Book review: Rapaport, Collecting Antique Meerschaum Pipes; Miniature to Majestic Sculpture; 1850-1925, 1999

Author:
Don Duco

Original Title:
Boekbespreking: Rapaport, Collecting Antique Meerschaum Pipes; Miniature to Majestic Sculpture; 1850-1925, 1999.

Publication Year:
2001

Publisher:
Stichting Pijpenkabinet

Description:
Discussion of a monograph on antique carved meerschaum tobacco pipes and cheroot holders.

Als pijpenliefhebber, publicist en handelaar is Benjamin Rapaport al decennia lang een bekende naam. In de Verenigde Staten is hij de grote promotor van alles rond tabak en pijpen. Hij stelde meerdere publicaties samen, naast commercieel schrijfwerk voor tijdschriften. Nu verrast hij ons met een hardcover publicatie over meerschuim pijpen, het exclusieve verzamelgebied dat in Nederland weinig belangstelling heeft maar mondiaal op de eerste plaats komt. De publicatie is uitgegeven als Schiffer Book for Collectors bij Schiffer in Atglen, Pennsylvania in 1999. Deze uitgever heeft in Amerika verdienste in publicaties over antiek en verzamelobjecten. Een uitgave over de meerschuim pijp mag wat hun aanbod betreft niet ontbreken en dat is hiermee ingevuld. Het boek telt 176 pagina’s en is rijk geïllustreerd in vierkleurendruk.

Al begin jaren negentig was Rapaport met de voorbereidingen van deze publicatie bezig. Zo kwam ik hem in 1992 in Wenen tegen toen hij daar de collectie van het Austria Tabak Museum inventariseerde. In die periode bezocht hij ook andere Europese verzamelaars om een beter beeld van de meerschuim pijp te krijgen. Deze en andere studiebezoeken hebben uiteindelijk tot dit boekwerk geleid. De inhoud daarvan zit wat gecompliceerd in elkaar. Er is een hoofstuknummering en een paragraafnummering beide met oplopende Romeinse cijferreeksen. De hoofdindeling onderscheidt drie aspecten: de historische achtergrond, het verzamelen vandaag en een iconografisch deel. De bijlagen behandelen nog drie aanvullende aspecten: merken, exposities en wat waar te vinden.

lit_kaft_2488
Kaft Rapaport.
lit_kaft_2489
Kaft Rapaport.

Het historische deel (37 pagina’s) heeft vier thema’s. De makers, de handel, het dateren en de exposities. Alle thema’s zijn sterk vanuit het Amerikaanse perspectief geschreven. Voor de Europeaan, waar alles rond meerschuim begon, is dat wat jammer. We lezen niets over de Europese oorsprong en de boost die daarvan uit ging. We stappen zo in het Amerikaanse verhaal anno 1850 om uiteindelijk de sprong van de Amerikanen Fischer en Demuth terug naar Europa te maken, maar dan alleen naar Guyot in Parijs. Het verhaal komt niet in Wenen en Budapest terecht waar de bakermat ligt en zelfs niet in Duitsland, een land dat een belangrijke exporterende rol vervulde. In de historie is ook de paragraaf exposities wat hybride. Die start met prestigieuze presentaties van importante meerschuimmakers en handelaren op nationale en internationale evenementen. Ongemerkt gaat het verhaal over in tentoonstellingen in musea een eeuw later opnieuw overwegend in Amerika. Het verband tussen beiden is niet duidelijk. De sterk Amerikaanse focus past goed bij de titel van dit boek, maar de vraag blijft of dit te rechtvaardigen is als de auteur toch pretendeert de geschiedenis van de meerschuim pijp te schrijven.

Wat verder opvalt is dat er in het verhaal een duidelijke scheiding tussen pronk- en gebruiksgoed ontbreekt. Misschien is die tweedeling lastig te geven, maar dat levert wel een belangwekkend verschil op tussen gebruikspijpen in serie gemaakt voor de gewone roker en opvallende vitrinestukken die overwegend uniek zijn en vaak slecht bruikbaar. Deze laatste groep is specifiek voor het meerschuim en juist daarom is het onderscheid van belang. Het plaatst niet alleen het stuk, maar duidt ook de industrie erachter.

Rapaport hanteert een luchtige schrijfstijl alsof hij aan het woord is, waardoor je als lezer door de tekst wordt gezogen. Daarnaast pronkt hij met zijn kennis die hij na een lange carrière in de pijpen heeft opgedaan. Hij is duidelijk de specialist en de Amerikaanse (Schiffer) lezer geniet van zo’n houding. Toch draagt Rapaport de kennis niet uit. Bij zijn onderzoek concludeert hij te snel dat het niet mogelijk is de geschiedenis volledig te schrijven omdat het aan bronnen ontbreekt. Helaas verzint hij geen mogelijkheden de historie te achterhalen en verschuilt zich vervolgens achter het uitgangspunt dat het aspect kunst in de meerschuimpijp bij dit boek in het spotlicht staat. Zo help hij de nieuwsgierige lezer niet verder. Met die aanpak brengt hij de lezer slechts in een roes van wat bestaat, maar neemt deze niet aan de hand mee om meer over de achtergrond te leren zodat deze na het lezen van het boek zelf over kennis beschikt.

De paragraaf waarin fakes and forgeries behandeld worden legt wat te veel aandacht op een facet waarover je liever niet mijmert. Ook dat is erg Amerikaans en Schiffer-like. Datzelfde geld ook voor de focus op de waarde van de objecten. Een richtsnoer om je prijsgevoel met dat van anderen te vergelijken is handig, maar al dat gekissebis over hoger en lager en hoe persoonlijk dat is hoeft voor mij niet. Met die hoofdstukken speciaal voor de verzamelaar zakt het boek af naar een gids om te verzamelen en daarmee schuurt het met de wens een kunstboek te presenteren.

Het leeuwendeel van de monografie toont de pijpen zelf (p. 58-152). Daar wordt het boek speels door onverwachte groeperingen. De thema’s zijn niet altijd eenduidig en zeker onverwacht. Ik noem er enkele: viering en herdenking, vrouwen, mannen en dieren, mythologie en fabels, putti, engeltjes, et cetera. Verder vreemde en curieuze uitbeeldingen waaronder vooral onpraktische en merkwaardige pijpen zoals te lange, te korte, uit balans enzovoort. Afsluitende thema’s zijn naïef of suggestief en een beetje erotiek. Nadrukkelijk wordt pornografie niet in de publicatie opgenomen. Reden is volgens de auteur dat de snijstijl daarvan ondermaats is. Even komt de gedachte op dat de Amerikaan puriteins en preuts is, of mocht dat thema niet van Schiffer die een zo breed mogelijk publiek wil trekken maar niemand wil choqueren.

Het fotowerk blijkt opgebouwd uit eigen opnames naast plaatjes ingezonden door een fors aantal verzamelaars uit trots voor hun privébezit. Helaas is dat ingezonden goed lang niet altijd even scherp en zeker niet uniform in de achtergrond en dat luistert nauw bij een full-colour (kunst)publicatie. Wel presenteert het boek een geweldig aantal gevarieerde ontwerpen. De bijlage laat 260 foto’s van pijpen zien. Wanneer je ze de een na de ander bestudeert, lijkt dat aantal veel groter omdat de variatie zo buitengewoon breed is. Al bladerend wordt je bijna duizelig van de wonderlijke uitingen die er bestaan. En dan te bedenken dat er maar zeventig jaar van de lange geschiedenis van de meerschuim pijp besproken wordt en uit dat deel alleen het meest curieuze getoond wordt. Daarmee bewijst Rapaport zijn uitgangspunt, dat hij een kunstboek wil maken met grote variatie, recht doend aan de kwaliteiten van de meerschuimsnijders, al benoemt hij die kwaliteiten niet.

Voor Nederland is de meerschuim pijp een betrekkelijk onbekend onderwerp. De Hollander is geen roker van fancy pijpen. Alleen het eenvoudigste is hier verkocht. Dat zien we aan de Nederlandse pijpenverzamelingen. Als meerschuim daarin vertegenwoordigd is, zijn het gebruikspijpen en zelden spectaculaire stukken. Het Pijpenkabinet heeft pas recentelijk een start in meerschuim gemaakt, in het streven de basiscollectie met andere materialen te verbreden. Aanleiding was de overname van de collectie Perquy in 1999, waarin ook een groep meerschuim vertegenwoordigd is. Uiteraard is dat materiaal in een pijpenmuseum onontbeerlijk. Het nieuwe boek van Rapaport kan nu als richtsnoer dienen om deze collectie naar artistiek niveau uit te breiden. Helaas zal de nieuwe publicatie niet het fundament van kennis worden. Het verhaal focust op 75 jaar historie maar slaat de start van eenzelfde periode over. Was de keuze voor de inhoud van dit boek chronologisch geweest dan ervoer de lezer zeker minder verbazing maar zou de verhaallijn veel instructiever geweest zijn. Dan had je de historische gang kunnen leren kennen, al is het de vraag of Schiffer het daarmee eens was geweest.

Kortom Collecting Antique Meerschaum Pipes is echt een verzamelaarsboek geworden dat meer voor de verwondering dan voor de kennisoverdracht samengesteld is. Een boek dat vooral het kijkwaardige naar voren haalt, maar de maatschappelijke betekenis ervan uit de weg gaat. De schrijfstijl is vaak met veel reserves, jezelf ter verantwoording roepend waarom iets gedaan of gekozen is, misschien wel uit onzekerheid omdat het niet de beste of meest voor de hand liggende weg is. Als opgemerkt lijkt de auteur in de ban van het gebrek aan kennis te raken, in plaats van dat hij gemotiveerd wordt informatie op te doen als pionier in dit onderwerp. Door de tijd tot 1850 over te slaan en de focus op het sublieme decor te richten in plaats van het historisch interessante, sluit het boek wel perfect aan bij de aanpak waar Schiffer voor staat. De serieus geïnteresseerde verdient echter meer.

 

© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Amsterdam, 2001.