Snuiftabak wereldwijd
De gewoonte van het snuiven van tot poeder gemalen tabak stamt uit prehistorische tijden. Reeds in de precolumbiaanse culturen werd tabak gesnoven. Dat gebeurde door een hol botje vanaf een snuiftablet, een soort plankje met een opstaande rand opgeleukte met een decoratief element. Ook waren terracotta snuifpijpen in gebruik, soms heel toepasselijk met twee stelen om beide neusgaten tegelijk te bedienen.
Snuiftabak raakte ook over andere continenten verspreid. In Afrika wordt de tabakspoeder in een bronzen flesje of houten kokertje meegedragen, vaak aan een koordje aan de ceintuur gedragen. Een heel apart voorwerp is de snuifring uit Nigeria, bestemd om een snuifje op te presenteren. Vijzels om de snuif te vermalen bestaan ook in verschillende Aziatische culturen. Doorgaans gaat het om een hoge beker waarin een stokje of stamper draait om de tabak te verpoederen.
In China bestaat een geweldige cultuur van snuifflesjes van vele soorten glas, kwarts en porselein om de kostelijke poeder in te bewaren. Aan het stopje van het flesje zit een benen lepeltje om de snuif uit het flesje te scheppen. Het verbod op het roken van tabak heeft de cultuur van het tabaksnuiven geweldig gestimuleerd.
In Europa is de gewoonte van het snuiven elitair. Dat zien we in de fraaie en kostbare snuifdozen, maar vooral aan het meest specifieke artikel, de snuifrasp om thuis verse snuif te maken. Deze bestaat uit een ijzeren raps gevat in een verstevigde rug. Gebruikte materialen voor raspen zijn ivoor maar ook wel buxushout of andere fijne houtsoorten.
In de Franse plaats Dieppe ontwikkelt zich het snijden van raspen in ivoor. De plaats Nancy daarentegen staat bekend om gesneden houten raspen. De bovenzijde van de rasp is altijd het mooist versierd, vaak met prachtig snijwerk. Deze kant leent zich voor een familiewapen of een ander persoonlijk teken. Andere voorstellingen zijn mythologisch, moralistisch of ludiek.