Book review: Alastair Leslie, 300 Years of Tobacco Stoppers, Fine Works of Art in Miniature, 2012

Author:
Don Duco

Original Title:
Boekbespreking: Alastair Leslie, 300 Years of Tobacco Stoppers, Fine Works of Art in Miniature, 2012.

Publication Year:
2013

Publisher:
Stichting Pijpenkabinet

Description:
Discussion of the standard work on pipe stoppers of mainly English manufacture.

Wie kan verwachten dat er over een triviaal onderwerp als de tabaksstopper een lijvige publicatie van 307 pagina’s kan verschijnen met nog 20 pagina’s extra tekst ter introductie? En wie kan voor het boek gezien te hebben schetsen waarover die publicatie dan wel zal gaan? Wel, schaf het boek van Alastair Leslie aan en ervaar hoe een verzamelaar na veertig jaar passie tot een buitengewoon onverwacht en interessant boek kan komen over een onderwerp dat meer omvat dan wie dan ook kan verwachten.

Alastair Leslie is een verzamelaar in hart en nieren. Ik ken hem van ontmoetingen midden jaren zeventig in Londen, toen wij samen spraken over tabakspijpen, snuifraspen en pijpenstoppers. Hij moedigde mij aan in Nederland voor hem pijpenstoppers te zoeken, maar vond weinig gehoor. De pijpenstopper is zo typisch Engels dat het in Nederland zelden voorkomt. Sindsdien continueerde Leslie zijn zoektochten die hij al in 1968 startte en deed dat op voortvarende wijze. Bij de Londense antiquairs en bij de veilinghuizen werd hij een geziene klant. Hij raakte gefascineerd en bouwde zijn verzameling voortdurend uit. Toen oudere collega’s op dat gebied hun collecties weg deden, was Leslie koper en zo bracht hij een uniek ensemble bijeen van meer dan duizend stuks. Dat is kwantiteit, maar vooral ook kwaliteit.

lit-kaft-6273a
Kaft Tobacco stoppers
lit-kaft-6273b
Achterkaft Tobacco stoppers

Leslie ontpopte zich naast verzamelaar ook als onderzoeker. De hoeveelheid kennis die hij bijeen bracht uit obscure en moeilijk toegankelijke bronnen is verbazingwekkend. Het is in jaren geaccumuleerd met het idee om er wellicht ooit een boek aan te wijden. Welnu, dat voornemen is uitgemond in een uitgave, het resultaat van jarenlange verzamelaarspassie en zo nu en dan studie. Begrijpelijk is het dat er voor zo’n onderwerp geen uitgever te interesseren is. Dat deed Leslie zelf en dankzij financiële support van de British American Tobacco Company is een prachtig boek gerealiseerd. Vierkant van formaat met 327 pagina’s tekst en magnifieke full-color foto’s ligt daar het verhaal van de tobacco stopper. Particulier gedrukt in een oplage van 320 genummerde exemplaren.

Voor de duidelijkheid, het gaat dus over de stopper die iedere pijproker vroeger gebruikte om de tabak in de pijpenkop aan te drukken. Die handeling was bedoeld om de juiste weerstand in de pijpenkop te houden en zo het branden van de tabak te stimuleren. Die pijpenstopper zal al aan het eind van de zestiende eeuw ontstaan zijn, misschien wel uit een takje hout zoals Leslie suggereert. In de loop van de tijd evolueert deze pijpenstopper tot kunstwerkjes van hoog niveau toe. Die kunststukjes werden de droom en de passie van Alastair. De oudste stoppers die de auteur heeft weten te traceren dateren uit de eerste decennia van de zeventiende eeuw. Er ontstaan voorbeelden in diverse materialen en met onverwachte ontwerpen, gemaakt door handwerkslieden maar ook door kunstenaars. Het blijkt een kunst deze voorwerpen te traceren èn te interpreteren en dat is de verdienste van het nieuwe boek. Het behandelt tampers in een breed perspectief, niet alleen uit de eigen collectie, maar ook uit andere bronnen als musea, veilingcatalogi en meer.

De monografie is ingedeeld in vijftien hoofdstukken die verschillende thema’s behandelen. Als entree is daar de oorsprong van de pijpenstopper en de exemplaren uit de vroegste tijd van het roken. Dat wordt aangezet met vermeldingen uit de literatuur, bewijzen dat het voorwerp al zo vroeg gesignaleerd, beschreven èn zelfs geliefd is. Zij bevestigen dat het een object van persoonlijk belang is geweest, zelfs met status. Vanaf hoofdstuk IV worden de pijpenstoppers naar voorkomen behandeld. De eerste zijn exemplaren rond het thema souvenir: stukjes hout van beroemde herkomst met zilver gemonteerd tot een bruikbare pijpenstopper. Het lijkt alsof het om het kruishout van Christus gaat, maar vele andere heilige, koninklijke of anderszins iconische bomen komen in aanmerking hout voor stoppers te leveren. In dat deel van het boek blijkt dat Leslie de stoppers allemaal persoonlijk kent, ongeacht uit welke collectie of wanneer ooit geveild of in welke obscure literatuur dan ook vermeld. Dankzij die brede visie is hij in staat het materiaal volledig te duiden terwijl hij ons als lezer op de bijzonderheden wijst en blijft boeien.

Een belangrijke bron van vooral praktische kennis is het veilingwezen, maar ook museale collecties waar pijpenstoppers deel van uitmaken, vaak door simpel toeval. Discussies met museumconservatoren verdiepten de kennis. Veel informatie komt ook van zijn voorganger-verzamelaars. Van de collectie van Ronald Michaelis werden niet alleen de stukken zelf maar ook de documentatie overgenomen, die weer zorgde voor een overdracht van kennis naar een nieuwe generatie. Op levendige wijze deelt de auteur ook zijn herinneringen aan deze trouvailles en gesprekken.

In de verschillende hoofdstukken zien we de uitgebeelde thema’s passeren, zoals sport en dieren, mensenbenen of -vingers, maar ook exemplaren van ceramiek of glas gemaakt. Buitengewoon zeldzaam, maar ook behoorlijk gekunsteld. We zien prachtig draaiwerk in ivoor, been, hout of buffelhoorn of kurketrekkers in zilveren vatting gecombineerd met een pijpenstopper. Thema’s als memento-mori of erotica ontbreken vanzelfsprekend niet in dit typische mannen-kleinood. Ook beroemde personen passeren de revue, treffend gesneden in buksushout. Een onverwacht thema is de stopper verstopt in een voorwerp, of zelfs stoppers niet bedacht als stopper maar wel geschikt als zodanig. Al deze modegrillen zijn een periode populair om weer voor andere, nieuwe creaties verruild te worden. Steeds zocht de auteur naar de datering om de looptijd in de geschiedenis vast te stellen. Kortom, een wereld openbaart zich als je het boek doorbladert en bestudeert.

In de ontwikkeling zien we dat steeds nieuwe ontwerpen worden uitgevoerd, totdat de gewoonte aan het begin van de twintigste eeuw uitsterft met de uit messing gegoten exemplaren met een handvat in reliëf. Overigens grijpen die terug op de oudste exemplaren uit de zeventiende eeuw. De pijpenstopper wordt achterhaald door het machinaal gemaakte metalen combinatie instrumentje. De epiloog gaat in op het gegeven wanneer een pijpenstopper een pijpenstopper is. De vinger van een vrouw is een pijpstopper op het moment dat zij deze als zodanig gebruikt, merkt Leslie op, daarna is het weer gewoon een vinger. Dat geldt wellicht ook voor een aantal in het boek behandelde exemplaren waarbij de gebruiksfunctie door het artistieke werd overstegen. Een aardige relativering van dit als kunstwerkjes gepresenteerde onderwerp.

De stijl babbelt misschien iets meer dan je zou wensen. Dat is ook niet verwonderlijk want er zijn te veel overwegingen tegenover een gebrek aan vast feitenmateriaal. Het boek is immers primeur voor het onderwerp. Daarbij lijkt de hoofdstukindeling soms wat grillig en onverwacht, anderzijds geeft het wel houvast aan een zekere ontwikkeling en biedt het de gelegenheid de vele thema’s te groeperen.

Al met al is het boek Pipestoppers met voor- en achtervoegsel in de titel een prachtige uitgave, een boek zoals een boek behoort te zijn. Het is op goed papier gedrukt met een rustige, aantrekkelijke lay-out, formidabel fotowerk met een grote variatie en dat alles in een hard cover met stofkaft. Als gezegd privé uitgegeven en het exemplaar in ons museum is zelfs hoogstpersoonlijk door de auteur uitgereikt. Een bijzondere ontmoeting na zoveel jaren. Opnieuw spraken we over tabakspijpen, snuifraspen èn pijpenstoppers. Ondertussen vervloog voor mij en voor hem een leven vol passie.

 

© Don Duco, Amsterdam Pipe Museum, 2013.