203-06.912-gambier-inquisiteur-3
Afb. 203. APM 6.912
204-13.753b-gambier-monstre-4
Afb. 204. APM 13.753b

De pijp genaamd inquisiteur griffe de coq (afb. 203) is de uitbeelding van de beul met een leren kapje op het hoofd, aan de achterzijde wordt hij tamelijk luguber door een vogelklauw gegrepen. Overigens beweert men dat de uitbeelding ontleend zou zijn aan een verhaal van Victor Hugo uit 1882 over een historische beul maar het modelnummer van de pijp wijst op een eerder tijdstip van ontstaan. Een mooie pendant is le pendu ofwel de gehangene waarbij de steel een door een strop gestikte persoon laat zien. Tot een vergelijkbare categorie behoren de duivel ofwel le diable die ook bestaat in het kostuum van Mefisto. Ook bij sommige van deze ontwerpen zien we de vogelklauw terug (vgl. afb. 146). Wonderlijk is dat iedere tijd zijn eigen monsteruitbeeldingen had, doorgaans aangeduid met le monstre (afb. 204). Echt populair werden deze pijpen nooit doordat het ontwerp te gematigd bleef waardoor de uitbeelding eerder op de lachspieren werkte.

205-02.068-fiolet-schedel-4
Afb. 205. APM 2.068
206-11.012-gambier-skelet-3
Afb. 206. APM 11.012

Een specifieke categorie heeft een wat macabere achtergrond. Hiertoe behoren pijpenkoppen in de vorm van een mensenschedel die zeer geliefd zijn geworden. Naast de simpele schedel, die door vrijwel alle fabrieken gemaakt is, bestaan er varianten waarbij de oogkassen van de schedel doorboord zijn en gevuld werden met doorschijnend glas (afb. 205). Als het vuur passeerde lichtten deze ogen op! Met hetzelfde thema zijn le mort, hussard de la mort en andere op de schedel gebaseerde ontwerpen. Curieus is de macabere voorstelling le mort à la barbe, een schedel met baard en hoed, met op de rand een reeks doodskopjes. En voor wie nog uitbundiger met de dood wil koketteren is er het borstbeeld van de dood met zeis of zelfs een figuurpijp met een compleet menselijk skelet genaamd la skelette (afb. 206).

Uit de bonte opeenvolging in deze paragraaf wordt duidelijk dat het bij de figurale pijp lang niet altijd om tijdgebonden uitbeeldingen ging, maar dikwijls ook om amusante ontwerpen voor een algemeen publiek. In tegenstelling tot de andere uitbeeldingen is voor de meeste pijpen in deze categorie geen maatschappelijk engagement aanwijsbaar. Naast die actualiteitsgebonden pijpen waarvan de looptijd altijd onzeker is, is het voor een pijpenfabriek van groot belang een breed aanbod te leveren, dat een geregelde afzet garandeerde. De hier besproken fantasiefiguren vormen, samen met de planten en dieren die hierna aan bod komen, het basisassortiment die de constante factor in de verkoop uitmaakt. Zij zorgden ervoor dat het marktaanbod voor elk was wils bevatte.