Verpakkingen pijptabak
Tabaksverpakkingen zijn in de loop van de eeuwen sterk veranderd. Vanaf het begin rond 1600 werd tabak los verkocht, soms zelfs in de winkel vers gekerfd en dan in een papiertje gewikkeld. In de 18de eeuw is de papieren tabakszak algemeen in gebruik. Aanvankelijk zijn dat vierkante zogenaamde kardoespakjes, later puntzakken. Vanaf 1900 wordt veel pijptabak al in de tabaksfabriek verpakt. Nog altijd in papier, wat natuurlijk leidt tot een snelle uitdroging van de inhoud. De echte liefhebber deed de tabak thuis over in zijn zaktabaksdoos of in een tabakspot.
Wanneer de blikjes met vacuümsluiting worden ontwikkeld dan wordt dat in de jaren 1950 dè standaard voor de verkoop van pijptabak. Elke fabrikant die zijn product wil verkopen zorgt voor een aansprekende verpakking, dus worden de blikjes kleurig bedrukt met logo, merknaam en de specifieke smaak van de tabak. In de loop van de jaren wordt het steeds moeilijker om de inhoud af te lezen aan de verpakking. Vanille of whisky is duidelijk, maar bij Nr. 1 Medium is het raden naar de smaak.
In de collectie bewaart het Amsterdam Pipe Museum bij voorkeur de blikjes van vóór de tijd dat de gezondheidswaarschuwingen de verpakking overnemen. Uiteraard geldt dat zeker voor de foto’s van medische kwalen. Daarmee wordt het tabaksmerk nog verder weggedrukt. Deze pagina geeft nog een beeld van de verpakking zoals die indertijd gebruikelijk was en die voor de tabaksliefhebber het water door de mond doen lopen. Die vorm van genieten mag tegenwoordig niet meer.