Collectienummer:
APM 10.163 |
Deelcollectie:
etnografische pijpen |
Titel:
tabakspijp |
Trefwoord:
hoofd neger met gevlochten kapsel |
Beschrijving:
Tabakspijp van aardewerk met figurale ketel, zonder hiel en oplopende steel verwijdend tot manchet. Ketel hoofd neger met geprononceerd voorhoofd, cirkelvormige ogen, brede platte neus en geopende mond. Achterhoofd hoog kapsel van gevlochten haarlokken. Gepolijste engobe. |
Datum:
Periode | 1850 - 1920 |
Maten:
Kop | Hoogte | 11 cm |
Breedte | 7,2 cm | |
Steel | Lengte | 5,5 cm |
Kenmerken
Pijptype | manchetpijp |
Pijpmodel | figuraal |
Materiaal | aardewerk (ceramiek) |
Techniek | handvorm |
Kleur | rood |
Afwerking | engobe, gepolijst |
Gebruikssporen | gerookt |
Productie
Continent | Afrika |
Regio internationaal | West-Afrika |
Land | Kameroen |
Regio nationaal | Graslanden |
Volk | Bamessing |
Aanwinst
Jaar | 1993 |
Provenance | Rotterdam, Steven van de Raadt, African Art |
Soest, collectie Ger Luttik, <1975-1992 |
Literatuur
François Raty, Significations symboliques et rituelles exprimées à travers la pipe dans le Grassland Camerounais. Luik, 2002. afb 88. Dit exemplaar. Bijschrift: Petite pipe en terre rouge de Bamessing. H. (abusievelijk) 6 cm. |
Wolfgang Cremer, Pfeifen, Hanf und Tabak in Schwarzafrika. Idstein, 2004. p 298, abb. 252. Dit exemplaar. Onderschrift: Kleine kephalozoomorphe Terrakotta-Pfeife aus Bamessing mit einem fein ausgearbeiteten Kopfschmuck, der Spinnen und Schlangen mischt. Hohe 11 cm. |
Expositie
Amsterdam, Pijpenkabinet, permanente presentatie, zaal, vitrine 10, v.a. 2001. |
If you have any comments, suggestions or additions, click here to send us an email