Turcomanie in porseleinen pijpen

Auteur:
Don Duco

Originele titel:
The Turkish mode in porcelain pipes

Jaar van uitgave:
1999

Uitgever:
Académie Internationale de la Pipe

Tijdschrift:
Le Livre de la Pipe 1999

Beschrijving:
Over luxe achttiende eeuwse porseleinen pijpenkoppen in de vorm van Turkenportretten en hun negentiende eeuwse tegenhangers.

Het eerste porselein dat in Europa bekend werd kwam uit China. De prachtige melkwitte kleur, extreme glans en ondoordringbare klinkende scherf maakten dat dit materiaal overal bewonderd werd. Aangezien de analyse van de grondstof niet bekend was, was het onmogelijk om porselein na te maken. Het mysterie over de productiewijze en de beperkte beschikbaarheid van import porselein uit het Verre Oosten, droegen enorm bij tot de populariteit ervan. Pas na jaren van experimenten, onder het patronaat van de koning van Saksen, werd het recept voor porselein ontdekt. Dit gebeurde in het jaar 1708 in het Duitse Meissen. Twee jaar later werd de Königlichen Sächsischen Porzellan-Manufaktur opgericht. Deze fabriek hield het recept angstvallig geheim zodat zij lange tijd een monopolie hadden. Pas in de tweede helft van de achttiende eeuw slaagden andere fabrieken er in porselein te maken. De eerste waren de werkplaatsen in Berlijn, Nymphenburg en Frankenthal, respectievelijk gesticht in 1751, 1754 en 1755. Al snel worden ook in andere Europese steden porseleinfabrieken opgericht.

Ondanks de schoonheid van porselein was dit materiaal niet voor elk artikel bruikbaar. Als theeservies of dinerservies bood het alleen maar voordelen, vanwege de dunne scherf, de warmte-isolatie en de mogelijkheden tot decoreren. Voor wandborden, open manden, potpourri houders en beeldjes was porselein het meest geschikt. Het gaf optimale kansen tot modelleren maar kon bovendien kleurrijk worden beschilderd.

01-15.081-pors-orientaalse-tulband-1
Afb. 1a. APM 15.081 
01-15.081-pors-orientaalse-tulband-3
Afb. 1b. APM 15.081 
01-15.081-pors-orientaalse-tulband-4
Afb. 1c. APM 15.081 

Tabakspijpen zijn een van de vele luxe items die eveneens in porselein gemaakt zijn. Als rookpijp heeft porselein echter weinig positieve eigenschappen, voornamelijk omdat het materiaal niet poreus is ofwel ondoordringbaar. Tijdens het roken ontstaat condens dat door een porseleinen pijp, in tegenstelling tot de gangbare kleipijp, niet wordt opgenomen. Daarom rookt de pijp al snel heet waardoor de smaak van de tabak minder mild en dus niet zo aangenaam is. Vanwege het vocht in de pijp kan een porseleinen pijpenkop tijdens het roken zelfs gaan pruttelen.

Het exclusieve materiaal maakte echter dat porselein toch gebruikt werd voor tabakspijpen. De esthetische kwaliteiten geven de pijp een aantrekkelijke uitstraling en maakt deze tot een geschenkartikel voor speciale gelegenheden. De traditionele langgesteelde kleipijp, die gebruikelijk is in de achttiende eeuw, blijkt echter niet in porselein te maken. Na verschillende mislukte pogingen valt de keuze op de zogenaamde manchetpijp, gemonteerd met een separaat roer. Een heel begrijpelijke oplossing als we bedenken dat Meissen in Midden-Europa ligt. In Oost-Europa, maar ook in Hongarije en Turkije, is de manchetpijp vanaf de introductie van de tabak algemeen gangbaar. Deze zogenaamde "pipe à la turque" heeft een ketel met een afgeknotte steel van porselein, waarin een separaat roer van ivoor, bot, hoorn of hout wordt gestoken.

02-15.079-pors-turkenkop-1
Afb. 2a. APM 15.079
02-15.079-pors-turkenkop-3
Afb. 2b. APM 15.079
02-15.079-pors-turkenkop-4
Afb. 2c. APM 15.079

In Meissen werden al in de jaren 1730 enkele van deze porseleinen pijpen gemaakt, zoals opgemerkt geïnspireerd op de pijpmodellen uit Turkije. Deze vroegste producten zijn niet alleen exclusief vanwege het materiaal, de luxe wordt vooral benadrukt door het prachtige meerkleurige schilderwerk. Deze zeldzame voorbeelden hebben een vorm die vrij eenvoudig is, bijna vormeloos. Het is de vakbekwame beschildering van kleine landschappen of bloempatronen die deze producten zo aantrekkelijk maakt.

Omstreeks 1740 ontstaat in Meissen de belangstelling voor de figurale pijp. Deze eerste producten zijn bedacht door de modelleur Johann Gottlieb Ehder, geboren in 1717. In 1739 komt deze als jonge ontwerper in dienst van de fabriek en modelleert verschillende figuurpijpen. Al deze koppen worden in kleine oplages geproduceerd en behoren tot de meest exclusieve tabakspijpen die je in die tijd kon krijgen.

Wanneer zoals opgemerkt na 1750 nieuwe porseleinfabrieken starten, wordt de tabakspijp ook in andere fabrieken geproduceerd. Opnieuw is de aandacht op de figurale pijp gericht. Meestal gaat het om een ​​fantasie figuur ofwel een persoonlijkheid met een karakteristiek voorkomen, zelden vinden we uitbeeldingen van bestaande hedendaagse personen. Geliefd zijn bijvoorbeeld typen uit Hongarije of Polen. De bekendste en meest populaire voorstelling uit die tijd is ongetwijfeld de Turkenkop (afb. 1-4). De belangstelling voor het oosten, vaak omschreven als turcomania of turcomanie, is van ongeveer 1750 tot tegen het jaar 1800 geweldig populair. Het hoofd van een Turk met kleurrijk geschilderde, geplooide tulband wordt daarom een passende uitbeelding. De turcomanie zien we overigens ook in verschillende andere culturele uitingen terug, zoals de opera "Die Entführung aus dem Serail" van Mozart. Het exotisme en de Turkse liefde plaatste de achttiende eeuwer in een sprookjesachtige wereld vol rijkdom en verfijning. Ook de Turkse koffiehuizen waar koffie geserveerd werd en je een pijp kon roken sloten bij dat cultuurbeeld aan.

03-15.080-pors-orientaalse-robijn-01
Afb. 3a. APM 15.080
03-15.080-pors-orientaalse-robijn-03
Afb. 3b. APM 15.080
03-15.080-pors-orientaalse-robijn-04
Afb. 3c. APM 15.080

In de porseleinen pijpenkoppen zijn zowel mannen- als vrouwengezichten gemodelleerd. Beide tonen een tulband bestaande uit prachtig geborduurde sjaals met juwelenspeld met een pluim of veer aan de voorzijde. Mannen hebben meestal een kleine snor, eerder Chinees dan Turks; zeldzaam zijn bakkenbaarden (afb. 2) of een baard. De vrouwen dragen een modieus gedrapeerde tulband versierd met dubbele parelkettingen, vaak met rozetten tussen de snoeren (afb. 1). Als oorbellen zien we dikwijls juwelen. Het vrouwelijke accent wordt onderstreept door een meer elegante lijn, waaronder een aantrekkelijke, goed gevormde neus. Het gezicht is in natuurlijke kleuren geschilderd met subtiele zachte vleeskleuren waarin de sprekende ogen prachtig contrasteren (afb. 4). De meest luxueuze pijpenkoppen zijn voorzien van accenten in bladgoud. De afgeknotte pijpensteel toont voor de tijd populaire rocailles waarin c-voluten uit het rococotijdperk domineren. De montage gebeurt met een deksel en een steelband in zilver, soms verguld waarbij fijn zaagwerk of gravering niet ontbreekt. In een bijzonder geval is zelfs een robijn in het deksel opgenomen (afb. 3). Met een dunne ketting en kleine ring wordt de pijpenkop aan de separate steel geborgd.

04-15.082-pors-orientaalse-bruinsteel-01
Afb. 4a. APM 15.082
04-15.082-pors-orientaalse-bruinsteel-03
Afb. 4b. APM 15.082
04-15.082-pors-orientaalse-bruinsteel-04
Afb. 4c. APM 15.082

De mooiste Turken hoofden worden in de fabrieken van Meissen gemaakt, maar ook in Berlijn (gesticht in 1751), Veilsdorf (1760) en Fulda (1764). Kleinere werkplaatsen volgen de modelleringen van deze gezaghebbende fabrieken na al zijn dergelijke producten niet zo treffend gemodelleerd als die van de beroemdste fabrieken. Dit geldt voor zowel de uitwerking van de voorgestelde als de details. Een groot verschil is ook zichtbaar in de wijze van beschildering. Een pijpenkop uit Kloster Veilsdorf mist vooral de subtiele kleurnuances en is een mooi bewijs van minder vakmanschap (afb. 5).

Het is moeilijk te zeggen hoe lang het portret van de Turk zijn populariteit heeft behouden. Als exclusief geschenk werd het tot ongeveer 1780 geproduceerd. Daarna verschoof de interesse naar andere onderwerpen. Een belangrijke groep pijpen toont bijvoorbeeld dierenfiguren, die eerder amusant zijn dan dat zij een artistieke waarde hebben. Te zelfder tijd worden de pijpen eenvoudiger ofwel lager van kwaliteit waarbij ook de prijs zakt. Veranderingen in de voorstellingen en het lagere prijsniveau bewijzen dat de porseleinen pijp geleidelijk aan bestemd wordt voor de minder gefortuneerde kring van rokers.

05-15.083-pors-orientaalse-oranje-steel-1
Afb. 5a. APM 15.083
05-15.083-pors-orientaalse-oranje-steel-3
Afb. 5b. APM 15.083
05-15.083-pors-orientaalse-oranje-steel-4
Afb. 5c. APM 15.083

In de negentiende eeuw zien we een opleving van het Turkenportret. Het is dezelfde fabriek uit Meissen die rond 1820 nieuwe ontwerpen lanceert waarin de Turk nagenoeg identiek wordt afgebeeld als zestig jaar eerder. Opnieuw leidt die herlancering tot navolging. Daarvan getuigt een prachtige grote Turkenkop met een massief formaat en beschilderd in effen kleuren (afb. 6). Bij dit recentere artikel is het formaat toegenomen. De pijprokers uit de jaren 1830 gebruikten meer tabak zodat de ketel van de pijp groter moest worden. Standaard bij de porseleinen pijp wordt dan de toepassing van een holwandig systeem. De buitenkant van de pijpenkop toont de uitbeelding, terwijl de veel kleinere binnenketel bestemd is voor de tabak. Tijdens het gebruik circuleert de rook in de holle tussenruimte waar kan het vocht kan neerslaan, terwijl de rook ondertussen afkoelt. Dit maakt de pijp als rookinstrument comfortabeler.

06-13.600-pors-turk-meissenmerk-01
Afb. 6a. APM 13.600
06-13.600-pors-turk-meissenmerk-03
Afb. 6b. APM 13.600
06-13.600-pors-turk-meissenmerk-04
Afb. 6c. APM 13.600
06-13.600-pors-turk-meissenmerk-10
Afb. 6d. APM 13.600

In de latere periode wordt het Turkhoofd uit Meissen aan de binnenzijde van de ketel voorzien van het beroemde merk de twee gekruiste zwaarden in blauw op het witte porselein. Bij de nagemaakte versie zien we hetzelfde merk, maar wat onbeholpen nageschilderd in een afwijkende bruine kleur. Uiteraard is ook de beschildering van de pijp aan de mode aangepast: de subtiele maar heldere, zoetige, fijngeschilderde kleuren uit de achttiende eeuw worden vervangen voor zwaardere tinten die sterker in vlakken worden opgezet. Uiteraard zegt dit vooral iets over de minder veeleisende gebruiker. Was het hoofd van de Turk in de jaren 1770 een buitengewoon exclusief item, nu kwam het beschikbaar voor een grotere groep rokers. Zeker is dat de opleving van de Turkenkop nooit de populariteit bereikte als in de achttiende eeuw. De productie moet maar van korte duur zijn geweest, misschien zelfs wel gelimiteerd tot een handjevol ontwerpen over een paar jaar tijd.

Met deze voorbeelden is de uitbeelding van de Turkenkop nog niet voorbij. Een andere Duitse porselein fabriek, gevestigd in Ruhla produceerde iets later nog een vergelijkbaar Turkenhoofd (afb. 7). Nu is het kleurige glazuur achterwege gelaten en is de pijp in biscuit gemaakt. Dit type porselein wordt ook wel omschreven als pâte-tendre ofwel zacht porselein, onder kenners vooral bekend als parian ware. Het schrale porseleinoppervlak is aan de zichtzijde gekleurd met een bronsgetinte vernis waardoor de pijp de uitstraling van een heus bronzen voorwerp krijgt. Het poreuze interieur lijkt gebruiksvriendelijker dan de praktijk bewijst. Hoe poreus ook, de pijp bereikte nooit het comfort van de absorberende kleipijp en zeker niet die van meerschuim. In porselein is dit ontwerp de laatste in de reeks van Turkenkoppen.

07-13.887-pors-parian-turkenkop-1
Afb. 7a. APM 13.887
07-13.887-pors-parian-turkenkop-3
Afb. 7b. APM 13.887
07-13.887-pors-parian-turkenkop-4
Afb. 7c. APM 13.887

Concluderend kan gezegd worden dat met de eerste fase van Turkenpijp een rage wordt ontketend, waarbij de roker belangstelling toont voor een exclusief object met een grote fijnheid. Het onderwerp illustreert de interesse voor het exotische, de uitvoering onderstreept de grote hang naar luxe. De verschillende Duitse porseleinfabrieken beconcurreren elkaar in modellering en fijne beschildering van het Turkenportret. In de tweede fase, in de negentiende eeuw, kreeg de porseleinen Turkenkop nooit de populariteit zoals in de eeuw ervoor. De uitbeelding van de Turk verloor de relatie met de mystieke sfeer rond een natie, eerder was het een uiting voor de meer oppervlakkige interesse in exotische personages. Het ontwerp van de porseleinen Turkenkop wordt zonder wijziging door enkele Duitse fabrieken van kleipijpen overgenomen en zo wordt de eens zo exclusieve voorstelling een pijp voor Jan en alleman. De productie uit Uslar in Nedersaksen is het bekendst. Rond 1850 verlaten duizenden kleipijpen met een Turkenportret als exportartikel Duitsland om een nieuwe groep rokers in Amerika te vinden. Aan de andere zijde van de oceaan werden ze mogelijk eerder gerookt als een negerhoofd ofwel het portret van een tabaksslaaf dan als een Turk, een volk dat een eeuw eerder geliefd was vanwege hun eigen specifieke cultuur. De Amerikaanse roker had geen weet van deze andere visie.

 

© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Amsterdam, 1999.

 

Afbeeldingen

  1. Vrouw met tulband met fijne beschildering. Duitsland, Saksen?, 1765-1775.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 15.081
  1. Turk met tulband, eenvoudige beschildering. Duitsland, Meissen, Königlichen Sächsischen Porzellan-Manufaktur, 1765-1775.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 15.079
  1. Vrouw met tulband, eenvoudige beschildering. Duitsland¸ Meissen, Königlichen Sächsischen Porzellan-Manufaktur, 1765-1775.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 15.080
  1. Vrouw met tulband met fijne beschildering, Duitsland, Meissen, Königlichen Sächsischen Porzellan-Manufaktur, 1775-1785.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 15.082
  1. Vrouw met tulband in felle kleuren. Duitsland, Thüringen, Kloster Veilsdorf, 1820-1830.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 15.083
  1. Turk met tulband met groot formaat, ketel inwendig imitatie Meissen merk. Duitsland, Saksen, 1820-1845.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 13.600
  1. Turk met tulband, Parian ware beschilderd in bronskleur. Duitsland, Thüringen, Ruhla, 1840-1870.
    Amsterdam, collectie Pijpenkabinet APM 13.887