Japanse kiserus
In Japan is een unieke tabakspijp in gebruik, anders dan waar ook ter wereld. Het gaat om de kiseru, een tabakspijp van metaal gekenmerkt door een kleine trechtervormige of komvormige ketel en een eveneens metalen mondstuk met als tussenstuk een steel van bamboe. Als variatie bestaan ook all metal kiserus uit één stuk gemaakt. De ketel is zo klein dat deze met een paar trekjes is leeg gerookt. De pijp kan de warmte dus ook niet geleiden. Dat onderstreept de rookgewoonte van de Japanners, die uit stoppen, aansteken, een paar trekjes inhaleren en uitkloppen van de pijp bestaat. Het genoeglijke dampen is er dus niet bij.
Wel zoekt de Japanner naar een optimale smaakbeleving. Goud wordt als het ultieme materiaal aangemerkt, het is volledig neutraal en dus perfect smaakloos. Vandaar dat exclusieve kiserus een massief gouden ketelinterieur hebben voor een optimale smaak. Zilver komt op de tweede plaats, messing en koper pas daarna.
Omdat de kiseru de standaard pijp in Japan is, zijn er exemplaren in elke kwaliteit. De goedkoopste versie is van onversierd messing. Iets luxere pijpen zijn voorzien van een gegraveerde of ingelegde decoratie. Is de kwaliteit opnieuw hoger, dan verschijnt zilver en goud als inlegwerk. Gelijktijdig verandert ook het bamboe van blank naar gespikkeld of krijgt het een ingebrande decoratie.
De meest luxueuze kiserus zijn echte pronk- en sierobjecten. Het is het statusartikel bij uitstek, met gedreven zilver reliëfwerk van draken en tijgers. Ondanks de prachtige versieringen wordt de pijp achteloos op een metalen asbak uitgeklopt zodat deukjes in het steelstuk ontstaan. Soms zelfs zo erg dat de steelaanzet vervormd raakt.