Collectienummer:

APM 20.572

Deelcollectie:

porseleinen pijpen

Titel:

tabakspijp

Trefwoord:

portret faraoachtige vrouw

Beschrijving:

Tabakspijp van porselein met figurale ketel, zonder hiel en korte rechte steel verwijdend naar het eind. Ketel hoofd van een geëgyptiseerd portret met hoofddoek van een farao, beschildering in groen onderglazuur gehoogd met bladgoud. Oorspronkelijke montage met zilveren klepdeksel met op het vlakke deksel acht overlangse luchtsleuven, zilveren manchetband zonder borgoog. Bijbehorend roer van gesneden been met overlangs afgeplatte tweezijdig gegroefde steel bekroond door een kariatide, bruine stoffen slap en afgeplat ivoren mondstuk. Borgkoordje van groen koord met twee ivoren akertjes.

Datum:

Periode 1820 - 1835


Maten:

AlgemeenHoogte8,2 cm
Lengte38 cm
KopHoogte6,7 cm
Breedte4 cm
SteelLengte3,5 cm
Lengte totaal34,5 cm
Kenmerken
Pijptype manchetpijp
Pijpmodel figuraal
Materiaalporselein (ceramiek)
Techniekgegoten ceramiek
Kleurwit
Overige materialenivoor (dierlijk materiaal), zilver (metaal)
Afwerking glazuur, meerkleuren
Gebruikssporen gerookt
Productie
ContinentEuropa
Regio internationaalWest-Europa
LandFrankrijk (?)
Aanwinst
Jaar 2011
Provenance Groningen, Niemeyer Tabaksmuseum, 12 januari 1964-2011, nr 318
Middelstum, collectie G.A. Brongers, <1951-1963
Commentaar
Opmerking Dr. Ingrid Blom Böer, Keulen, 2011: Westers/classisistisch gezicht: grote ogen, grote neus en pruilmondje. De hoofddoek is gerelateerd aan de gestreepte Egyptische koninklijke nemes-hoofddoek en de versiering boven het voorhoofd bestaat uit een zonnenschijf tussen hoorns, die echter niet helemaal juist zijn gedraaid en gepositioneerd. Het kan hier gaan om een reminiscentie van het attribuut van bijvoorbeeld de godin Hathor (zonnenschijf binnen hoorns, die dichter langs de zonnenschijf omhoog gaan) ofwel een zonnenschijf tussen gedraaide hoorns, die een vrijwel horizontale positie innemen, zoals die in bepaalde kronen voorkomen. Op een nemes-hoofddoek prijken normaal gesproken altijd een gier en een slang, als tekens van koninklijke macht en geen zonneschijf. Het gaat hier om een combinatie van Egyptische aspecten en dus fantasie. De gouden hals van de pijpenkop is eveneens niet Egyptisch.
Het zou zich om het portret van een sfinx kunnen gaan, maar de vorm en de positie van de pijpenkop wordt voornamelijk bepaald door de functie en de steel kan als een "liggend lichaam" worden gezien, maar dat is hier vermoedelijk niet zo bedoeld. Het zal om een koningsportret gaan en als voorbeeld kunnen afbeeldingen uit de literatuur hebben gediend. De eerste reizen naar Egypte hadden al plaatsgevonden en de Egyptologie als vak steeg in aanzien, er waren dus voldoende bronnen voor informatie en inspiratie beschikbaar.
Literatuur
G.A. Brongers (Georg Alfred Brongers), Nicotiana tabacum; The History of Tobacco And Tobacco Smoking in the Netherlands. Groningen, 1964. p 205. Dit exemplaar. Bijschrift: Empire pipe, with porcelain bowl in the shape of a sphinx and an ivory stem with caryatid carved into it.
Don Duco, Aanwinsten uit het Niemeyer Tabaksmuseum. AmsterdamNieuwsbrief Pijpenkabinet, 8/15, 2011. Afbeelding en bespreking van dit exemplaar.
Expositie
Amsterdam, World Tobacco Congress, tentoonstelling 17-30 september 1951. Catalogus nr 221. Empire pijpekop van porselein in de vorm van een sphynx.
Amsterdam, Niemeyer Nederlands Tabacologisch Museum, tuinkamer ingebouwde kast, 1964-1974.
Barneveld, museum Nairac, tentoonstelling "Tabakorama", 1 juli - 7 augustus 1971.
Leiden, museum De Lakenhal, tentoonstelling "Tabakorama", 15 oktober - 28 november 1971.
Groningen, Niemeyer Tabaksmuseum, 1978-2010, verdieping.
Breda, Turfschip, tentoonstelling "Toeback-Tabak", 11-20 april 1981.

If you have any comments, suggestions or additions, click here to send us an email