Myths and facts about the meerschaum pipe
Author:
Don Duco
Original Title:
Fabels en feiten over de meerschuim pijp
Publication Year:
2009
Publisher:
Stichting Pijpenkabinet
Statuswaarde, appreciatie en kwaliteitsbepaling
Reeds in 1785 schreef de Duitse auteur Heinrich Stilling dat alleen meerschuim een gepast en waardevol geschenk was als teken van ware vriendschap.[1] Deze bewering is een indicatie dat de meerschuim pijp toen al een duidelijke statuswaarde had. Toch krijgt de meerschuim pijp nooit de verspreiding die de kleipijp en de latere bruyèrehouten pijp wisten te bereiken. Reden daarvoor is de relatief hoge prijs die de consument moest betalen. Een illustratie van het enorme prijsverschil is een vergelijking uit 1876 waarin gesteld wordt dat een gros kleipijpen minder kost dan één enkele meerschuim pijp van de goedkoopste soort.[2] De prijs zorgde er dus voor dat de meerschuim pijp een exclusief artikel bleef voor de bemiddelde, gemotiveerde roker met gevoel voor klasse.
Wanneer we de meerschuim pijp in de beeldende kunst bestuderen, dan blijkt daaruit dezelfde statuswaarde. In herbergtaferelen of in het boerenmilieu komen vrijwel nooit bijzondere pijpen voor laat staan exemplaren van meerschuim. Hier wordt volop uit kleipijpen gerookt, in de latere tijd afgewisseld met eenvoudige houten pijpen. De meerschuim pijp zien we slechts in gebruik in huiselijke sfeer en uitsluitend in de betere kringen. In het Biedermeiermilieu vormt de meerschuim pijp nog wel eens een luxe attribuut waarmee de geportretteerde zich extra cachet geeft. Verder bepaalde de welstand van het milieu of de meerschuim pijp uitsluitend bestemd was voor de zondag of ook dagelijks gebruikt werd. Pas als rust en status worden uitgedragen komt zij tevoorschijn; voor de werkende klasse is dat hoogstens eenmaal per week, voor de aristocratie kan dat iedere dag zijn.
Na de imposante biedermeier tabakspijp komt de meerschuim sigarenhouder in de mode, aanvankelijk bestemd voor de dandy. Het gaat niet langer om het massieve voorkomen, maar juist om het joyeuze, luchtige. Nadat de trend in de toplaag is gezet en de statuswaarde van de sigarenhouder is gevestigd, wordt deze gewoonte overgenomen door de burgerman. Het amusement en het stoute van de luxe pijpen verworden in enkele decennia tot het meest burgerlijke product, die duffe hondjes, paardjes en herten tonen die met weinig zwier gesneden zijn. Daarnaast blijft er altijd een kleine restgroep van elitaire rokers die wel gevoelig zijn voor mooie ontwerpen. Voor hen zijn de prachtige gezichtpijpen gesneden en de uitzonderlijke onderwerpen, vaak in kleine oplage of als unicum tot stand gekomen. Sterkste voorbeelden hiervan zijn natuurlijk de pijpen waarin een persoonlijk wapen, initialen of een naam verwerkt is. Dergelijke bijzondere voorwerpen benadrukken de artistieke waarde van de meerschuim pijp en staan diametraal tegenover het fantasieloze massaproduct.
De exclusiviteit van de meerschuim pijp wordt verder onderstreept door de beperkte beschikbaarheid. We zagen al dat de rokers in Budapest en Wenen al in de vroege negentiende eeuw in de diverse winkels een ruim aanbod vonden. Kwam je echter verder van het Habsburgse Rijk als centrum dan werd de keuze beperkter. Toch loopt de verspreiding van de meerschuim pijp ook over de Duitse staten, vandaar dat wel wordt gezegd dat de meerschuim pijp een artikel uit het Duitstalige gebied is. Het raffinement van de Duitse producten blijft overigens achter op het Oostenrijks-Hongaarse.
In Frankrijk was de ontwerplijn van de meerschuim pijp op de bruyèrepijp gestoeld. Vanaf 1850 domineerde Parijs het modebeeld, andere grote Franse steden volgden die lijn. In Nederland is het voorkomen van de meerschuim pijp beduidend minder courant omdat het cultuurgevoel er ontbrak. Het aantal winkels waar je in de negentiende of begin twintigste eeuw pijpen van meerschuim kon kopen was gering en beperkte zich tot enkele grotere steden. Zeker is dat de Nederlandse roker beperkt was in zijn keuze. De firma Wasmann in Amsterdam moet voor Nederland de belangrijkste zaak zijn geweest (afb. 118). Daarnaast waren er elders ongetwijfeld kleine winkels met een bescheiden assortiment waarin het algemene overheerste. Het economische rendement zal daar de selectie beperkt hebben tot de goedkopere standaardmodellen.
Voor de consument was de appreciatie van de pijp gelegen in de schoonheid die hij aan zijn rookinstrument toedichtte, maar uiteraard stond deze in nauwe relatie tot de wijze waarop de pijp zich tijdens het roken gedroeg. Het comfort van de pijp bleek uiteindelijk pas bij het gebruik. Overigens is het zo dat een goede roker uit een composiet pijp aangenaam kan roken, terwijl een haastige consument van de beste blokmeerschuim nog niet kan genieten. De persoonlijke waardering is dus buitengewoon subjectief en houdt bovendien nog sterk verband met de soort en snede tabak. Tenslotte was er nog de emotionele waarde van de pijp, veroorzaakt doordat het object een geschenk was van een dierbare, een herinnering aan een speciale gelegenheid of was gekocht op een memorabele plaats of op een bijzonder moment.
Tegenwoordig laten de rookeigenschappen zich helemaal niet meer inschatten, omdat we alleen kleur, textuur en gewicht van de pijp kunnen beschouwen, niet de smaak. Om die te leren kennen zou de pijp opnieuw moeten worden ingerookt. Zeker is dat er een geweldige productie aan valse meerschuim is geweest die nog maar zeer ten dele ontmaskerd is. Veel bewaard gebleven meerschuim pijpen moeten nog devalueren tot de categorie imitatie. Zelfs bij etuiopschriften als qualité sublime en qualité supérieure is er voldoende reden aan de zuiverheid van de grondstof te twijfelen. De misleiding van de consument van weleer zet zich dus voort in de beoordelingsbeperking van de hedendaagse verzamelaar of liefhebber.
Vanwege de populariteit van de meerschuim pijp is het dus niet verwonderlijk dat pijpenfabrikanten die andere materialen verwerken waar mogelijk gebruik maken van de positieve uitstraling van meerschuim. Het woord meerschuim is voor de roker synoniem aan vochtabsorptie en dus aan smaakvol roken. Fabrikanten en handelaren adverteren daarom hun kleipijpen met meerschaum clays of pipes light as meerschaum. Zelfs de maïskolf pijpenfabriek in Washington hanteert de aanduiding Missouri meerschaum, een volstrekt onterechte aanprijzing al zal die zeker een verkoopbevorderende werking hebben gehad.
Wanneer de pijp van rookinstrument een verzamelaarobject wordt, tellen de persoonlijke, emotionele en gebruikskwaliteiten niet langer. Dan spelen andere factoren en gaat het om de waardering voor de vormgeving en decoratie in samenhang met de kleur en patina die de pijp heeft gekregen. Deze beoordeling lijkt subjectief maar is dat niet, want zowel antiquairs als verzamelaars weten de artistieke kwaliteit doorgaans zodanig op waarde te schatten dat een vrij consistente prijsbepaling ontstaat. Slechts pijpen met extreem zeldzame thema’s of decoraties die een eigen verzamelcircuit kennen, zoals fietsen of erotiek, behalen beduidend hogere prijzen. Onvermijdelijk laten zich daarin wel modes en rages herkennen, waardoor bepaalde pijpen in een zekere periode meer waardering oogsten dan andere.
Overigens vinden verzamelaars het duiden van het meerschuim naar kwaliteit van gering belang. De rangorde van blokmeerschuim via Weense meerschuim naar pseudo of imitatie meerschuim is in het verzamelcircuit geen onderwerp. Hetzelfde geldt voor de montage: is er sprake van barnsteen of een imitatie van wat voor materiaal dan ook. De reden dat verzamelaars daarop maar beperkt letten, is dat velen niet in staat zijn het onderscheid te maken, begrijpelijk want dat is ook buitengewoon moeilijk. Bovendien is het onplezierig de mindere eigenschappen van een voorwerp dat men bewondert naar voren te brengen. Onvermijdelijk is het wel een belangrijk aspect van de juiste beoordeling wanneer men een pijp in de tijd wil plaatsen en vooral wanneer een poging tot toeschrijving aan een productiecentrum of maker wordt gedaan.
Noten
[1] Ehwa, 1974, p 70.
[2] Anoniem (A Veteran of Smokedom), The Smoker’s Guide, Philosopher and Friend, London, 1876, p 68. Als prijs wordt 4 shilling genoemd.
Datering en toeschrijving
Het is niet eenvoudig meerschuim pijpen te dateren en aan een regio of zelfs maker toe te schrijven. Probleem is niet alleen dat het moment van introductie nauwelijks te bepalen is, maar vervolgens dat veel modellen een lange productietijd hebben gehad en door kopiëren uit meerdere plaatsen bekend zijn. Het leren onderscheiden van de mode in het silhouet van de pijp is een belangrijk uitgangspunt voor een onderbouwde datering.
Veel pijpmodelen, versierd of onversierd, laten zich herleiden tot een zuivere grond- of basisvorm. Aangezien er altijd modeverschuivingen in deze basismodellen te onderkennen zijn, kan aan de hand daarvan de eerste grove datering worden gegeven. De periode die uit een dergelijke exercitie voortspruit, kan sterk schommelen. Langlopende modellen laten zich moeilijk in een scherpe datering vangen, bij kortstondige modes ligt dat soms wat gunstiger al blijft dat veel modellen na een periode van onbruik weer opnieuw op de markt zijn gekomen om vervolgens weer verdwijnen. Zo’n tweede of zelfs volgende modeperiode laat zich vaak moeilijk duiden.
Ook de stijl waarin de decoratie van een pijp is uitgevoerd geeft een mogelijkheid tot dateren. Wie de voorstellingen goed bekijkt zal altijd tijdgeboden en kortlopende motieven herkennen, zoals ornamenten ontleend uit de dan heersende stijlen. Verder zijn er talloze voorstellingen uitgevoerd die qua onderwerp maar een beperkte periode populair waren. De beste voorbeelden zijn uiteraard de portretten van eigentijdse figuren als vorsten, militairen en personen uit het politieke en culturele leven. Contemporaine actuele voorstellingen laten zich doorgaans ook scherp dateren.
Misschien lijkt het dat een makersmerk op de pijp of in het etui de datering makkelijker en nauwkeurige maakt. Schijn bedriegt hier echter, want over meerschuimmerken is nog maar weinig bekend. Absoluut zeldzaam zijn die producten waarbij de snijder met zijn naam of zijn initialen heeft gesigneerd (afb. 122). Meer algemeen is de afdruk van een fabrieksmerk op de manchet van de pijp. Vooral de grotere bedrijven hebben dit toegepast, aanvankelijk met een losse letter (afb. 123), later met initialen of de volledige naam van het bedrijf (afb. 124-127). Het gebruik is tussen 1830 en 1850 algemeen, wanneer de fabrieken elkaar met sterk vergelijkbare producten beconcurreren. Bij de grotere werkplaatsen continueren deze merken tot ongeveer 1900. Het voorkomen van een merk wijst doorgaans op een beter product uit een gevestigd bedrijf.
Een vierde dateringmogelijkheid vormt het beslag van de pijp. Veel van de metalen montages dragen ingeslagen merken die naar een streek of periode verwijzen. Wanneer het materiaal uit het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk betreft, zien we een gehaltemerk omgeven door de cijfers die het jaartal van afslaan aangeven. Hoewel dergelijke stempels vaak incompleet zijn afgedrukt en nog vaker sterk gesleten zijn, geven zij het object in ieder geval een scherpe datering. Naast dit keurmerk zien we vaak het meesterteken van de smid bestaande uit één of enkele initialen. Helaas zijn ook dergelijke stempels zelden nader te duiden. Verraderlijk bij het toeschrijven van pijpen op grond van de zilvermontage is dat pijpen in Wenen beslagen bijvoorbeeld in Buda of Pest kunnen zijn gemaakt. De handel in halffabricaten en ongemonteerde koppen is nu eenmaal zeer gangbaar geweest.
In Duitsland wordt het zilver minder consequent gekeurd en als dit is gebeurd zijn de merken ook minder interessant. Zij verraden het gehalte van het zilver, doorgaans uitgedrukt met het stempel "12" voor het aantal lots. Ook hier wordt soms een persoonlijk merkteken toegevoegd, maar helaas is het zeer moeilijk aan deze merken een maker te herleiden. Tenslotte bestaan talloze goedkope messing dekseltjes die van ingeslagen merken zijn voorzien. Zij verwijzen naar Duitse werkplaatsen die machinaal deksels en andere appendages maakten om aan pijpenmakerijen overal in Europa te verkopen.
Het belang van het etui als dateringsmogelijkheid kwam in een vorige paragraaf even ter sprake. De verandering in de gebruikte materialen van de foedralen leveren een mogelijkheid tot dateren. Zo is er in de jaren 1870 op de randen van de etuis een papieren biesje geplakt voorzien van bladgoud balletjes, kenmerkend voor een begrensde periode. Ook het slotje ondergaat in de loop van de tijd veranderingen. De beste mogelijkheid biedt echter het etuimerk, dat met behulp van lokale adresboeken soms een scherpe datering kan opleveren. Ook hiernaar is nog nauwelijks enig serieus onderzoek gedaan.
Het toeschrijven van een pijp van meerschuim aan de hand van gedrukte catalogi is zelden succesvol. Veel catalogi zijn door de concurrent benut om zich op te inspireren en pijpmodellen waren indertijd niet beschermd zodat namaken niet te verhinderen was. Veel ontwerpen zijn daardoor uit talloze bedrijven bekend en vertonen altijd weer een andere detaillering. Wel verraadt de stijl soms een tijdstip van ontstaan, waardoor de vroegste datering van een bepaalde voorstelling vastgesteld kan worden.
Samengevat is het dateren en toeschrijven van meerschuim pijpen dus geen eenvoudige zaak. Kritisch kijken en veel gezien hebben is de beste basis voor veel duidingen al blijft een voortdurend toetsen en herzien van de mening hierover noodzakelijk. In de toekomst zal onze kennis in dit opzicht nog sterk veranderen en vooral toenemen.
Tips voor rokers
Het roken van een meerschuim pijp geeft het ultieme rookgenot en dat kan elke pijproker het beste proefondervindelijk ervaren. Toch doen er over de meerschuim pijp nogal wat geruchten de ronde, waardoor het goed is enkele tips voor de aanschaf en het gebruik van een meerschuim pijp te geven. Om te beginnen iets over de keuze van het pijpmodel. Net zoals bij andere pijpen geldt, is de voorkeur voor een recht of gebogen model een persoonlijke preferentie of liever gezegd een kwestie van uitstraling. De keuze voor een bepaald formaat hangt samen met de gewenste duur van het roken van de pijp en is eveneens sterk persoonsgebonden.
De meerschuim pijp wordt weliswaar geleverd in een stevig etui, maar leent zich toch meer om in rust thuis te gebruiken dan om dagelijks in de zak mee te nemen. Juist omdat de pijp ontspannen thuis wordt gerookt, kan worden afgeweken van een beproefd model. Zo kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een pijp met snijwerk of zelfs een portretkop. Vooral de pijpen met een doorboord of geperforeerd oppervlak zijn typerend, hun soortelijk gewicht is geringer en de koelende werking groter. Een andere optie is een figuurpijp al is het zaak de ketel bij aanschaf goed te bestuderen. Sommige gezichtpijpen zullen namelijk nooit mooi doorroken omdat de ketelwand te grote dikteverschillen vertoont.
Een belangrijke maar lastige opgave is om het materiaal van de pijp te keuren: gaat het om het echte meerschuim, dat wil zeggen blokmeerschuim of is er sprake van persmeerschuim of erger nog van composiet. Alleen blokmeerschuim biedt de verlangde absorptie. Vandaag de dag is het niet eenvoudig een goede pijpenwinkel te vinden, laat staan een specialist die iets van meerschuim weet. Oriëntatie vooraf is raadzaam. Wie ooit in Istanbul op vakantie is geweest, weet dat meerschuim pijpen daar waar de grondstof vandaan komt, in iedere winkelstraat of soek te koop zijn. Hoewel veel winkeliers zich als specialist presenteren, blijkt juist daar het aanbod vaak twijfelachtig van kwaliteit. Wat dat betreft is het beter naar een betrouwbare winkel te gaan waar u ook naar terug kunt keren.
De prijs voor een meerschuim pijp hang samen met drie fatoren: de kwaliteit van het mineraal, het formaat van de pijp en de geslaagdheid van het eindproduct. De beoordeling van de grondstof is buitengewoon moeilijk en hiervoor kan men beter op de vakman afgaan. De relatie tussen formaat en prijs is duidelijk: hoe groter de pijp hoe duurder. De geslaagdheid van het eindproduct is een subjectievere kwalificatie. Wat de een mooi vindt, spreekt de ander niet of nauwelijks aan. Prijzen variëren vandaag de dag van ongeveer tachtig euro voor een kleine pijp van goede kwaliteit tot ongeveer 250 voor de grotere stukken. Wanneer van een bijzonder stuk sprake is bijvoorbeeld door snijwerk of een uitzonderlijk mooie lichte steen dan kan de prijs verder oplopen.
Na aanschaf vangt eindelijk het genot aan: het roken. Het in gebruik nemen van een meerschuim pijp is eenvoudig. De pijp hoeft niet te worden ingerookt maar moet wel al de eerste keer volledig worden gestopt. Dat is noodzakelijk om de pijp mooi egaal door te roken. Bij de eerste keren roken kan de afwerking met bijenwas een lichte bijsmaak geven, soms ook een onverwachte reuk. Na enkele malen opsteken is dat voorbij. Het is raadzaam de pijp altijd volledig leeg te roken en dat is geen probleem want opnieuw aansteken beïnvloedt de smaak niet.
Omdat meerschuim weinig warmte geleidt, wordt de pijp nooit heet en die eigenschap garandeert een koele rook. De absorberende werking van de steen zorgt verder voor een droge en dus smaakvolle rook. Die koelende werking is echter verraderlijk want daardoor neigt de roker harder te trekken met meer warmte tot gevolg. Dat is niet goed want de waslaag aan de buitenzijde verkleurt alleen bij een milde temperatuur, terwijl bij te grote warmte deze juist in de steen trekt en het kleuren belemmert. Wie dus te haastig rookt produceert te veel warmte met als gevolg dat de pijp niet zal kleuren. Om die reden zien we dat de steel vaak donkerder wordt dan de kop, omdat de temperatuur daar lager is.
Het geleidelijk doorroken en dus kleuren van de pijp is een bijkomend genoegen. Het geheim van dit verkleuringsproces heeft miljoenen rokers in de ban gekregen maar ook talloze pennen in beweging gebracht. Zo schreef een Fransman onder het toepasselijke pseudoniem Culot in 1866 een prachtig boekje over de techniek van het doorroken.[1] De door hem gekozen auteursnaam culot refereert overigens aan het residu van verbrande tabak dat in de pijpenkop achterblijft en daar een laagje vormt. Franstaligen hanteren daarnaast het woord la culotte, dat staat voor de uitwendige verkleuring.[2] In geen enkele andere taal bestaat daarvoor een woord.
Het standaardwerk dat Fairholt in 1859 over het roken schreef, geeft een mooi verhaal over het streven de pijp perfect door te roken.[3] Dat gaat uit van het niet laten afkoelen van het rookinstrument. Een gefortuneerde roker sprak daarvoor ooit een regiment soldaten aan die zijn pijp bij toerbeurt rookten, zonder dat deze ooit afkoelde. De eigenaar betaalde de tabak en toen na zeven maanden de pijp naar de opdrachtgever terug ging was deze prachtig donkerbruin gerookt maar werd tevens een rekening van 100 pond sterling gepresenteerd voor de geconsumeerde tabak. Waar of niet, het is een mooi voorbeeld van de status van een doorgerookte meerschuim pijp.
Het egaal doorroken van een pijp is dus een kwestie van behoedzaam gebruik. Zaak is langzaam te roken, zodat de verkleuring vanzelf volgt, zij het dat men wel geduld moet hebben. Van ivoor verandert de pijp in eigeel, bleekoranje, tot kastanjebruin en bruinrood toe. De meest extreme exemplaren worden uiteindelijk bijna zwart. De tint wordt veroorzaakt door tabakssappen in combinatie met warmte, doch wordt gestimuleerd door het roken bij kleine trekjes. Daarbij is het zaak de pijp geregeld te blijven gebruiken, bij voorkeur dagelijks of nog vaker, waardoor deze nooit geheel opdroogt en een egale kleuring ontstaat. Juist het feit dat het doorroken rust en geduld vraagt maakt deze bezigheid tot iets dat niet iedere pijproker eigen is. Wie de pijp slechts enkele malen per week rookt doet er eeuwen over deze op kleur te krijgen, omdat er nauwelijks transport van vocht door de pijp plaats vindt en de kleuring dus achterwege blijft.
Verschillende publicaties vermelden hoe behoedzaam je met een meerschuim pijp moet omgaan. Tijdens het roken wordt de waslaag aan de buitenzijde namelijk kwetsbaar en om ontsierende vingertasten te voorkomen is het gebruik van een lap raadzaam. Men adviseerde de meerschuim pijp in een zachte flanellen lap te roken of met een handschoen vast te houden. Het krassen zei men, kon al gebeuren met een harde lap en daarom vonden andere rokers alleen zijde geschikt. Hoewel lichtelijk overdreven geeft dit wel aan met hoeveel zorg dergelijke pijpen werden omringd. Het vasthouden van een meerschuim pijp is overigens geen bezwaar en er bestaat zelfs een theorie dat dit goed is voor de pijp. Wel is het verstandig de handen voor het roken te wassen, waardoor eventuele ruwe huidplekken door het vocht verdwijnen. Overigens heeft het vasthouden van de pijp ook een positieve eigenschap: het geeft een betere warmtegeleiding.[4]
Helaas levert het doorroken niet altijd een even perfect resultaat op. Reden van een vlekkerige verkleuring hoeft niet bij de roker te liggen het kan ook de aard van het meerschuim zijn die door wisselende dichtheid een ongelijke kleuring laat zien. Eerlijkheidshalve dient te worden opgemerkt dat het doorroken tegenwoordig een minder spannende bezigheid is dan vroeger. Reden daarvoor is dat de hedendaagse tabak grotendeels van teer en nicotine is ontdaan zodat echt donker doorroken vrijwel onmogelijk is. Bovendien is de tegenwoordige tabak te vochtig, met droge tabak wordt een beter resultaat verkregen. De beste kwaliteiten pijpen eindigen tegenwoordig soms meer grauwig dan diep donkerbruin. In zo’n geval valt de roker niets te verwijten, doch is de receptuur van de tabak de boosdoener.
Ten slotte nog enkele waarschuwingen. Meerschuim is gevoelig voor temperatuurverschillen. Er wordt gezegd dat het niet raadzaam is met een brandende pijp van een warme kamer de koude buitenlucht in te lopen om het risico van springen te voorkomen.[5] Het binnen roken is te prefereren, zeker in de winter terwijl tocht en trek een negatieve invloed hebben. Ook het neerleggen van een warme pijp op een marmeren tafel zou tot scheuren kunnen leiden. Na het roken is het niet verstandig de pijp direct in de foedraal weg te bergen. Het rustig uitdampen met een geringe luchtcirculatie is raadzamer en sommige rokers leggen de pijp op een stuk vloeipapier. Overdreven is wellicht het plaatsen van de pijp op een standaard nadat deze is gebruikt.
Over het schoonhouden van de meerschuim pijp bestaan nogal wat tegenstrijdigheden. Sommige rokers zeggen dat je de pijp altijd goed moet reinigen, terwijl anderen beweren dat je de zogenaamde croute, de laatste resten tabak juist in de pijpenkop moet laten zitten om een betere kleuring te bewerkstelligen. Zelfs daarin zijn de meningen dus verdeeld en zij zijn illustratief voor de uiteenlopende beschouwingen over het gebruik van de meerschuim pijp.
In het onderhoud is de meerschuim pijp betrekkelijk eenvoudig. Wat betreft de koollaag aan de binnenzijde van de ketel adviseer ik deze dun te houden maar nooit volledig weg te krabben. Bij het leegmaken van de pijp is het zaak voorzichtig te zijn en vooral de bodem van de pijp niet te beschadigen. Met een metalen pijpenkrabber kan deze in de loop van de jaren gemakkelijk en ongemerkt worden uitgeschraapt met alle nadelige gevolgen van dien. Verder is het raadzaam de pijp zo nu en dan aan de buitenzijde met een vochtige doek af te nemen en daarna zorgvuldig met een droge wollen lap na te wrijven. De pijp blijft dan mooi helder van kleur en aantrekkelijk van glans.
Noten
[1] Culot, Traité théorique & pratique du culottage des pipes, Étienne Sausset Libraire-Editeur, Paris, 1866.
[2] Guyot, 1992, p 90.
[3] Fairholt, 1859, p 196. Ook: Dunhill, 1924, p 236.
[4] Pollner, 1997, p 91.
[5] Guyot, 1992, p 92.
Tot besluit
Het woord meerschuim zal in kringen van pijprokers voor eens en altijd een toverwoord blijven. Kieskeurige rokers gebruikten niets liever dan echt meerschuim. Het renommee van dit materiaal was al in de achttiende eeuw gevestigd en is nooit overtroffen. In die sfeer ontstond een elitair product, dat zich onderscheidde door zijn vormgeving of toegevoegde decoratie, nog onderstreept door zilveren montages, luxueuze stelen en een chique opbergfoedraal. Als optelsom van al deze factoren van luxe had de meerschuim pijp een hoge aanschafprijs en dus ook een belangrijke statuswaarde. De rage van het doorroken gaf de gebruiker nog eens een extra genoegen.
De bloei van de meerschuim pijp ligt tussen 1830 en 1900. In die periode verschuift de aandacht van de tabakspijp naar de sigarenhouder en bovendien van massief en zwaar naar transparant en licht. Geleidelijk veralgemeniseert het gebruik en richt zich van de adellijke kringen steeds meer op de burgerman. Daarmee vervalt de hoogstaande artistieke kwaliteit en verwordt de meerschuim pijp tot een massa artikel met weinig zwier. De kleine werkplaatsen van het eerste uur worden fabrieken met seriële productie en een bijna mondiale klantenkring. Aan het begin van de twintigste eeuw vindt een ommekeer plaats en verdwijnen deze fabrieken in een rap tempo.
Helaas moeten we constateren dat met het afnemen van de cultuur van het pijproken ook de verfijnde smaak voor de meerschuim pijp verdween. De fabricage verhuisde rond 1960 naar de wingebieden waar de productiesnelheid vóór een stijlvol ontwerp komt. Zo verviel de meerschuim pijp in enkele decennia tot een alternatief voor de roker die eens wat anders wilde proberen dan de obligate bruyèrepijp of de eenvoudige kleipijp.
Gelukkig leeft de belangstelling voor de meerschuim pijp voort onder verzamelaars en liefhebbers van antieke pijpen die hierin de artisticiteit van de makers en het mode- en statusgevoel van de rokers van weleer weerspiegeld zien. Dankzij de prachtige vormgeving, de schoonheid en het unieke patina continueert de belangstelling voor de meerschuim pijp in deze kleine kring van connaisseurs die daarmee een stukje van het oorspronkelijke belang van deze luxueuze pijp conserveren.
© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Amsterdam, 2009.
Fotobeschrijving
- Doorsnede van een meerschuimmijn in Turkije met centrale schacht en zijgangen.
Amsterdam Pipe Museum, documentatie - Werklieden reinigen de ruwe meerschuimblokken.
Amsterdam Pipe Museum, documentatie
- Brok ruwe meerschuim met oneffen oppervlak zoals het wordt gevonden.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.592b
- Stuk meerschuim waarvan de oppervlakte verontreiniging is weggesneden.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.592a
- Verontreiniging in het meerschuim, een dunne zandlaag is als een zwart lijntje zichtbaar.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.775
- In het oppervlak van de pijp is een rechthoekig blokje meerschuim ingezet dat van een decoratie is voorzien.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.760
- Voorbeeld van een gedraaide meerschuim pijp met volmaakte vormgeving waarbij de overgang van de ketel naar de steel met de hand is gevormd.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.711
- De verschillende metalen gereedschappen om meerschuim te snijden.
Amsterdam Pipe Museum, documentatie
- Gezichtpijp met behandeling in zogenaamde double cire, waardoor de muts van de voorgestelde wit is gebleven.
Amsterdam Pipe Museum APM 16.894
- Een zogenaamde oliekop met grauwige kleur meerschuim en gespikkeld oppervlak.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.897
- De calciné behandeling in oranjegeel met aan de ketelopening een donkergebrande rand.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.138
- De volmaakt zwarte goudron uitvoering met een volglanzend oppervlak.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.071
- Sculptuur in meerschuim van het borstbeeld van een vrouw op houten sokkel.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.986
- Cataloguspagina met Hongaarse koppen die in vrijwel alle productieplaatsen zijn gemaakt.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.776
- Cataloguspagina met figurale sigarenhouders in gevarieerde vormgeving.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.776
- Cataloguspagina met cilindrische sigarenhouders, meest zonder decoratie.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.776
- Afbeelding uit een fabriekscatalogus met een bonkige grof gesneden gezichtpijp.
Amsterdam Pipe Museum, documentatie
- De Turkse gezichtpijp uit een catalogus met een steel opgebouwd uit segmenten gedraaid meerschuim.
Amsterdam Pipe Museum, documentatie
- Bruyèremodel uitgevoerd in meerschuim inclusief zandstraal afwerking en modieuze bamboe steel.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.706
- Cataloguspagina met moderne meerschuim pijpen uit Tanzania in calciné en goudron afwerking.
Amsterdam Pipe Museum, documentatie
- Gesneden pijp met Engels buldog model en versierd met twee negerfiguren rond de ketel.
Amsterdam Pipe Museum APM 894
- Ingedrukt merk voorstellend een olifant op het roer van een meerschuim pijp.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.342
- Het kenmerkende Turkse model met de verzwaarde ketelbasis en cilindrisch verhoogde ketel, kleurig versierd met stenen en kralen.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.277
- De kalmas met ketel met verzwaarde opening en een basis die vloeiend in de steel over gaat.
Amsterdam Pipe Museum APM 4.360
- De Rakcozi waarbij de ketelbasis duidelijk een gemarkeerde verzwaring laat zien.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.767
- Zakvorm of Ruhla type met kenmerkende cilindrische ketel met verzwaarde basis en rechte iets opgaande steel.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.856
- Zakvorm met uitstaande ketelopening, sterker verzwaarde basis en langere steel.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.403
- Zakvorm met compacter model en meer geprononceerde ketelopening, de steel hier kort en licht uitlopend.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.855
- Zakvorm met de meer zeldzame taps toelopende ketelopening.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.408
- Zakvorm in de geraffineerde empire stijl met onverwacht afgeplatte vormen.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.400
- Zakvorm zonder montage als de burgerlijke versie, de steel verwijdt zich naar het einde tot een onopvallende manchet.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.167
- Prototype van de Hongaarse ketel met zijn hoge cilindrische vorm en ronde onderzijde.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.992
- Hongaar met licht verzwaarde ketelbasis en iets verwijdende filtrand.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.769
- Hongaar met modieus model met nauwe hoge ketel en uitstekende vlakke filtrand.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.076
- Een variant op de Hongaar met brug tussen de ketel en de steel.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.714
- Extreem hoge Hongaar met iets uitlopende ketel, het hoge deksel versterkt de vorm.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.543
- De modernere variant op de Hongaar met lagere wijde ketel en zonder montages.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.157
- De Debrecen met een sterker conische ketel, vaak een iets puntige ketelbasis en meestal met een bescheiden filtrand.
Amsterdam Pipe Museum APM 11.354
- De bijzondere Ulmvorm met bekervormige ketel en ronde afgeplatte vorm.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.401
- Een variant op de Ulm met afgeplatte ketel en aan de ketelbasis omgaande randen.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.640
- Fantasievorm op Ulm gebaseerd met aantrekkelijk vormgegeven ketelbasis.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.652
- Bijzondere wangvorm aan de basis van de ketel ontleend aan de Ulm pijp.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.087
- Het kubieke Noorse model met afgeschuinde buitenranden.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.898
- De moderne Noorse kop zonder montages maar nog met de kubieke vorm.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.896
- Stoere massieve stummel geënt op de Goudse ovaalvormige kleipijp met karakteristieke montage.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.770
- Recht model pijp met stummel ketel en lekbakje aan de steel.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.858
- De Engelse kromkop met knophiel verwerkt tot meerschuim manchetkop.
Amsterdam Pipe Museum APM 4.982
- De Turkse tsjiboek met vlakke schotel en eenvoudige neogotische decoratie.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.009
- Meerschuiminterpretatie van de tsjiboek met massieve vormgeving, de schotel met een parelrand geaccentueerd.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.404
- De Turkse tsjiboek met kelkvormige ketel en ronde onderzijde, op de steel gepersonifieerd met een monogram.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.898
- De populaire billiard met gedrongen moderne ketelvorm en korte rechte tige gemonteerd als een bruyère pijp.
Amsterdam Pipe Museum APM 7.471
- Het modieuze buldog model hier met vergulde metaalmontage rond de ketelopening en tige.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.864
- De chique tweezijdig afgeplatte biljart met zijn ovale ketel van boven gezien.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.361
- Een prachtige kopie van de Goudse kleipijp met ovale ketel en ragfijne steel bestemd om sigaren te roken.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.653
- Op de kleipijp geïnspireerde ketelvorm uitgevoerd in meerschuim met een montage afgekeken van de bruyère pijp.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.900
- De befaamde eierkop met ovale ketel en opgaande steel met manchet hier als oliekop uitgevoerd.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.907
- De moderne variant op de eierkop ofwel de bolkop met ronde vorm en licht opgaande steel met manchet.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.546
- Pijp met eivormige ketel met metalen ketelmontage met vochtsluis en eendenbeen roer.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.904
- De kalebas met ketelinzet van blokmeerschuim en holle koelruimte eronder.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.431
- De hoornvorm hier met twee reliëfbandjes maar vooral geliefd met toegevoegde figurale decoratie.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.411
- De gezondheidspijp met cilindrische ketel, de steel is op eenderde van de ketelhoogte aangezet.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.275
- Het buisvormige tipmodel met barnstenen mondstuk, hier met een eigenaarsmonogram.
Amsterdam Pipe Museum APM 2.180
- Etui met twee sigarenhouders voor verschillende diktes sigaren.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.883
- Tabakspijp met in de ketel een speciale inzet om ook sigaren te kunnen roken.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.435
- Tabakspijp met gebruikelijke ketel en separate inzet om de pijpenkop nauwer en hoger te maken.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.731
- Grote tabakspijp met ingekraste decoratie in Turkse stijl opgesmukt met sierstenen en glas.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.085
- Eenvoudige komvormige pijpenkop met ingedrukte geometrische decoratie.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.612
- Debrecen ketel met vlotte ingedrukte decoratie afgekeken van de kleipijp uit oostelijk Hongarije.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.869
- Oneffenheid in het meerschuim omgevormd tot een ingesneden tempeltje zonder dat dit een relatie met de voorstelling heeft.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.760
- Bolkop versierd in inlegwerk van zilver in de vorm van takjes met bladwerk.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.137
- Tabakspijp met repetitief ingeboord patroon om oneffenheden in het meerschuim te verbloemen.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.989
- Ketel met tonvormig model voorzien van geboorde decoratie die bij het roken een aantrekkelijke verkleuring geeft.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.990
- Pijpenkop met een diep uitgesneden reliëfvoorstelling met jachtscène van ruiters te paard, honden en een hert.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.540
- Voorstelling van een staande jager met geweer en hond in laagreliëf uitgevoerd maar toch plastisch.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.538
- Expliciet reliëfwerk in twee kleuren op een volledig versierde tabakspijp met als hoofdvoorstelling Diana als godin van de jacht.
Amsterdam Pipe Museum APM 995
- Gedetailleerde reliëfvoorstelling rond de pijpenkop van een muziektent in een park.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.081
- Uiterst fijn gesneden jachtvoorstelling als onderdeel van een overversierde pijp met meer jachttaferelen.
Amsterdam Pipe Museum APM 998
- Pijpenkop met eenvoudige decoratie op de voorzijde waardoor het model van de pijp vrijwel onaangetast blijft.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.076
- Stippelmotief op het fond om oneffenheden van het meerschuim te verdoezelen.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.541
- Zogenaamde herderspijp of lap pipe van massameerschuim met grove decoratie en vals jaartal.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.862
- Hongaars model met wervelende voorstelling van Napoleon te paard.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.077
- De afbeelding van keizer Napoleon en koning Frederik II als rustende helden.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.253
- Een op bestelling gesneden heraldische voorstelling met familiewapen.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.154
- Hongaars model met aan de voorzijde op bestelling gesneden eigenaarinitialen.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.796
- Pijpenkop met speciaal gesneden ordeteken en lint van de Orde van de Kousenband.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.105
- Hoge ketel met aan de empire ornamentiek en gotiek ontleende geometrische decoratie.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.536
- Slanke hoge pijpenkop met jachtvoorstelling omgeven door een neogotische omlijsting.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.801
- Ovaalvormige pijpenkop gehouden door een viertenige vogelklauw.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.055
- Sint Joris en de draak in figurale uitwerking, het hoofd is het deksel van de pijp.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.800
- Tabakspijp met twee stroomgoden, een wapenschild aan hun voeten.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.485
- Borstbeeld van de schilder Rubens met karakteristieke kledij en breedgerande hoed.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.109
- Borstbeeld van een Creoolse met fijne gelaatstrekken en ontblote borst.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.069
- Een populair motief, de Zoeaaf met cilindrische muts met kwast.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.063
- Portretpijp van een karakterfiguur: de gemoedelijke veldwachter met verfrommelde pet met klep.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.430
- Een galante dame, een van de vele algemene gezichtspijpen.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.298
- Mansportret toegeschreven aan de snijder Hartmann uit Wenen.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.297
- De kop van een wild zwijn, een geliefde voorstelling onder jagende rokers.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.839
- Kop van een koe, de eenvoudige figuurpijp met weinig boodschap.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.337
- Sigarenpijp met verfijnd portret van de schilder Rembrandt, de sigarenhouder in de baret geplaatst.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.336
- Figurale sigarenhouder in de vorm van een naakte vrouw in driedimensionale pose.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.741
- Prachtige driedimensionaal gesneden voorstelling van een liefdespaar op stoel.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.233
- Licht erotische voorstelling van een zittende vrouw met sigarenhouder in haar kruis.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.406
- Sigarenhouder met een liggende vrouw begluurd door een faun vanachter de bosjes.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.300
- Sigarenpijp voorstellende een Napolitaanse visser een tabakspijp rokend.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.473
- Sigarenhouder met ketel in de vorm van een struisvogelkop.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.297
- Vroeg ovaalvormig etui langs de randen versierd met boekbindersstempels.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.694
- Etui voor een meerschuim pijpenkop met afgeplatte onderzijde, de randen afgezoomd met gouden balletjes.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.076
- Figurale tabakspijp voorstellend een Turkenkop in etui dat tijdens het roken om de pijpenkop blijft.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.134
- Foedraal voor de volledige pijp zoals vanaf 1850 gebruikelijk is, aan de binnenzijde voorzien van een handelaarsmerk.
Amsterdam Pipe Museum APM 342
- Eervolle vermelding op etuirand van leveringen aan het koningshuis en de ontvangst van verdienstepenningen.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.297
- Adres van de maker en verwijzing naar het hofleverancierschap op de rand van een foedraal.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.510
- Etui aan de buitenzijde voorzien van de eigenaarsinitialen van de roker.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.901
- Deftig houten kistje voor een meerschuim pijpenkop compleet met een roer van ivoor, slap en kwasten.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.514
- Etiket met de naam van de pijpenwinkel "Au Phenix" in Lille.
Amsterdam Pipe Museum APM 16.894
- Etuimerk van de beroemde firma Sommer uit Parijs inclusief de prachtige winkelnaam.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.811
- Etui-etiket van de maker Rabe uit Brussel.
Amsterdam Pipe Museum APM 16.899
- Verzorgd etui-etiket waarop het adres van een maker en handelaar uit Brussel.
Amsterdam Pipe Museum APM 2.341
- Het merk van de firma Wasmann uit Amsterdam.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.064
- Etuiopschrift van de snijder en handelaar Hintze uit ’s-Gravenhage.
Amsterdam Pipe Museum APM 7.559
- Etuimerk met moderne vormgeving van de firma Andreas Bauer uit Wenen.
Amsterdam Pipe Museum APM 7.471
- Etuimerk in goud waarmee de algemene kwaliteit van het product wordt aangeprezen.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.332
- Makerssignatuur met letters M.E. onopvallend verwerkt in de voorstelling.
Amsterdam Pipe Museum APM 17.076
- Makerssignatuur op de kopse zijde van het manchet bestaande uit de letter "S" van Heinrich Schilling in Wenen.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.100
- Makersmerk met de volledige naam van de maker Sandor Weisz in Budapest
Amsterdam Pipe Museum APM 19.867
- Ingedrukt makersmerk op de kopse zijde van het manchet met opschrift Donath.
Amsterdam Pipe Museum APM 15.648
- Makersmerk ingedrukt op de kopse zijde van de manchet met naam Vegiato.
Amsterdam Pipe Museum APM 19.539
- Het beroemde merk van de Weense firma Adler in intaglio op de kopse zijde van de manchet.
Amsterdam Pipe Museum APM 18.500
Literatuurverwijzing
De belangrijkste publicaties over meerschuim:
Don Duco, Meerschuim, Amsterdam, 2009.
Carl Ehwa, The Book of Pipes & Tobacco, New York, 1974, p 66-95.
Guyot, Les pipiers français, Histoire et tradition, Thomery, 1992, hfst VII, Les pipes en écume, p 86-101.
Ference Levárdy, Our Pipe-Smoking Forbears, Budapest, 1994.
Walter Morgenroth, ‘Meerumwoben – schaumgeboren … Das Ende einer Saga. Zur Herstellung der Meerschaumpfeifen im 17. und 18. Jahrhundert‘, Knasterkopf, Heft 12, 1999, p 30-59.
Ben Rapaport, Collecting antique meerschaum pipes, miniature to majestic sculpture, 1850-1925, Atglen, 1999.
G.M. Raufer, Die Meerschaum und Bernsteinwaren-Fabrikation, Leipzig, 1876.
Tentoonstellingscatalogus: The history of the Hungarian pipemaker’s craft, Hungarian history through the pipemaker’s art, Budapest, 2000.