De Franse figuurpijp in de negentiende eeuw

Auteur:
Don Duco, Benedict Goes

Jaar van uitgave:
2010

Uitgever:
Stichting Pijpenkabinet

Vorsten uit Frankrijk

Het koningshuis spreekt tot de verbeelding van het volk. Vorsten zijn al door hun geboorte bekend en vormen in principe een constante factor in het staatsbestel. Het roken van een pijp met een afbeelding die refereert aan het koningshuis is dus steeds een politiek statement, bewust of onbewust. Dat geldt nog sterker voor het negentiende-eeuwse Frankrijk, want de wisselingen van Republiek naar Koninkrijk of Keizerrijk en weer terug maken het vorstenhuis daar tot een politieke factor. Voor de figurale pijp is dat alleen maar gunstig, want zo heeft de vorst een dubbele aantrekkingskracht, als staatshoofd en als politieke keuze.

061-21.781-dumeril-koning-4
Afb. 61. APM 21.781
062-11.228b-gambier-guetteur-3
Afb. 62. APM 11.228b
063-08.823-gambier-page-3
Afb. 63. APM 8.823

In de Franse pijpen zijn zowel historische als contemporaine vorstenportretten uitgebeeld. Koning Henri IV en zijn vrouw koningin Cathérine de Médicis zijn de kopstukken uit de Franse vaderlandse geschiedenis. De portretpijp van Hendrik IV door Gambier is een onveranderde overname van een bestaande sculptuur en heeft daarmee een volmaakte vormgeving, zij het in klein bestek. De interpretatie van Duméril van dezelfde persoon in een stuk dromeriger en is daarmee kenmerkend voor deze fabriek (afb. 61).

De grote pijp van de Italiaanse De Medici is een verhaal op zich. Deze manchetkop is niet zozeer als koninklijk portret gemaakt, maar veeleer ter promotie van een spraakmakend toneelstuk over Catherina de Medici en zal in de paragraaf theater nog nader aan bod komen. Koning François Premier (afb. 62), bouwer van Fontainebleau en mecenas van de kunsten, werd ook in een pijp uitgebeeld. Om onduidelijke redenen sloeg dit product niet echt aan en werd merkwaardig genoeg later omgedoopt tot le guetteur, de verspieder. Onder die naam bleek de verkoop jarenlang wel succesvol. Overigens, met het portret van Charles VII (afb. 63) gebeurde hetzelfde, deze schepping werd in de republikeinse periode omgedoopt tot le page. Beide nieuwe benamingen zijn bepaald niet positief voor een koninklijk portret.

064-09.767a-gambier-napoleon-1
Afb. 64. APM 9.767a
065-09.375b-gambier-napoleon-iii-4
Afb. 65. APM 9.375b
066-21.789-gambier-keizerin-eugenie-3
Afb. 66. APM 21.789

De Napoleontische aanhang werd met de figuurpijp goed bediend. In de aanloop naar het herstel van het koningschap, de zogenaamde Restauration, werd Napoleon sterk vereerd met als hoogtepunt zijn herbegrafenis in Parijs in 1840. Toen kwamen er talloze pijpontwerpen tot stand die lang een symboolwaarde behielden. De portretten van Napoleon als consul, als succesvol generaal, als keizer met lauwerkrans, maar ook zijn doodsportret zijn in talloze pijpontwerpen vereeuwigd en werden bij tienduizenden verkocht. Gemiddeld genomen gaat het om grotere, dus duurdere pijpen. Hun looptijd was lang want ook tijdens het Tweede Keizerrijk bleven deze pijpen geliefde symbolen en zelfs toen Frankrijk na 1870 weer een Republiek werd, hield de belangstelling onder een deel van de bevolking als nostalgisch artikel aan.

Ook de kleinzoon van Napoleon I, Napoleon III wordt in pijpen uitgebeeld, echter nu niet postuum maar in contemporaine portreten. Naarmate de vorst ouder wordt en een hogere functie en status krijgt, wordt de uitbeelding geactualiseerd. Napoleon III is aanvankelijk afgebeeld in zijn rol als president in uniform met tweekante steek, toepasselijk voor de jaren tussen 1848 en 1852. Zijn populariteit wordt benadrukt door het aantal stemmen dat hij kreeg op de pijp te vermelden: 7.660.000 (afb. 64). Daarna wordt hij tot keizer gekroond en worden talloze nieuwe pijpen gemodelleerd die zijn keizerlijke waardigheid beter weergeven, compleet met hermelijnen mantel en lauwerkrans. Aan de onderzijde van het borstbeeld is de adelaar met gespreide vleugels te zien (afb. 65). Zijn echtgenote keizerin Eugénie deelt dan in de eer en krijgt een eigen pijp (afb. 66).

067-08.226-gambier-conscrit-4
Afb. 67. APM 8.226

De zoon van Napoleon III, aangeduid als Prince Impérial heeft nooit een politieke rol gespeeld. Nog voordat zijn vader de macht aan hem kon overdragen, was Frankrijk al weer een Republiek geworden. Toch was hij bij de aanhangers van het Seconde Empire zo populair dat ook hij in tabakspijpen is uitgebeeld. Eerst als jeugdige Prince Impérial met een imposante berenmuts op het hoofd. Toen hij in 1886 op zijn 21ste verjaardag zich vrijwillig meldde als dienstplichtig soldaat onder de naam Premier Conscrit de France (afb. 67) was dat aanleiding voor een steelpijp waarvan er jarenlang vele honderden zijn verkocht. Nadien zijn er geen Franse vorsten meer geweest. Wel verscheen er rond het jaar 1900 een figuurpijp van de troonpretendent Philippe VIII (vgl. afb. 45), die overigens een beperkte verspreiding kreeg.

Vorsten uit andere landen

Buitenlandse vorsten zijn ook een dankbaar onderwerp om een gezichtspijp aan te wijden. Wat daarbij vaak onduidelijk blijft is de doelgroep, al ligt de eerste afzet doorgaans in Frankrijk zelf. Met een portretpijp in de mond heeft het volk in 1867 langs de straten van Parijs gestaan bij de feestelijke intocht van tsaar Alexander II (afb. 68). Dit mocht overigens niet verhinderen dat bij die gelegenheid een aanslag op zijn leven werd gepleegd! De vriendschapsbanden tussen Frankrijk en Rusland waren er niet minder om. Ook zijn zoon Alexander III onderhield deze goede banden, zoals bleek bij het bezoek van de Russische marine aan Parijs in 1893, waarbij de tsaar werd ontvangen (afb. 69). De figuurpijp van Alexander met militaire helm werd bij die gelegenheid verkocht. De laatste tsaar, Nicolaas II die zo tragisch aan zijn einde kwam in de Russische Revolutie, bezocht Parijs zowel in 1897 als in 1901 waar hij beide keren feestelijk werd onthaald. De vrij eenvoudige bontmuts waarmee hij op de pijp is afgebeeld is niet heel vorstelijk, maar wel heel Russisch en maakt  zijn portret voldoende herkenbaar.

68-08.542-gambier-alexandre-3
Afb. 68. APM 8.542
069-21.458-gambier-alexandre-iii-05
Afb. 69. APM 21.458
070-01.715b-gambier-victoria-1
Afb. 70. APM 1.715b

De Britse koningin Victoria (vgl. afb. 38) werd al als jonge koningin in een pijp uitgebeeld en hier lijkt het primair om exportproducten voor Engeland te gaan. Het bekendste portret van Victoria is echter gemaakt ter gelegenheid van haar 50-jarige regeringsjubileum in 1887: de zogenaamde Jubilee-pipe met aan de steelzijde een toepasselijk opschrift (afb. 70). In die tijd hadden de Franse pijpenfabrikanten al een belangrijke export naar Engeland verworven en zochten steeds naar toepasselijke onderwerpen om ook aan de overzijde van Het Kanaal hun economische positie te versterken. Het aanbod van portretpijpen met het Engelse koningshuis als onderwerp droeg daaraan bij. Voordeel voor de pijpenmakers was dat de vorst in het Verenigd Koninkrijk tot de dood aanblijft en Victoria onwaarschijnlijk oud geworden is. Dus ook na het vijftigjarige jubileum van Victoria bleef de portretpijp leverbaar en vond steeds weer nieuwe rokers. De pijp bleek zo populair dat Engelse pijpenmakers dit ontwerp zelfs onveranderd hebben nagemaakt.

071-18.898-fiolet-edward-3
Afb. 71. APM 18.898
072-16.589-fiolet-edward-5
Afb. 72. APM 16.589
073-16.590-fiolet-alexandra-4
Afb. 73. APM 16.590

Ook koning Edward VII (afb. 71, 72), hoewel pas in 1901 aan de beurt voor het koningschap, is in portretpijpen uitgebeeld en wel door twee Franse bedrijven. Opnieuw gaat het om pijpen met kleine formaten geschikt voor de Engelse roker. Zijn charmante Deense echtgenote koningin Alexandra (afb. 73) genoot in Engeland grote populariteit al is haar portretpijp niet bij grote aantallen verkocht en daardoor tegenwoordig een zeldzaamheid. Hoewel de verkoop van de Britse vorstenportretten voornamelijk in Engeland zal hebben gelegen, zullen dergelijke producten ook op het continent onder royalisten gewild zijn geweest, zo niet als rookpijp dan wel als verzamelartikel.

074-06.080a-gambier-leopold-4
Afb. 74. APM 6.080a
075-08.526-gambier-duchesse-4
Afb. 75. APM 8.526
076-02.035a-cretal-willem-iii-1
Afb. 76. APM 2.035a

Een majestueus portret werd door de firma Gambier gemaakt van de Belgische koning Léopold II (afb. 74), imposant door zijn formaat met grote baard maar ook vanwege het aantrekkelijk versierde borstbeeld met de koninklijke letter L en de wapenspreuk "UNION FAIT LA FORCE" op de onderzijde. Hier is sprake van een betrekkelijk late schepping want de pijp kwam rond 1905 in omloop, hoewel zij in artistiek opzicht aansluit op de bloeiperiode van de manchetpijp uit de jaren 1830. De echtgenote van Leopold II, de Archiduchesse de Brabant (afb. 75) werd al eerder in een pijp vereeuwigd, al kennen we de aanleiding daarvoor niet. Na de nederlaag van de Frans-Duitse Oorlog van 1870 duurde het lange tijd voordat de pijpenmakers zich op de Duitse markt richtten. Uiteindelijk zijn ook van de Pruisische keizers Wilhelm I en Wilhelm II portretpijpen gemaakt, echter hier gaat het om minder opvallende gesteelde producten.

Twee contemporaine Nederlandse vorsten mogen niet onvermeld blijven. Het betreft het borstbeeld van koning Willem III (vgl. afb. 76) door Gisclon en dat van koningin Wilhelmina door Gambier (vgl. afb. 39). Beide manchetpijpen zijn prachtige scheppingen waarschijnlijk bedoeld om op de Nederlandse markt door te dringen. Dat bleef slechts een poging aangezien de pijp voor de Hollandse roker veel te opzichtig was. Een eveneens markante gezichtpijp stelt het hoofd van Victor Emmanuel (afb. 77) van Italië voor, gebracht door twee verschillende fabrieken. Bij deze speciale edities gaat het steeds om manchetpijpen die qua smaak beter passen bij de doelgroep: de royalist.

077-20.414-victor-emmanuel-4
Afb. 77. APM 20.414
078-08.525b-gambier-nanasaib-4
Afb. 78. APM 8.525b

Ook meer exotische vorsten werden in een pijp vereeuwigd. Zo is het portret van de Sjah van Perzië buitengewoon populair geworden. Een ander voorbeeld toont Nana Saïb (afb. 78), een Indiase prins die vanaf 1857 met een leger tegen de Engelsen vocht. Hij wordt tot volksheld verheven vanwege de gruwelijke verhalen dat hij al zijn tegenstanders afmaakte. Uiteindelijk wordt hij zelf overwonnen en vlucht naar Nepal. Naast een realistisch portret van Crétal uit Rennes bestaat er een fantasie-uitvoering door Gambier bedacht, die beter bij de volkse belangstelling aansluit.

079=21.440  klei-gambier-soulouque-07
Afb. 79. APM 21.440
080-13.371-gambier-soulouque-3
Afb. 80. APM 13.371

Een bijzonder vorstenportret is dat van de excentrieke keizer van Haïti, Faustin Soulouque en zijn vrouw (afb. 79). Tussen 1847 en zijn afzetting en verbanning in 1859 voerden zij een grote staat met in Parijs gekochte kleding, meubels en bibelots. Niet alleen in de Franse pers maar ook in de vorm van een figurale pijp werd deze buitenlandse vorst bespot. Faustin is daarom uitgebeeld met een geborduurde tweekante steek en opvallende jabot, niet werkelijk volgens de laatste mode, maar eerder belachelijk gemaakt met een operettekostuum. Ook zijn vrouw baarde opzien in haar zwaar gedecolleteerde robe afgezet met struisvogelveren en met parelsnoeren in het kroeshaar gevlochten (afb. 80). De pijp van hem en zijn vrouw werden de iconen van snobisme en het is niet verwonderlijk dat deze goed verkopende pijpenkoppen ook bij buitenlandse bedrijven zijn nagemaakt. Van Faustin bestaat zelfs een versie nagesneden in bruyèrehout.

De categorie vorstenportretten overziend blijkt wel dat de Franse vorsten ruimer vertegenwoordigd zijn dan de buitenlandse. Dat sluit aan bij het gegeven dat de figuurpijp voor de Franse consument werd bedacht. Pas in tweede instantie verschijnen pijpen voor de export. Niet verwonderlijk komt het Engelse koningshuis op de tweede plaats, omdat enkele Franse fabrieken in Londen een verkoopkantoor hadden. Van de overige Europese vorsten werd slechts incidenteel een portretpijp gemaakt, met twijfelachtig verkoopsucces. De doelgroep voor die producten blijft doorgaans schimmig.

Politici

Merkwaardig genoeg is het aantal pijpontwerpen van historische Franse politici beperkt gebleven, tenminste uit de tijd voor de Revolutie. Als voorbeeld gelden Colbert (afb. 81) en de duc d'Epernon, beide uitgevoerd als klein formaat pijpen. Deze koppen lijken eerder het assortiment te vervolmaken door een historische dimensie toe te voegen dan dat zij ooit goedlopende verkoopitems zijn geworden. Enkele andere pijpenkoppen tonen eveneens personen met een zekere politieke achtergrond, doch zij zijn ontleend aan romans of theaterstukken en komen daarom in die paragraaf ter sprake.

081-09.782-gambier-colbert-3
Afb. 81. APM 9.782
082-14.471-gambier-mirabeau-04
Afb. 82. APM 14.471
083-21.456-gambier-robespierre-06
Afb. 83. APM 21.456

De Franse politiek wordt vanaf het eind van de achttiende eeuw sterk bepaald door de tegenstelling tussen Royalist en Republikein. Beide partijen zijn in portretpijpen vereeuwigd, al gaat het om historische uitbeeldingen want toen de figuurpijp op de markt kwam was de woelige tijd van de Revolutie al voorbij. Duidelijk is dat de personen weliswaar overleden waren maar zeker niet vergeten. Mirabeau (afb. 82) was een pleitbezorger voor het Ancien Régime van Lodewijk XVI, Robespierre (afb. 83) daarentegen de onverzettelijke leider van de Franse Revolutie. Van beide personen bestaan prachtige portretpijpen die pas lang na hun dood tot stand kwamen, vooral als symbool voor hun denkbeelden.

084-09.939-gambier-corday-3
Afb. 84. APM 9.939
085-14.358-gambier-republicaine-3
Afb. 85. APM 14.358

Aan de tijd van de Franse Revolutie refereren ook twee prachtige vrouwenportretten. De eerste toont het borstbeeld van Charlotte Corday (afb. 84), die aan de geboorte van de Franse Revolutie stond. Overigens kan een dergelijk portret behalve als politieke uiting ook gewoon als aangenaam en elegant vrouwenportret zijn verkocht en dat zal zeker vaak zijn gebeurd. Een tweede pijp aan de revolutie opgedragen heet heel toepasselijk la Républicaine (afb. 85) en toont het borstbeeld van Anne-Joséphe Terwagne die aan de zijde van Danton in 1789 een actieve rol in de politiek speelde. Van alle revolutiepijpen is dit het oudste ontwerp en de uitbeelding bleef jarenlang het symbool voor de Republikein. Tamelijk ironisch is juist dit portret later door een Goudse fabrikant als koningin Victoria op de markt gebracht!

086-19.272-louis-fiolet-trois-maudits-08
Afb. 86a. APM 19.272
086-19.272-louis-fiolet-trois-maudits-11
Afb. 86b. APM 19.272
087-14.129-gambier-gambetta-3
Afb. 87. APM 14.129

Een uitzonderlijke kleipijp toont bijna als een bloemboeket de drie staatslieden die de hoofdrol speelden in de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 (vgl. afb. 33). Het gaat om de intrigant Bismarck die met keizer Napoleon III een zogenaamd geheim verdrag had gesloten. Toen Pruisen en met name keizer Wilhelm I zich daar niet aan wenste te houden, brak de oorlog van 1870 uit die op een desastreuze nederlaag voor Frankrijk uitliep. Zo verloor Frankrijk Elzas-Lotharingen en moest nog jarenlang een oorlogsschatting betalen. In dit boeket zijn de drie boosdoeners afgebeeld, samen met Marianne, symbool voor de Franse Republiek (afb. 86). Het verlies van de Slag bij Sedan (1870) bleef voor de Fransen buitengewoon gevoelig. Er brak een periode van heftig politiek debat aan. Hoofdpersonen daarin waren Léon Gambetta (afb. 87) die feitelijk de Republiek uitriep en Jules Favres die de vrede met Duitsland sloot. Beide helden hebben een eigen portretpijp gekregen.

Na de Frans-Duitse oorlog worden alle gekozen presidenten van de Republiek in portretpijpen verbeeld waarmee een nieuwe bloei van de figuurpijp ontstaat. Zo zijn er portretpijpen van Adophe Thiers, Jules Grévy, Casimir-Périer, Félix Faure, Emile Loubet en Raymond Poincarré (afb. 88). Helaas zijn politieke carrières niet lang houdbaar, zodat veel namen ons nu niet meer veel zeggen. Thiers was het meest gevierd en werd door wel vier pijpenfabrieken uitgebeeld. Zelfs toen het nieuwtje van de figuurpijp als politieke mascotte eraf was, bleef de portretpijp in gebruik als propagandamiddel voor de Republiek. De figurale pijp biedt evenals de populaire marsepeinfiguurtjes uit die tijd, die vanzelfsprekend niet bewaard zijn gebleven, de mogelijkheid voor openlijke aanhang of juist subtiele kritiek.

088-06.310-gambier-poincare-4
Afb. 88. APM 6.310
089-08.439-gambier-boulanger-4
Afb. 89. APM 8.439
090-21.457-gambier-rochefort-05
Afb. 90. APM 21.457

Van général Boulanger (afb. 89), minister van Oorlog en immens populair door zijn openlijke revanchegedachte na het verlies van Elzas-Lotharingen aan Duitsland, zijn ontelbare pijpen gemaakt. Al na één jaar politieke activiteit verloor hij echter zijn positie. De monarchistische beweging die hij vervolgens startte kreeg bijval van politici en journalisten als Henri Rochfort (afb. 90), George Laguerre en Paul Deroulède, die ook hun eigen portretpijp kregen. Hieruit blijkt hoe goed de figuurpijp als volks propagandamiddel kon worden ingezet bij de felste politieke tegenstellingen. Uiteindelijk is de hele partij als staatsgevaarlijk het land uitgezet en naar België gevlucht. Hoewel de pijp met het presidentenportret tot na het jaar 1900 populair bleef, zijn er na 1880 nog maar weinig andere politieke pijpen gemaakt.

091-00.148-gambier-disraeli-3
Afb. 91. APM 148
092-16.591-fiolet-gladstone-3
Afb. 92. APM 16.591

Het aantal pijpen gewijd aan buitenlandse politici is beduidend beperkter. Uiteraard heeft dat met de afzetmogelijkheden te maken. Voor de Engelse markt kreeg de Britse premier Benjamin Disraeli, Earl of Beaconsfield (afb. 91) een verfijnde portretpijp. Hij was niet alleen voor Groot-Brittannië maar ook op het wereldtoneel een van de belangrijke politieke spelers tussen 1874 en 1880. Een pijp van zijn grote rivaal William Gladstone, vier termijnen tot Prime Minister verkozen, was voor de Britse liberalen te koop (afb. 92). De editie van Gambier is de meest geslaagde en werd door de Engelsen later als eenvoudige steelpijp nagemaakt nog tot zeer lang na Gladstone's dood. Kenmerkend voor de Franse figuurpijpen bestemd voor Engeland is hun kleinere formaat dat beter aanslaat bij de rookgewoonte van de Engelsman.

093-03.204a-gambier-bryan-4
Afb. 93. APM 3.204a
094-03.716a-gambier-taft-4
Afb. 94. APM 3.716a

Ook verschillende Amerikaanse presidenten viel de eer ten deel in een portretpijp te worden vereeuwigd. Gambier voerde bijvoorbeeld een portret van Lincoln als eerste president en een contemporain het portret van Ulysse Grant. Het is verwonderlijk om deze laatste in een pijp vereeuwigd te zien, omdat hij tegenwoordig vrijwel onbekend is. Reden daarvoor is dat de fabrikant de verkoop aangreep op het moment dat er een afzetmogelijkheid was, uiteraard zonder vooraf te weten hoe lang de populariteit stand zou houden. Een van de aardigste, bijna anekdotische creaties uit de nadagen van de figurale pijp zijn de portretpijpen van Bryan (afb. 93) en Taft (afb. 94). Deze twee Amerikaanse politici streden tegen elkaar in de presidentsverkiezingen van 1908. De portretpijpen van beide kandidaten werden als promotiemiddel met kistladingen vol naar de VS verscheept. Taft won de strijd en Bryan verloor voor de vierde keer zijn poging om het Witte Huis te bereiken. Helaas blijft het onduidelijk wie de opdracht voor deze pijpen gaf: kwam het initiatief van hun eigen campagneleiders of was het een verkoopactie van een groothandel in rokersbenodigdheden in de Verenigde Staten? Hoe het ook zij, de afzet viel duidelijk tegen en van de pijpen zijn talloze kisten onverkocht in Europa achtergebleven.

095-14.137a-gambier-omowat-4
Afb. 95. APM 14.137a
096-08.527b-gambier-omer-pacha-3
Afb. 96. APM 8.527b
097-14.360-blancgarin-abdelkader-05
Afb. 97. APM 14.360

Een vergelijkbare vorm van persoonsverering via de pijp gebeurde in dezelfde periode nog in Canada. De firma Gambier lanceert een serie portretpijpen van historische politici die voor Canada van belang zijn geweest. Het gaat om McDonald (vgl. afb. 42), de eerste en langstzittende premier van Canada, sir Oliver Mowat (afb. 95) en sir Joseph-Adolphe Chapleau (vgl. afb. 43). Deze pijpen worden overigens als een postuum eerbetoon uitgebracht en zijn dus eerder een herdenkingseditie dan dat zij een directe politieke lading hadden. Anders dan bij Bryan en Taft zal de verkoop hier over een langere periode gelopen hebben.

Wanneer niet-westerse politici worden afgebeeld gaat het doorgaans om personen die in Frankrijk een zeker aanzien hadden. Blijkbaar was het voor de Franse fabrieken toch niet goed mogelijk grip te krijgen op de markt elders. Politici uit den vreemde zijn Omer Pacha (afb. 96), de Turkse diplomatieke vertegenwoordiger die in 1856 het einde van de Krimoorlog mede ondertekende. Een ander voorbeeld is Abd-El-Kader (afb. 97), jarenlang in Frankrijk gevangen en uiteindelijk als pro-Franse diplomaat naar Noord-Afrika teruggekeerd. Hij is door talloze fabrieken in een pijp uitgebeeld, aanvankelijk om als tegenstander te worden gerookt, later als medestander. De meest bijzondere schepping is de imposante etalagepijp van de firma Blanc-Garin & Guyot (vgl. afb. 212).

Militairen

Opvallend bij deze categorie is dat de bestaande militairen die in pijpen worden uitgebeeld niet zozeer bekend zijn vanwege hun strategische successen. Zij blijken eerder populair om hun spannende avonturen die zij beleefden waardoor zij in de publieke opinie alle aandacht kregen. In die rol werden zij hoofdpersoon in romans met een nieuwswaarde die aan de jongensboekachtige avontuurlijkheid grenst. We mogen hieruit afleiden dat de militaire figuurpijpen niet hun grootste aftrek vonden in het leger zelf, maar vooral bij de burgerbevolking. Voor hen stonden de krijgssuccessen immers ver af van de dagelijkse zorgen, maar spannende verhalen in de krant of als roddel verteld kregen in hun vrije tijd alle aandacht.

098-18.915a-gambier-rochejaquelein-03
Afb. 98. APM 18.915a
099-14.354-fiolet-charette-04
Afb. 99. APM 14.354

De vroegste militaire uitbeeldingen hebben betrekking op de oorlog in de Vendée tussen 1793 en 1799. Zo bestaan er prachtige portretpijpen van generaal Henri de Rochejaquelein (afb. 98) en François Charette (afb. 99), die in de strijd hun sporen verdienden. Ook van de Poolse legeraanvoerder Poniatowsky is een vergelijkbare portretpijp bedacht, die overigens uitgevoerd werd naar aanleiding van een roman. Beide pijpen zijn typische royalistische mascottes van groot formaat. Minder prestigieus is een herdenkingspijp met de voorstelling van Marceau (afb. 100), een militair die zich eveneens verdienstelijk maakte bij de oorlog in de Vendée maar ook bij de Franse revolutie. Later was hij in het buitenland actief en werd uiteindelijk door een sluipmoordenaar gedood. Marceau haalde pas de publiciteit toen zijn as in 1889 in Parijs werd bijgezet, tevens de aanleiding tot de aanmaak van zijn portretpijp.

100-09.189-gambier-marceau-4
Afb. 100. APM 9.189
101-06.938-gambier-allard-3
Afb. 101. APM 6.938
102-08.391a-gambier-gerard-4
Afb. 102. APM 8.391a

Een bijzondere portretpijp van groter formaat stelt generaal Allard (afb. 101)voor, uitgebeeld in een kostuum dat eerder aan de operette dan aan het leger doet denken. Allard maakte zich aanvankelijk in Frankrijk verdienstelijk, na 1830 vertrok hij naar India waar hij het leger aldaar op de Franse wijze reorganiseerde. Echte heldendaden kunnen we aan hem niet toedichten. Vermoedelijk is reden tot uitbeelding in een pijp een nog onbekend theaterstuk waarin hij figureerde en dat zou tevens de verklaring zijn voor zijn wonderlijke historische kleding. In ieder geval beleefde de pijp slechts een korte periode van populariteit.

In de negentiende eeuw was Frankrijk in verschillende oorlogen verwikkeld, zowel ter verdediging van het eigen land als voor gebiedsuitbreiding in haar koloniën. Pijpen met militaire figuren zijn dan ook bij grote aantallen gemaakt. In de kolonisatie van Algerije hebben honderden officieren en vele duizenden soldaten gestreden. Het merendeel van deze strijders is roemloos ten onder gegaan. Eén eenvoudige officier in een Frans regiment Noord-Afrikaanse ruiters maakt daarop echter een grote uitzondering. Het betreft Jules Gérard die door zijn onverschrokken optreden als scherpschutter in elf jaar 25 leeuwen wist te doden, die voor de Franse bezetter een ware plaag vormden. Zijn erenaam luidde al snel Tueur de lions ofwel leeuwendoder (afb. 102). Dit renommee was in Frankrijk blijkbaar populairder als kroegpraat dan de oneindige krijgshandelingen tegen de moslims. De portretpijp van Gérard is door verschillende fabrieken in een uiteenlopende variatie gemaakt met de tulband als gemeenschappelijk kenmerk. Minder roemruchtig is Bou Maza (afb. 103) die zich ook verdienstelijke maakte in de strijd in Algerije. Zijn met koorden geborgde lakense hoofddeksel geeft deze pijp een exotische uitstraling.

103-08.538-gambier-boumaza-4
Afb. 103. APM 8.538
104-14.469-gambier-dodds-04
Afb. 104. APM 14.469
105-19.446-gambier-courbet-4
Afb. 105. APM 19.446

Uit de strijd in het verre Indochina zijn général Dodds (afb. 104) en Amiral Courbet (afb. 105) onderscheiden teruggekomen. De laatste overleed overigens op de thuisvaart aan boord van zijn vlaggenschip Le Bayard en werd in 1885 postuum met een portretpijp geëerd. Ondanks hun fraaie pijpen zijn deze hoge officieren toch niet zo populair geweest als sergeant Bobillot. Als twintigjarige ging hij in dienst en werd direct uitgezonden naar Azië, waar hij zijn taak als onderofficier dapper en kordaat vervulde. Hij raakte echter zwaar gewond en overleed in Hanoi. Nationalisten in Frankrijk stelden hem als voorbeeld van vaderlandslievendheid en opofferingsgezindheid, tot in de schoolboeken toe. Daardoor werd Bobillot niet alleen een held in Indochina, maar ook een symbool van het nationalisme in Frankrijk. De portretpijp droeg daar zeker toe bij. Een vrij onopvallende portretpijp stelt generaal De Négrier voor, uitgebeeld met militaire pet met klep. Naast zijn verdienste in de Frans-Duitse oorlog werd hij in 1884 naar Tonkin gezonden en oogstte populariteit vanwege zijn militaire successen.

106-11.404-dumeril-wellington-4
Afb. 106. APM 11.404

Ook voor de buitenlandse verkoop maakten de Franse pijpenmakerijen portretpijpen gewijd aan legendarische militaire personen. Een uniek ontwerp is de karikatuurpijp voor de Engelse markt waarin de Duke of Wellington (afb. 106) als aanvoerder van het Britse leger belachelijk wordt gemaakt. Wellington verbood in 1842 het roken in het leger en dat was aanleiding tot een protestpijp: een gewone soldaat uitgebeeld in de steel maakt achter zijn rug een schimpgebaar naar de machtige legeraanvoerder die met een grote karikaturale haakneus de pijpenkop vormt. De pijp is op verzoek van de Londense pijpenhandelaar Benda vanaf 1845 in omloop gebracht maar werd volgens zeggen na korte tijd verboden.

Andere scheppingen waren bedoeld als propagandamateriaal. Voor Italië was de vrijheidsstrijder Garibaldi het symbool van de partizanen (afb. 107). Een pijp met zijn portret was in Italië een belangrijke mascotte en resulteerde voor de Franse pijpenmakerijen in een verkoopsucces. Zowel Duméril als Gambier en Gisclon profiteerden daarvan. Voor de Zwitserse markt was er het borstbeeld van generaal Guillaume-Henri Dufour, een prachtige en levensechte portretpijp van royaal formaat. Overigens heeft de aanleiding om deze pijp op de markt te brengen een royalistische grondslag. Keizer Napoleon III had namelijk zijn militaire opleiding onder leiding van Dufour in het Zwitserse Thun genoten. In welke mate de verkoop naar Zwitserland in tweede instantie van belang is geweest blijft de vraag.

107-14.468-gambier-garibaldi-4
Afb. 107. APM 14.468
108-17.178-gambier-kruger-4
Afb. 108. APM 17.178
109-08.619-gambier-roberts-3
Afb. 109. APM 8.619

De Boerenoorlog in Zuid-Afrika werd aan beide kanten van pijpen voorzien. Dat gebeurde door tussenkomst van een Engels handelshuis. De Boeren kochten president Paul Krüger (afb. 108) met zijn karakteristieke baard. De Engelsen konden roken uit het hoofd van veldmaarschalk sir Roberts of Kandahar (afb. 109), opperbevelhebber van het Britse leger, of zijn opvolger in Zuid-Afrika Lord Kitchener. Diens portret met zijn kenmerkende grote snor werd door het Engelse ministerie van oorlog gebruikt op reclameposters om soldaten te werven. Een derde officier uit het Britse kamp van de Boerenoorlog is luitenant-generaal White. Geen van deze officieren had enige faam of populariteit in Frankrijk, de portretpijpen zijn louter voor de exportmarkt gemaakt.

Kunst en cultuur

In de categorie kunst en cultuur overstijgt het aantal historische figuren de tijdgenoten. Dat is niet verwonderlijk want roem komt vaak pas na de dood. De Griekse dichter Homerus is de oudste persoon die is uitgebeeld. Het is zo'n algemene uitbeelding die in een breed fabrieksassortiment thuishoort en een lange looptijd geniet. Uit de zestiende en zeventiende eeuw zijn talloze schilders met een portretpijp vertegenwoordigd: Leonardo da Vinci, Michelangelo (afb. 110), Dürer, Rubens (afb. 111), Van Dyck enzovoorts. Al deze figuurpijpen vertonen goed gelijkende portretten met uitzondering van de portretpijp van Michelangelo die meer een type is dan een realistische weergave van de persoon zelf.

110-05.417-gambier-michelange-4
Afb. 110. APM 5.417
111-21.000-cretal-rubens-4
Afb. 111. APM 21.000
112-14.480-gambier-rembrandt-4
Afb. 112. APM 14.480

De portretpijp met de naam Rembrandt (afb. 112) door Gambier wekt echter grote verbazing: de kunstenaar lijkt uitgebeeld als een karikatuur en alleen de vermelding van zijn naam in de catalogus rechtvaardigt de link met de grote schilder uit de Hollandse Gouden Eeuw. Doorgaans is er geen specifieke aanleiding om een kunstenaarsportret tot pijp te maken, doorslag geeft de algemene verkoopbaarheid die de fabrikant ziet. De portretten van Italiaanse kunstenaars verschijnen eerder op de markt dan hun vakgenoten uit het noorden. Dat gegeven onderstreept weer de elitaire doelgroep van de figuurpijp, die daarna geleidelijk veralgemeniseert.

Een onverwachte eer viel de Franse schilder Lépaulle (afb. 113) ten deel, indertijd bekend van zijn historiestukken maar tegenwoordig volledig vergeten. Hij is in de jaren 1830 als een van de weinige contemporaine kunstenaars in een pijp uitgebeeld. Bijzonder aan deze schepping is ook het keramische dekseltje waarmee de pijpenkop is af te sluiten tot een volsculptuur. Overigens is een separaat deksel een in die jaren vaker toegepast modeverschijnsel.

113-20.893-blancgarin-lepaulle-3
Afb. 113. APM 20.893
114-09.283-fiolet-rude-05
Afb. 114. APM 9.283
115-11.585-gambier-dantan-3
Afb. 115. APM 11.585

Van de beeldhouwers bestaat een portret van François Rude (afb. 114), prachtig uitgewerkt met een brede, lange baard in twee punten en een kunstenaarsbaret op het hoofd. Het meest opmerkelijk is de uitbeelding van de beeldhouwer Dantan Jeune (afb. 115), waarvan het ontwerp een heus zelfportret in karikatuur is. Dantan maakte er een gewoonte van zijn beeldhouwwerken met een rebus te signeren en bij deze pijpenkop is op de kraag van de voorgestelde een tand en een engel aangebracht. Samen geven zij de woordspeling dent-ange, de laatste twee letters als afkorting voor jeune om zich van zijn beeldhouwende vader te onderscheiden. In het hart van Parijs had Dantan een galerie met portretten in karikatuur van eigentijdse personen. Wellicht werd deze pijpenkop ook daar verkocht, net als zijn karikatuur van Soulié in kopie als pijp door Gambier.

Uit de literaire wereld zijn meer voorbeelden van gepersonifieerde pijpen bekend. Een majestueuze portretpijp is gewijd aan de Franse letterkundige Nicolas Boileau (afb. 116), een begunstigde van Lodewijk XIV en bevriend met de schrijvers Molière en De la Fontaine. Deze ruim negen centimeter hoge pijpenkop heeft een indrukwekkend monumentaal voorkomen. Daarnaast is het een van de zeldzame voorbeelden van een asymmetrisch portret met zijn naar links gedraaide gezicht. Het lange haar van de voorgestelde hangt in lokken naar beneden en lijkt vanuit alle gezichtspunten anders. Een zeldzame schepping toont het borstbeeld van de schrijver en filosoof Voltaire. Tegen het jaar 1900 komt daarvan een moderne versie op de markt, ontleend aan het beroemde beeld van Houdon (afb. 117).

116-02.003-gambier-boileau-03
Afb. 116. APM 2.003
117-08.876-gambier-voltaire-4
Afb. 117. APM 8.876
118-00.149-gambier-soulie-03
Afb. 118. APM 149

Het karikaturale portret van Frédéric Soulié (afb. 118) is een van de meest geslaagde creaties, al is deze auteur van gruwelromans tegenwoordig nagenoeg vergeten. De uitbeelding van Soulié's hoofd met grote snor in een schoen, verwijzend naar zijn naam, is een ontwerp van de reeds genoemde beeldhouwer Dantan Jeune. De pijp wordt door Gambier op de markt gebracht in een prachtige manchetversie vrijwel letterlijk overgenomen van het oorspronkelijke kunstwerk. Wanneer het verkoopsucces is bewezen volgt als slap aftreksel een steelpijp voor de roker met minder zwier en een krappere beurs.

119-21.475-dumeril-franklin-3
Afb. 119. APM 21.475
120-06.962b-gambier-victor-hugo-3
Afb. 120. APM 6.962b
121-22.518-gambier-tom-pouce-3
Afb. 121. APM 22.518

Een buitengewoon geliefde lieddichter was Pierre Béranger (afb. 119), actief tot aan de door hem verafschuwde Seconde Empire in 1852. Hij heeft geweldig bijgedragen aan de populariteit van de figuurpijp onder een brede groep rokers, doordat talloze van zijn gedichten en liedjes in pijpen zijn verbeeld. Zeker twee fabrieken hebben de dichter zelf met een portretpijp vereerd. Daarnaast zijn tientallen figuren uit zijn chansons in een pijp uitgebeeld. Deze fantasierijke uitbeeldingen worden in de paragraaf literatuur, theater en volksliedjes nader besproken.

Bij het roken uit een portret van de beroemde schrijver Victor Hugo (afb. 120) kon men zich de status als lezer van zijn lijvige romans aanmeten. Niet verwonderlijk dat de vroegste versie een manchetpijp is. Na 1870 zette Hugo zich actief in voor de Republikeinse partij en kreeg zijn pijp tevens een politieke boodschap. Toen werd een meer eenvoudige steelpijp gemaakt, passend in het modebeeld van die tijd, een product waarvan het portret overigens buitengewoon levensecht is.

Tot de uitvoerende kunstenaars behoren talloze theaterfiguren. Charles Stratton, bekend onder de naam generaal Tom Pouce (afb. 121), trad vanaf 1845 veelvuldig op in de Vaudeville als dwerg met zijn lengte van slechts 57 cm. Zijn bijnaam Pouce, Frans voor duim, zou bij ons vertaald worden met Kleinduimpje. Toepasselijk is de prachtige manchetpijp waarop de hele figuur ten voeten uit is afgebeeld, goed getroffen met zijn relatief grote hoofd kenmerkend voor lilliputters. Zijn generaalsuniform met tweekante steek was zijn gebruikelijke toneelkostuum. Tom Pouce staat op een grote duim, die als steel van de pijp fungeert en heel toepasselijk verwijst naar zijn kleine gestalte èn zijn naam.

122-18.906-gambier-hyacinthe-3
Afb. 122. APM 18.906
123-21.448-gambier-capoul-05
Afb. 123. APM 21.448
124-14.365-gambier-ritter-05
Afb. 124. APM 21.448
125-21.455-gambier-judic-07
Afb. 125. APM 21.455

Van de contemporaine uitbeeldingen moeten nog enkele acteurs en zangers genoemd worden. Louis Hyacinthe (afb. 122) was een komiek en variétéartiest die door zijn opvallend grote neus al zonder iets te doen de lachers op zijn hand had. Paul Grassot was als acteur een beroemdheid in Parijs, ook nadat hij zijn stem verloren had en zijn carrière voortzette als mimespeler in zijn rol verkleed als vrouw. Joseph Capoul (afb. 123) is de enige acteur van het serieuze genre, wiens populariteit zo groot was dat zijn typerende kapsel een kortstondige mode werd. Naast hem speelde Clémence Ritter (afb. 124) in 1876 de rol van Virginie. Tenslotte was Anna Judic (afb. 125) een van de meest briljante actrices van het variété, vooral in haar rollen als aandoenlijk jong meisje. Deze reeks bewijst hoezeer Gambier bij het figureren van pijpen de onderwerpen relateerde aan de actualiteit van het Parijse culturele leven.

Overige personen

In deze categorie figureren de meest uiteenlopende personen hetgeen te verwachten is van de restgroep van afbeeldingen van bestaande personen in pijpen. Ook hier zien we historische figuren naast contemporaine uitbeeldingen. Het vaderlandse gevoel wordt verbeeld met twee prachtige portretpijpen. De eerste is de heldin Jeanne Hachette (afb. 126) die zich verdienstelijk maakte bij het beleg van Beauvais in 1472. De tweede betreft de zeerover Jean Bart (afb. 127), de Duinkerker kaper die in 1694 door de Franse koning in de adelstand werd verheven. Zijn karikatuur zoals hier afgebeeld werd het idool van de latere Republikeinen.

126-09.377-blancgarin-hachette-3
Afb. 126. APM 9.377
127-14.528-blancgarin-jean-bart-4
Afb. 127. APM 14.528
128-21.788-rennes-columbus-3
Afb. 128. APM 21.788

Andere historische personages zijn de ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus (afb. 128) waarvan een indrukwekkende uitbeelding is gemaakt. De astroloog Nostradamus (afb. 129) speelde voor de wereldgeschiedenis een belangrijke rol vanwege zijn cryptische maar ware voorspellingen. Aanleiding tot het uitbeelden is echter een liedje met de titel Les Prédictions de Nostradamus dat in die periode veel werd gezongen. In de historische categorie hoort ook Guttemberg (afb. 130) thuis, de man die voor velen de boekdrukkunst uitvond maar in werkelijkheid deze slechts perfectioneerde.

129-21.418-dumeril-historisch-3
Afb. 129. APM 21.418
130-08.261-gambier-gutemberg-4
Afb. 130. APM 8.261
131-14.370-gambier-diane-4
Afb. 131. APM 14.370

Voor de uitbeelding van maîtresses in pijpen bestond grote belangstelling. Dergelijke pijpen onderstreepten de koninklijke privileges, maar tegelijk een schalks element. Zo zijn door de firma Gambier maarliefst drie portretpijpen van Diane de Poitiers gemaakt, de maîtresse van de Franse koning Hendrik II. De meest uitbundige is een zogenaamde fantasie extra (vgl. afb. 50) met elegant portret en subtiel versierde steel; de meest opvallende is een etalagepijp van groot formaat waarbij de pijpenkop zelfs voorzien is van een deksel (vgl. afb. ). Rond 1900 kwam nog een gemoderniseerd ontwerp met een standaard formaat op de markt (afb. 131). De maîtresse van koning Lodewijk XIV, Louise duchesse de la Vallière (afb. 132) was zo algemeen bekend èn geaccepteerd dat een van de fraaist uitgevoerde figuurpijpen haar portret draagt. Deze majestueuze pijp werd in bepaalde kringen het symbool voor het verschijnsel van de geaccepteerde maîtresse.

132-08.724-gambier-la-valliere-03
Afb. 132. APM 8.724
133-14.486-gambier-cinq-mars-3
Afb. 133. APM 14.486
134-14.472-gambier-prisonier-04
Afb. 134. APM 14.472

De portretpijp van Cinq Mars (afb. 133) ligt op hetzelfde vlak als die van de maîtresses, al gaat het om de gunsteling van de Franse koning Lodewijk XIII die tevens een politieke rol vervulde. Om zijn ambities te kunnen realiseren, tegen de wil van de invloedrijke minister Richelieu in, smeedde hij een complot tegen hem. Toen dit vroegtijdig uitkwam werd Cinq-Mars veroordeeld en onthoofd. Aanleiding tot de pijp is ook hier weer een boek of opera geweest, die beide bekend zijn. In die gevallen werd de uitbeelding van de persoon ook daarop geïnspireerd, eerder dan dat er voor een zuiver historische weergave werd gekozen. Een andere historische figuur die in de negentiende eeuw opnieuw populariteit beleefde is het karakter uit een toneelstuk uit 1465 met de naam Avocat Patelin. Het gaat om de kluchtachtige karikatuur van een dorpsjurist die in armoede verkeert en daarom streken uithaalt. Van deze pijp wordt wel gezegd dat het ontwerp door niemand minder dan Daumier verzorgd is, doch het lijkt meer waarschijnlijk dat de vormgeving onder de handen van de fabrieksmodelleur tot stand kwam al dan niet geïnspireerd door een prent van deze gevierde kunstenaar.

Verder bestond er een categorie minder beduidende figuren die door opmerkelijke daden kortstondig in de belangstelling stonden. Zo is daar August Blanqui (afb. 134) die als beruchte misdadiger dertig jaar in gevangenschap doorbracht. Heel toepasselijk is hij afgebeeld als een schurk achter de tralies van een gevangenisraam. Sir Roger Tischborn is in 1854 ingescheept naar Rio de Janeiro maar verdween op zee zonder een spoor achter te laten. Ruim tien jaar later verscheen er iemand die zich voor Tischborn uitgaf. Pas na langdurig onderzoek, met sensatiezucht gevolgd door de couranten, werd deze persoon ontmaskerd en tot veertien jaar dwangarbeid veroordeeld. Een smakelijk verhaal dat een portretpijp waard bleek.

135-20.957-gambier-christus-04
Afb. 135. APM 20.957
136-17.174-fiolet-paus-3
Afb. 136. APM 17.174
137-22.075  klei-gambier-saint-simonien-3
Afb. 137. APM 22.075

Een wat wonderlijk groepje uitbeeldingen vertegenwoordigt het geloof. De meest spraakmakende is het portret van niemand minder dan Jezus Christus (afb. 135), door verschillende fabrieken afgebeeld als man der smarten en dus voorzien van een doornenkrans. Hoewel deze pijp wel gekwalificeerd is als de meest zeldzame van alle figuurpijpen, is dat niet juist. Wel is het daardoor onder verzamelaars een van de meest begeerde pijpen geworden. Verder blijken er nauwelijks andere bijbelfiguren te zijn afgebeeld. Een merkwaardige pijp toont Noach, in het Frans Noë, die een korte pijp tussen de lippen heeft, een anachronisme dat we van een gerespecteerde pijpenfabriek niet zouden verwachten. Katholieken als paus Pius IX (afb. 136) en paus Leo XIII zijn als portretpijp uitgebracht, naast portretten van de Protestantse voormannen Luther en Jean Huss. Deze laatste pijpen fungeerden wellicht als simpele symbolen om elkaar als geloofsgenoot te herkennen. Overigens werden in dezelfde oven ook de uitbeeldingen van de utopische socialistenpatriot Père Enfantin en de heilige Saint Simonien (afb. 137) gebakken. Van een vrije vormgeving getuigt het model Saint-Antoine, waarbij de heilige als complete figuur in een pijp is uitgebeeld, met schedel in de hand. Aan zijn voeten is een vuurspuwende draak te zien, die refereert aan het Sint-Antonisvuur waartegen Antonius bescherming bood.

138-16.771-noel-paganini-04
Afb. 138. APM 16.771
139-07.124-gambier-petit-5
Afb. 139. APM 7.124

Tijdgebonden is de figuurpijp van de vioolvirtuoos Paganini (afb. 138) die niet realistisch is uitgebeeld maar als een karikatuur met haakneus en slierten haar langs het hoofd. Heel toepasselijk is in de steel zijn viool verwerkt. Het ontwerp wordt wel aan de kunstenaar en illustrator Grandville toegeschreven. Na de introductie rond 1860 beleefde deze pijp nog een revival tegen het jaar 1900. De fotograaf Pierre Petit (afb. 139), in zijn tijd de beste zowel in techniek als op artistiek gebied, kreeg ook een eigen pijp waarin zijn artistieke kapsel heel treffend uitkomt. Het portret van Baden Powell, oprichter van de padvinderij is een mooi voorbeeld van een product voor de Engelse markt en is uitgevoerd in tijdseigen modelé, kenmerkend voor de stijl waarin Gambier rond het jaar 1900 werkte. Het initiatief voor de pijp komt vermoedelijk van een Engels handelshuis. Onduidelijk blijft het afzetgebied van een dergelijk product, mogelijk Zuid-Afrika waar de generaal succes had in de Boeren Oorlog.