De filantroop van het Vredespaleis
Auteur:
Don Duco
Jaar van uitgave:
1982
Uitgever:
Pijpenkabinet
Tijdschrift:
Pijpelijntjes
Beschrijving:
Bespreking van een gelegenheidspijp uit 1913 opgedragen aan Andrew Carnegie, stichter van het Vredespaleis in 's-Gravenhage.
De afgebeelde pijp is gewijd aan de opening van het Vredespaleis in Den Haag op 28 augustus 1913. Het is een gekaste pijp met plomp ketelmodel, afgeplatte steel en knopmondstuk. Aan weerszijden van de ketel is een medaillon met voorstelling aangebracht. Op de rechterzijde zien we de afbeelding van het paleis, ontworpen door L.M. Cordonnier met onderschrift en jaartal. Op de linkerkant van de pijpekop is het portret van Andrew Carnegie weergegeven.
Deze Amerikaanse filantroop is stichter van het Vredespaleis. Hij werd in 1835 in de Verenigde Staten geboren en zijn levensloop van loopjongen tot grootindustriëel werd door velen als het ideaal van de Amerikaanse vrijheid gezien.
Om twee redenen is de pijp opmerkelijk. Ten eerste stamt het produkt uit de periode waarin de gietpijp in opmars was en de afgebeelde pijp is een van de laatste gekaste feestpijpen. Bij gelegenheidspijpen met een kleine oplage ligt het meer voor de hand een gietpijp te beschil deren of van een plakplaatje te voorzien. Gietpijpen met een plakplaatje van het Vredespaleis zijn uit die periode dan ook bekend.
Ongewoon is de graveerstijl van de pijp. De voorstelling blijft binnen de lijnen van het medaillon en wekt niet de indruk gegraveerd te zijn. Wellicht hebben wij hier te doen met de in Engeland veel voorkomende techniek, namelijk die van het inbedden van een gestansd koperplaatje in de pijpvorm. Deze techniek was goedkoper en eenvoudiger uit te voeren. Een nadeel was alleen dat het gestanste reliëf sneller door de zware pershandeling afzwakte.
Een tweede feestpijp met dezelfde technische kenmerken in soortgelijke decoratiestijl stamt eveneens uit 1913. Dit produkt memoreert de honderdste verjaardag van ons koningshuis (noot 1). De maker van beide produkten is nog onbekend.
Noten
1. D.H. Duco, De tabakspijp als Oranjepropaganda, Leiden, 1992, p 96, afb. 109.