De eerste Nederlandse Bone-China pijp

Auteur:
Don Duco

Jaar van uitgave:
1987

Uitgever:
Pijpenkabinet

Beschrijving:
Bespreking van een tabakspijp in Bone-China porselein uitgevoerd door de Koninklijke Goedewaagen uit Gouda.

De traditionele kleipijp wordt gemaakt door stevige klei onder druk in een metalen vorm te persen. Dergelijke pijpen worden gezien als voorwerpen met een vrij definitieve, onveranderlijke vorm. De metalen persvorm is tamelijk kostbaar en omdat deze lange tijd in gebruik is, is het niet verwonderlijk dat de evolutie van het pijpmodel geleidelijk gaat.

Aan het begin van de twintigste eeuw vindt daarin verandering plaats. Door de pijpenmakers in Gouda wordt een nieuwe werkwijze geïntroduceerd, waarbij de vormontwikkeling van de pijp plotseling in een versnelling komt. In plaats van stevige klei onder druk in een metalen vorm de persen wordt vloeibare klei gebruikt, die in een gipsen vorm wordt gegoten. Deze verandering in de techniek heeft grote gevolgen, want er ontstaan er talloze opties voor een nieuwe vormgeving van het product.

Reden dat de ontwikkeling van het pijpmodel in een versnelling raakt ligt mede in de beperkte levensduur van de gietvormen. Gipsen vormen kunnen namelijk maar een beperkte oplage doorstaan, volgens zeggen zouden maar zo’n twintig tot dertig pijpen kunnen worden gegoten en dan al tekent zich de eerste slijtage af. Vernieuwing van de gietvorm was dus een voortdurende noodzaak en juist dat was een geweldige stimulans voor de toename van het aantal pijpmodellen. Tevens was de gegoten pijp minder gebonden aan de relatie binnen- en buitenvorm omdat ook holle vormen konden worden gemaakt.

1-06.236-goedewaagen-gipskern-dublin-ribbekop-1
Afb. 1a.  APM 6.236
1-06.236-goedewaagen-gipskern-dublin-ribbekop-2
Afb. 1b.  APM 6.236
1-06.236-goedewaagen-gipskern-dublin-ribbekop-3
Afb. 1c.  APM 6.236

Het vernieuwen van het uiterlijk van de pijp was in die tijd een noodzaak omdat de klantenkring steeds kritischer werd. De consument vroeg vaker dan vroeger om nieuwe modellen en andere montages mede omdat de moderne bruyère pijp die een belangrijke concurrent van de kleipijp was geworden, waar die keuzemogelijkheid ook bestond. De ontwerpen voor gietpijpen werden van de traditionele kleipijp afgekeken, maar ook pijpen van meerschuim, hout en andere materialen dienden tot inspiratie.

Het ontwerp van een nieuw pijpmodel gebeurde meestal in gips (afb. 1). Nadat de stijl van de pijp geperfectioneerd was werd deze doorgaans massieve pijpenkop in de was gezet of met zeep ingesmeerd. Vervolgens werd daarvan een eerste gietmal gemaakt, een rechthoekige vorm met op de hoeken de zogenaamde sleutels, het sluitsysteem met de tegenhelft. Van dit voorwerp werd vervolgens een moedervorm afgegoten, waarvan de werkvormen werden gegoten. Hoewel de werkmethode van de positieve en negatieve vorm nogal ingewikkeld lijkt, raakte de vormmakers hieraan al gauw gewend. Bovendien was het gips eenvoudig om mee te werken en goedkoop in aanschaf.

In de fabriek werden het ontwerp van de pijp en de eerste vorm zorgvuldig bewaard. Bij herproductie later zouden zij weer nodig zijn. Van de moedervormen werden de vormen voor de productie afgegoten en deze bleven in gebruik totdat zij versleten waren. Zoals opgemerkt ging dat tamelijk snel.

Het gieten van pijpen in gipsvormen is betrekkelijk eenvoudig en vraagt minder fysieke inzet dan het persen van pijpen. Witbakkende klei wordt vloeibaar gemaakt om daarna de gipsvorm te worden gegoten. De porositeit van het gips neemt het water uit de klei op en wanneer de wand die zich tegen het gips afzet dik genoeg is, wordt de overtollige klei uitgegoten. De vorm met de pijp erin wordt dan enige tijd te drogen gezet. Wanneer de gietling iets stijf wordt krimpt deze en springt los van de vormwand, daarbij een fractie van het gips meenemend en juist dat veroorzaakt de slijtage. Vervolgens kan de pijp uit de vorm worden genomen.

2-10.074a-bone-china-ribbelkop-wit-1
Afb. 2a.  APM 10.074a
2-10.074a-bone-china-ribbelkop-wit-3
Afb. 2b.  APM 10.074a

In leerdroge toestand worden de zogenaamde giethuizen van de pijp afgesneden en daarna worden de vormnaden met een spons gladgewreven. Na het drogen is de pijp klaar voor een eerste ovengang. Daarna volgt een tweede ovengang voor het glazuren. Over het algemeen wordt deze techniek gebruikt voor losse koppen, die vervolgens met een separaat roer van rubber worden gemonteerd, al dan niet met behulp van een busje of blikje.

Omdat de gipsen vorm geen lang leven beschoren is, kunnen de fabrikanten meer aandacht besteden aan de verscheidenheid in modellen. Vanaf de introductie van de gietpijp zien we de modelvariatie toenemen. De hierbij afgebeelde pijp (afb. 2) is een opvallend ontwerp. Het voorwerp draagt de welluidende naam bonair en werd door de Koninklijke Goedewaagen in Gouda in productie gebracht.

Bij bestudering van de pijp blijkt dat hier geen poreuze gietklei is gebruikt, maar beenderporselein ook wel Bone-China genoemd. De samenstelling van deze klei is fijner en harder dan pijpaarde, het is enigszins transparant maar niet poreus. De ingrediënten van de klei zijn porseleinaarde gemengd met kalk en beenderas. Deze verfijnde kleisoort was door de Koninklijke Goedewaagen ontwikkeld tussen 1958 en1960, volgens een werkwijze die al lange tijd in de fabrieken in Stoke-on-Trent in Engeland werden gebruikt. Bone-China was vooral bedoeld voor de productie van kop en schotels, die een van de belangrijkste producten van Goedewaagen waren in die periode, aangezien men op keramiek was overgegaan nadat de belangstelling voor de kleipijp tanende was. Vanwege hun traditie in pijpen was het dus niet verwonderlijk dat de fabriek in dit nieuwe materiaal ook een pijp produceerde.

3-10.074b-bone-china-ribbelkop-groen-1
Afb. 3a.  APM 10.074b
3-10.074b-bone-china-ribbelkop-groen-3
Afb. 3b.  APM 10.074b
3-10.075-porselein-goedewaagen-bone-ribbelkop-1
Afb. 3c.  APM 10.075

De ribben die overlangs op de ketel zijn aangebracht hebben een functie. Bone-China is dun en geeft een groot risico tot vervorming in de oven. De verdikte ribben bij dit product zorgen voor extra stevigheid en zijn daarom bewust aangebracht. De bonair pijp is in drie kleuren gemaakt, de standaard versie in wit, daarnaast zijn er een zacht gele en een licht groene versie, beide tot stand gekomen door de klei met een zogenaamde body-stain te kleuren (afb. 3). De pijpen werden verkocht in een luxe geschenkverpakking beplakt met glanzend sitspapier (afb. 4). Een kartonnen geschenkdoos bevatte drie koppen en één steel (19 x 15 cm). Daarnaast waren er ook lange smalle doosjes waarin slechts één enkele pijp werd geleverd (afb. 5).

4-04.256d-bone-china-geschenkdoos-goedewaagen-bonair-1
Afb. 4a.  APM 4.256d
4-04.256d-bone-china-geschenkdoos-goedewaagen-bonair-2
Afb. 4b.  APM 4.256d
4-04.256d-bone-china-geschenkdoos-goedewaagen-bonair-5
Afb. 4c.  APM 4.256d

De bonair werd alom geprezen omdat het materiaal perfect wit bleef. Daar waar de doorroker juist zo snel mogelijk moest kleuren, was de nieuwigheid van dit veranderde product juist de kleurvastheid en natuurlijk het geringe gewicht. Ook werd de pijp aangeprezen omdat het mogelijk was de tabak tot op de laatste kruim op te roken, een zuinigheidsfactor die aan het eind van de jaren vijftig nog van belang was. Negatief werd echter het stopje in de steel beoordeeld, waarin het roer geklemd zat en dat het rookkanaal moest vernauwen. Vanwege de doorschijnende aard van het beenderporselein was dit stopje een ontsierend element. Sommige rokers waren echter niet enthousiast vanwege het gebrek aan absorptie, waardoor de pijp heter rookte dan tegenhangers van gewone gietklei. De bonair werd geen groot succes. Spoedig kwamen klachten binnen over het springen van de ketel, vooral door rokers die te heftig aan hun pijp trokken.

5-10.074abis-bone-china-doos-goedewaagen-ribbelkop-1
Afb. 5a.  APM 10.074abis
5-10.074abis-bone-china-doos-goedewaagen-ribbelkop-3
Afb. 5b.  APM 10.074abis
5-10.074bbis-bone-china-doos-goedewaagen-ribbelkop-1
Afb. 5c.  APM 10.074bbis

De productie van dit nieuwe artikel duurde niet langer dan een jaar. Voor zover bekend is met de bonair nooit geadverteerd. Wel is bekend dat directeur Aart Goedewaagen de pijp jarenlang zelf heeft gerookt, uit trots voor het feit dat hij als eerste op het Europese vasteland in staat was beenderporselein te ontwikkelen. Nu, bijna dertig jaar later komen we deze pijpen nog slechts zelden tegen. Daarmee is ook de bonair een goed voorbeeld geworden van de snelle ontwikkeling in pijpen waarbij de ene stijl de andere opvolgt.

© Don Duco, Stichting Pijpenkabinet, Leiden, 1987.


Afbeeldingen

  1. De zogenaamde kern, de massieve gipsen pijpenkop voor de bonair. Gouda, Koninklijke Goedewaagen, model 945, 1958-1960.
    Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk 6.236
  2. De bonair van Goedewaagen met de witte porseleinen ketel. Gouda, Koninklijke Goedewaagen, model 945, 1960-1962.
    Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk10.074a
  3. De bonair van Goedewaagen met de groenige en de geelgetinte porseleinen ketel. Gouda, Koninklijke Goedewaagen, model 945, 1960-1962.
    Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk10.074a, Pk10.075
  4. De bonair in driestuks verpakking. Gouda, Koninklijke Goedewaagen, model 945, 1960-1962.
    Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk 4.256abcd
  5. De bonair in eenstuks verpakking. Gouda, Koninklijke Goedewaagen, model 945, 1960-1962.
    Leiden, collectie Pijpenkabinet Pk 10.074ab

Postscript

In zijn publicatie "Koninklijke Goedewaagen, een veelzijdig ceramisch bedrijf" (Leiden, 1999) bespreekt Don Duco de productie van Bone-China in samenhang met andere ontwerpen zoals seviesgoed (p. 154-156).