The wall rack for miniatures, a souvenir between pipes and pottery
Author:
Don Duco
Original Title:
Het wandrekje voor miniatuurtjes, een souvenir tussen pijpen en plateel
Publication Year:
2008
Publisher:
Stichting Pijpenkabinet
Description:
Extensive article about the miniature pipe racks as a transition product between pipes and pottery made by former Gouda pipe factories between 1920 and 1960.
Ter herinnering aan een bijzonder uitstapje of een korte vakantie hing bij veel Nederlandse burgermansgezinnen een trofee in de vorm van een rekje met miniatuurpijpjes aan de wand. Begonnen als luxe curiosa veranderde dit artikel al gauw in een geliefde souvenir voor dagtoeristen of een geschenkartikel voor de familie op het thuisfront. Dit schijnbaar onbelangrijke voorwerp is interessant omdat het een product is op het grensgebied van kleipijpen enerzijds en de aardewerk- en plateelnijverheid anderzijds. Het wandrekje voor miniatuurpijpjes werd in Gouda geboren op een moment dat de Goudse pijpenfabrieken de ontwikkeling van de doorrokerproductie hadden overwonnen en zich geleidelijk op kleine ceramische voorwerpen gingen toeleggen. De groeiende reeks ceramische artikelen waar de fabriek bij orderslapte toe over ging werd in productie genomen omdat zij gemakkelijker verkochten dan de tabakspijpen.
Pullen en prullen in de vorm van bekertjes en vaasjes, asbakken, miniatuurgoed en een enkel klein plastiekje zijn de nevenartikelen geweest waar ook de miniatuurwandrekjes toe behoren. Al dit goed had een technische overeenkomst met de doorrokerpijp omdat zij op dezelfde wijze werden gemaakt. Er werd gebruik gemaakt van een gietprocédé waarbij vloeibare klei in gipsen mallen werd gegoten. Wanneer het gips het vocht uit de klei voldoende had opgenomen kon het voorwerp uit de vorm worden gehaald. De malnaden werden gladgesneden en vervolgens weggesponsd. Daarna werd het artikel biscuit gebakken. In een tweede ronde volgde de beschildering en het glazuren in uiteenlopende kleuren en motieven, steeds afhankelijk van de mode en de marktvraag. Wat de wandrekjes met miniatuurpijpjes zo bijzonder maakt, is dat zij naast een promotieartikel voor de oorspronkelijke kleipijpen ook een marriage zijn tussen de gekaste pijp en het gegoten ceramische product.
Zoals opgemerkt wordt het wandrekje geïnitieerd na de start van de doorrokerpijp. Tussen de jaren 1900 en 1915 hadden de drie gevestigde Goudse pijpenfabrieken hun marktaanbod met gegoten pijpen verbreed. Dit gebeurde in navolging van Duitse pijpen die hier werden geïmporteerd en in Gouda werden nagemaakt door een telg van een Goudse pijpenfamilie die hiervoor een nieuw bedrijf startte.[1] De drie andere grote fabrieken, de firma’s Van der Want en de firma Goedewaagen volgden dat initiatief, toen de doorroker op de markt een groot succes bleek. Deze productielijn leidde in de jaren 1910 tot verbreding met algemene ceramische voorwerpen, die voor de verschillende fabrieken ieder een eigen avontuur werden.
Dit artikel is geheel gewijd aan het wandrekje voor miniatuurpijpjes. Het gaat in op de ontwikkeling van het product, het beschrijft de ontstaansgeschiedenis en interpreteert de vormvariëteit en decoratiepatronen. Door middel van materiaalvergelijking laat het de effecten van wederzijdse beïnvloeding zien waarmee tevens de modelijn kan worden geduid. Daarnaast gaat het in op de bijzondere decors en specifieke schilderconcepten die bij sommige bedrijven tot stand kwamen.
De versie in Gouds groen
Kleipijpen in miniatuur zijn al vanaf de achttiende eeuw als nevenartikel in de pijpenmakerij gemaakt.[2] Zij werden op de traditionele wijze geperst in een tweedelig messing persvormpje. Hun lengte ligt meestal tussen de vier en vijf centimeter, lange pijpjes hebben een steellengte tot ongeveer twaalf centimeter. Verpakt in een miniatuurmandje of later in een met fraai papier beplakt doosje werden deze producten verkocht in luxe winkels om als geschenkartikel te worden doorgegeven (afb. 1). Een duidelijke pronkfunctie kregen de pijpjes die in een poppenhuis belandden. Naast kartonnen doosjes werden ook wel standaardjes in miniatuur gemaakt om de kleine pijpjes in te presenteren (afb. 2). Zij passen in de oneindige reeks van miniatuurzilveren voorwerpen die een geliefd verzamelartikel waren. Behalve zilver werd ook gedraaid hout of ivoor gebruikt, voor het burgermilieu later aangevuld met messing.
In de tijd dat de firma P. Goedewaagen & Zoon in Gouda haar fabriek verbreedt met aardewerkproducten van uiteenlopende aard, wordt ook een wandrekje voor miniatuurpijpjes ontworpen (afb. 3). Voor Goedewaagen was dat een heel begrijpelijk artikel. Al sinds het midden van de negentiende eeuw was aan hun pijpenmakerij een grofaardewerkfabriek toegevoegd. In dat bedrijf, pottenbakkerij De Star geheten, werden de potten met pijpen gebakken maar kwam als nevenactiviteit het Goudse gebruiksaardewerk tot stand. Dit goed kenmerkt zich door een rode scherf met transparant glazuur, maar de meer specifieke variant had een witte scherf met een groengetint loodglazuur dat bekend stond onder de naam Gouds groen. Door een wandrekje voor pijpen in miniatuur te maken in deze groene kleur verenigde zij de beide branches van hun fabriek in één product.
Vanaf 1916 start men bij Goedewaagen met een lijn van fijnere ceramische voorwerpen. Kenmerkend is een dunne witgetinte scherf met een tamelijk verfijnde structuur. Overigens is hier geen sprake van een doorrokerscherf wat altijd is beweerd, maar eerder van een speciaal ontwikkelde aardewerkscherf die het meest weg heeft van het Engelse cream ware doch in Nederland onder de naam kalkaardewerkscherf bekend wordt. De specifieke heldergroene tint van het glazuur is kenmerkend voor de periode vanaf 1917 en stemt overeen met de kleur van het Goudse groen van die tijd dat eveneens een verfijning had ondergaan. Het product is in feite een synthese tussen het veel grovere Goudse aardewerk en de verfijnde doorroker en krijgt de naam Gouda luxe.[3]
Ontwerper van het eerste wandrekje is Jan van Breukelen, die in 1918 bij Goedewaagen voor de vormgeving van het aardewerk werd aangesteld. In hoeverre het ontwerp uit eigen koker kwam, of was gebaseerd op een bestaande versie van bijvoorbeeld metaal is onduidelijk. Gekozen is voor een ruitvormige achterplaat met gecontourneerde buitenrand. De richel met de gaatjes om de pijpen in te hangen loopt precies halverwege het voorwerp, terwijl aan de bovenzijde twee gaatjes zijn aangebracht om een koordje door te rijgen om het rekje op te hangen. Het voorwerp krijgt modelnummer 164 toegekend en het wordt in het modellenboek omschreven als pijpehangertje voor miniatuurtjes. Het ontwerp komt eind 1921 tot stand.
Gevuld met Goudse pijpjes uit de kasterij van hetzelfde bedrijf werd dit een geslaagd souvernirartikel voor Gouda als pijpenstad. Vandaar het opschrift GOUDA dat direct onder de richel voor de pijpjes is te lezen. Deze tekst wordt onderstreept door een motief dat het midden heeft tussen een halve geopende bloem en de stralen van de zon. Dat dit artikel ook voor verkoop in andere oorden is gemaakt, wordt bewezen met een versie waar het woord Gouda achterwege is gelaten (afb. 4). Met een niet heel goed gedetailleerd reliëfhuisje was dit voorwerp ook voor de algemene markt geschikt, mede omdat het oog van de consument van toen minder kritisch was. Het matig gedetailleerde geveltje zou even goed ook een historisch pand uit een andere plaats kunnen voorstellen.
Aan de achterzijde is het wandrekje ongeglazuurd gelaten al hier is wel een gestempeld fabrieksmerk aangebracht met de intagliotekst GOEDEWAAGEN GOUDA HOLLAND, het eerste woord gebogen boven de andere twee. Op dit merkteken is ter accentuering nog een likje groene glazuur aangebracht. Gelijktijdig werd door Goedewaagen een gewoon pijpenrek in hetzelfde Gouda luxe uitgevoerd, bestemd voor normale tabakspijpen (afb. 5).[4] Ook dit rek heeft hetzelfde heldergroene glazuur en ook bij dit voorwerp is als decoratie een in reliëf uitgevoerde stadhuisgevel aangebracht, die schuins uit het veld steekt.
De plateeluitvoering
Naast Koninklijke Goedewaagen waren en twee meer traditionele pijpenfabrieken, de firma’s P. van der Want Gzn. in de Kuipersteeg en de firma P.J. van der Want Azn. in de Keizerstraat in Gouda. Bij beide familiebedrijven ging de leiding al generaties van vader op zoon over. Een andere overeenkomst is dat bij beide bedrijven de doorroker werd geïntroduceerd en wel in 1914 en 1917. Voor beide fabrieken leidde dit tot basisverbreding met een plateellijn, die zij onder een meer artistieke naam brengen. De firma P. van der Want Gzn. signeert hun producten met Ivora, de firma P.J. van der Want Azn. gebruikt de naam Zenith.
De temperamentvolle directeur Ivon van der Want van de firma P. van der Want Gzn. genoot met zijn productielijn van kunstaardewerk snel bekendheid. In tegenstelling tot Goedewaagen richtte Ivon van der Want zich sterker op het beschilderde aardewerk. Ook in dit bedrijf werden wandrekjes voor miniatuurpijpjes een gepaste schakel tussen de traditionele tabakspijpen en het plateelgoed. Nu werd niet het Goudse groen als uitgangspunt genomen maar het zogenaamde glanzende plateel, dat na beschildering met een laagje loodglazuur werd overdekt en daardoor een prachtige glans of glos verkreeg. De eerste versie van een wandrekje beschilderd in de trant van het Goudse glossy plateel komt in 1918 in productie. Het gegeven dat het rekje modelnummer 351 meekrijgt, wijst erop dat de modellenlijst van Ivora bij de introductie van dit rekje reeds fors in omvang was. Het rekje van Ivora ontstond dus enkele jaren eerder dan dat van Goedewaagen.
Het oudste type rekje stemt qua formaat overeen met de vroegste curiosa artikelen die naast de doorroker op dezelfde afdeling werden gemaakt. Het sieraardewerk werd meeverkocht in de reeks gevarieerde voorwerpen die als bij toverslag in Gouda waren opgenomen in het assortiment van de Goudse werkplaatsen, aanvankelijk als bijartikel maar al gauw werd het plateel een waardige hoofdlijn. Het oudste rekje heeft een klein vierkant formaat met een onverwachte contour met licht inzwenkende zijden en afgeschuinde onderhoeken (afb. 6-8). Langs de bovenrand zijn drie oogjes aangebracht om het voorwerp op te kunnen hangen, de buitenste om een koordje aan te maken, de middelste kan direct voor een spijkertje dienen. Het rekje is zo klein en zo compact dat de miniatuurpijpjes er bijna onderuit hangen hetgeen ontwerptechnisch gezien niet zo geslaagd is.
De decoratietrant van dit plateelgoed was overgenomen van de fabrieken in Purmerend, waar al vanaf het begin van de twintigste eeuw decors waren ontwikkeld in een vernieuwde flamboyante schilderstijl.[5] Ook invloeden van andere fabrieken als bijvoorbeeld Rozenburg zien we in de Goudse decors terug. Dat laatste is niet verwonderlijk want toen deze fabriek in 1917 sloot, vonden talloze plateelschilders in Gouda werk die zo de Haagse decoratietrant overbrachten. In het begin stemt het palet sterk overeen met het Purmerends plateel, waarin de donkere kleuren en het hoogglanzende glazuur overheersen. Decors van concurrenten worden dus geschikt gemaakt om op het Goudse curiosagoed te worden toegepast.
Aanvankelijk sluit het decor aan bij de plateelmotieven uit de Nieuwe Kunst en gaat het om zelfstandige siervoorwerpjes met een veelal floraal decor in een zorgvuldig bedachte schikking. De beschildering in een luxe plateeldecor plaatst dit wandrekje direct naast de andere luxe artikelen uit de plateellijn. Alleen het formaat van het pijpenrekje is zeer bescheiden, alhoewel dit weer naadloos aansluit bij het formaat van de kleine pijpjes. Hoeveel verschillende decors op dit rekje zijn uitgevoerd, is onduidelijk. Afgebeeld wordt het decor clematis (afb. 6) geïnspireerd op de ranonkelachtige klimplant waarvan de rode kleur van de bloemen op fantasie berust.
Voor de minder smaakbewuste consument devalueert het decor al binnen enkele jaren naar meer toeristische onderwerpen, zoals een staande Hollandse boer en boerin (afb. 7), later verruild voor de stadhuisgevel van Gouda met opschrift (afb. 8). Gelijktijdig verschuift de verkoop van de luxe winkels voor geschenkartikelen naar de souvenirbranche. Hoewel dit plateel wandrekje buitengewoon fijn van aard is, ontstond er door het geringe formaat al gauw een ongunstige prijs-kwaliteitverhouding. Het was wellicht verstandiger een meer substantieel artikel te maken, dat productietechnisch niet meer werk was maar tegen een hogere prijs kon worden verkocht, simpelweg omdat het groter was.
Gelijktijdig met het eerste wandrekje zijn er ook traditionele pijpenstandaards in miniatuurformaat van keramiek gemaakt. Zij werden echter nooit een rage en zijn slechts door enkele fabrieken geproduceerd. Reden voor de mindere populariteit is dat zij lastiger te produceren waren en bovendien was het tijdrovender deze te decoreren, terwijl er voor een hoofdvoorstelling geen ruimte was. Als souvenirartikel waren zij voor winkels buiten Gouda bovendien minder herkenbaar. Een verkoopbelemmerende factor was bovendien dat de pijpenstandaard in de twintigste eeuw al geen gangbaar artikel meer was, terwijl het wandrek voor tabakspijpen wel tot de huisraad van menig huisgezin behoorde en dus beter aan een bestaand voorwerp appelleerde.
Het vroegste voorbeeld van een traditionele pijpenstandaard in miniatuuruitvoering stamt uit de fabriek van Ivora (afb. 9). Het modelnummer 350 wijst terug naar introductie in 1918. Een tweede exemplaar heeft een meer bijzondere vorm, die in andere materialen niet is uitgevoerd. Het gaat om een standaardje met een ruitvormige bak en een eveneens ruitvormige houder voor pijpjes. Het voorwerp werd op de markt gebracht door plateelbakkerij Iris (afb. 10). Voor beide pijpenstandaardjes geldt dat zij een kleine oplage hebben gehad en zeker geen economisch succes hebben opgeleverd.
Het rekje als massa-artikel
In de loop van de jaren 1920 neemt de belangstelling voor het wandrekje sterk toe en is er van een forse productie sprake. Een nieuwe, grotere uitvoering wordt favoriet met een schildvorm waarbij de contour een gekroond wapenschild omschrijft, met een richel voor het plaatsen van de pijpjes op de scheiding tussen het wapenschild en de kroon (afb. 11-50). De vijf punten van de kroon eindigen in een bescheiden cirkelvorm en geven het voorwerp een aantrekkelijk en markant silhouet. De uitstraling verandert mede doordat het voorwerp fors groter wordt want de hoogte neemt toe van 6,5 à 7 naar 13 à 13,5 centimeter. Een pluspunt is dat bij de schildvorm de pijpjes beter binnen de contour van het voorwerp vallen. Voor het ophangen aan de wand worden twee gaatjes in de kroon aangebracht waardoor een ophangkoordje wordt geknoopt.
Het kleine vierkante wandrekje wordt dus al binnen enkele jaren opgevolgd door een nieuw ontwerp, waarvan het onduidelijk is waar dit tot stand is gekomen. Het schildvormige wandrekje wordt in identieke vorm en verhouding zowel door Ivora als door Zenith geproduceerd. Bij beide fabrieken is dit voorwerp regulier in het assortiment geweest en bij grote aantallen gemaakt. Zowel qua vorm als qua schildering bestaat er een grote overeenkomst, alhoewel bij Zenith de variatie in decors groter is. Toch is het niet logisch te veronderstellen dat Zenith de ontwerper is geweest. De plateellijn van Zenith was in die dagen nog niet sterk ontwikkeld, het is daarom beter Ivora als de initiator te zien en Zenith als de navolger.
Bij Ivora wordt dit rekje met modelnummer 405 in of kort voor 1920 geïntroduceerd. Anders dan het eerste rekje is dit artikel bedoeld voor de souvenirmarkt en wordt ook overwegend in die branche verkocht. Het ontwerp van de beschildering is dan ook duidelijk op souvenirverkopers gericht. Naast het stadhuis van Gouda (afb. 11, 12) is het merendeel van de wandrekjes opgedragen aan populaire toeristische oorden van dat moment. We vinden het Kurhaus uit Scheveningen (afb. 14), een rustaltaar in Heiloo (afb. 15), de Oldenhove uit Leeuwarden (afb. 16 ) en de haven van Middelharnis (afb. 17). Aan een belangrijke toeristische plaats als Valkenburg zijn minimaal drie rekjes gewijd: de Berkelpoort (afb. 19), de Grendelpoort (afb. 20) en de watermolen (afb. 21). Soms zijn onbelangrijke gebouwen op weinig aantrekkelijke plaatsen op het schildje aangebracht. Wat te denken bijvoorbeeld van het postkantoor uit ’s-Gravenzande (afb. 22). Zo’n voorwerp kan als relatiegeschenk in de categorie speciale opdrachten besteld zijn.
Bij het schildvormige wandrekje raakt de opzet van het schilderwerk sterk gestandaardiseerd. Bij Ivora wordt het voorwerp door donkere kleuren gedomineerd (afb. 11-24), een palet dat rechtstreeks uit de Nieuwe Kunst van rond de eeuwwisseling is overgenomen. De kleur donkergroen voor het fond is bijna standaard, terwijl de hoofdvoorstelling tegen een licht spaarveld is geschilderd. De randen van het voorwerp zijn met zwarte contouren gemarkeerd. Opvallend is de afwerking met een prachtige hoogglanzende transparante glazuurlaag die rondom het voorwerp gaat. Ook de achterzijde is effen groen en laat altijd drie proenpunten zien. Het enige nadeel van dit voorwerp was dat bij een gevuld rekje de aantrekkelijke geschilderde voorstelling door de pijpenstelen werd doorsneden. Op het prominent aanwezige fabrieksmerk aan de achterzijde kom ik nog terug.
Kenmerk is behalve het specifieke palet ook de uitbundige wijze van decoreren. De hoofdvoorstelling loopt qua onderwerp sterk uiteen al is deze steeds in dezelfde trant uitgevoerd. Het gaat om kleine schilderijtjes met een hoge graad van realisme. Duidelijk is sprake van geoefende schilders met een vlotte penseelvoering. Tenslotte wordt aan de uitbeelding bijna altijd een plaatsnaam verbonden om de voorstelling te duiden en de functie als souvenir te onderstrepen. Slechts één rekje is daarvan uitgezonderd (afb. 24). Terwijl de beschildering van het hoofdonderwerp varieert is de invulling van de kroon sterk gestandaardiseerd. Hierop wordt tegen het donkergroen van het fond een gestileerd bloemmotief aangebracht, aan weerszijden gemarkeerd door eenvoudige spiralen in geel die links of rechtsom draaien en voor een passend evenwicht zorgen.
Het leidt geen twijfel dat de rekjes met een plaatsgebonden schildering bedoeld waren voor een specifiek verkooppunt. Hoe de afzet precies in zijn werk ging is niet duidelijk. Vermoedelijk werd de detailhandel door de vertegenwoordiger geïnteresseerd en bestelde de afnemer op basis van een voorbeeld enkele rekjes. Als inspiratie voor het ontwerp zal dikwijls een ansichtkaart of ander soort afbeelding zijn gebruikt. Uiteraard werden deze rekjes in serie geschilderd want routine is een vast onderdeel voor de meeste plateelschilders. Per voorstelling zal hun aantal niet heel groot zijn geweest. Onduidelijk is in hoeverre er van een ponsief werd gebruikgemaakt of dat ze geheel uit de hand werden geschilderd. Het laatste lijkt niet zo waarschijnlijk al gebeurde het schilderen in beide gevallen altijd aan de hand van een zorgvuldig ingekleurd schildervoorbeeld op papier op ware grootte.
Nuchter beschouwd blijft het pijpenrekje een wonderlijk artikel door het onverwachte contrast van de ouderwetse gekaste pijpjes met het moderne plateeldecor. In Gouda heeft de combinatie wel een logische betekenis als uiting van beide locale nijverheidstradities. Buiten Gouda verkocht verliezen de miniatuurpijpjes hun souvenirwaarde en zouden bijvoorbeeld lepeltjes meer toepasselijk zijn. Toch blijkt het product succesvol, waarschijnlijk omdat het een modern en kleurig geschenk was dat voldoende appelleerde aan het gewone gangbare wandrek met tabakspijpen dat in vrijwel ieder huis hing. Die houten rekken met hun gebruikte, vaak afgekloven pijpen vormden een schril contrast met deze elegante kleurige wanddecoratie, terwijl de pijpjes door hun miniatuuruitvoering aandoenlijk genoeg waren om tot ieders verbeelding te spreken.
Veel wandrekjes zijn4 van een schilderssignatuur voorzien en in sommige gevallen is de schilder ook te achterhalen. Aardig is het om van twee verschillende schilders hun resultaat te vergelijken. Zo zien we bij rekjes met de stadhuisgevel van Gouda (afb. 11 en 12) hoe hetzelfde onderwerp op verschillende wijze werd uitgewerkt. De meeste schilders voegden aan weerszijden van de stadhuisgevel de gevelwand van de Goudse Markt toe, waarmee de hoogtebreedte verhouding van de voorstelling beter werd. In uitwerking is die gevelrij altijd weer verschillend. Eén schilder volgde zijn eigen idee en plaatste de contour van de Waag rechts en de Agnietenkapel links op de afsnede (afb. 33). Hier was geen sprake van een nuchtere waarneming ter plekke maar van een herinnering van bekende beeldelementen buiten de topografische samenhang.
Naast de voorstellingen zelf kunnen we ook nog kijken naar de schilderkunstige uitwerking van de rekjes. Uiteraard vertoont het resultaat van de ene schilder duidelijk meer zwier dan van de ander. Een kenmerk van het schilderwerk is dat het serieel werken tot een zekere verstarring in de uitbeelding leidde. Dat zien we bij de rekjes vrijwel nooit en dat is niet verwonderlijk want per voorstelling waren de oplages niet groot. Slechts in zeldzame gevallen wordt bij het schildvormige rekje de souvenirdecoratie verruild voor een zuiver decoratieve plateelschildering. Voorbeelden van Ivora zijn zeer schaars (afb. 25). Dan verheft de decoratie zich tot op het niveau van de Nieuwe Kunst en is iedere zweem naar souvenirhandel uitgebannen.
Zenith als tegenspeler
De fabriek Zenith is in de jaren twintig de tweede belangrijke leverancier van schildvormige rekjes. Bij dit bedrijf bestaat een grotere variatie in het decoratieconcept dan bij Ivora. Zenith brengt dit artikel onder modelnummer 76 (afb. 26-33). De introductie vond zeer waarschijnlijk gelijktijdig plaats als de tegenhanger van Ivora onder modelnummer 405, in beide gevallen in of kort voor 1920. Terwijl bij Ivora het donker palet met hoogglanzende afwerking en de souvenirafbeelding overheerst is bij Zenith een totaal ander concept gevolgd, gekenmerkt door een minder arbeidsintensieve schildering. Ook de totale oplage is beduidend geringer geweest. Vermoedelijk ligt de productie bij Zenith op minder dan vijftig procent van die van Ivora. Daarnaast lanceert Zenith enkele andere uitvoeringen waarin zij uniek is.
De oudste versies van Zenith zijn rekjes die op een specifieke manier geschilderd zijn en sterk aan de schildertrant van de doorroker doen denken. Als onderwerp hebben zij stadswapens die als voorstelling op een schildvorm ook toepasselijker zijn dan de schilderijtjes. Deze wapens zijn op een kenmerkende wijze uitgewerkt in sepia-kleur al dan niet opgevrolijkt met enkele meerkleurige accenten. Voorbeelden daarvan zijn de blazoenen van Alkmaar (afb. 26) en Schagen (afb. 27). Het is opvallend dat na deze wapenafbeeldingen het schildje nooit meer met een heraldisch wapen wordt beschilderd, maar steeds met een souvenirafbeelding of in zeldzame gevallen ornamenteel. Zo tonen varianten een stads- of dorpsgezicht zoals bij de pijpenrekjes van Oldeboorn (afb. 28) en Alblasserdam (afb. 29) het geval is. Opnieuw domineert de sepiakleur op een mooi ivoorwit fond.
Geheel eigen in stijl is het vlotte en lichtgepenseelde zandstrand van Noordwijk compleet met duinenrij waarbij ook de meerkleurige schildering wordt geïntroduceerd (afb. 30). Ook hier is weer sprake van een specifieke, schildereigen decoratietrant die bijna impressionistisch aandoet. De invulling van de kroon van al deze exemplaren vertoont grote overeenkomst met de omlijsting van de afbeelding op de plateelpijp. In trefzekere, heldere lijnen is de kroon hier met geknikte lijnen gemarkeerd en is in het aldus verkregen veld een plaatsnaam aangebracht, in ongeveer de helft van de gevallen met toevoeging van het woord souvenir. Ook het letterwerk vertoont grote overeenkomst met de doorrokerteksten en is prachtig uitgevoerd. De plaatsnaam in de kroon is heel geschikt, want deze blijft leesbaar ook als er pijpjes in het rekje hangen.
Eén pijpenrekje van Zenith dient nog afzonderlijk te worden vermeld, omdat het een zogenaamde speciale opdracht betreft. Hier is op het wapenschild een bloemendecoratie aangebracht die op transparante wijze is geschilderd. De motieven zijn eerder aan het eierschaalporselein van Rozenburg ontleend, dan aan het donkere Purmerendse palet.[6] Overigens is dit decor een zeer flauw aftreksel van de uitzinnige scheppingen van Rozenburg. In de kroon is op verzoek een gelegenheidstekst aangebracht compleet met adres (afb. 31). Het is een van de weinige rekjes die een dergelijke tekst voor een specifieke afnemer dragen en blijkbaar is het wandrekje daarvoor geen courant artikel geweest.
Volgens zeggen is de scherf van de wandrekjes van Zenith aanvankelijk nog van dezelfde samenstelling als de doorrokerscherf. Reden daarvoor is dat bij een kleinere fabriek als Zenith de scherfveredeling rond 1920 nog niet op gang was gekomen. Het plateelartikel was daar op dat moment nog zo sterk een bijartikel van de doorrokers, dat er nog geen eigen scherfsamenstelling was. Overigens is er esthetisch geen verschil te zien, wel uit zich deze in een iets mindere stevigheid. De andere Goudse fabrieken waren dit stadium aan het begin van de jaren 1920 al ruimschoots gepasseerd. Door de grotere krimp van de doorrokerscherf zien we aan de achterzijde ter hoogte van de richel voor de pijpjes een duidelijke moet.
Ook door Zenith is een rekje met een volledig fleuraal decor gemaakt dat vlot is weggeschilderd in de bekende toepasselijke plateelkleuren (afb. 32). Het volledig florale decor sluit naadloos aan bij de plateeldecors op vazen, bekers en schotels. Zij behoren expliciet niet tot het souvenirgoed maar werden in de luxe galanteriewinkel verkocht en staan in artistiek opzicht gelijk aan de mooiste plateelvazen. Het plateelpijpenrekje is echter een onverwachte aanvulling op het gangbare assortiment al is hun verkoop met dit luxe decor beperkt gebleven. Een vaas, beker of schotel was als geschenkartikel nu eenmaal aansprekelijker.
Terwijl bij Ivora het schildvormige rekje vrijwel zonder uitzondering van de reeds beschreven donkere glossy plateelschildering met souvenirboodschap is voorzien, biedt Zenith een breder scala aan decors en uitvoeringen. Die komen in de volgende paragrafen nog nader ter sprake. Daarnaast is het schildvormige rekje ook door enkele andere bedrijven gemaakt. Deze voorbeelden zullen bij de andere decortypen en bij de overige bedrijven worden behandeld.
Decors in matte plateel
In de plateelnijverheid wordt het glanzende plateel opgevolgd door de matte versie. Die beweging vindt al aan het begin van de twintigste eeuw plaats, zowel in Amsterdam als in Purmerend.[7] De Plateelbakkerij De Distel introduceerde het matglazuur reeds in 1903, de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland volgde in 1909.[8] Bij het Gouda mat verandert de techniek drastisch want er wordt niet meer op de scherf geschilderd, maar op een glazuurlaag die reeds bij een lage temperatuur in de oven is vastgebrand. Daarop wordt vervolgens de schildering aangebracht die wordt gladgebrand maar nu zonder met een glanzende glazuurlaag te zijn bestoven. Het voorwerp wordt dus driemaal gebakken. Voor de pijpenrekjes wordt de matte versie vermoedelijk pas rond 1925 geïntroduceerd en opnieuw zien we verschillende uitvoeringen.
De vroegste wandrekjes in mat glazuur vertonen de bekende souvenironderwerpen. Zo is er een voorbeeld met het bekende stadhuis van Gouda (afb. 33) door Zenith zowel als door Ivora gemaakt (afb. 34) en in die reeks ontbreekt ook de Waag uit Gouda niet (afb. 35). Kenmerkend bij deze wandrekjes is de weinig naturalistische kleur van de schildering waarin merkwaardige paarsachtige en grijsblauwe tinten de zweem van realisme bruut verstoren. Soms echter zijn de voorstellingen qua kleuren wel goed getroffen, zoals het park Sonsbeek met gelijkluidend opschrift in de kroon, gemaakt door Ivora (afb. 36). Onverwacht is een soortgelijk rekje uit de plateelbakkerij Schoonhoven uit de gelijknamige plaats Schoonhoven, waarop het stadhuis van Vianen is uitgebeeld (afb. 37). Ook hier zijn de paletkleuren ronduit eigenzinnig te noemen.
Vooral vanwege de nieuwe technische aanpak heeft het matte plateel ook een volledig gewijzigde uitstraling. Het beschilderde product wordt namelijk niet langer met loodglazuur overspoten, maar de glazuurkleuren worden rauw in de oven gestookt en krijgen zo hun matte uiterlijk. Nadeel van deze werkwijze is dat de kleuren veel minder vloeiend kunnen worden opgebracht. Daarmee verdwijnt het fijnschilderwerk met een hoge graad van realisme en maakt plaats voor grovere patronen gerelateerd aan de vaasdecors in dezelfde techniek. In de loop van de jaren gaat de kleur zwart domineren en fungeert als contrast met een specifiek palet van veelal bestorven glazuurtinten. Door het ontbreken van de glans zijn de kleuren ook minder intens.
Ook in deze categorie decors komen we een exemplaar tegen dat typisch Gouds oogt maar gesigneerd is door de fabriek SCHOONHOVEN HOLLAND (afb. 38). Het is een mooi voorbeeld van nabootsing van het werk van de ene fabriek door de andere. Overigens gaat het hier om een buitengewoon geslaagd decor waarbij doorgaande lijnen voor een optimale ritmiek in het patroon zorgen. In enkele gevallen werd de volledig ornamentale schildering ook in Gouda toegepast, zoals bij een rekje van Ivora (afb. 39).
Het pijpenrekje in de matte plateeluitvoering is vooral bij Zenith gemaakt. Waarom dat decor daar wel populair is geworden en bij andere fabrieken niet of nauwelijks is onduidelijk. Opnieuw domineert de categorie souvenirgoed want in de kroon van de meeste rekjes is een boogvormig tekstbandje uitgespaard waarop het crème fond voorzien is van de plaats vanwaar de verkoop zou moeten gaan plaatsvinden. Deze tekst is altijd met veel zorg geletterd. Enkele voorbeelden zijn: SOUVENIR ZANDVOORT (afb. 41), SOUVENIR VIERHOUTEN (afb. 42), SOUVENIR BENNEKOM (afb. 43), SOUVENIR KRIMPEN A/D LEK (afb. 44). De veelal blauwe tekst heeft een totaal andere aard dan het grove schilderwerk en is daarom geen gepaste toevoeging. Ook bestaat er geen enkele relatie tussen het decor en de plaatsnaam en het is terecht dat een dergelijk souveniropschrift door veel verzamelaars nu als storend wordt ervaren.
Met deze laatste categorie heeft de aantrekkelijke maar vooral ook bewerkelijke realistische uitbeelding plaats gemaakt voor een tamelijk doodse grove schildering met weinig souplesse. Het is niet verwonderlijk dat deze wandrekjes in veel kleinere oplages zijn gemaakt. De prachtige glanzende voorstellingen waren uiteindelijk veel beeldender dat het stugge weinig beduidende geometrische decor dat in feite te grof is voor het bescheiden oppervlak. Of dat kwaliteitsverschil ook in de productprijs tot uitdrukking kwam, is de vraag. Vaak werd een vereenvoudiging in het vervaardigingproces gebruikt om de winstmarge voor de fabriek weer wat op peil te brengen, want concurrentie en voortgaande inflatie zorgden altijd voor een zekere prijsdruk.
De uitzonderingspositie van Goedewaagen
Bij Koninklijke Goedewaagen is het plateelpijpenrekje met de heraldische schildvorm zoals hier besproken nooit in productie gekomen. Dat is merkwaardig, aangezien de fabrieken elkaar doorgaans op de voet volgden. Oorzaak is dat de plateelproductie er wat later op gang kwam en bovendien op een volstrekt andere wijze. De start in het plateel gebeurde namelijk onder leiding van de Amsterdamse fabriek De Distel, die door Goedewaagen in 1924 werd overgenomen en geheel naar Gouda werd overgebracht.[9] Dit vond plaats inclusief de ontwerpers uit de Amsterdamse regio en zelfs met behoud van een aantal Amsterdamse schilders. Deze lieden toonden weinig belangstelling voor de Goudse prullaria uit de andere fabrieken, want zij waren in het kunstaardewerk groot geworden en werkten voor een heel andere cliëntèle. Het oorspronkelijke assortiment van De Distel was het kunstproduct bestemd voor de betere milieus. Het meest nederige artikel was een wijwaterbakje waarvan het strakke ontwerp en spaarzame schildering een heel wat hogere sfeer uitstraalde dan het burgerlijke Goudse pijpenrekje.
Toch komen ook bij Koninklijke Goedewaagen enkele ontwerpen van wandrekjes tot stand. Het eerste plateelrekje is een voorwerp dat slechts zeer kort in productie is geweest. Het staat geregistreerd onder modelnummer 155 en is van een bijzonder ontwerp in een art-deco stijl dat enig in zijn soort lijkt te zijn (afb. 45). Anders dan de heraldische schildjes is de hoofdvoorstelling hier niet onder de richel met de pijpjes aangebracht, maar juist erboven. De omlijsting is gebaseerd op metaalvormen of metselverbanden uit de Amsterdamse school. Het feit dat een dergelijk ontwerp juist bij Goedewaagen tot stand komt is goed verklaarbaar. Hun ontwerplijn had nu eenmaal meer gemeen met het Amsterdamse kunstcircuit maar bovendien was bouwceramiek een nieuwe specialiteit van Goedewaagen. Hoewel de beschildering van de Amersfoortse kei op dit rekje beslist aantrekkelijk is uitgevoerd, is deze duidelijk opgezet om voeling met de doelgroep te houden, namelijk met de burgerlijke klant. Het resultaat is een kleurig souvenirplaatje dat helaas bijna vormverdoezelend werkt.
Het meest bekende ontwerp van Goedewaagen is de zogenoemde zevenhoek, een rekje dat in twee formaten is uitgevoerd (afb. 46-58). Opnieuw is de hoofdvoorstelling weer boven de richel voor de pijpjes aangebracht en komt beter tot zijn recht, omdat het niet door de stelen van de pijpen wordt doorsneden. Het palet van deze wandrekjes is doorgaans sterk op de zogenaamde plateeldoorrokers geënt, terwijl de donkere uitvoering met veel groen van Ivora bij Goedewaagen geheel ontbreekt. De helderheid geldt niet alleen voor de overheersend crèmewitte tint van het fond maar ook door de lichte, bijna transparante kleuren van de glazuurverven. Bovendien is ook de prachtig hoogglans van het glazuur op de ivoorwitte scherf een overeenkomst met de doorrokerpijp. In hoeverre Goedewaagen’s eigen doorrokers daarvoor model stonden of de meer in vraag zijnde exemplaren van Ivora blijft de vraag.
Het wandrekje voor miniatuurpijpjes van Koninklijke Goedewaagen heeft in ieder geval een grote mate van originaliteit. Dat geldt niet alleen de vormgeving en decoratie, maar evenzeer voor de productietechnische aspecten. De dikke scherf is goed hanteerbaar tijdens de productie en zal in de oven niet snel kromtrekken, dit in tegenstelling tot de dunne schildvormige rekjes met hun kwetsbare kroonpunten van de andere fabrieken. De grote zevenhoek krijgt modelnummer 35, maar het tijdstip van ontstaan is daaruit niet goed af te leiden. Het lage nummer doet het jaar 1919 vermoeden, doch de vormgeving wijst op enkele jaren later. Rond 1930 wordt onder modelnummer 967 een kleinere versie geïntroduceerd.
Bij Goedewaagen zijn de voorstellingen vrijwel volledig op de toeristische markt afgestemd. Voor de verkoop in Gouda zijn er de gevels van het stadhuis (afb. 46, 47, 56, 57), de Waag (afb. 48) en het museum De Moriaan (afb. 58). Landelijk komen onderwerpen van uiteenlopende aard voor, waarbij het landschappelijke soms op het stedelijke overheerst. Een mooi voorbeeld van een stadsgezicht is een rekje met de Domtoren uit Utrecht (afb. 50), terwijl de landelijke schildering prachtig tot uiting komt in de afbeelding van het drielandenpunt (afb. 51). In tegenstelling tot de realistisch gevulde afbeeldingen op de schildjes van Ivora is de schildering bij Goedewaagen tamelijk toetsmatig uitgevoerd: het gaat veelal om kleine penseelstreekjes die bijna impressionistisch aan doen. De heldere kleuren accentueren dat.
Naast het souvenirgoed dat voor een specifiek afzetpunt werd gemaakt, bestaan er ook meer algemene voorstellingen. Daarvan getuigt een rekje dat het Hollandse waterlandschap laat zien (afb. 52), een algemeen motief dat ook oneindig op doorrokers is toegepast. Voor de doorroker had vooral de concurrent Hollandia hierop bijna het patent. De Hollandia schilders waren hierin zeer bedreven door hun ervaring opgedaan bij hun vorige werkgever de Haagse kunstaardewerkfabriek Rozenburg. Goedewaagen plaatst zo’n waterlandschapje met molen en boerderijen in prachtige pasteltinten op de bovenhelft van een rekje en vanwege het grotere formaat kan dit veel gedetailleerder gebeuren dan op de veel kleinere doorrokerkop. Het souveniraspect is bij dit voorwerp bijna verlaten en het woordje HOLLAND ontbreekt gelukkig.
Behalve een polychroom decor wordt ook een Delftsblauwe versie gelanceerd. Zo is het kleurige waterlandschap ook in kobalt uitgevoerd (afb. 53), terwijl er ook een Delftsblauw stadsgezicht bestaat, bijvoorbeeld van het stadhuis van Middelburg (afb. 54). Incidenteel wordt de zevenhoek ook van andere voorstellingen voorzien. Een bewijs daarvan is een wandrekje met het wapen van de plaats Lemmer (afb. 55). Helaas blijkt de vorm van het rekje hier slecht met de wapenschildering te accorderen waardoor een weinig geslaagde eenheid is ontstaan. Om de lege randen te verdoezelen is een van hoofdontwerper Wim van Norden geleend bloemmotiefje van gestileerd hulst uit een plateeldecor overgenomen en op verschillende plaatsen als strooimotief toegevoegd. Kenmerkend zijn ook de kleuren waarin dit laatste wapenrekjes is uitgevoerd.
Naast de hierboven besproken modellen komt er bij Goedewaagen nog een totaal ander wandrekje tot stand. Hierbij is wel van de populaire heraldische schildvorm uitgegaan, maar de uitwerking is volstrekt anders (afb. 59). De kroon is hier niet gestileerd maar realistisch en is bovendien in reliëf uitgevoerd. Ook hier zien we de lijn van reliëfs van de bouwkeramiek terug, zij het in bescheiden dimensies. De tamelijk forse kroon contrasteert met het vlakke wapenschild waarop ieder willekeurig wapenmotief kan worden geschilderd. Onder de richel voor zes pijpjes aan de onderzijde is nog juist genoeg ruimte om ter verduidelijking van de voorstelling een plaatsnaam aan te brengen. In dit geval het Limburgse Valkenburg, een van de grootste afnemers van souvenirgoed.
Duidelijk is dus dat Koninklijke Goedewaagen met a-typische wandrekjes een eigen ontwerplijn heeft gevolgd. De art-deco schepping moet gezien de zeldzaamheid zeer beperkt zijn uitgevoerd. In feite was de voorstellingsruimte ook te groot om efficiënt te worden beschilderd. Anders ligt dat met de zevenkantige modellen, die het enige goedverkopende wandrekje van Goedewaagen zijn geweest. De grote versie is duidelijk in de meerderheid en dat sluit aan bij het gegeven dat een groter formaat wandrekje met een hogere prijs een betere winstmarge gaf. Van het wapenschildje in de stijl van de bouwceramiek is totnogtoe slechts één versie opgedoken.
Modelnummer en merken
Vanaf het begin hebben de Goudse plateelfabrieken hun productie naar moderne maatstaven opgezet. Alle artikelen kregen een vorm- of modelnummer. De vlakke achterzijde is een geschikte en logische plek waar het nummer wordt vermeld, vaak samen met uitvoerige andere merktekens. Het modelnummer is meestal al aangebracht in de gietvorm en wordt meegegoten bij de totstandkoming. Vooral bij nabestelling was dit van praktisch nut. Zo zien we bij Zenith rekjes een intaglio modelnummer 76.[10] Naast dit nummer is door de werknemer die het rekje uit de gipsvorm haalde en sponsde vaak nog een eigen merktekentje ingekrast. We zien eenvoudige parallelle lijnen, een losse letter of een ander symbool. Het is onduidelijk of we aan deze tekens een functionele betekenis moeten verbinden. In principe zouden deze krasmerken kunnen dienen als een herkenningsteken van de arbeider om bij klachten over het uithalen en afwerken te weten welk personeelslid moest worden aangesproken.
Interessanter is het geschilderde plateelmerk dat is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Centraal en het meest prominent zien we het algemene merk van de fabriek. Dat kan bestaan uit een traditioneel aardewerkmerk zoals de contour van een potje (afb. 30, 32) afgekeken van het merk van de Porceleijne Fles uit Delft of het gekroonde monogram van bijvoorbeeld de letters ZG (afb. 60, 71) voor Zenith Gouda. In de meeste gevallen zien we de volledige fabrieksnaam waarboven vaak als een soort kroon het modelnummer zweeft. Vooral Ivora merkt zo (afb. 11 e.v.). Bij Zenith wordt in een zeldzaam geval een decornaam toegevoegd, zoals de aanduiding Fleur (afb. 43). Bij Koninklijke Goedewaagen penseelt men consequent KONINKLIJK GOEDEWAAGEN (afb. 45 e.v.) waarbij de letter e als verbuiging altijd ontbreekt. Naast de naam van de fabriek wordt de plaats van herkomst genoemd. Het woord GOUDA wordt dikwijls aangevuld met HOLLAND, een toevoeging die het artikel ook voor een klantenkring buiten onze landsgrenzen geschikt maakt.
Per fabriek zien we wel bepaalde kenmerken in het gebruik van het merk. Bij Ivora is het merk altijd simpel bestaande uit het modelnummer met IVORA GOUDA, soms met de toevoeging HOLLAND. Krap de helft van de signaturen van de rekjes draagt een schilderssignatuur en ook hier is Ivora ruim in de minderheid. De vereenvoudiging in de rekjes van Ivora zien we ook terug in het feit dat hierin altijd maar vijf pijpjes kunnen hangen, terwijl dat er bij de meeste andere fabrieken zes zijn.
Rondom het fabrieksteken en het adresgedeelte van het merk zijn vaak nog enkele andere tekens aangebracht. Zo wordt ook bij een ingekrast modelnummer soms nog voor de tweede maal een nummer met de penseel vermeldt, terwijl in enkele gevallen de naam van het decor wordt genoemd (afb. 68). Aan de onderzijde zien we heel bescheiden de signatuur van de schilder, uit makers trots maar ook weer om de fabrikant het mogelijk te maken deze op zijn werkprestatie aan te spreken. Dit uitgebreide geschilderde merk zal in de jaren dertig onder druk van de economie verstrakken. Helaas is bij de signaturen nooit een jaarletter aangetroffen, waardoor het dateren van de rekjes lastig blijft. Opmerkelijk aan het merk is een bepaalde schrijfwijze, gestimuleerd door het werken met de penseel. Vaak zien we lange hoge letters waarbij alle verticalen overdreven zijn (afb. 60, 61), terwijl de horizontale lijnen tot kleine streepjes zijn verworden. Veel letters neigen door deze penseelvoering tot bijna kubieke geometrische patronen.
De schilderssignaturen lokken uit tot het determineren van het voorwerp tot op de schilder. Die uitdaging is leuk, maar het blijkt uiteindelijk dat veel signaturen niet met zekerheid aan een maker te koppelen zijn. Een enkele maal wisselden schilders van signatuur, bijvoorbeeld wanneer zij van betrekking veranderden en dat laatste gebeurde nogal eens. Daarnaast geeft de uitkomst van een naam wel een persoonlijke tint, maar wanneer we niet kunnen zeggen of we met een vaardige of beroemde schilder van doen hebben, of een matig gekwalificeerde, is het beoordelen van het feitelijke resultaat eigenlijk belangrijker dan de determinatie op naam. Bovendien moeten we er rekening mee houden dat de standaard omlijsting vaak door leerlingen of minder vakbekwame schilders werd gedaan. De signatuur was voorbehouden aan degene die het picturale hoofdonderwerp had aangebracht.
Wanneer in de jaren 1930 het veelkleurige palet wordt verruild voor meer eenvoudige schilderingen in Delfts blauw of Delfts polychroom veranderen ook de merken. Zij raken verstrakt en vereenvoudigd. Voor het mooist beschilderde Delftsblauw blijven de uitgebreide merken aanvankelijk nog in zwang (afb. 71, 79), maar als het om souvenirgoed gaat, dan beperkt de schilder zich tot de fabrieksnaam en zijn signatuur (afb. 72). Soms wordt daaraan het decorgenre toegevoegd. Merktekens op artikelen uit de kleine werkplaatsen zijn doorgaans beduidend eenvoudiger. Zij vermelden alleen de fabrieksnaam en vaak zelfs dat niet eens omdat de fabriek te onbeduidend was om enige verkoopimpuls op te leveren. In zulke gevallen wordt vaak het woord DELFTS aangebracht dat als toverwoord voor succesvolle verkoop werd gezien (afb. 91, 100).
Jaren dertig en crisisgoed
Veel keramiek dat in de jaren 1920 wordt geïntroduceerd blijft gedurende de jaren dertig in productie. Dat geldt ook voor de pijpenrekjes met de schildvorm. Zij bleven deel uitmaken van het rijke assortiment aan varia ceramica dat door de Goudse fabrieken werd geleverd. Sommige decors worden steeds opnieuw geschilderd, al zien we een algemene tendens van vervlakking en vereenvoudiging. Debet daaraan is de malaise in de plateelnijverheid waarbij de grote en vooral langdurige plateelstaking van 1928-1929 voor een ommekeer in aanpak zorgde. De nijverheid moet zich sterker op de binnenlandse markt richten terwijl het productie intensieve artikel dient te verdwijnen. Vooral het verzakelijken van de arbeidsinzet en daarmee gepaard gaande vereenvoudiging van het decor kenmerkt die periode. De plateelschilders worden in dienst gehouden maar richten zich meer op het handgeschilderde souvenirgoed dat onder tijdsdruk met grote snelheid tot stand komt. Bij de luxe producten heeft de productieprijs de verkoopprijs inmiddels overstegen en daarom verdwijnen die grotendeels uit het assortiment.
Het meest expliciete crisisproduct is het zogenaamde koudlak aardewerk. Hele biscuitvoorraden ondergingen niet meer de glazuurbrand maar werden met een snel drogende verf gedecoreerd nadat de fondkleur met een verfspuit was aangebracht. Het schilderen met gewone verf was eenvoudiger en vergde minder oefening. Zelfs ongeschoolde arbeiders konden na een korte inwerktijd hiermee aan de slag. Bovendien bespaarde de fabriek op de kostbare glazuurbrand. Helaas was het resultaat voor de consument altijd wat teleurstellend. De lak voelde niet glad aan en was soms kleverig. Bovendien was het voorwerp slecht afwasbaar en kon na verloop van tijd gaan bladderen. Vaak werd het koudlakproduct met celluloselak afgedekt, doch bij de pijpenrekjes heb ik hiervan nog geen voorbeelden gezien; dat was ook niet nodig omdat het voorwerp niet waterdicht hoefde te zijn.
Bij de koudlaktechniek gaat het dus om efficiënt produceren en daarom kiest men voor eenvoudige patronen. Toch getuigen de hierbij afgebeelde rekjes (afb. 60, 61) van een krachtig decor in specifieke stijl. Zij vertonen beide het patroon van de grillige matglazuur decors die het glossy plateel opvolgden. Nadat het fond in een matte tint is gespoten wordt de beschildering uitgevoerd in dekkende glansverven waardoor een mooi contrast wordt verkregen. Opvallend daarbij zijn de scherpe liniëring en het grillige lijnenspel. Tenslotte zijn enkele accenten met goud gehoogd zoals soms het woord GOUDA. Heel onverwacht is de signatuur aan de achterzijde, die meestal in goud is aangebracht in dezelfde schrijfstijl als de onderglazuur merken uit de jaren daarvoor. Of degelijke koudlaksouvenirs ook landelijk zijn verkocht is niet bekend, evenmin is het duidelijk of dit materiaal uit het begin van de jaren dertig stamt of dat dit zelfs tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog is geproduceerd.
Naast de op de Nieuwe Kunst gebaseerde decors waarin bloemmotieven overheersen, komen ook zeer beperkt andere Goudse decors op de wandrekjes voor. Een voorbeeld daarvan is een bloemdecor, geschilderd in de trant van schotelgoed van de Plateelbakkerij Zuid-Holland (afb. 62).[11] Plateeleigen vermeldt het merk aan de achterzijde ook het decornaam, in dit geval WIPION. Dit werk werd vanaf 1935 gestart en behoort kwalitatief gezien weer tot de hoogste categorie kunstaardewerk, zij het dat de motieven eerder burgerlijk dan elitair zijn. Helaas spreekt het zoete, onrealistische resultaat tegenwoordig maar weinig mensen aan hetgeen de zorgvuldige uitvoering te kort doet.
In aanvulling op de standaard rekjes, veelal de schildvormen, worden er in de jaren dertig nog talloze nieuwe ontwerpen gemaakt. Van Goedewaagen kwam al een afwijkende schildvorm ter sprake (vgl. afb. 59). Een ander voorbeeld is een bijzonder rekje met een liggende ovale vorm dat langs de rand op twee plaatsen Jugendstilachtige vierklavers in reliëf vertoont (afb. 63). De buitenkant is matzwart, waarbinnen een schildering in enkele bestorven plateelkleuren uit het matte genre. Dit product is bedacht door de fabriek Regina, die zich kenmerkt door a-typische rekjes en waarvan we nog enkele andere voorbeelden tegen zullen komen. De productieperiode loopt over een beperkt aantal jaren en de verkoop moet niet echt succesvol zijn geweest. Het zijn artikelen die als assortimentsaanvulling worden gelanceerd en waarvan het economische succes sterk wisselt.
Ook kleinere bedrijven zoals de Plateelbakkerij Iris aan de Karnemelksloot in Gouda brengt een plateelrekje op de markt. Het decor volgt het bij hen gangbare plateeldecors dat hoofdzakelijk uit bloemmotieven bestaat. De vormgeving is eenvoudig en door de bescheidenheid is dit rekje vergelijkbaar met dat van Regina. In de komende jaren zullen nog zeker andere voorbeelden opduiken.
De fabriek Zenith lanceert aan het begin van de jaren dertig nog twee nieuwe ontwerpen voor pijpenrekjes. Het eerste exemplaar is een rekje in de vorm van een molen, dat onder modelnummer 336 wordt gebracht (afb. 64, 65). Hier valt de contour van het rekje samen met de voorstelling van een hoge standerdmolen, waarbij de omgang benut is als richel met doorboringen om de pijpjes in te hangen. Omwille van het ontwerp zijn de wieken in feite te klein uitgevoerd. De oorspronkelijke versie heeft een meerkleurige beschildering in matte glazuurverven waarin donkergroen, bruin en oranjebruin overheersen. Hoewel de inkleuring geen enkele relatie met de werkelijkheid heeft doen de gefantaseerde modieuze kleuren toch recht aan de voorstelling. Vooral het aantrekkelijke matte glazuur is in goede harmonie met de vormgeving. Opnieuw is het aspect souvenir niet onbelangrijk. Boven de deuren van de molen staat vaak een plaatsnaam zoals HEERLEN (afb. 64) of NOORDWIJK A/ZEE (afb. 65).
In dezelfde ontwerplijn wordt door Zenith korte tijd later ook nog een zeilbootje bedacht, eveneens figuraal uitgewerkt opgenomen onder modelnummer 349 (afb. 68). In de romp van de boot zelf zitten heel onlogisch aan de bovenzijde en aan de onderzijde doorboringen voor de pijpjes: een volstrekt onlogische oplossing omdat de pijpjes op deze wijze in het rekje gefixeerd extra breukgevoelig worden. In een latere tijd wordt dit rekje zelfs zonder de gaatjes voor de pijpenstelen gemaakt en is dan in feite tot een figurale wandplaquette gedevalueerd. Ook dit voorwerp wordt in het gebruikelijke palet van bruin- en groentinten beschilderd. Aanvankelijk hebben deze rekjes twee ophanggaten, uit arbeidsbesparing wordt dat er later één.
Het Nieuwe Delfts
Wanneer het plateel met zijn kenmerkende kleuren en specifieke decors zijn populariteit verliest, promoten talloze fabrieken voor hun meer behoudende klantenkring een nieuwe motievenschat met een kleurstelling in Delftsblauw palet. Er is geen sprake van het oorspronkelijke Delfts, waarbij op een witte tinglazuur een blauwe schildering wordt aangebracht. Nu introduceren de Goudse fabrieken het zogenaamde Nieuwe Delfts waarbij het decor direct op de witte scherf wordt geschilderd. Met behulp van een hogedrukspuit wordt dit schilderwerk met een transparant glazuur afgedekt die na het bakken voor een frisse tint en een heldere glans zorgt.
De inspiratie van de Delftse motieven komt uit de historie voort. Het decor wordt echter voor ieder voorwerp met zorg gecomponeerd, veelal op de tekentafel. Bekwame ontwerpers bedenken fraaie aaneenschakelingen van bloemen en bladmotieven die op symmetrische wijze op het voorwerp gerangschikt worden. Ongemerkt echter zien we in dit zogenaamde Delftse decor ook de invloed van plateelmotieven terug, ongelukkigerwijs meer dan eens gecombineerd met souveniropschriften. Op de schilderzaal wordt dit uitgedachte decor naar een voorbeeld nageschilderd terwijl vaak eerst de contourlijnen met een ponsief zijn doorgestoven. Wanneer de schilder de juiste fijngevoeligheid tentoonspreidt, ontstaat een prachtig resultaat. Die kwalificatie geldt zeker voor de vroegste pijpenrekjes in Delfts palet beschilderd. Zij vallen op door een afgewogen ontwerp en een onverwachte zwier in schildertrant.
Vooral bij de firma P.J. van der Want Azn. beter bekend als Zenith worden vele honderden van deze rekjes geschilderd. De mooiste kwaliteit draagt op de keerzijde een zorgvuldig uitgevoerd merk waarin het monogram ZG onder een kroon te zien is (afb. 71) of de contour van een potje is gebruikt (afb. 71). Bij deze exemplaren is het schilderwerk verdienstelijk en werd uitgevoerd door vakbekwame, geschoolde schilders. Dit Nieuwe Delfts is een luxe product bestemd voor de behoudende klant die dit bij de speciaalzaak aanschaft. Naast de schildvormige rekjes wordt ook het figurale rekje van een uitgebreid Delfts decor voorzien en hoewel de combinatie van bladwerk op een zeilboot ons wat vreemd voorkomt, is het werk schilderkunstig gezien prachtig uitgevoerd (afb. 69).
Helaas verburgerlijkt het Delftse decor al snel. Het uitgebreide bladwerk verarmt tot strooibloemdecors (afb. 70) waarin souvenirvoorstellingen de overhand krijgen. Tot de betere souvenirs in deze soort behoort bijvoorbeeld een schildvormig rekje met Delftsblauwe schildering van het monument op de Afsluitdijk (afb. 72) bedoeld om ter plekke te worden verkocht. Van minder allure is het souvenirdecor van bijvoorbeeld een petieterig huisje met eronder een stadsnaam waarmee men het kenmerkende monument in een bepaalde plaats onder de aandacht wil brengen. Een voorbeeld hiervan is het stadhuis van Culemburg: een laffe schildering van een onherkenbaar pandje met eronder de plaatsnaam in bijna onleesbare kriebelletters (afb. 73).
Binnen enkele jaren wordt het Delfts palet synoniem aan het gangbare en goedkope souvenirgoed. Mooie voorbeelden daarvan zijn de series met de aanduiding M&S in het merk (afb. 73). Deze afkorting staat voor Molen en Scheepje, eenvoudige voorstellingen die regelrecht voor de algemene toeristenmarkt bestemd zijn. Bij andere fabrieken wordt voor dit decor wel de afkorting Mesla gehanteerd. De laatste twee letters zijn de afkorting voor landschapje, het bekende Hollandse watergezicht met toren of molen, boerderijen en hooiberg. Overigens werden dergelijke landschapjes ook bij de Plateelbakkerij Zuid-Holland volop uitgevoerd waar zij heel romantisch paysages werden genoemd.
Langzamerhand wordt het souvenirwerk met behulp van transferplaatjes gemaakt, die nog beperkt handmatig met een penseel worden bijgetipt. Zo raakt het handschilderwerk geleidelijk op de achtergrond. Dergelijke transfervoorstellingen zijn vaak doods vanwege het gebrek aan diepte en transparantie van de tinten. Een mooi voorbeeld daarvan is een rekje met twee koeien bij een sloot (afb. 74).
Ook de reliëfrekjes van de Zenith zoals de hoge molen en de bootvorm worden van voorstellingen voor de algemene souvenirmarkt voorzien. Een molenrekje toont op de onderhelft een landschapje met molen en twee boerderijen (afb. 66) terwijl een bootvorm Delftsblauwe bloempjes laat zien met als hoofdmotief eveneens een landschap met molen (afb. 70). Hetzelfde genre Delftsblauw is overigens beperkt ook in meerkleuren uitgevoerd, het zogenaamde Delfts polychroom. Daarvan getuigt een hoge molen met op de onderhelft een vlot gepenseeld waterlandschapje met langs de rand het opschrift TEXEL (afb. 67). Dat iedere relatie tussen de voorstelling en de contouren van het voorwerp zoek is, mag duidelijk zijn.
Het succesvolle wandplateelrekje van Ivora wordt maar zeer mondjesmaat in Delfts palet uitgevoerd. Slechts twee exemplaren zijn daarvan bekend, namelijk een versie in Delfts blauw (afb. 77) en een tweede in polychroom decor (afb. 78). De blauwe versie draagt als signatuur DELFT HOLLAND voorafgegaan door het modelnummer 1115 en de schilderssignatuur. Met dit modelnummer wordt enige verwarring gewekt, aangezien dit toevallig aansluit bij de nummerreeks van Regina. De determinatie van dat rekje is daardoor wat twijfelachtig, temeer daar moedervormen en modellen in de jaren dertig en later van de ene fabriek naar de andere overgingen.
Bij de producenten van de wandrekjes zien we in de jaren dertig overigens een forse verschuiving. De fabriek Ivora distantieert zich geleidelijk van dit artikel. Hun koudlakrekjes zijn vermoedelijk de laatste wandrekjes voor miniatuurpijpjes geweest. De Zenith daarentegen wordt de voornaamste leverancier van het eenvoudige souvenirgoed. Vooral hun Delftsblauwe souvenirvoorstellingen worden veel toegepast, zoals opgemerkt zelfs op de figurale rekjes. Het polychrome decor vervult een aanvullende rol en wordt vanwege een hogere prijsstelling nooit echt populair. Welke eenlingen uit andere bedrijven verder van Delftse decors zijn voorzien, is nog niet geheel duidelijk. Zeker zullen kleine werkplaatsen van de vraag naar Delftsblauwe producten hebben geprofiteerd.
Ook van Koninklijke Goedewaagen kwamen we al enkele zevenkantige rekjes tegen die van een Delftse schildering waren voorzien (vgl. afb. 53, 54). Naast bladwerk in dezelfde stijl als de andere fabrieken produceren, ontstaan soms schilderingen voor de souvenirmarkt zoals het reeds gemelde stadhuis van Middelburg (afb. 54). Nu is de werkwijze wat minder toetsmatig en meer vanuit een gedetailleerde compositie opgebouwd dan bij de meerkleurige schilderingen het geval was. Per vergissing vermeldt de signatuur aan de achterzijde als modelnummer 37 in plaats van 35. In die periode is een nieuw rekje in productie dat nummer 737 draagt en abusievelijk werden beide nummers verhaspeld.
Goedewaagen zet in de jaren dertig ook het rekje van Van Breukelen met de gecontourneerde ruitvorm weer op de markt (afb. 79-84). Nu is de vormgeving van de oorspronkelijke Goudse groen aangepast met als voornaamste kenmerk dat het reliëfwerk op de achterplaat is verdwenen. Het voorwerp is glad geworden en krijgt een beschildering in Nieuw Delfts. De oudste versies zijn zeer geslaagd en vertonen een zwierige schildering in een bijna transparante helderblauwe kleur (afb. 79). De bovenhelft geeft het zicht op een Hollands landschapje met molen en boerderij al dan niet met hooiberg, die in een oneindige reeks varianten voorkomt. De onderhelft is opgesierd met een vlot gepenseeld bloemetje dat ook veel variaties kent. Dit motief is beduidend grover uitgevoerd, maar dat was geen probleem want het bloemmotief ging grotendeels schuil achter de stelen van de miniatuurpijpjes. Ook de achterkant getuigt van liefdewerk: de signatuur is even uitgebreid geschilderd als bij de welverzorgde plateelrekjes van tien jaar eerder, inclusief het modelnummer 737 en de schilderssignatuur. Als merkteken voor de fabriek worden heel toepasselijk de gekruiste pijpen gebruikt (afb. 79).
De ruitvormige rekjes in Delftse uitvoering maken een duidelijke evolutie door. Het schilderwerk wordt langzamerhand minder verdienstelijk en getuigt van meer haast, terwijl ongemerkt de transfer zijn intrede doet. Het is niet eenvoudig de evolutie aan een datering te koppelen. Aardig zijn de versies waarbij de fabrieksnaam Goedewaagen is weggelaten en er alleen gemerkt wordt met DELFTS HOLLAND HANDPAINTED (afb. 81, 82). Het lijkt erop dat de fabriek zich voor deze souvenirartikelen geneerde. Overigens doet zoals vaker het geval is het woord handpainted zijn intrede op het moment dat de transfer het feitelijke handschilderwerk had vervangen.
Varianten in de marge
Duidelijk is dat in de jaren 1930 de drie grote fabrieken de toon voor de wandrekjes zetten. Ivora en Zenith volgen elkaar op de voet en het lijkt zelfs niet onmogelijk dat orders van Ivora door personeelsgebrek bij Zenith terechtkwamen. Ivora lijkt na de koudlakrekjes (afb. 60, 61) echter te stoppen terwijl Zenith de lijn voortzet met een aantal ontwerpen zowel modieus als in souvenir trant. Koninklijke Goedewaagen behoudt zijn eigen lijn, gekenmerkt door de zevenhoekige meerkleurige rekjes, opgevolgd door een revival van de overhoekse versie nu in Delftsblauw. Tenslotte zijn er nog talloze voorbeelden van rekjes uit andere bedrijven bekend die in deze paragraaf ter sprake komen. Veelal gaat het om eenmalige prestaties, al zijn hiervan uiteraard altijd forse oplages gemaakt. Alle bedrijven, hoe klein ook, konden alleen maar in series werken om hun productie rendabel te maken.
Uit de fabriek Regina, de firma Van der Want & Barras stammen verschillende curieuze rekjes. Deze fabriek is voor Gouda in feite de gangmaker van het gegoten keramische product met de handbeschildering die zij aanvankelijk onder de merknaam Hollandia verkopen. Omdat Regina niet als traditionele fabriek van geperste pijpen was begonnen, komen de wandrekjes pas in de jaren 1930 in hun assortiment. Het meest opvallende rekje lijkt meer voor de kinderkamer te zijn gemaakt, dan voor de huiskamer. Bij dit voorwerp zijn drie Hollandse huisjes in een vrij kenmerkend perspectief vormgegeven en met een zekere mate van reliëf. Het ontwerp is geregistreerd onder modelnummer 1114 (afb. 85). Ook de wijze van produceren is geheel anders: het voorwerp is hol gegoten en komt wanneer het aan de wand hangt meer naar voren. Voordeel van het hol gieten is een lichter eindresultaat, terwijl er productietechnisch minder risico tot vervorming was.
Een variant op deze werkwijze, ook van Regina, is een rekje in de vorm van een molen met heuse wieken die kunnen draaien (afb. 86). Van dit kwetsbare voorwerp is nog geen geglazuurd exemplaar teruggevonden; het afgebeelde stamt uit de biscuitvoorraad van de fabriek. Ook hier is van een eigen vormgeving sprake met een grotere luxe dan de andere rekjes. Hiervoor is een reden. De firma Van der Want & Barras had zelf geen pijpenmaker in dienst die de miniatuurpijpjes kon maken en deze moesten zij dus bij de concurrent betrekken. Als bewijs daarvan zijn zelfs orderbriefjes bewaard gebleven.[12] Het is duidelijk dat de duurdere inkoop van de pijpjes gecompenseerd moest worden met een luxere vormgeving, waardoor de rekjes aan een prijsvergelijk van de consument ontkwamen. Dat is de reden voor de eigen vormgeving met meer reliëf.
Een derde holgegoten rekje stamt eveneens uit de jaren dertig. Hierin komt de mode van het bloemendelfts zeer goed naar voren (afb. 87). Het ontwerp kenmerkt zich weer door ronde vormen en zou om die reden van Regina kunnen zijn, al is dat niet zeker. De voorzijde toont op een cartouche een molen in een landschap, langs de randen zien we een decor van strooibloemen die op een reliëf zijn aangebracht. Zij zijn geschilderd op de wijze zoals dat voor het Nieuwe Delfts gebruikelijk was maar zeker wel met een bepaalde zwier. Aan de achterzijde vinden we weer het geschilderde fabrieksmerk bestaande uit een grote kroon boven de woorden DELFTS HOLLAND. Duidelijk is dat dit merk niet naar een bepaald bedrijf verwijst maar een algemene genreaanduiding is. Met de signatuur Delfts appelleert de maker op de marriage tussen het Delftse aardewerk en de Goudse pijpen, voor een bepaald marktsegment een aantrekkelijk verkoopargument.
In de kleine Goudse aardewerkbedrijven zijn rekjes met een schildvorm betrekkelijk algemeen. Dat is niet verwonderlijk want deze vorm was immers ook bij de grote bedrijven het meest succesvol. Uit één niet met naam bekende werkplaats beeld ik twee versies af, afkomstig uit dezelfde gietmal (afb. 88, 89). Bij het eerste voorbeeld ging de kwaliteit van het schilderwerk grotendeels verloren omdat het kobalt in het loodglazuur oploste waardoor een wazige zogenaamde gevloeide voorstelling ontstond. Het is een typische misser voor een ongeoefende pottenbakker uit een klein bedrijf. Dergelijke producten werden bij de grotere fabrieken vernietigd, maar de kleine vaak zelfstandige ondernemers vonden voor deze tweede keus soms nog een klant. Verder is bij dit product ook de stevigheid van het transparante glazuur niet geweldig waardoor dit een netwerk van haarbarstjes vertoont. Het tweede exemplaar is duidelijk later van datum want de gietmal is inmiddels verweerd geraakt terwijl ook het schilderwerk gemoderniseerd is. Beide rekjes zijn aan de achterzijde voorzien van een heuse geschilderde signatuur inclusief het woord HANDPAINTED en de algemene kwaliteitsaanduiding van het woord DELFTS. Opnieuw was het voor de maker niet van belang met de naam van het bedrijf te signeren.
Plateelfabrieken buiten Gouda hebben in de marge ook geprofiteerd van de mode van de wandrekjes. Zo valt een ander rekje op door een klein formaat maar een grote fijnheid van schilderen (afb. 90). De trant van beschildering is niet erg algemeen, hoewel het gewoon om een Hollands molentje in landschap gaat. Doordat het fond zacht blauw getint is, geeft dit een prachtig contrast met de donkerblauwe beschildering. Ook hier is het rekje op de achterzijde met het woord DELFTS gemerkt. De vervaardigingplaats is helaas onbekend.
Ook de ontwerplijn van Koninklijke Goedewaagen heeft bij bedrijven tot navolging gezorgd. Het zevenhoekige rekje wordt bijvoorbeeld in een kleiner formaat nagemaakt en van een Delftsblauwe bloem- en bladbeschildering voorzien (afb. 91). Aan de achterzijde is ook dit product van de soortnaam DELFTS voorzien en lift zo mee op de populariteit van deze materiaalgroep. Opnieuw is de fabriek onbekend, al lijkt het hier wel om een Gouds product te gaan.
De firma De Jong, in 1934 gestart als zelfstandig bedrijf voor pijpen en aardewerk,[13] komt ook met een eigen wandrekje voor miniatuurpijpjes op de markt. Dat is heel begrijpelijk want hun voornaamste product was aanvankelijk de gekaste pijp, waartoe ook de miniatuurtjes behoorden. Hun eerste ontwerp heeft een schildvorm (afb. 92-97), die weliswaar geïnspireerd is op de populaire schildjes van Ivora en Zenith, doch wel een eigen vormgeving heeft. Het rekje kenmerkt zich door een grof en wat armoedig voorkomen met een licht gebolde voorzijde en een enigszins holle achterzijde. De kroon heeft zeven regelmatige punten zonder in knopjes te eindigen. Met deze vormkenmerken was het rekje goed tegen kromtrekken bestand, hetgeen in een fabriek van beperkt technisch kunnen van groot belang was.
Vooral de beschildering van de rekjes van De Jong is typerend en is toegespitst op de souvenirhandel. Wanneer er tijdelijk een geschoolde plateelschilder in de fabriek werkt dan wordt de Delftse schildering prachtig aangebracht. Een voorbeeld daarvan is een rekje met een zeilboot en het opschrift SCHEVENINGEN (afb. 94). De signatuur aan de achterzijde vermeldt alleen het woord DELFTS, dat marketingtechnisch beter scoort dan de fabrieksnaam die onbekend was en dus niet tot de verbeelding van de klant sprak.
Talloze andere onderwerpen van De Jong zijn beduidend primitiever uitgewerkt. Een kaasdrager voor Alkmaar (afb. 95) is in feite een eenvoudige tot kinderlijke lijntekening met simpele inkleuring en aangevuld met een in wat hanepoterige blokletters geschreven plaatsnaam. De eeuwige stadhuisgevel (afb. 93) heeft weer wat meer schilderkunstige allure. Veel voorstellingen zijn niet door een plateelschilder gemaakt maar door een schilderende dilettant. Door het beperkte penseelgebruik overheerst het fond dat een niet al te mooie gebroken witte kleur heeft. Behalve de iets te zware scherf is het glazuur zelden mooi strak en als dat al het geval is, dan is dit te dik aangebracht en resulteerde in een sterk craquelé. Kortom, het product is een goed voorbeeld van het beperkte technische kunnen bij een kleiner Gouds bedrijf. Vermoedelijk zijn deze wandrekjes al in het laatst van de jaren 1930 geïntroduceerd. Zij bestaan in twee formaten, de grote voor zes en de kleine voor vier pijpjes.
Kort na de Tweede Wereldoorlog wordt door De Jong naast het geglazuurde werk ook een koudlak versie van het schildvormige wandrekje geproduceerd. Dan bedient men zich van plakplaatjes zoals twee Volendammer meisjes aan de waterkant met een boot op de kustlijn (afb. 96). Met wat vlotte penseelstreken wordt een kader geschilderd waarna de transparante lak die het voorwerp overdekt eenheid moet scheppen. De kwaliteit van het rekje is tot het minimale gezakt bij een exemplaar waarbij een veel te klein plakplaatje van het Goudse stadhuis midden in het wapenschild zweeft en ergens aan de rand nog de tekst SOUVENIR GOUDA is neergezet (afb. 97). Het blijft verwonderlijk dat de Goudse souvenirwinkels voor een dergelijk armoedig product klanten konden vinden.
Naoorlogse rekjes
Begrijpelijk is dat de Goudse fabrieken het wandrekje ook na de Tweede Wereldoorlog in hun assortiment houden. In feite blijft de productie uit het interbellum ook in de jaren vijftig bestaan, zij het gewijzigd want de oorlogsperiode heeft wel voor grote veranderingen gezorgd. De concurrentie tussen de fabrieken is toegenomen, terwijl steeds meer kleine zelfstandige bedrijfjes worden gesticht. Daarnaast is ook de smaak van de consument sterk veranderd. De traditionele souvenirkopers met belangstelling voor een hoogwaardig handgeschilderd product zijn fors verminderd. Een nieuwe doelgroep is het lagere milieu dat niet zo sterk een standaardkwaliteit souvenir verlangt. Dienovereenkomstig zijn de meeste rekjes die na 1950 tot stand komen tamelijk eenvoudig tot armoedig van uitstraling omdat zij zich op een weinig kritische klantenkring richten.
De meest nederige rekjes komen uit de snipperbedrijfjes in Gouda en uit andere plaatsen in de Randstad. Het beste voorbeeld daarvan is een schildvormig rekje dat het wapen van Gouda voorstelt en uit een onbekende Goudse werkplaats stamt (afb. 98). De scherf van dit product bestaat uit een kant en klare fabrieksklei die te hard is gebakken. De vormgeving is wel onverwacht: een voorstelling in scherp gesneden reliëf was nog niet eerder voor rekjes aangewend. Helaas is dit in technisch opzicht weinig trefzeker uitgevoerd. De roodgeverfde versie is het meest toepasselijk omdat deze aan de kleuren van het Goudse wapen is gerelateerd. Aardig genoeg is hier een versie in Gouds groen afgebeeld. Hoewel de voeling met de oorspronkelijke heraldische kleuren in deze uitvoering volledig zoek is, refereert deze kleurstelling aan het geglazuurde Goudse groen en is om een andere reden interessant. In hoeverre de consument de achterliggende gedachte begreep is sterk de vraag. Het jaartal 1954 maakt het dateren van dit voorwerp eenvoudig.
De Koninklijke Goedewaagen continueert zijn ruitvormige rekje van het eerste uur ook in de jaren vijftig. De vormgeving blijft gelijk, maar de Delftse beschildering wordt aangepast. Geleidelijk verdwijnt het handschilderwerk. De ontwerpers Wim van Norden en Tonny van Gool bedenken een reeks boerderijen en bloemmotieven die als transfer op de scherf worden geplakt. Zo kan de productie beduidend sneller plaatsvinden omdat alleen wat lijnen en punten met de penseel worden aangebracht. Hierdoor kunnen de geoefende schilders hun tijd aan hoogwaardiger werk besteden. Anno 1960 is het ruitvormige wandrekje nog altijd in productie, al is de kleur blauw helaas geleidelijk harder geworden en de transfermotieven doen de uitstraling geen goed. Ook het merkteken wordt niet langer geschilderd maar met een rubber stempel aangebracht. We lezen nu onder een gestileerde keizerskroon ROYAL GOEDEWAAGEN FACTORIES. Een variant wordt als souvenir met het merk DELFTS HOLLAND HANDPAINTED verkocht. Opnieuw duidt het weglaten van de fabrieksnaam op een zekere gêne voor het souvenirproduct. Vooral de Engelse vertaling van de toevoeging handgeschilderd maakt ons terecht wat achterdochtig.
Het overhoekse rekje met de golvende randen ontworpen door Goedewaagen kent ook navolgingen. De Goudse firma De Jong brengt na de Tweede Wereldoorlog een vergelijkbaar ruitvormig wandrekje dat op dezelfde kenmerkende wijze wordt beschilderd als bij Goedewaagen (afb. 99). Echter, De Jong eigen, is de scherf en dus ook de uitvoering grover en zwaarder, opnieuw om kromtrekken in de oven te voorkomen. De schildering sluit bij die zwaardere uitvoering aan. Er wordt een kobaltblauw decor toegepast doorgaans met het hoofdmotief op de bovenhelft waarbij de bekende stadhuisgevel van Gouda het meest voorkomt (afb. 99). Daarnaast zijn er souvenirvoorstellingen bedoeld voor een bepaalde streek, zoals een landschap aangeduid met KAMPEN (afb. 100). De onderhelft is ook hier voorzien van een vlotgeschilderde bloem. De signatuur op de achterzijde geeft DELFTS te lezen dat op de uitvoering van het decor betrekking heeft en niet op de productieplaats. De afzet wordt overwegend in Gouda gevonden bij de daar gevestigde souvenir- en tabakswinkels.
Een tweede uitvoering van het overhoekse rekje van Goedewaagen maakt De Jong rond 1960. Opnieuw is de uitvoering groter en zwaarder geworden. De schildering in een stugge Delftsblauwe schildertrant is echter nauwelijks gewijzigd (afb. 101) en opnieuw is de stadhuisgevel favoriet. Voor de Goudse markt bestemd staat op de keerzijde meestal het fabrieksmerk DE JONG GOUDA HANDPAINTED. De kwalificatie handgeschilderd is hier overigens geen misleiding want het Delftsblauw van De Jong is altijd handgeschilderd. De productieperiode loopt tot 1975 door.
In de jaren 1960 lijkt het pijpenrekje geen rol van belang meer te spelen. De verkoop raakt geleidelijk op de achtergrond al blijft er bij bestelling van nieuwe aanmaak sprake. Naast enkele grote souvenirwinkels in de hoofdstad is het rekje in Gouda nog een toepasselijke souvenir. Wonderlijk genoeg maakt het voorwerp in de jaren zeventig bij Koninklijke Goedewaagen nog een come back. Op het restant aan biscuitrekjes met het bekende gecontourneerde ruitmodel wordt nu een effen glazuur aangebracht dat aansluit bij het palet van de dan gevoerde servieslijn in cognac (afb. 102) en groen (afb. 103). Qua kleurstelling vertonen deze voorwerpen overeenkomst met het zogenaamde Landhuis servies waarmee in die dagen uitgebreid wordt geadverteerd.[14] Dat dit oubollige bijartikel niet accordeert met de moderne ontwerplijn van het servies dringt echter niet tot de directie door. De fabriek is inmiddels al ruim een decennium verstoken van een geschoolde ontwerper, hetgeen aan het productieassortiment duidelijke zichtbaar is.
Overigens is het aardig te weten dat de pijpjes waarmee deze rekjes worden gevuld ook uit een nog bestaande fabrieksvoorraad komen en al ruim voor 1960 werden geperst. Wanneer de biscuitvoorraad uitgeput raakt, stopt men de levering van de rekjes definitief. Wat dat betreft is het wandrekje nieuwe stijl dus een wonderlijk huwelijk tussen een oud, bijna vergeten folklore artikel en een nieuwe kleurstelling van een pas geïntroduceerd servies. In deze twee moderne servieskleuren uitgevoerd is het de laatste serieuze uiting van het miniatuurwandrekje voor pijpjes. Dat het om een luxe artikel gaat wordt bewezen door de prijs want de detailhandel verkocht deze rekjes compleet met pijpjes anno 1975 voor de prijs van maarliefst 35 gulden per stuk.
Een ander wandrekje is geïnspireerd op de zevenkant van Goedewaagen doch is vermoedelijk niet afgekeken van het origineel maar van een lepelrekje of een namaaksel van de zevenkant van eerdere datum (afb. 104). De schildering van dit wandrekje is vlot maar uiterst grof. Het is onduidelijk of dit een Gouds of zelfs een Hollands product is. Tenslotte wordt ook door pottenbakker Adrie Moering in Gouda in de jaren negentig nog een miniatuurwandrekje gemaakt. Voor zijn gecombineerde bedrijf van pottenbakkerij en pijpenmakerij is dat een heel toepasselijk artikel.
Behalve van plateel zijn er ook talloze miniatuurrekjes van metaal gemaakt. Uiteraard is metaal stukken eenvoudiger te bewerken en kan zeer goedkoop machinaal worden gestansd (afb. 105). Het eindproduct in gepoetst messing contrasteert bovendien prachtig met de witte of rode pijpjes. De messing wandrekjes stammen uit dezelfde productieperiode als de plateelrekjes en waren vooral in de jaren 1930 populair, toen de keramische wandrekjes te duur waren geworden. Ook het messing wandrekje richt zich op de souvenirmarkt. Daarvan getuigen gestanste exemplaren voorzien van een reliëf met Hollands landschapje met molen en boerderijen. Een andere versie is gegoten en laat de borstbeelden van een Volendammer jongetje en meisje zien (afb. 106).
Aardig is het te weten dat de laatste miniatuurrekjes met plastic pijpjes werden geleverd. Bij De Jong & Co stopt de productie van miniatuurpijpjes rond 1970. Vanaf dat moment verkoopt men de voorraad uit. Het grotere miniatuurpijpje van De Jong werd tussen 1975 en 1980 in wit plastic nagegoten, helaas zonder rookkanaal, anders zouden de pijpjes nauwelijks van echt te onderscheiden zijn geweest. Subtiel is wel dat de spoor onder de pijpenkop iets werd verlengd en gebogen werd afgegoten, een verandering die de verhouding van het pijpje zelfs ten goede kwam. Het is onduidelijk op wiens initiatief de productie tot stand kwam en hoe lang deze duurde.
Samenvatting en nawoord
Uit het bovenstaande is duidelijk dat het wandrekje voor miniatuurpijpjes ruim een halve eeuw onderdeel van het assortiment van de Goudse pijpen- en plateelfabrieken heeft uitgemaakt. Het voorwerp krijgt gestalte als uitbreiding van de plateellijn die weer voortkwam uit de productie van doorrokers. Verschillende fabrieken lanceren een wandrekje voor miniatuurpijpjes. Al gauw is er sprake van een zekere standaardisatie en wordt het de stiel van twee bedrijven: Ivora en Zenith. Zij zijn samen goed geweest voor vele duizenden exemplaren overwegend met de bekende heraldische schildvorm. De andere ontwerpen zijn beduidend minder courant geweest, al zijn over de geproduceerde aantallen geen concrete gegevens bekend.
Het lijkt erop dat het wandrekje voor miniatuurpijpjes in de loop van de jaren twintig een modeartikel is geworden en dat dit voorwerp in veel Nederlandse huiskamers heeft gehangen. In de jaren dertig neemt de belangstelling drastisch af. Reden daarvoor is een zekere marktverzadiging naast een verschuiving in mode en het feit dat de nieuwigheid van het artikel er af is. Bovendien was de aardewerkcrisis van 1929 er de oorzaak van dat het wandrekje vanwege het handschilderwerk te kostbaar was geworden. Daarnaast verminderde in de jaren dertig ook het toerisme. In het licht van de productvereenvoudiging moest de gecompliceerde goed geschilderde afbeelding plaats maken voor een vlotgepenseelde souvenirdecoratie die een veel geringere voorstellingswaarde had. Vanaf 1935 komt de Delftsblauwe versie op de markt en deze verdringt het kleurige plateel definitief.
Het wandrekje blijft echter een onmisbare souvenir en een geliefd cadeau artikel. In Gouda zien we een nawee in de jaren vijftig, zestig en zelfs zeventig. In de jaren vijftig blijkt de belangstelling voor dit artikel nog aanzienlijk, al is de productie voor toeristische oorden elders in het land al sterk afgenomen. Alleen de algemene schildering van het Hollandse landschap met molen en boerderij blijven in zwang. In de jaren zestig en zeventig is de afzet sterk afgeslankt en beperkt zich tot de souvenirwinkels in Gouda zelf. De Goudse stadhuisgevel is dan het favoriete motief voor de in Gouda verkochte wandrekjes. Het wandrekje eindigt in de jaren 1970 waar het ruim vijftig jaar eerder begonnen was als souvenir voor Gouda als pijpen- en plateelstad.
Wat betreft de productie en verkoop strijden Zenith en Ivora rug aan rug om de markt. De plateelfabriek Ivora blijkt bijzonder succesvol in de souvenirschilderijtjes in donker palet. Concurrent Zenith neemt de productie van de rekjes over met verschillende modelijnen die elkaar opvolgen. Na het sepia-palet met soms enkele kleuraccenten volgt het Gouda mat in bestorven kleuren ingebed in zwart. Daarna is Zenith actief in Delftsblauw en beperkter in Delfts polychroom. Bovendien lanceert Zenith enkele figurale rekjes die zeer ongepast uiteindelijk een strooibloemen of souvenirdecor krijgen.
In de ontwerplijn en de wijze van uitvoering is Koninklijke Goedewaagen atypisch en volgt haar eigen weg. De ontwerpen hebben geen relaties met die van andere fabrieken, terwijl de schilderwijze ook nogal specifiek is. De fabriek Hollandia beter bekend als Regina is nauwelijks actief geweest op het gebied van de wandrekjes, al volgen ook zij een eigen ontwerplijn. De reden dat Regina weinig pijpenrekjes heeft geproduceerd, ligt in het feit dat zij de miniatuurpijpjes niet zelf maakten. Uiteindelijk was die fabriek als doorrokerbedrijf begonnen en maakte nooit gekaste pijpen. Tenslotte zijn er nog enkele kleine bedrijven waarvan vooral de rekjes van De Jong herkenbaar zijn.
Al met al is het wandrekje voor miniatuurpijpjes een wonderlijk artikel dat in een ruime variatie tot stand is gekomen. Het succes van het plateelrekje met miniatuurpijpjes ligt in het verlangen van de consument om iets artistieks te kopen, zonder dat dit werkelijk iets met kunst van doen heeft. Een herkenbaar voorwerp als een wandrekje is aandoenlijk en kleurig, maar vervult tevens in ieder huisgezin een functie als decoratie terwijl het bij gasten bewondering opwekt. In veel gevallen was het een geschenk van een dierbare of een herinnering aan een bijzonder uitstapje. Aanvankelijk was het wandrekje als luxe curiosa bedoeld, al gauw werd het van landelijk belang voor de souvenirhandel. Geleidelijk verliest het zijn aanzien, omdat de kleipijp als Hollands artikel steeds minder herkenbaar is, terwijl ook de schilderkunstige kwaliteit sterk terugloopt.
Voor de Hollandse markt blijft het pijpenrekje als souvenirartikel kenmerkend. Dat wordt bewezen door de lange uitlooptijd tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toch is het opmerkelijk dat het voorwerp tegenwoordig nog nauwelijks enige belangstelling geniet. Wanneer een dergelijk miniatuurrekje in buitenlandse veilingcatalogi verschijnt, kent men het niet en wordt er om die reden niet op geboden. Hetzelfde geldt voor een medium als e-bay dat de internationale verkoop van curiosa van de antiekhandel lijkt te hebben overgenomen. Ook daar scoort het voorwerp als handelsartikel of verzamelobject niet. Wellicht dat de achtergrondinformatie in dit artikel daarin een kentering teweeg kan brengen. Het plateelpijpenrekje slaat uiteindelijk een brug tussen de traditionele gekaste pijp, de doorroker en het Goudse plateel. Drie stromingen die landelijk zowel als voor de export van groot belang zijn geweest. Gelijktijdig straalt het decor de modelijn uit die de Goudse keramiek achtereenvolgens doormaakt waarbij talloze stromingen vertegenwoordigd zijn. In zijn laatste fase laat het in zijn slechtste prestatie zien hoe diep de smaak van de mens kan zakken en misschien is dat genante feit wel de reden voor de beperkte populariteit.
© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Amsterdam, 2008
Fabriek | Periode | Modelnr | Type | Productieperiode |
Koninklijke Goedewaagen | 1916-1982[15] | 155 | art-deco omlijsting | 1920-1930 |
164 | ruitvorm met stadhuis en opschrift GOUDA | 1921-1930 | ||
164bis | ruitvorm met stadhuis zonder opschrift | 1921-1930 | ||
35 | zevenhoek groot (635?) | 1921-1940 | ||
737 | ruitvorm glad | 1926-1970 | ||
967 | zevenhoek klein | 1929-1940 | ||
968 ? | schildvorm met reliëfkroon | 1930-1940 | ||
Ivora | 1914-1965[16] | 350 | standaardje | 1918-1925 |
firma P. van der Want Gzn. | 351 | kleine rechthoekige vorm | 1918-1925 | |
405 | schildvorm | 1920-1935 | ||
Zenith | 1918-1984[17] | 76 | schildvorm | 1920-1940 |
firma P.J. van der Want Azn. | 79 | standaardje voor zes pijpjes | 1920-1930 | |
336 | standerdmolen | 1930-1940 | ||
349 | zeilboot | 1930-1940 | ||
Hollandia / Regina | 1917-1980 [18] | 731 | ovaal met bloemen | 1930-1935 |
Van der Want & Barras | 1114 | drie geveltjes | 1935-1955 | |
1115 | schildvorm | 1935-1955 | ||
firma De Jong & Co. | 1934-1977 | schildvorm klein | 1938-1960 | |
schildvorm groot | 1938-1960 | |||
ruitvorm vroeg | 1950-1960 | |||
ruivorm laat | 1960-1975 | |||
Schoonhoven | 1920-2008> | 337 | schildvorm | 1925-1935 |
De Iris, J.M. Montagne | 1925-1968 | standaardje met overhoekse basis | 1925-1930 | |
boogvorm | 1925-1960 | |||
onbekend | schildvorm klein | 1930-1950 | ||
schildvorm met ingesnoerde rand | 1935-1960 | |||
wapenschild opengewerkte kroon | 1950-1960 | |||
zevenkant | 1950-1960 | |||
zevenkant modern | 1960-1975 |
Afbeeldingen
- Gevlochten pijpenmandje, zogenaamd bennetje, Gouda, firma Jan Prince & Cie II (periode 1869-1897) en geschenkdoosje met zes miniatuurpijpjes, Gouda, firma P. Goedewaagen & Zoon (1880-1919), 1890-1910.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 6.298, Pk 6.237
- Miniatuur standaardje voor pijpen in zilver, Schoonhoven, 1880-1920 en miniatuur standaardje voor kleipijpen van gedraaid ivoor, Frankrijk, 1850-1900.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.170, Pk 6.789
- Wandrekje voor pijpjes, witte scherf met Gouds groen glazuur, zogenaamd Gouda Luxe. Achterplaat met in reliëf stadhuisgevel van Gouda en "GOUDA". Keerzijde intaglio merk "GOEDEWAAGEN GOUDA HOLLAND". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 164, 1922-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.715a
- Wandrekje voor pijpjes, witte scherf met Gouds groen glazuur, zogenaamd Gouda Luxe. Achterplaat met in reliëf stadhuisgevel van Gouda. Keerzijde intaglio merk "GOEDEWAAGEN GOUDA HOLLAND". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 164bis, 1922-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.715b
- Foto van de beide wandrekjes in Gouds Groen ofwel Gouda Luxe samen met enkele messing miniatuurstandaardjes. Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 164 en 165, 1922-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.226
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met rechthoekige vorm, beschildering van gestileerde tulpen in decor clematis. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 351, 1918-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.563
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met rechthoekige vorm, beschildering van staande boer en boerin. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 351, 1920-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.208
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met rechthoekige vorm, beschildering van stadhuisgevel van Gouda met "STADHUIS GOUDA". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 351, 1920-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.209
- Standaardje van plateel, de stam beschilderd met een landschapje met molen. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 350, 1918-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 1.540
- Standaardje van plateel, ruitvormig met vierkante stam, beschildering in glossy uitvoering met bloemmotieven. Gouda, Plateelbakkerij De Iris (1925-1968), 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.581
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van de stadhuisgevel van Gouda met "STADHUIS GOUDA". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.230
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van de stadhuisgevel van Gouda met "STADHUIS GOUDA". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.231
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van een kasteelachtig gebouw met bovenlangs opschrift "HENKENSHAGE ST. OEDENRODE". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 11.252b
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van het Kurhaus in Scheveningen, bovenlangs opschrift "SCHEVENINGEN, KURHAUS". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.233
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van het rustaltaar in Heiloo, opschrift "RUSTALTAAR HEILOO". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.235
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van een stompe toren met bovenlangs opschrift "LEEUWARDEN OLDEHOVE". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.920
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering havengezicht met bovenlangs opschrift "HAVEN-MIDDELHARNIS". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.017
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering poort met huizen en opschrift "NOORDHAVENPOORT" bovenlangs en "ZIERIKZEE" onderlangs. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.018
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van de Berkelpoort in Valkenburg, opschrift "BEKELPOORT-VALKENBURG". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.422
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van de Grendelpoort in Valkenburg, opschrift "GRENDELPOORT VALKENBURG". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.232
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering watermolen met schoepenrad, opschrift "WATERMOLEN VALKENBURG". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.023
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van de gevel van het postkantoor in ’s-Gravezande, opschrift "’SGRAVENZANDE POSTKANTOOR". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.234
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering toren achter rij bomen, bovenlangs opschrift "STADSTOREN-WIJK-BIJ-DUURSTEDE". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 11.252c
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van een donjon tussen de bossen, géén souveniropschrift. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 11.252a
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in glossy plateel met bloemdecor, de kroon lijkt niet afgeschilderd. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 17.434
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering wapen van Alkmaar, op kroon opschrift "ALKMAAR". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1919-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 7.982
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van een heraut met goedendag en wapenschild aan zijn voeten, op kroon opschrift "SOUVENIR-SCHAGEN". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1919-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.074
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering kerk en huizen in Oldeboorn, op kroon opschrift "SOUVENIR-OLDEBOORN". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1919-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.027
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering van molen en huizen in Alblasserdam, op kroon opschrift "ALBLASSERDAM", schild rechts boven "HAVEN". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1919-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.629
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering strandgezicht met duinen, op kroon opschrift "SOUVENIR NOORDWIJK A/Z". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1920-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 17.700
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering met bloemen, op de kroon tekst speciale opdracht "L.A. VAN DER HAM JZN. ZOUTMANSTRAAT 45 TEL. M4803". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.219
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering met bloemendecor in Art Nouveaustijl in bruintinten. Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 18.957
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in matte plateelkleuren van stadhuis op de Markt in Gouda met Agnietenkapel en Waag, bovenlangs opschrift "STADHUIS GOUDA". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.220
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in matte plateelkleuren met stadhuis van Gouda met in kroon opschrift "STADHUIS-GOUDA". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.235
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in matte plateelkleuren, Waag in Gouda en opschrift "WAAG GOUDA", afwijkende schildering van de kroon waarop een bloem, Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.228
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in matte plateelkleuren met park Sonsbeek met in kroon opschrift "PARK SONSBEEK-ARNHEM". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.449
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel van historische gevel met gotische ramen, langs de bovenrand opschrift "STADHUIS VIANEN". Zonder signatuur. Schoonhoven, plateelfabriek Schoonhoven (1920-2008>), model 337, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.480
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met een repeterend geometrisch motief. Schoonhoven, plateelfabriek Schoonhoven (1920-2008>), model 337, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.227
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met repetitief bloemendecor. Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.871
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met opschrift "SOUVENIR-TERNEUZEN". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 8.503a
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met opschrift "SOUVENIR-ZANDVOORT". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 8.503b
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met opschrift "SOUVENIR-VIERHOUTEN". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.221
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met opschrift "SOUVENIR-BENNEKOM". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 14.009
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in mat plateel met "SOUVENIR-KRIMPEN A/D LEK". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1925-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.222
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met geometrische Amsterdamse School ontwerp, beschildering in meerkleuren Amersfoortse kei, boven opschrift "AMERSFOORT" en links onder opschrift "DE KEI". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 155, 1920-1925.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.213
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel van stadhuisgevel van Gouda, opschrift "STADHUIS GOUDA". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1921-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.215
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel van stadhuisgevel van Gouda, opschrift "STADHUIS GOUDA". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1921-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 14.732
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel van Waag te Gouda, opschrift "WAAG-GOUDA". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1921-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.216
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel van voorstelling van een midwinterhoornblazer uit Ootmarsum, onderzijde opschrift "MIDWINTERBLAZER OOTMARSUM". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1921-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.778
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel van Domtoren te Utrecht, onderzijde opschrift "DOMTOREN UTRECHT". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1921-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.217
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel van Drielandenpunt te Vaals, onderzijde opschrift "DRIELANDENPUNT VAALS". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1921-1930.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 14.007
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in glanzend plateel in meerkleuren van molen in Hollands landschap, onderzijde halve bloeiende bloem. Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1925-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.218
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in Delfts blauw van vlotgepenseelde molen in landschap, onderzijde halve bloem. Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.628
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in Delfts blauw van stadhuis van Middelburg, onderzijde opschrift "MIDDELBURG STADHUIS". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 14.562
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm, beschildering in meerkleuren van wapen van Lemmer. Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 35, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 17.346
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm met klein formaat, beschildering in meerkleuren stadhuis van Gouda, onderzijde opschrift "STADHUIS-GOUDA". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 967, 1929-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.652
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm met klein formaat, beschildering in meerkleuren stadhuis van Gouda met onderzijde opschrift "GOUDA", bovenhelft rechts onder opschrift "STADHUIS". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 967, 1929-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.214
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met zevenkantige vorm met klein formaat, beschildering in meerkleuren gevel museum De Moriaan in Gouda, onderzijde opschrift ""DE MORIAAN" GOUDA". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 967, 1929-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.650
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met vlak wapenschild waarboven een kroon in reliëf, beschildering in meerkleuren van wapen van Valkenburg en onderlangs opschrift "VALKENBURG". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), modelnummer onbekend, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 16.551
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in koudlak met geometrisch decor, in kroon opschrift "SOUVENIR “GOUDA”". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1929-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 12.783
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in koudlak met geometrisch decor, in kroon opschrift "SOUVENIR “GOUDA”". Gouda, firma P. van der Want Gzn., Ivora (1914-1965), model 405, 1929-1935.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.229
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in polychroom bloemendecor op getint fond, decor "WIPION". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1935-1940, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.440
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met liggende ovaalvorm met langs de randen in reliëf tweemaal een vierklaver, beschildering in meerkleurige matte plateelpalet, centraal opschrift "SOUVENIR ARNHEM". Achterzijde geschilderd merk "REGINA 731 GOUDA HOLLAND". Gouda, Van der Want & Barras, Regina (1917-1980), model 731, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 8.386a
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een hoge molen, de omloop fungeert als richel voor pijpjes, beschildering in mat plateel met boven de deuren opschrift "HEERLEN". In oorspronkelijke kartonnen geschenkdoos. Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 336, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 13.269
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een hoge molen, de omloop fungeert als richel voor pijpjes, beschildering in mat plateel met boven de deuren opschrift "NOORDWIJK A/ZEE". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 336, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 11.254
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een hoge molen, de omloop fungeert als richel voor pijpjes, beschildering in Delftsblauw met landschap met molen en twee boerderijen. Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 336, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.225
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een hoge molen, de omloop fungeert als richel voor pijpjes, beschildering in polychroom Delfts met zeilboot op het water, rechts onder opschrift "TEXEL". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 336, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.423
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een zeilboot met gehesen zeilen, de romp van de boot doorboord voor pijpjes, beschildering in mat plateel. Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 349, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 11.255
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een zeilboot met gehesen zeilen, de romp van de boot doorboord voor pijpjes, beschildering in Delftsblauw met bloem- en bladwerk. Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 349, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 13.268
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met de contour van een zeilboot met gehesen zeilen, de romp van de boot doorboord voor pijpjes, beschildering met Delftsblauwe bloempjes en landschap met molen en twee boerderijen, op steven boot opschrift "HOLLAND". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 349, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.630
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delfts Blauw met doorlopend bloem- en bladdecor, achterzijde merk ZG-monogram gekroond en "76 DELFTSBL. MADE IN HOLLAND". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 14.408
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delfts Blauw met monument bij Afsluitdijk, rechts onder opschrift "MONUMENT AFSLUITDIJK". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1933-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 18.958
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delfts Blauw met stadhuis van Culemborg, onderlangs opschrift "STADHUIS CULEMBORG". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.223
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, transfer en beschildering in Delfts Blauw met twee koeien bij het water, rechts onder opschrift "HOLLAND". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.224
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delfts Blauw met molen in landschap met rechts onder opschrift "HOLLAND". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 1.359
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delfts polychroom algemene souvenirvoorstelling van molen met opschrift "TEXEL". Gouda, firma P.J. van der Want Azn., Zenith (1917-1984), model 76, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.909
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delftsblauw bloemendecor met centraal een pompadour waarin molen en boerderij. Gouda, Van der Want & Barras, Regina (1917-1980), model 1115, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.368
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroon, beschildering in Delfts polychroom bloemendecor met ovaalvorm waarin een molen en boerderij. Gouda, Van der Want & Barras, Regina (1917-1980), model 405, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.226
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw van landschap met molen en boerderijen, links onder opschrift "HOLLAND", onderhelft bloem- en bladwerk. Achterzijde merk met twee kruispijpen. Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.239
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw bovenhelft stadhuisgevel met opschrift "STADHUIS GOUDA", onderhelft wapen van Gouda. Achterzijde merk "GOEDEWAAGEN GOUDA-HOLLAND". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1935-1955, 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 18.437
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw bovenhelft molen aan de waterkant, onderhelft bloem- en bladwerk. Achterzijde merk "737 DELFTS HOLLAND HANDPAINTED (met schilderssignatuur) M.". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1935-1955.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.479a
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw bovenhelft molen in landschap, onderhelft bloem- en bladwerk. Achterzijde merk "DELFTS HANDPAINTED HOLLAND 737". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1950-1955.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.479b
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw bovenhelft molen en boerderij in landschap, onderhelft bloem- en bladwerk. Achterzijde merk "ROYAL GOEDEWAAGEN POTTERIES GOUDA HOLLAND". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1955-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 13.270a
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw bovenhelft molen en boerderij in landschap, onderhelft bloem- en bladwerk. Achterzijde merk "ROYAL GOEDEWAAGEN POTTERIES GOUDA HOLLAND". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1955-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 13.270b
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met in reliëf uitgevoerd de gevels van drie Hollandse huisjes, beschildering in Delftsblauw palet, op richel opschrift "HOLLAND". Gouda, Regina (1917-1980), model 1114, 1935-1955.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.627
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met hoge staande molen met draaiende wieken, biscuit uitvoering. Gouda, Regina (1917-1980), 1935-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 2.667
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met cartouche model met omlijsting, beschildering in Delftsblauw van bloem- en bladwerk, opschrift "HOLLAND". Gouda, Regina ? (1917-1980), model 1115, 1935-1955.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 16.552
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw van landschap met molen en opschrift “HOLLAND”, de voorstelling deels gevloeid. Achterzijde signatuur "DELFT 812 HANDPAINTED MADE IN HOLLAND (met schilderssignatuur) H.". Gouda, onbekend, model 812, 1950-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.214a
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw van landschap met molen. Achterzijde signatuur "DELFT HANDPAINTED (met schilderssignatuur)". Gouda, onbekend, model 812, 1955-1965.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.214b
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met kroonvorm aan de bovenzijde, beschildering op zacht blauw fond in Delftsblauw van landschap met molen, links boven opschrift "HOLLAND". Gouda, onbekend, 1930-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.169
- Wandrekje met kleine zevenkante vorm afgekeken van Goedewaagen, handbeschilderd in Delftsblauwe bloemmotieven met langs de bovenrand opschrift "VALKENBURG". Achterzijde signatuur "DELFTS". Gouda, onbekend, 1945-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.236
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met zevenpuntige kroon (klein formaat), beschildering in meerkleuren van gevel stadhuis Gouda, in kroon opschrift "STADHUIS GOUDA". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1950-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.019
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met zevenpuntige kroon (groot formaat), beschildering in meerkleuren van gevel stadhuis Gouda, opschrift "SOUVENIR GOUDA STADHUIS". Achterzijde handgeschilderde signatuur "DE JONG-CO GOUDA". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1950-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 13.271
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met zevenpuntige kroon (klein formaat), beschildering in Delftsblauw van zeilboot met in kroon opschrift "SCHEVENINGEN". Signatuur achterzijde "DELFTS". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1950-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 1.764
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met zevenpuntige kroon (klein formaat), beschildering in meerkleuren van kaasdragers met opschrift "ALKMAAR". Achterzijde signatuur "HOLLAND DE MOLEN" met tekening van een molen. Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1950-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 11.253
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met zevenpuntige kroon (groot formaat), koudlak met plakplaatje in meerkleuren van twee Volendammer meisjes aan het water. Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1945-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 5.359
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met zevenpuntige kroon (groot formaat), koudlak met plakplaatje in meerkleuren van stadhuis te Gouda en enkele groene lijnen, onderlangs opschrift "SOUVENIR-GOUDA". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1945-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.212
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met heraldische schildvorm met opengewerkte kroon, beschildering in Gouds groen met op het wapenschild opschrift "GOUDA 1954". Gouda, onbekend bedrijf, 1954.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.211
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delfts blauw palet bovenhelft stadhuis van Gouda met opschrift "STADHUIS GOUDA" en op onderhelft bloemmotieven. Achterzijde signatuur "DELFTS". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1950-1960.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.238
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delfts blauw palet bovenhelft molen met boerderij en opschrift "KAMPEN", onderhelft bloemmotieven. Achterzijde handgeschilderd "DELFTS". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1955-1965.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.237
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, beschildering in Delftsblauw palet met bovenhelft stadhuisgevel van Gouda met opschrift "STADHUIS GOUDA" en onderhelft bloemmotief. Achterzijde handgeschilderde signatuur "DE JONG GOUDA HOLLAND". Gouda, firma De Jong & Co (1934-1977), 1960-1975.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 5.619
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, geglazuurd in cognac met plakplaatje Gouds wapen en opschrift "GOUDA". Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1970-1975.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.210
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met staande ruitvorm met gecontourneerde rand, geglazuurd in transparant groen. Gouda, Koninklijke Goedewaagen (1919-1982), model 737, 1970-1975.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 16.034
- Wandrekje voor miniatuurpijpjes met vrij geïnterpreteerde zevenkante vorm, beschildering in harde kleur Delftsblauw van molen in landschap. Achterzijde signatuur "DELFTS HOLLAND HANDPAINTED". Schoonhoven?, 1960-1975.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 15.562
- Messing wandrekje met gestansde decoratie van een Hollands landschapje. Nederland, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 10.626
- Messing wandrekje met borstbeeld van Volendammer jongen en meisje. Nederland, 1930-1940.
Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 9.139
Noten
[1] Don Duco, Een eeuw van verandering, nabloei en verval van de Europese kleipijp, Amsterdam, 2004, p 181-182.
[2] Don Duco, Iets over het miniatuurpijpje, een Gouds curiositeitsartikel, Amsterdam, 1995.
[3] D.H. Duco, Koninklijke Goedewaagen, een veelzijdig ceramisch bedrijf, Leiden, 1999, p 99.
[4] Duco, (Koninklijke Goedewaagen), 1999, p 79, afb 107. Model 165 in modellenboek wandmodel pijpenhanger genoemd. In 1922 volgt onder model 186 een tweede wandpijpenrek.
[5] Catalogus Rozenburg 1883-1917, Geschiedenis van een Haagse fabriek, Haags Gemeentemuseum, 1983.
[6] A. Westers, ‘Eierschaal-porselein’, in: Rozenburg 1883-1917, Den Haag, 1983, p 180 e.v.
[7] J. Romijn, Jugendstil uit Purmerend, Lochem, 1978.
[8] Hans Vogels, ‘Van siervaas tot servies’, hfst. in: N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland, Zwolle, 1994, p 46.
[9] Duco , (Koninklijke Goedewaagen), 1999, hfst. 14, p 84 e.v.
[10] Ivora en Goedewaagen hebben voor hun rekjes nooit een intaglio modelnummer gebruikt.
[11] Vogels, (‘Van siervaas tot servies’), 1994, p 76, afb li.o.
[12] Don Duco, Iets over het miniatuurpijpje, een Gouds curiositeitsartikel, Amsterdam, 1995, afb 38.
[13] Don Duco, De Jong's pijpen en aardewerkfabriek in Gouda, Amsterdam, 1995.
[14] Duco , (Koninklijke Goedewaagen), 1999, p 157.
[15] Als datum is hier genomen de start van het fijnaardewerk; de pijpenfabriek dateert van 1779.
[16] Als datum is hier genomen de start van het kunstaardewerk; de pijpenfabriek zou volgens zeggen uit 1630 dateren.
[17] Zenith start in 1917 met doorrokers, in 1918 wordt de productielijn van het kunstaardewerk toegevoegd.
[18] Hollandia start in 1898 met doorrokers, in 1917 wordt de productielijn van het kunstaardewerk toegevoegd onder de naam Regina.