Koninklijke Goedewaagen,
een veelzijdig ceramisch bedrijf (1779-1982)
door D.H. Duco
In de loop van de jaren zijn, al of niet naar aanleiding van een tentoonstelling, monografieën verschenen over diverse Nederlandse plateel- en aardewerkfabrieken. In een vergelijkbare vorm als boeken over Rozenburg (1983) en Plazuid (1994) is met dit boek de historie van de Goudse pijpen- en aardewerkfabriek Goedewaagen aan deze reeks toegevoegd. Het is een lijvig boek van 224 bladzijden, die alle ten volle zijn benut: de fotoverantwoording is bij het colofon gepropt, het register (met opmerkelijk veel kunstenaarsnamen) loopt door tot op het schutblad. Anderzijds is er niet beknibbeld op informatie: een lijst van 171 merken zal voor verzamelaars een lust zijn en 20 pagina’s met noten in drie kolommen geven een deugdelijke verantwoording van de bronnen. De rijkdom aan afbeeldingen (281 z/w en een katern met 44 kleurenfoto’s) doen haast vergeten dat het boek een gedegen geschiedenisboek over de fabriek is. Een bijkomend voordeel van een fabrieksmonografie die door één auteur is geschreven, is dat een logisch opgebouwd verhaal ontstaat zonder doublures - iets waar de eerder genoemde monografieën met diverse auteurs nogal eens aan mank gaan.
Don Duco, die uit andere publicaties bekend staat als een gespecialiseerde pijpenkenner, blijkt zich intensief in de ceramiek verdiept te hebben. De opzet van het boek is strikt chronologisch, te beginnen bij een zekere Dirk Goedewagen die in 1779 zijn gildenproef als pijpenmaker aflegt. Al direct toont Duco zich een nauwgezet archiefonderzoeker door familierelaties, leerlingcontracten, koop en verkoop van huizen tot in de details en voorzien van noten uit de doeken te doen. Binnen de chronologie worden alle aspecten van de bedrijfsvoering behandeld: van de vormgeving tot de uiteindelijke verkoop. Verschillende productgroepen waar Goedewaagen zich mee bezig heeft gehouden (pijpen, grofaardewerk, bouwceramiek, mozaïeken, serica en unica) hebben een apart hoofdstuk gekregen met een meer algemeen beschouwend karakter.
Door de grote variatie aan producten sluit de fabriekshistorie van Goedewaagen aan bij de belangstelling van diverse kringen. Voor de kleipijp zal de interesse beperkt blijven tot een groep verzamelaars. Het grofaardewerk, waar de fabriek na 1850 toe overgaat, vormt als product een groot contrast met de fijne pijpaarde en is een thema waar weinig literatuur over te vinden is. Kunsthistorisch interessanter is de plateelproductie, met name door de overname van de Amsterdamse plateelfabriek De Distel, die een toevloed van ambachtskunstenaars teweeg brengt. De naoorlogse productie van serviezen in talloze varianten en decoraties vormt een dankbaar onderwerp om de mode-ontwikkeling te volgen. Niet voor niets is deze periode thans uiterst populair onder verzamelaars.
Het is een grote verdienste van Duco dat hij al deze verschillende ceramische uitingen van één fabriek beschrijft en in de tijd plaatst. Hij maakt niet de door veel kunsthistorici gemaakte fout om alle aandacht te richten op de (vaak toegedichte) verdienste van één of enkele ontwerpers. Elk artikel heeft zijn eigen plaats in het economisch voortbestaan van het familiebedrijf Goedewaagen. Duco weet het belang van ieder product knap te duiden vanuit ceramisch-technische mogelijkheden, de ontwerpgedachte, het economisch rendement, de marketing of de voorkeur van een van de firmanten. Daarbij is de welhaast perfecte eenheid tussen tekst en afbeelding een opmerkelijke prestatie. Door de veelzijdige aandacht voor alle facetten van het productiebedrijf blijft de bedrijfsgeschiedenis van Goedewaagen tot het eind boeien. Het boek biedt talloze mensen die onderzoek doen naar de Nederlandse ceramiek (of zelfs een andere bedrijfstak) een schat aan feitelijke informatie maar tevens een gefacetteerd inzicht in de organisatie en werkwijze van een fabriek. Om deze reden is het boek in velerlei kringen als een voorbeeldige studie aan te bevelen.
Door de goede ontvangst van dit boek onder musea en verzamlaars is het in de reguliere boekhandel reeds uitverkocht. Een beperkt aantal exemplaren is nog verkrijgbaar bij de auteur in het Amsterdam Pipe Museum.
---------------------
Uitgever: Stichting Pijpenkabinet, Amsterdam i.s.m. Primavera Pers, Leiden, 1999
ISBN 90-74310-54-0
224 pagina's, formaat 28 x 22 cm, softcover
325 foto's (waarvan 44 in kleur), 171 merken
Prijs € 55 (exclusief verzendkosten)