Jaarverslag 2024
Algemeen
Het kalenderjaar 2024 is een onverwacht jaar geworden. Kenmerkend is dat alle voornemens en verwachtingen anders uitpakten dan gepland. Toch is het een succesvol jaar geworden dat goed aansluit op de koers die het Amsterdam Pipe Museum vaart. Ook dit jaar domineerde enerzijds het werk aan het handboek voor de Nederlandse pijp, anderzijds de collectiegroei.
Was het werk achter de schermen succesvol, het functioneren van het museum als publieksattractie viel minder gunstig uit. De malaise van de pandemie herstelde zich buitengewoon traag, pas na de zomer kwam er enige verbetering. Bezoek aan de kleine musea bleef in heel Nederland ruim achter op wat het ooit was. Dat gold helaas ook voor ons.
Het gevolg was dat ook de inkomsten lager uitkwamen, zowel de entreegelden als de bijdrage van donateurs. Gelukkig viel de verkoop in de museumwinkel wat gunstiger uit, maar desondanks moesten we de jaarrekening met een klein verlies afsluiten.
Bestuur en personeel
Het bestuur functioneerde dit jaar hoofdzakelijk als klankbord, zonder formele vergaderingen. Deze werkwijze was mogelijk doordat het beleid ongewijzigd werd voortgezet. De informele overlegmomenten waren inspirerend en stimulerend.
Het beperkte bezoek was reden de crew aan vrijwilligers niet uit te breiden. De Italiaanse Elisa Pettoello bleef ons trouw, later aangevuld met Adrian Maclean uit Schotland. Zij verzorgden samen met de staf de persoonlijke rondleidingen die ons museum als publieksattractie zo populair maken.
Vanaf mei tot in juli heeft Clément Pressé als stagiair ons team versterkt. Als student Hospitality in Arras (Frankrijk) bleek hij een geboren gids en verteller, zowel in het Frans als Engels. Met zichtbaar plezier maakte hij diverse filmpjes die een levendige promotie van het museum op social media bleken. Een blijvend resultaat is zijn Franse vertaling van de gehele website!
Aanwinsten
Gezien de omvang van onze collectie was het voornemen de aankopen op de hoogste kwaliteit te richten. Inmiddels is uit ervaring bekend dat dit streven geen eenvoudige opgave is. Toch is dit jaar bovengemiddeld met zo’n 25 stukken van A-kwaliteit.
Uit verschillende verzamelingen in binnen- en buitenland zowel van rokers als verzamelaars werden voorwerpen verkregen. Bijvoorbeeld de bruyèrepijpen van een gemotiveerde Rotterdamse roker, die voor eigen gebruik alleen topkwaliteit kocht. Historisch materiaal kwam o.a. van Jaap Raat uit Heiloo, die vanaf 1970 actief pijpen en tabakscuriosa verzamelde of de verzameling John Stanton uit Bodmin (Engeland), van soortgelijke strekking. In beide gevallen zijn het de kinderen die ervoor kiezen het materiaal te schenken. Een dierbare verkrijging kwam van de nicht van Willem Mengelberg, die de pijpen van deze grote dirigent kwam brengen compleet met veel verhalen. De keuze van specifieke objecten maakt onze museumverzameling als bron van vergelijking en studie steeds diverser en daarmee beduidend waardevoller.
Onverwacht was het aanbod van de collectie van Jean-Léo, Brusselse verzamelaar en handelaar tussen 1950 en 2000, bekend als auteur van Les Pipes en Terre Françaises (1971). Van de 850 vooral Franse en Belgische kleipijpen namen wij ruim er 300 in onze collectie op. Ook zij versterken de studiewaarde van onze depotcollectie.
Aan het eind van het jaar werd uit een buitenlandse verzameling nog een reeks van honderd pijpen aangekocht. In deze groep domineren de vroege Hongaarse meerschuim modellen geheel in reliëf gesneden, variërend van heroïsche voorstellingen van Napoleon naar galante of volkse scenes. Uit de latere tijd stammen portretpijpen van karakterfiguren of bestaande personen, gemonteerd aan een barnstenen roer. Door hun levensechtheid zijn deze grotere portretpijpen echte publiekslievelingen. Voor de kenner maken deze aanvullingen het mogelijk stijlen van snijden en modes in uitbeelding te herkennen.
Naast groepen zijn er individuele aankopen gedaan zoals een prachtige pijpenstopper met majestueus gesneden keizerlijk portret of een Hollandse messing tabaksdoos met schuifjes waarachter verborgen scenes. Qua pijpen is er een majestueus portret van een hofnar gemaakt in Meissen, enkele jaren voor 1750.
De etnografische collecties bleven dit jaar wat achter. Een prachtige aankoop is een duo magnifieke Perzische waterpijpenkoppen, rijkelijk met turkoois ingelegd en een Shilluk pijp (Soedan) met dierfiguur in mint conditie. Een houten pijp van de Ovimbundu (Angola) met staande figuur is een ander aantrekkelijk voorbeeld van een kwaliteitsstuk.
Gedurende 2024 werd de collectie van ons museum uitgebreid met in totaal 876 objecten (in 2023 waren dat er 655). Daarvan zijn 476 voorwerpen uit de voormalige verzameling van Jean-Léo afkomstig, naast pijpen ook archiefmateriaal en curiosa. In de categorie A-status werden 25 voorwerpen verworven, de categorie B is met 48 exemplaren vertegenwoordigd. In 2023 lagen deze aantallen op 7 en 44 stuks. Daarmee is dus een zeer positief en zichtbaar resultaat verkregen.
In 2024 groeide het aantal museumvoorwerpen in de collectiedatabase van 39.148 naar 40.123 voorwerpen. Die toename is inclusief inschrijvingen van reeds aanwezige voorwerpen die indertijd niet geregistreerd zijn. Uit de volledige museumcollectie staan 37.736 voorwerpen in de online database.
Beheer collectie en museumpand
Belangstelling voor bruiklenen was er beperkt. Het lijkt erop dat ook hier het anti-rook sentiment zich doet gelden. Daarnaast hebben talloze musea hun expositieprogramma afgeslankt. Alleen het Douane en Belasting Museum in Rotterdam leende een reeks opium-objecten.
Onderzoekers en liefhebbers bezochten ons diverse malen met een specifieke vraag om een bepaald voorwerp te zien. Die personen zijn op hun wenken bediend, al kon soms een afspraak niet gemaakt worden omdat het opzoeken van voorwerpen te tijdrovend was. Dat gegeven kondigt de overbezetting in ons depot aan.
Aan het interne beheer van de collecties is dit jaar alleen de noodzakelijke aandacht besteed. Dat beperkte zich tot enig restauratiewerk en het in conditie houden van het opgeslagen materiaal. Ongemerkt tikken daaraan toch twee weken aan arbeidsuren weg.
De staat van het museumpand is goed. Het was een tweede jaar in successie dat hieraan geen tijd besteed behoefde te worden. Wat betreft ons duurzaamheidsbeleid kan gesteld worden dat de stichting in haar hele beleid duurzaamheid nastreeft, vooral door niet verspillend te zijn, maar juist langdurig van materialen gebruik te maken.
Door de analyse door Bemelmans Advies vorig jaar kijken wij uit naar nieuwe kansen voor het museum, ook voor huisvesting op lange termijn. Daarbij viel een unieke kans op in Rhenen, een vrijgekomen brandweerkazerne uit 1943. Er leken veel voordelen: structureel robuust, veel ruimte, hoog gelegen dus geen kans op wateroverlast, gelegen aangrenzend aan het lokale museum. Ook de nadelen werden overwogen, uiteindelijk stopte daar het idee.
Digitalisering
In het voorjaar van 2024 is de presentatie van de online bibliotheek verbeterd. Daarvoor was al een jaar eerder de aanzet gegeven. Inmiddels is het automatisch laden van plaatjes mogelijk, tegelijkertijd is ook de beeldkwaliteit verbeterd. Vernieuwing en standaardisering van de codes kostte veel meer tijd dan verwacht (5 weken). Ondertussen zijn ook talloze correcties aangebracht.
Een tweede structurele verandering is die van de aliassen waardoor het zoeken van personen sterk verbeterd is. De aliassen verbinden de verschillende schrijfwijzen van de namen van auteurs en andere personen in ons documentatiebestand; het gaat hier om zo’n 29.000 unieke namen! Niet alleen publiceren mensen soms met hun voornaam, dan weer met initialen, maar vooral in archiefstukken zijn namen vaak wisselend of fonetisch geschreven. Met dit unieke systeem kan de gebruiker op elke schrijfwijze zoeken. Dit nieuwe en gecompliceerde werkwijze is achter de schermen uitgebreid getoetst. De bezoeker merkt van al deze aanpassingen niets, behalve dat de zoekresultaten veel beter zijn.
Gedurende het hele jaar is aandacht besteed aan de fotografie. In 2024 zijn opnieuw meer dan 5.000 unieke objectfoto’s op de website geplaatst. De teller voor de online foto’s nam in het jaar 2023 toe van 188.212 tot 193.333. Opnieuw een groter resultaat dan de voorgaande jaren. Daarbij groeide de presentatie van onze museumvoorwerpen van 36.794 naar 37.736 objecten.
In het kader van het vernieuwde handboek waar de conservator aan werkt, hebben wij een plan uitgewerkt binnen het programma DigitAll, met een substantiële subsidie. Doel is om de systematiek van determineren van kleipijpen parallel met het boek op de website mogelijk te maken met een nieuw vormgegeven searchpage. Als aanvrager werden we professioneel begeleid tijdens een intensieve workshop over twee maanden samen met andere aanvragers, mede door elkaar onderling te inspireren en te stimuleren.
Om onze online database nog beter vindbaar te maken en te integreren in zoeksystemen doen wij onderzoek naar het gebruik van Linked Open Data; ook hiervoor is subsidie verkregen. De resultaten van beide projecten zullen pas volgend jaar zichtbaar zijn.
Onderzoek en publicaties
Wederom stond dit jaar het opus magnum ofwel handboek over de Nederlandse kleipijp centraal. Talloze tegenvallers uit de eerdere periode maakten het niet mogelijk de uitgave af te ronden. In 2024 zijn hieraan 12 volledige werkweken besteed, overigens met werk overwegend in de vormgeving en presentatie.
Verder werden in 2024 drie artikelen geschreven. (The Pipe Book, een eeuw later, Boekbespreking monografie over Harlingen, Wat een sirihpruimer al niet nodig heeft.) Zoals gebruikelijk is ook de favoriete serie Object van de maand op onze website voortgezet.
Daarnaast was er het kleine schrijfwerk zoals de nooit eindigende correcties en aanvullingen in de collectiedatabase. Zij zorgen ervoor dat onze informatie up to date blijft.
Bezoekfunctie
De stijgende lijn in bezoekersaantal na de enorme corona-dip zet helaas niet door.
bezoekersaantal 2019 3.479 (incl. 485 onbetaald)
2020 579 (incl. 0 onbetaald) - 38% (1e corona-jaar)
2021 583 (incl. 236 onbetaald) -- (2e corona-jaar)
2022 1.793 (incl. 458 onbetaald) + 300%
2023 2.208 (incl. 402 onbetaald) + 23%
2024 2.147 (incl. 521 onbetaald) - 3%
De daling in onze bezoekers blijkt overeen te komen met het aantal inkomende toeristen op Schiphol en de hotelnachten, die beide met 3% daalden tussen 2023 en 2024. Het zijn vooral de intercontinentale toeristen die vaker wegblijven. De entreegelden daalden navenant. Samen met Amsterdam&Partners werken we eraan het bezoek op peil te houden.
Onze hernieuwde aansluiting op Google Analytics wijst uit dat onze website in 2024 ruim 41.000 gebruikers trok, zeer gelijkmatig verdeeld met een dagelijks bezoek tussen de 100 en 150 gebruikers. Hiervan blijkt 40% Nederlands, 40% Engelstalig en opvallend gelijke aantallen Spaans, Pools en Russisch. Fransen maken 4% uit van de gebruikers.
Verder valt op dat we webgebruikers hebben uit de gehele wereld, waaronder uit China (350), de Filippijnen (110), Nieuw-Zeeland (145), Peru (12) en Ghana (11).
De Museumnacht 2024 viel op zaterdag 2 november. Met bijna 500 bezoekers was dit evenement succesvol. Veel bezoekers maakten van de gelegenheid gebruik om pijpen van verschillende materialen in de hand te houden en zo de verschillen te voelen. Een onverwachte tactiele ervaring dus.
Ter stimulering van bezoek toonden we ook dit jaar in onze wisselvitrine uitzonderlijke depotstukken, soms begeleid door een persbericht. De breedte van onze collectie blijkt wel uit de reeks: Perzische waterpijpen-koppen met fraaie turkoois, een meerschuimpijp met zilveren kanon op het deksel, een pijp van grote klasse van de Amerikaanse Ojibwe-stam, een zeldzame gestoken houten tabaksdoos en een struisvogelei als tabakspot.
Publiciteit en activiteiten
Onze website www.pipemuseum.nl vervult een centrale plaats in de promotie en publiciteit. Met name de rubriek nieuwsberichten geeft de verandering aan, samen met het object van de maand. Het aantal nieuwsitems in 2024 is iets groter dan het jaar ervoor en ligt op ruim 40.
Op onze social media, Facebook en Instagram, werd een record aantal posts geplaatst: 95, waarvan 15 korte video’s. We besteedden aandacht aan algemene thema’s als Dierendag, maar vooral ook aan unieke evenementen als de Olympische Spelen in Parijs en het Amsterdam Dance Event. We hopen hiermee een totaal andere groep van ons bestaan op de hoogte te brengen.
Op 24 juni gaf Benedict Goes een lezing over pijpvondsten in Suriname, tijdens de Surinaamse Maanden van Stadsherstel Amsterdam. Dit gaf meer verdieping aan onze expositie over dit onderwerp die twee maanden lang in de Amstelkerk veel bekijks trok. Onze bijdrage viel op door de professionele panelen die het unieke verhaal vertelden van de Goudse pijpen die in de achttiende eeuw in Suriname zijn gerookt en na breuk werden weggegooid. In de jaren 1950-1970 zijn zij opgegraven door een Nederlandse ingenieur, die ze later mee naar Nederland bracht. Zijn dochters schonken de verzameling weer aan ons museum. De vondsten geven een zeldzaam inzicht in de handel met onze toenmalige kolonie en de rookgewoonten aldaar.
Onze informatieverstrekking gaat voor een belangrijk deel via email, waar wij bijna dagelijks verzoeken om informatie ontvangen. Dit loopt van strandvondsten tot vragen om expertise van gerenommeerde musea, uit binnen- en buitenland. Gelukkig kunnen we veel mensen helpen met de juiste link naar onze online database. Met enige zelfstudie komt de vragensteller er zeker uit. Sommige vragen zijn zo interessant dat we er wat meer tijd insteken.
Noemenswaardige vakgerichte bezoekersgroepen die een speciale ontvangst kregen zijn de leden van het KOG – Koninklijk Oudheidkundig Genootschap; een grote groep internationale toeristische gidsen verenigd in Guidor; een groep archeologie studenten van de Universität Tübingen onder leiding van Prof. Natascha Mehler. Opvallende individuele bezoekers waren Geert Jan Janse, directeur van de Vereniging Rembrandt en Prof. Hans Piena, conservator van het Openluchtmuseum Arnhem mede ter voorbereiding van een bezoek met zijn studenten.
Om vakgericht goed op de hoogte te blijven bezochten wij in Londen naast de antiekhandel het Horniman Museum dat een eclectische pijpencollectie bezit, de nieuwe Dunhill vestiging die op het gebied van de pijp geen indruk meer maakt, in Luik het Musée de la Vie Wallonne alsmede de verzamelaar en Africanist François Raty en Wolfgang Cremer, topverzamelaar in Keulen. Voeling met de internationale handel onderhielden wij door bezoek aan de TEFAF Maastricht, PAN Amsterdam, de Tribal Art Fair, etnografische beurs Waspik en de Haarlemse archeologiedagen.