Proefpijp van Scholenaar

december 2001

Proefpijp van Scholenaar

In de negentiende eeuw werkten in Gouda vader Pieter en zoon Pieter Gerardus Scholenaar, de eerste zilversmid, de tweede plaatsnijder. Voor de Goudse pijpenmakers graveerden zij op verzoek persvormen. Die activiteit gebeurde in de traditie van hun voorgangers met gereedschap dat nog terugging naar de bloeiperiode van de nijverheid rond het jaar 1750. Deze massieve pijpenkop is uit de werkplaats van zoon Pieter Scholenaar junior afkomstig. Wanneer hij een pijpvorm gedecoreerd had, maakte hij daarvan een massieve afdruk in klei om het resultaat te controleren. Die afdruk werd vervolgens bewaard en diende als voorbeeld voor nieuwe ontwerpen. Zijn archief van enkele honderden afgietsels werd na zijn overlijden in 1909 door Pieter Goedewaagen aan het Gouds Museum geschonken. Helaas bleven die voorbeelden daar niet bewaard, vermoedelijk werden zij bij een opruiming door gebrek aan kennis weggegooid. Dit exemplaar kwam in 1963 uit de fabrieksinventaris van de Koninklijke Goedewaagen te voorschijn en is een van de weinige overgebleven voorbeelden. Het voorwerp is van buitengewoon belang omdat het ons leert welke slagstempels er door de Scholenaars werden gebruikt. Door de stempels op deze pijpenkop te vergelijken met andere versierde pijpen uit de negentiende eeuw, kunnen we vaststellen of Scholenaar de decorateur was of dat het om een andere vormgraveur gaat. Op die wijze kunnen we de decoraties groeperen met als doel toeschrijvingen van de pijpen te kunnen doen. Dat is vooral belangrijk omdat veel pijpen uit die latere periode geen makersmerk meer dragen en op geen andere wijze te determineren zijn.

Amsterdam Pipe Museum APM 16.394



Archief object van de maand