Aanwinsten: Houten pijpen uit Portugees Afrika

Auteur:
Don Duco

Jaar van uitgave:
2008

Uitgever:
Stichting Pijpenkabinet

Tijdschrift:
Nieuwsbrief Pijpenkabinet

Beschrijving:
Afbeelding en bespreking van drie opmerkelijke houten pijpen uit Angola verworven door het Pijpenkabinet.

Een pijp in de vorm van een geweer

Deze betrekkelijk kleine houten tabakspijp (lengte 24 centimeter) heeft een originele vormgeving. Voor wie beter kijkt wordt namelijk duidelijk dat in het voorwerp op vernuftige wijze een geweer is uitgebeeld. Het onderwerp geweer of revolver wordt bij Afrikaanse pijpen vaker gekozen en dat is niet verwonderlijk want het vuurwapen geniet in dat continent nu eenmaal grote bewondering. Het exemplaar dat hier als aanwinst wordt besproken is uit Angola afkomstig. De datering ligt tussen 1900 en 1920.

01-19.143-smoking-pipe-angola-hout-geweer-1
Afb. 1a. APM 19.143

De afgebeelde pijp is gemaakt in de gebruikelijke techniek die ook bij gangbare pijpen wordt toegepast. De pijpenkop is van een zachte houtsoort gemaakt, waarin de basisvorm is uitgesneden. Omdat de relatief lichte houtsoort tamelijk brandbaar is, moest deze aan de binnenzijde worden beschermd. Dat gebeurde door het inwendige van de pijpenkop met plaatmetaal te bekleden. Hoewel in technisch opzicht heel afdoende leverde die werkwijze bepaald geen verbetering voor de smaak op, maar na enkele keren roken zette zich op het metaal een koolstoflaag vast, die de metaalsmaak verdreef. Voor de steel van de pijp is een eenvoudig ijzeren roer gebruikt, dat heel toepasselijk een rol vervult in het ontwerp, namelijk vanwege de grote overeenkomst met de geweerloop. Een uitgespaarde gleuf aan de bovenzijde van de steel suggereert de plaats waar de trekker van het geweer zat. Als verbinding tussen beide materialen zijn verstevigingsbandjes van plaatmetaal aangebracht, die tevens een decoratieve functie hebben. Naast een ritmische afwisseling van metaal en hout zijn op de zijkanten van de pijpenkop en op de kolf van het geweer als versiering nog enkele cirkelgaatjes aangebracht.

01-19.143-smoking-pipe-angola-hout-geweer-2
Afb. 1b. APM 19.143
01-19.143-smoking-pipe-angola-hout-geweer-3
Afb. 1c. APM 19.143

Het is niet eenvoudig dergelijke producten aan een stam toe te schrijven. De motieven zowel als de technieken en gebruikte materialen zijn niet kenmerkend voor één bepaalde bevolkingsgroep maar werden in een groter gebied gebruikt. Gezien de sterke overeenkomst met gewone pijpen uit Zuid-Angola moeten we de herkomst daar zoeken, al zijn bij de vervaardiging wel technieken van de volkeren uit centraal Angola overgenomen. Zoals opgemerkt kennen we de geweervorm ook uit andere streken, bijvoorbeeld uit Kongo of Uganda. Overigens wordt de pijp ook in andere continenten wel vaker met een geweer vergeleken. Zo noemt men de opiumpijp in China wel Smoking gun.

Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.143

Merkwaardige vormgeving

Naast tabakspijpen gekenmerkt door een afgewogen en functionele vormgeving, bestaan er ook merkwaardige rookinstrumenten die ons vanwege hun uiterlijk zelfs verwarren. Een voorbeeld daarvan is de hierbij afgebeelde tabakspijp met een buitengewoon ongebruikelijke vorm die aan geen enkele traditie gerelateerd is. Het gaat om een langwerpig stuk hout dat in de aanzet vierkantig is en naar het einde rond uitloopt. In het zwaarste, vierkante deel is een pijpenkop uitgeboord, die voorzien is van een dunne metalen binnenketel. De stokvormige verlenging achter de ketel oogt als een soort handvat om de pijp tijdens het roken mee vast te houden. De doorboring aan het eind lijkt bedoeld om de pijp met behulp van een koordje te kunnen ophangen of deze gemakkelijk te kunnen meenemen. Aan de houten kop is een lang recht roer van messing verbonden, dat overlangs is dichtgesoldeerd en een lipvormig mondstuk aan het eind vertoont.

02-19.145-smoking-pipe-angola-ovimbundu-stok-02
Afb. 2a. APM 19.145

Kenmerkend aan de pijp is de metalen binnenbekleding van de ketel en de eenvoudige verbinding naar het ingestoken roer. Het zachte hout zou door het smeulen van de tabak zeker gaan meebranden en een bekleding met metaal was dus gewenst. Daartoe werd een stukje plaatijzer gebruikt waarvan door de pijpenmaker een specifieke vorm werd uitgeknipt die vervolgens om een stokje werd gerold en in de ketel werd geklemd. Vervolgens is het boven de ketel uitstekende randje op lengte geknipt en platgeslagen.

Het vierzijdige gedeelte waarin de ketel zit, is versierd met enig eenvoudig kerfwerk met een niet erg helder geometrisch patroon. Op de hoeken en langs de randen is dit kerfwerk geaccentueerd met enkele ingeslagen messing nagels met een halfbolle kop. Ook in het gebruik van dergelijke siernagels is weinig houvast voor een nadere herkomstbepaling. De ingeslagen nagels doen aan Kongo denken, het roer is eerder aan Kameroen gerelateerd, terwijl de techniek van het vouwen van de ketel en de afwerking ervan eerder op Angola wijzen. Kortom, de pijp is een interessant object met een mengeling van technieken die niet direct aan een stam zijn toe te schrijven. De combinatie van technieken duidt er echter wel op dat deze pijp in zuid-west Afrika moet zijn gemaakt maar vermoedelijk niet in de landen met een uitgebreide tabakscultuur zoals Kameroen of Kongo. Eerder moet de herkomst gezocht worden aan de westkust van Afrika, bijvoorbeeld in Angola of zelfs in meer ontoegankelijke binnenlanden.

02-19.145-smoking-pipe-angola-ovimbundu-stok-04
Afb. 2a. APM 19.145
02-19.145-smoking-pipe-angola-ovimbundu-stok-05
Afb. 2c. APM 19.145

Het is niet eenvoudig voor te stellen hoe deze pijp is gerookt. Een aangename balans heeft het product zeker niet, zelfs niet wanneer het ronde gedeelte achter de pijpenkop met de hand wordt vastgehouden. Door het dunne roer draait de pijp gemakkelijk tussen de lippen zodat de tabak er uiteindelijk uit zal vallen. Een groot gemis is hier dus het ontbreken van een handige plek tussen mondstuk en ketel om de pijp comfortabel te kunnen hanteren.

Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.145

Een kenmerkende Ovimbundu

Traditioneel en zeer typerend is deze tabakspijp met een staand mansfiguurtje in de steel afkomstig van de Ovimbundu. Alles aan deze pijp is kenmerkend voor deze Angolese stam uit centraal Angola. De trechtervormige ketel met de vlakke filtrand en de eveneens vlakke bodem zien we bij de meeste pijpen van deze stam. De steel staat altijd haaks daarop en hierop is vaak een figurale decoratie aangebracht. Bij deze tabakspijp is bij het voorvormen van de pijp een rechthoekig blokje uitgespaard bestemd voor het snijden van de hoofdvoorstelling. Het steeleind heeft een manchet met eenzijdig een licht gebolde sterk conische vorm. Als gebruikelijk is een dun ijzeren roer toegevoegd. Deze majestueuze pijp is 61 centimeter lang.

03-19.146-smoking-pipe-ovimbundu-figuur-01
Afb. 3a. APM 19.146

Bij de Ovimbundu wordt zoals opgemerkt de uitbeelding op de pijpen doorgaans op of in de steel aangebracht. Zittende of liggende figuren, soms meerdere tegelijk komen we in een ruime variatie tegen. Bij deze tabakspijp is de versiering beperkt tot een enkel staand mannetje, gekleed als een Europeaan in een nauwsluitende broek en een kort jasje, het haar in een strak kapsel. De voorstelling is niet echt los gekomen van het stukje hout dat men in de steel voor deze decoratie had bestemd en juist dat maakt de voorstelling zo aantrekkelijk.

Een ander kenmerk voor de pijpen van de Ovimbundu is het gebruik van plaatmetaal als versiering. Dat is ook bij dit product toegepast. De vlakke filtrand van de ketel maar ook de bodem zijn met plaatmetaal beschermd. Aardig is het te weten dat de bodem aan de onderkant deels is uitgehold en dat daarin steentjes zijn verstopt die bij bewegen een ritmisch geluid geven. Ook typerend zijn de bandjes plaatmetaal die rond de steel zijn aangebracht. Zij zijn altijd op een speciale manier vastgezet, namelijk door de einden samen te knijpen en één of tweemaal te vouwen. Het gaat om dun plaatmetaal met een legering waarin zink domineert. Ooit was dit blank en glanzend, nu heeft het een aantrekkelijke matgrijze patina gekregen.

03-19.146-smoking-pipe-ovimbundu-figuur-05
Afb. 3b. APM 19.146
03-19.146-smoking-pipe-ovimbundu-figuur-09
Afb. 3c. APM 19.146

Wat deze tabakspijp zo speciaal maakt is de betrekkelijk recente datering, terwijl alle stameigen kenmerken nog nadrukkelijk aanwezig zijn. Dat uit zich in de vormgeving, de sculptuur maar vooral in de opsmuk met plaatmetaal. De datering ligt niet later dan de jaren 1950. Deze aantrekkelijke etnografische pijp is via de voormalige kolonisator Portugal in onze collectie terecht gekomen.

Amsterdam, collectie Pijpenkabinet Pk 19.146

 

© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Amsterdam, 2008.