Het zelfportret van een karikaturist als pijp
Auteur:
Don Duco
Originele titel:
A caricaturist's self-portrait
Jaar van uitgave:
1993
Uitgever:
Académie Internationale de la Pipe
Tijdschrift:
Le Livre de la Pipe 1994
Beschrijving:
Bespreking van de kleipijp door de firma J. Gambier voorstellend het zelfportret van de beeldhouwer Dantan Jeune uit Parijs.
Vanaf het begin van de negentiende eeuw ontstond er onder de Franse pijprokers een rage om zich met figuurpijpen te tonen. Portretten van beroemde mannen en in mindere mate van beroemde vrouwen werden door verschillende fabrieken op de markt gebracht. Deze mode begon in de intellectuele politiek geëngageerde kringen, met name in de grote steden. De zwier van de Fransman, gecombineerd met de artistieke belangstelling voor de beeldhouwtraditie en de hang naar het figureren van gebruiksvoorwerpen zorgde voor een ongekende variëteit aan dergelijke portretpijpen. Op één van dit soort figuurpijpen wil ik hier nader ingaan, omdat het om een product met een interessante achtergrond gaat.
De onderhavige gezichtpijp stelt het zelfportret van de beeldhouwer Dantan Jeune voor. Dantan was telg uit een kunstenaarsfamilie (afb. 1-3). Zijn volledige naam luidt Jean Pierre Dantan en hij was de jongere broer van Antoine Laurent Dantan, die de bijnaam Dantan Ainé droeg. Vanaf 1823 studeerde hij aan de Ecole des Beaux Arts in Parijs als leerling van ene Bosio. In 1827 maakt hij zijn salondebuut met portretbustes en dat genre zal zijn specialisme worden. Kort daarop zal hij grote roem verwerven met borstbeelden in miniatuur.
In 1830 exposeerde hij portretkarikaturen in de vorm van kleine terracotta bustes en terracotta beeldjes in de Parijse Salon. Deze geestige maar vooral ook kunstzinnige uitbeeldingen vielen al snel bijzonder in de smaak. Zo werd zijn "Dantorama" geboren, dat al gauw een inspiratiebron voor lithografen en andere beeldende kunstenaars werd.
In zijn "Musée Dantan" bracht Dantan Jeune zijn werken samen en een cassette met twintig lithografieën zorgde voor algemene bekendheid van zijn unieke museum. Bijna jaarlijks zendt Dantan Jeune werk naar de "Salon des Soc. d'Art Français". Zijn laatste inzending betreft een buste van Beethoven in het jaar 1870. Een jaar daarvoor was Dantan Jeune in Baden Baden overleden.
Het is geen wonder dat zijn sculpturen door fabrikanten van figurale pijpen zijn geïmiteerd. Zijn eigenzinnige scheppingen kenmerken zich door een treffend eenvoudige uitwerking en door klein formaat lag overname in bijvoorbeeld kunstnijverheidsvoorwerpen voor de hand. De firma Gambier, een gigantische pijpenfabriek in de Noordfranse plaats Givet, inspireert verschillende van zijn pijpontwerpen op het werk van Dantan Jeune. Sommige zijn regelrechte kopieën, andere zijn meer vrije interpretaties.
Het zelfportret van Dantan is een van de scheppingen die vrijwel zonder aanpassing tot pijp is verwerkt (afb. 2-3). De ketel om de tabak te branden werd in het hoofd van de voorgestelde geplaatst, aan de achterzijde kwam een korte pijpensteel met manchet. Daarin werd later een houten roer met hoornen mondstuk gestoken. Dergelijke figurale producten zijn geen eenmalige scheppingen. De fabrieken voor kleipijpen werken altijd in serie. Van ieder pijpontwerp werd een messing persvorm vervaardigd, die productie in serie mogelijk maakte. Voor het goed lossend maken van dergelijke producten moest zo'n persvorm soms uit meerdere delen bestaan. In dat geval werd tussen de twee helften van de vorm een inzetstuk geklemd, waarop een deel van de decoratie was aangebracht. Bij de Dantan pijp werd het gelaat van de voorgestelde met behulp van zo'n inzetstuk gevormd.
Wat de tekening van deze pijp, die afgebeeld staat in de fabriekscatalogus van Gambier (afb. 1) niet verraadt, is de aantrekkelijke gelaatsuitdrukking die de pijp meekreeg. De melancholische blik en de omhoog gekamde kuif samen met het licht pokdalige gelaat geven het portret een bevallige charme, die ons bijna een blik in het karakter van de kunstenaar gunt (afb. 2). Als gebruikelijk voorzag Dantan zijn karikaturen van een rebus om de voorgestelde te identificeren. Vaak is dat een inscriptie in een soort hiërogliefen, een woordgrapje die de uitbeelding ontcijfert. De firma Gambier kopieerde deze rebus op de kraag van de persoon zonder enige wijziging. We zien links een tand en rechts een engel met zeis, in het Frans "dent-ange" ofwel uitgesproken als "Dantan-Jeu(ne)".
De vormgeving van de manchet, waarin de steel van de pijp werd geklemd is een ontwerpverdienste van de pijpenfabriek. Deze vertoont amandelvormige ogen en een aantal lobvormige bladeren aan de onderzijde van het borstbeeld, een vormgeving die tamelijk zeldzaam is. Hier is ook het merk van de fabrikant gestempeld, terwijl bij latere exemplaren de naam van de fabriek tevens in reliëf is aangebracht.
De populariteit van de Dantan-portretkop is betrekkelijk groot geweest. De ontwerpdatum ligt zeker voor 1840. De productieperiode loopt echter tot aan het eind van de negentiende eeuw door. Naast een witte versie werd er later ook een afwerking met calciné gebrande lak gemaakt (afb. 3). Helaas is over de verkoopcijfers niets bekend. Het is niet onmogelijk dat de pijp in het Dantorama van de kunstenaar werd verkocht of bij de naburige pijpenwinkel. Wij mogen echter verwachten dat de pijp na de dood van Dantan Jeune in 1869 nog slechts in zeer geringe mate aftrek genoot. Om die reden is deze aantrekkelijke figuurpijp tegenwoordig betrekkelijk zeldzaam.
© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Leiden, 1993.
Afbeeldingen
- Tekening van de pijpenkop met het karikatuur van Dantan jeune uit de fabriekscatalogus, France, Givet, firma J. Gambier, model 376, 1868.
Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk 10.077 - Portretkop van Dantan jeune met details in schilderemail. Frankrijk, Givet, firma J. Gambier, model 376, 1860-1880.
Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk 11.585
- Portretkop van Dantan jeune in calciné afwerking. Frankrijk, Givet, firma J. Gambier, model 376, 1870-1890.
Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk 8.529
Literatuur
Jean-Léo, Les Pipes en Terre Françaises, Bruxelles, 1971, p. 16.
Philippe Sorel, ‘Les Dantan du Musée Carnavalet’, Gazette des Beaux-Arts, 128-1404, Jan. 1986, p. 27, afb. 87.