The pipe stopper, a utensil with a high curiosity value

Auteur:
Don Duco

Original Title:
De pijpenstopper, een gebruiksvoorwerp met hoge curiositeitswaarde

Année de publication:
2023

Éditeur:
Stichting Pijpenkabinet

Description :
Discusses the variety in pipe stoppers over a period of four centuries.

De pijpenstopper of ook wel tabaksstopper is een triviaal voorwerp dat in de marge van het pijproken altijd bestaan heeft. De stopper dient het gemak van de roker, die dankzij dit instrumentje zijn pijp comfortabel kan roken. De stopper zorgt voor twee zaken. Een juiste en beknopte omschrijving van het gebruik van de pijpenstopper spreekt van: Correcting the rise and adjusting the draw [noot 1]. Met het eerste wordt bedoeld het weer vlak maken van de tabak die door het aansteken opkrult tot boven de rand van de pijpenkop. Het tweede duidt op het reguleren van de trek in de pijp die door het drogen van de tabak tijdens het roken iets krimpt waardoor de weerstand in de pijp verdwijnt. Voor een egale branding moet de ketelinhoud geregeld aangedrukt worden.

De definitie voor het woord pijpenstopper luidt: een voorwerp bedoeld om de tabak in de pijp aan te drukken, dat bestaat uit een stoppervlak verbonden met een doorgaans gedecoreerd handvat. Juist deze versiering bepaalt de aantrekkingskracht. Omdat de pijpenstopper sterke gelijkenis kan hebben met een lak- of zegelstempel komt het regelmatig voor dat de vraag zich voordoet of iets wel een pijpenstopper is. Om deze discussie te voorkomen schreef een kenner op dit gebied heel vrijgevig dat alles dat als zodanig gebruikt kan worden een pijpenstopper is [noot 2]. De periode van gebruik van de pijpenstopper loopt van het eerste begin van het pijproken tot aan onze tijd toe. Het voorwerp heeft dus een gebruiksperiode van meer dan vier eeuwen.

Pijpenstoppers worden gemaakt van uiteenlopende materialen, waarbij sommige in een bepaald tijdvak overheersen terwijl andere juist eerder of later favoriet zijn. Tot 1750 lijkt metaal de boventoon te voeren, messing laat de andere metalen ver achter zich. Later komen alternatieve materialen in omloop, met name organische zoals been en tandmateriaal. Hun aandeel blijft beperkt omdat zij minder slijtvast zijn.

001-21.147  prent-gravure-hogarth-1
Afb. 1a. APM 21.147
001-21.147  prent-gravure-hogarth-4
Afb. 1b. APM 21.147
001-21.147  prent-gravure-hogarth-5
Afb. 1c. APM 21.147

De pijpenstopper lijkt sterk verwant aan de pijpenwroeter, niet voor niets dat beide sinds 1900 worden gecombineerd tot één instrument: het pijpenbestekje ofwel de pipetool. Er bestaat een curieus verschil dat geografisch bepaald lijkt. Waar het woord stopper, evenals het gebruik kenmerkend Engels is, hoort de wroeter juist bij de Nederlandse roker. Vertaalt manifesteert zich het gebruiksverschil nog sterker: de Engelse tamper of stopper is een ander voorwerp dan de pipe cleaner die in onze gebieden gangbaar is. De Engelsman gebruikt zijn gereedschapje dus tijdens het roken om de tabak aan te drukken, bij de Hollander komt het voorwerp pas na het roken tevoorschijn om de as en eventueel achtergebleven tabaksresten uit de pijp te schrapen. Het onderhavige artikel kan dan ook beschouwd worden als de tegenhanger van een eerdere publicatie die ik schreef over de pijpenwroeter [noot 3].

001-21.246  prent-hogarth-midnight-2
Afb. 1d. APM 21.246
001-21.246  prent-hogarth-midnight-5
Afb. 1e. APM 21.246

Dit epistel behandelt de pijpenstopper min of meer chronologisch en laat daarmee de ontwikkeling zien die dit voorwerp doormaakt. Na een korte inleiding over het ontstaan presenteert het een keur aan ontwerpen en omschrijft de historische lijn. Daarnaast wordt gekeken naar het voorkomen en gebruik van de pijpenstopper en welke veranderingen daarin opvallen. Bij het onderzoek stond de vraag centraal in welke regio de stopper populair was en wat daarvoor een reden is. Dat antwoord bleek niet eenvoudig te geven.

 

De pijpenstopper in de bronnen
Voorafgaand aan een inventarisatie van de pijpenstopper eerst iets over de gebruiksgeschiedenis. Allereerst is gekeken naar contemporaine schriftelijke bronnen die melding van pijpenwroeters maken, maar die blijken niet of nauwelijks te bestaan. Niet verwonderlijk, het gereedschapje is zo courant geweest in het dagelijks gebruik dat het nauwelijks iemand is opgevallen. Vandaar dat het niet veel pennen in beweging gebracht heeft. Uitzondering vormen enkele gedichten die de pijpenstopper en passant melden. De eerste meer complete beschrijving van de geschiedenis van de pijpenstopper vinden we in 1859 in het standaardwerk van Fairholt [noot 4].

002-21.367  prent-hogarth-vader-tijd-1
Afb. 2a. APM 21.367
002-21.367  prent-hogarth-vader-tijd-2
Afb. 2b. APM 21.367

Een andere richtinggevende bron kan de beeldende kunst zijn waar we de pijpenstopper kunnen verwachten. Een uitgebreide zoektocht langs rokerstaferelen van de boerenstand tot aan de elite leverde helaas geen inzicht in het gebruik van de pijpenstopper op. In vroege kunstwerken worden wel eens stokjes afgebeeld die als pijpenstopper gebruikt zouden kunnen zijn. Nadere beschouwing leert echter dat dit doorgaans zwavelstokjes zijn bedoeld om de pijp aan te steken. Soms staan deze stokjes zelfs in de vuurtest die bij dergelijke schilderijen zelden ontbreekt.

De oudste voorstelling van grote waarde daterend uit 1733 betreft een schilderij door William Hogarth met als titel A Midnight Modern Conversation. Van dit populaire schilderij zijn verschillende versies in prent zijn uitgebracht (afb. 1) [noot 5]. Rond een tafel zit een gezelschap mannen ieder op zijn manier beschonken. Twee personen hebben in de ene hand een kleipijp en om de vinger van de andere hand een ring waaraan onmiskenbaar een pijpenstopper te zien is. Deze stopper is zeker niet de oerstopper, maar geeft wel aan dat de achttiende eeuwse roker behoefte had zijn pijp tijdens het roken te stopperen. Daarvoor was dus dit specifieke gereedschapje in gebruik.

003-18.079  prent-portret-vigee-le-brun-02
Afb. 3a. APM 18.079
003-18.079  prent-portret-vigee-le-brun-11
Afb. 3b. APM 18.079

Een vergelijkbare afbeelding, maar iets schetsmatiger zien we in een prent van vadertje tijd, Time smokes a picture waar de personificatie van de tijd als een oude man een schilderij berookt. Hier hangt een ringstopper aan de pink van dezelfde hand die ook de pijp vasthoudt (afb. 2). Ook hier is William Hogarth de kunstenaar. Je mag haast aannemen dat hij zelf een fervent roker was en de stopper regelmatig bij zich droeg.

Uit een latere tijd is een schilderij dat vergelijkbaar is met beide besproken afbeeldingen in de zin dat weer een pijproker is afgebeeld, maar dit keer een dame. Het gaat om het beroemde zelfportret van madame Vigée Le Brun (afb. 3), prominent aanwezig in het Amsterdam Pipe Museum. Op dit schilderij zien we op de voorgrond een pijpenlade waar op het tussenschot van beide compartimenten een pijpenstopper ligt. Hier gaat het om een stopper met een rond penningvormig handvat dat we ook als overgeleverd voorbeeld kennen (afb. 22-24).

De drie kunstwerken geven een vertekend beeld want zij veronderstellen dat de achttiende eeuwer vooral stoppers met een ring of penning gebruikt zou hebben. Toch zijn het juist andere vormen van pijpenstoppers die zijn overgeleverd; deze vinden we merkwaardigerwijs niet op schilderijen of prenten terug. Het voorwerp is blijkbaar zo klein en onbeduidend dat alleen de ware roker zich het belang ervan realiseert. Het afbeelden in een kunstwerk was daardoor voor de meeste schilders geen issue.

De vroegste periode
Wanneer de gewoonte van het roken en daarmee het gebruik van de tabakspijp zich vestigt ontstaat al snel de behoefte aan een pijpenstopper. Voor prettig roken moet de pijp niet te vast, maar wel stevig gestopt worden zodat deze flink doorbrandt en zo min mogelijk uit gaat. Doordat de verse rook de ongebrande tabak passeert, krimpt deze een fractie en verdwijnt de weerstand in de pijp waardoor deze dreigt uit te gaan. Om dat te voorkomen gebruikt de roker een pijpenstopper, ook wel tabaksstopper genoemd. Door op gezette tijden met dit instrument de tabak aan te drukken garandeert de roker de brand in de pijp.

Al vanaf het begin van het pijproken mogen we het gebruik van een stopper veronderstellen. Aanvankelijk zal dat een simpel stukje hout of misschien ook een staafje metaal zijn geweest. Er was weinig diameter nodig want de pijpenkoppen waren in de begintijd nog zeer klein. Pas na enige tijd wordt de geïmproviseerde stopper vervangen voor een speciaal voor het doel bedacht instrumentje dat er ook aantrekkelijk uit mag zien.

004-30.269  tabakscuriosa-pijpenstopper-bodemvondst-1
Afb. 4. APM 30.269
005-30.270  tabakscuriosa-pijpenstopper-bodemvondst-2
Afb. 5. APM 30.270
006-30.273  tabakscuriosa-pijpenstopper-staande-haan-1
Afb. 6. APM 30.273
007-30.271  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-1
Afb. 7a. APM 30.271
007-30.271  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-2
Afb. 7b. APM 30.271

De vroegste pijpenstoppers zijn ruim dunner dan de ketelopening van de pijp. Het gaat om niet meer dan een licht conisch staafje met een basis van minder dan een halve centimeter en een lengte van niet meer dan twee centimeter (afb. 4). Het oogje aan de bovenzijde dient als handvat, maar hieraan kan ook een koordje bevestigd worden om het stoppertje bijvoorbeeld om de hals te dragen of aan de gordel. Dat handvat kreeg al gauw een decoratieve bekroning. Een eenvoudige en vroege vormgeving toont een aantrekkelijke pinakel (afb. 5) met een speelse opeenstapeling van geometrische vormen en voorzien van een sikkelvormige bekroning. Kort daarop ontstaan uitbeeldingen als een staande haan (afb. 6) of een uit een fles drinkende aap [noot 6]. Typisch Engels is het borstbeeld van een vorst met op de keerzijde diens wapen (afb. 7). Bij de haan voorzag de maker de stopper van een ophanggaatje om verliezen te voorkomen. Nog weer wat later worden enkele erotische voorstellingen bedacht die bewijzen dat de gebruikers behoefte hadden met hun pijpenstopper te snoeven. Voorbeeld is het onderlichaam met imposante fallus uitgevoerd in smeedijzer (afb. 8).

Deze kleine pijpenstoppers dreig je snel te verliezen. Logisch is om deze van een ring te voorzien waardoor de stopper altijd bij de hand is. Een geliefde en wijd verbreide pijpenstopper heeft de vorm van een zegelring waarbij tegenover het stempelvlak een kleine conische pijpenstopper is aangebracht. Op het stempelvlak van de ring kan een toepasselijke gepersonifieerde afbeelding gegraveerd worden die de identiteit van een drager onderstreept, zij het dat het graveerwerk vaak wat volks is. We zien de initialen van de eigenaar, een driemaster, maar ook voorstellingen als een staande leeuw of vogel die als persoonlijk teken gegraveerd zijn (afb. 9-11). Deze zegelring annex pijpenstopper was geliefd bij de verstokte roker en moet een gewaardeerd geschenk zijn geweest. Toch is de combinatie pijpenstopper en zegelring niet echt praktisch, wanneer namelijk het gegraveerde zegel zichtbaar is drukt het stopperdeel in de vuist en dat is niet prettig. Wordt de ring een halve slag gedraaid dan steekt de stopper naar buiten maar zit het cachetgedeelte van de ring klem in de gebalde vuist. Moeten we de zegelring-pijpenstopper daarom zien als een voorwerp dat in de zak gedragen werd, of in de tabaksdoos werd opgeborgen? Met de vingertop door de ring was de vorm goed gekozen om praktisch te kunnen stopperen. Of de zegelring-pijpenstopper Engels van vinding is of Hollands, is niet bekend. De frequentie van bodemvondsten wijst eerder op Hollandse herkomst.

008-30.275  tabakscuriosa-pijpenstopper-erotisch-3
Afb. 8a. APM 30.275
008-30.275  tabakscuriosa-pijpenstopper-erotisch-6
Afb. 8b. APM 30.275
009-21.901  tabacologie-stopper-zegelring-4
Afb. 9a. APM 21.901
009-21.901  tabacologie-stopper-zegelring-5
Afb. 9b. APM 21.901

Reeds in de jaren 1610 zien we aan de binnenzijde van de tabaksdoos dikwijls een pijpenstopper, gesoldeerd aan het scharnier of de doosrand. Die toevoeging is praktisch bij het vullen van de pijp, vooral ook omdat de pijpenkoppen nog zo klein waren dat je er zelfs met je pink niet in kunt. Overigens is de tabak doorgaans wel zo stevig dat zij gemakkelijk in de pijpenkop gedrukt kan worden, een stopper is daarvoor niet echt nodig. Menig roker kocht een kleine hoeveelheid tabak die in een papiertje werd gerold. Ook zonder tabaksdoos en zonder stopper kon de pijp dus wel gestopt worden. Of de stopper in de tabaksdoos ook bedoeld was om tijdens het roken de tabak en asresten aan te drukken is sterk de vraag. De verse tabak in de doos zou namelijk door uitvallende asresten kunnen bederven en dat was in een tijd dat tabak nog buitengewoon duur was zeker niet gewenst.

010-20.110  tabacologie-stopper-ringvorm-1
Afb. 10a. APM 20.110
010-20.110  tabacologie-stopper-ringvorm-6
Afb. 10b. APM 20.110
011-30.272  tabakscuriosa-pijpenstopper-zegelring-2
Afb. 11a. APM 30.272
011-30.272  tabakscuriosa-pijpenstopper-zegelring-5
Afb. 11b. APM 30.272

Hoewel vondsten van pijpenstoppers schaars zijn, moet dit voorwerp in de zeventiende eeuw toch algemeen bekend zijn geweest. Zeventiende eeuwse pijpenstoppers komen zowel in Engeland als in de Republiek voor, vermoedelijk waren zij in Engeland het meest algemeen. In andere Europese landen komt het roken later in zwang. Daar zullen pijpenstoppers zeker ook bestaan hebben, maar zijn zo zeldzaam dat wij ze niet kennen.


Van 1700 tot aan de negentiende eeuw

Was de pijpenstopper gedurende de zeventiende eeuw tamelijk eenvoudig, in de achttiende eeuw zien we een tweestroom ontstaan. De meer seriematig gegoten exemplaren blijven in gebruik, zij zijn vooral bestemd voor rokers van kleipijpen die behoefte hebben aan een praktisch rookinstrumentje. Omdat het formaat van de pijpenkop rond het jaar 1700 fors toeneemt, vergroot men de stopper inclusief het stoppervlak. Al snel kan de stopper op dat vlakje zelfstandig staan al is het evenwicht nog wat wankel. Dat zal gedurende de achttiende eeuw overigens zo blijven.

Naast dit eenvoudige goed ontstaan in de achttiende eeuw nieuwe pijpenstoppers bedoeld voor de roker die zich wil onderscheiden. Zij passen beter bij de dan nog exclusieve pijpen van alternatieve materialen. Zo bestaan er porseleinen pijpenkoppen die met een bijpassende pijpenstopper verkocht worden in een luxueus etui [noot 7]. Mondjesmaat zien we pijpenstoppers verschijnen, die weliswaar functioneel zijn, maar vooral als curiositeit en statusobject fungeren. Het zijn voorwerpen met een duidelijke pronkfunctie bestemd voor een vitrine thuis, waar zij bij bezoek van gasten dienen om te imponeren. Zij zijn een praatstukje die de bezitter moeten verheffen.

012-24.932  tabakscuriosa-pijpenstopper-gemonteerd-hout-2
Afb.12. APM 24.932
013-30.293  tabakscuriosa-stopper-windhond-met-prooi-7
Afb. 13-16. APM 30.291  APM 30.293
017-30.296  tabakscuriosa-stopper-borstbeeld-clown-1
Afb. 17a. APM 30.296
017-30.296  tabakscuriosa-stopper-borstbeeld-clown-3
Afb.17b. APM 30.296

Zo ontstaat er een gebruik om zeer persoonlijke pijpenstoppers te maken van hout dat een bijzondere of gewijde herkomst heeft. Vaak worden deze stukjes in zilver gemonteerd om slijtvaster en aantrekkelijker te zijn (afb. 12). Soms worden ze zelfs voorzien van een opschrift om het verhaal te bewijzen of om waarheid te laten worden. Reeds in het jaar 1649 worden de eerste pijpenstopper vermeld die uit de natuur gesprokkeld is [noot 8]. Sindsdien blijven zij als alternatief in gebruik.

Daarnaast zijn er favoriete onderwerpen die met de hand worden gesneden, zij zijn stukjes kunstsnijwerk in miniatuur. Onderwerpen zijn staande personen of borstbeeldjes, maar ook thema’s als liefdespaartjes of karikaturen, erotische voorstellingen of memento mori symbolen. De pronkfunctie wordt onderstreept doordat de mooiste exemplaren door een speciale bewaarcassette beschermd worden om eeuwig te worden bewaard.

De stopper bekroond door een windhond met haas tussen de kaken is het meest voorkomende achttiende eeuwse ontwerp (afb. 13-16). Dit artistieke en prachtige handgemaakte voorwerp is bij aantallen gesneden in ivoor, been of buxushout, wonderlijk genoeg altijd in hetzelfde concept. Naar believen werd het stopperdeel in zilver gevat. Zeldzame exemplaren zijn zelfs gesigneerd en voorzien van een jaartal. Zij bewijzen hun datering van voor 1739 tot na 1782 [noot 9]. Het is onduidelijk waarom juist deze uitbeelding zo ongelofelijk populair is geworden. Een meer origineel onderwerp laat een clownesk borstbeeld zien (afb. 17). Als een heus beeldhouwwerk is de voorstelling hier gesneden om ronddraaiend te worden bekeken. Ook bij dit voorwerp wijzen de keuze voor ivoor en zilver op luxe. De gebruikssporen veroorzaakt door het hanteren bewijzen dat het hier gaat op de favoriete stopper van een roker die niet aarzelde deze jarenlang te gebruiken.

Een meer alledaagse voorstelling toont een muil gesneden uit fijn buxushout met aan de hak een conische pijpenstopper (afb. 18). Gezien het fijne materiaal en de krachtige vormgeving behoort ook dit voorwerp tot de luxe achttiende eeuwse artikelen. Hier is amper sprake van gebruikssporen. Als zo dikwijls wordt ook dit ontwerp herhaaldelijk nagesneden, verschillend in formaat, uitwerking en detaillering. Naast de fraai afgewogen muil zoals hier afgebeeld bestaan er grovere, sterker gestileerde exemplaren die van wat later datum zijn [noot 10]. In de achttiende eeuw verschijnen voor het eerst pijpenstoppers van porselein op de markt. Zij worden door gezaghebbende porseleinfabrieken gemaakt en zijn dan pure luxeartikelen, wat ook wel blijkt uit de fijne beschildering. Aantrekkelijk zijn stoppers met een borstbeeldje als handvat of met andere figurale uitbeeldingen. Gezien de grote zeldzaamheid mogen we stellen dat zij zeker niet voor de massa gemaakt zijn, maar wel gewild waren. De kwetsbaarheid maar ook de hoge prijs ervan zullen reden daarvoor zijn. Zij kwamen zelden uit de vitrinekast en als dat gebeurde was de kans op breuk bij een onverhoedse beweging reëel.

018-30.290  tabakscuriosa-stopper-palmhout-damesschoen-1
Afb. 18. APM 30.290
019-18.452  tabacologie-meissen-stopper-1
Afb. 19. APM 18.452
020-30.282  tabakscuriosa-stopper-meissen-merk-1
Afb. 20. APM 30.282
021-24.668  tabacologie-porselein-pijpenstopper-been-1
Afb. 21. APM 24.668

Eén ontwerp wordt wel buitengewoon geliefd: het vrouwenbeen voorzien van een elegante schoen (afb. 19). Bij vroege exemplaren is zelfs het borduurwerk op de kous en een welgevormde kousenband met fijne penseelstreken aangegeven. Bij wijze van grap wordt op het onbedekte deel van de dij dikwijls een vlo geschilderd (afb. 20). Die vervult zoals de mouche op het gelaat de rol als aandachttrekker om de blankheid van de naakte dameshuid te benadrukken. Een vergelijkbaar naakt onderbeen is wat onthutsend qua vormgeving, mede gezien de kromme tenen (afb. 21). Wordt hiermee op ironische wijze gewezen op het feit dat het mannenbeen geen schoonheid is? Door intensief gebruik sleet bij dit exemplaar de zachtroze moffelkleur in de loop der jaren weg, maar dat doet aan de krachtige vormgeving niet af.

022-30.204  tabakscuriosa-pijpenstopper-paus-duivel-penning-1
Afb. 22. APM 30.204
023-21.651  tabacologie-stopper-pauspenning-1
Afb. 23. APM 21.651
024-30.205  tabakscuriosa-pijpenstopper-vorstin-anna-1
Afb. 24. APM 30.205

In de achttiende eeuw continueert zoals al opgemerkt ook de productie van pijpenstoppers van messing. Zij behoren niet tot de luxe maar tot de standaard in gebruik zijnde stoppers. Bij het determineren is het echter lastig vast te stellen wat de leeftijd van deze voorwerpen is. De evolutie van bescheiden zeventiende eeuwse stoppers naar de grotere exemplaren van een eeuw later is nog niet goed in kaart gebracht. Aangezien gietmallen zeer lang in gebruik blijven, is ook moeilijk vast te stellen hoe jong de laatste exemplaren kunnen zijn. De stopper met een pauspenning is een geliefde voorstelling uit de eerste helft van de achttiende eeuw (afb. 22-23), die vermoedelijk tot in de negentiende eeuw is geproduceerd. Ook andere op munten of penningen geïnspireerde afbeeldingen zijn op deze wijze als bekroning van een pijpenstopper toegepast. Voorbeeld is het borstbeeld van koningin Anne met rondschrift "ANNA DEI GRATIA" (afb. 24). Als handvat is de penning een praktische vinding en in dit geval is deze doorboord, mogelijk om het voorwerp met een kettinkje en oog aan een vinger te hangen. De datering kan in het eerste kwart van de achttiende eeuw liggen, later is uiteraard altijd mogelijk, dan gaat het om een herdenkingsafbeelding.

025-30.206  tabakscuriosa-pijpenstopper-clownskop-vingergat-1
Afb. 25. APM 30.206
026-30.207  tabakscuriosa-pijpenstopper-hondje-vingergat-1
Afb. 26. APM 30.207
027-30.175  tabakscuriosa-pijpenstopper-struisvogel-1
Afb. 27. APM 30.175
028-30.161  tabakscuriosa-pijpenstopper-man-met-zak-1
Afb. 28. APM 30.161

Van andere messing pijpenstoppers bestaat het vermoeden dat zij al in de achttiende eeuw in omloop waren, maar ontbreekt het bewijs. Vroeg zijn in ieder geval twee exemplaren met in de stam een vingerring om ze gemakkelijk te kunnen hanteren. De ene laat een clownesk figuurtje als bekroning zien (afb. 25), de andere een staande hond (afb. 26). Ook de stopper met de struisvogel (afb. 27) met een veel kortere steel en een breed standvlak voor de bekroning is een vroege schepping. Hetzelfde geldt voor de stopper met een zwerverachtige man met een zak op de rug (afb. 28), precies zoals wij ons de ouderwetse dief voorstellen. Ook bij deze vier voorstellingen is de looptijd onduidelijk.

Aan de hand van het beperkte aantal voorbeelden is het lastig de ontwikkeling van de pijpenstopper in de achttiende eeuw te schetsen. Duidelijk is in ieder geval van een tweestroom sprake: de luxe eenlingen van bijzondere materialen of met kunstige handgesneden uitbeeldingen, naast het overwegend gegoten messing seriewerk. Het luxe artikel verdween tussen andere pronkgoederen in de vitrinekast en hiervan bleef een relatief groot aantal exemplaren bewaard. De eenvoudige serieartikelen werden dagelijks gebruikt en komen langs archeologische weg nog wel eens tevoorschijn maar zijn feitelijk niet minder zeldzaam. Dat in de achttiende eeuw al van een sterke traditie sprake was is een feit. Dat gegeven maakt het dateren van pijpenstoppers buitengewoon lastig. De rol van Engeland enerzijds en die van de Zeven Provinciën anderzijds is lastig te duiden. Zeker is wel dat Engeland in kwaliteit ruim voorop loopt. In onze gebieden lag de focus sterker op het praktische gebruik.

 

Een hausse in messing
Na het jaar 1800 vindt een geweldige toename aan seriematig gemaakte pijpenstoppers plaats. In een zich steeds verder materialiserende maatschappij is de pijpenstopper tot een geliefd persoonlijk objecten gaan behoren, een voorwerp voor iedere roker waarbij de ontwerpen simpel en doeltreffend worden uitgevoerd om vervolgens in grote series te worden geproduceerd. Ondanks de serieproductie is het voorwerp de trots van de roker die er zijn persoonlijkheid mee onderstreept. Het scala aan onderwerpen wordt snel groter en al gauw is er voor elk wat wils te bekomen, variërend van suffe enkelvoudige uitbeeldingen tot op de actualiteit inspelende voorstellingen al dan niet van een bepaald artistiek niveau. Steeds geldt dat de functionaliteit niet uit het oog wordt verloren. Kenners berekenden dat er van dit messing gietwerk zo’n driehonderd verschillende uitbeeldingen op pijpenstoppers zijn toegepast [noot 11].

Voor de negentiende eeuw wordt de messing pijpenstopper het meest kenmerkend (afb. 29-72). Met behulp van een houten malletje worden deze voorwerpen in forse series door geelgieters gegoten. Doorgaans zijn zij eenvoudig van afwerking. Soms zijn alleen de gietranden met een vijl weggewerkt. Die haastige wijze van produceren wijst op het eenvoudige aanzien van het voorwerp. Slechts een enkel exemplaar is zorgvuldig afgewerkt en gepolijst, veel andere voorbeelden vertonen zelfs slecht weggewerkte gietnaden die hinderlijk en ontsierend zijn, soms zelfs scherp aan de handen. Het hoefde blijkbaar niet altijd zo mooi te zijn of ging men er van uit dat de gietling geleidelijk toch wel een mooie afgeronde vorm en een aantrekkelijke patine zou krijgen? Dat is een juiste gedachte gebleken. Bij andere gebruikers kwam het niet zo ver omdat het voorwerp snel zoek raakte. Dan kocht men gewoon een nieuwe.

029-20.935  tabacologie-stopper-portret-1
Afb. 29. APM 20.935
030-30.108  tabakscuriosa-stopper-judge-jeffreys-6
Afb. 30-33. APM 30.100  APM 30.102  APM 30.108
030-30.108  tabakscuriosa-stopper-judge-jeffreys-7
Afb. 30-33. APM 30.100  APM 30.102APM 30.108

Bij de in serie gemaakte messing pijpenstoppers onderscheiden we drie veelvoorkomende typen. De eerste betreft hoofden of borstbeelden waarvan de sokkel het stopperdeel uitmaakt (afb. 29-33). Zij hebben alle schijn van een borstbeeldje al is de uitvoering sterk tweedimensionaal, niet verwonderlijk anders zouden ze veel te zwaar worden. De portretkoppen zijn even vaak naar links gewend als naar rechts, aankijkende tronies zijn beduidend zeldzamer, één op de zes is zo vormgegeven. Doorgaans is de keerzijde van de borstbeelden onversierd (afb. 29, 31), soms met een geringe holte om materiaal en dus gewicht te besparen. De stam of ook wel de achterzijde van het hoofd vertoont een enkele maal een nummer in intaglio om het voorwerp na te bestellen. Ook dat wijst op seriematige vervaardiging.

Interessante vraag bij deze borstbeeldenserie is natuurlijk in hoeverre de gebruiker de personen kende en gemotiveerd voor een bepaald portret koos. Helaas is het antwoord niet bekend en het is zelfs onduidelijk of dat indertijd wel van belang was. In enkele gevallen is aan de gladde keerzijde een naam ter identificatie gegraveerd, maar die kan evengoed later zijn aangebracht. Sommige van die opschriften sluiten zelfs niet aan bij de voorgestelde. Zo komt het opschrift "HENRY VIII 1510" aan de keerzijde beslist niet overeen met de aan de voorzijde afgebeelde vorst (afb. 30). Zeker zal zo’n gegraveerde naam voor de gebruiker voldoende overtuigend geweest zijn, tenminste als deze kon lezen. Als vervaardiger kon je zo met een beperkt aantal portretten dus een bredere markt bedienen.

Het gegeven dat twee Amerikaanse presidenten werden uitgebeeld wijst er op dat er van export naar de andere zijde van de Atlantische oceaan sprake is geweest, doch vondsten van deze stoppers aldaar zijn niet bekend. In hoeverre dat ook voor de uitbeelding van Napoleon geldt is onduidelijk. Voor Engeland was hij weliswaar een vijandige keizer, maar tegelijkertijd werd hij ook om zijn militaire verdiensten geroemd. Ook deze stopper is nooit op het continent gevonden en werd dus blijkbaar door de ruimdenkende Engelsman gebruikt.

034-30.129  tabakscuriosa-stopper-raleigh-1
Afb. 34. APM 30.129
035-30.144  tabakscuriosa-pijpenstopper-staande-pijproker-1
Afb. 35. APM 30.144
036-21.622a  tabacologie-pijpenstopper-wellington-1
Afb. 36. APM 21.622a
037-30.142  tabakscuriosa-pijpenstopper-napoleon-1
Afb. 37. APM 30.142
038-20.936  tabacologie-stopper-napoleon-1
Afb. 38. APM 20.936

Een tweede type pijpenstopper met grote populariteit toont uitbeeldingen van personen ten voeten uit als een miniatuur standbeeld (afb. 34-46). Deze categorie is beduidend gevarieerder. Bij staande personen gaat het doorgaans om rondlopende voorstellingen die je van meerdere kanten kunt bekijken. Slechts zelden is de keerzijde uitgehold. Populair zijn historische figuren als sir Walter Raleigh (afb. 34) en anderen (afb. 35). Meer contemporain is de karikaturale uitbeelding van de hertog van Wellington (afb. 36). Voor de Engelse markt werd een staatsman als Napoleon (afb. 37) niet vergeten. Er bestaat zelfs een versie met zijn troonopvolger de Roi de Rome aan zijn zijde (afb. 38). Interessant en vol van vaderlandsliefde is de uitbeelding van een staande Britannica met als gebruikelijk het Engelse wapenschild aan haar voeten (afb. 39). Voor de cultuur minnende roker bestaan er pijpenstoppers met schrijvers als William Shakespeare (afb. 40) en Robert Burns (afb. 41). De laatste uitbeelding is minder vanzelfsprekend, vandaar dat op de sokkel als toelichtende tekst "BURNS" werd toegevoegd.

Tijdgebonden zijn de twee beroemde boksers Cribb en Molineaux die in 1811 hun spraakmakende strijd opvoerden, een wedstrijd die door de zwarte Amerikaan Molineaux werd gewonnen [noot 12]. Die sportprestatie maakte heel wat tongen los. Dat zo’n stopper bij latere bokswedstrijden opnieuw verkoop scoorde is begrijpelijk. De uitgebeelde figuren zijn zo klein dat zij zich niet laten herkennen en gemakkelijk anders benoemd konden worden. Er bestaan twee varianten, de solitaire bokser (afb. 42) en de twee boksers tezamen (afb. 43).

039-30.132  tabakscuriosa-pijpenstopper-brittanica-1
Afb. 39. APM 30.132
040-30.130  tabakscuriosa-stopper-shakespeare-1
Afb. 40. APM 30.130
041-30.141  tabakscuriosa-pijpenstopper-bobby-burns-1
Afb. 41. APM 30.141
042-30.162  tabakscuriosa-pijpenstopper-boxer-1
Afb. 42. APM 30.162
043-30.163  tabakscuriosa-pijpenstopper-boxers-1
Afb. 43. APM 30.163

Andere pijpenstoppers met staande figuren zijn geen uitbeeldingen van werkelijke personen maar typen. Zij zijn eerder amusant dan betekenisvol. Wat te denken van een paalzitter (afb. 44), een staande nar (afb. 45) of een komiek met balanceerstok (afb. 46). Gemiddeld genomen zijn dergelijke uitbeeldingen minder verfijnd en dat roept de conclusie op dat zij voor de niet zo ontwikkelde roker bestemd waren.

044-30.145  tabakscuriosa-pijpenstopper-zittende-figuur-1
Afb. 44. APM 30.145
045-30.140  tabakscuriosa-pijpenstopper-nar-met-narrenpop-1
Afb. 45. APM 30.140
046-30.146  tabakscuriosa-pijpenstopper-balancerende-jester-1
Afb. 46. APM 30.146

Naast ten voeten uit voorgestelde personen is er een derde groep messing pijpenstoppers die alleen het borstbeeld van de uitgebeelde tonen, doch niet sterk tweedimensionaal maar eerder sculpturaal en volplastisch (afb. 47-51). Favoriet zijn historische of contemporaine helden zoals Wellington (afb. 47) of de populaire jockey Fred Archer (afb. 48), beiden met levendig trois-quart afgewend hoofd. Kenmerkend bij deze categorie is de uiteenlopende wijze waarop de stam is uitgewerkt. Idealiter moet de sokkel bij de hoofdvoorstelling aansluiten. Een prachtig exemplaar van bescheiden formaat laat Napoleon als keizer zien, het stopperdeel bestaat uit een gebruikelijk plaatje met concentrische groeven aan de bovenzijde, maar de stam heeft de vorm van een kanonsloop refererend aan de militaire zeges van de keizer (afb. 49). Een prachtig gepatineerde stopper is een nog niet geïdentificeerde karikatuur (afb. 50). In andere gevallen gaat het om types of karakters, zoals de afbeelding van een clownskop (afb. 51).

047-30.170  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-wellington-1
Afb. 47. APM 30.170
048-30.165  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-jockey-1
Afb. 48. APM 30.165
049-30.169  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-napoleon-1
Afb. 49. APM 30.169
050-30.171  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-3
Afb. 50. APM 30.171
051-30.167  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-clown-1
Afb. 51. APM 30.167

In de drie reeksen personen, de afgeplatte borstbeelden, de staande figuren en de miniatuurborstbeeldjes komen bepaalde personen veelvuldig voor, terwijl anderen ontbreken. Dat fenomeen zien we ook bij uitbeeldingen in andere kunstnijverheidsartikelen. Primair houdt dat verband met de verkoopkansen die de maker ziet, uiteraard in relatie tot de populariteit van de voorgestelde. Het is even lastig daarin een patroon te herkennen, als dat is bij de figurale pijpenkoppen die in dezelfde periode in omloop waren. Bepaalde kopstukken ontbreken, andere veel minder bekende personen zijn wel uitgebeeld [noot 13]. De ratio erachter laat zich niet duiden.

052-30.216  tabakscuriosa-pijpenstopper-been-met-laars-4
Afb. 52-56. APM 30.216  APM 30.218
052-30.218  tabakscuriosa-pijpenstopper-been-met-muil-4
Afb. 52-56. APM 30.216 APM 30.218
057-18.453  tabacologie-pijpenstopper-laars-1
Afb. 57. APM 18.453 

Naast deze drie hoofdgroepen bestaat er een restgroep met allerlei andere populaire voorstellingen. Zo zijn er pijpenstoppers in de vorm van miniatuur mensenarmen en vooral benen, naakt of met gedetailleerd schoeisel (afb. 52-58). Speels is het onderbeen met militaire laars in een heel simpele maar treffende vormgeving (afb. 57). Vergelijkbare exemplaren zijn voorzien van opschriften die bewijzen dat zij in of kort na 1840 gegoten zijn uit het messing opgedoken uit een in 1782 vergaan schip [noot 14]. De meest stoere uitvoering is een plompe lage schoen aan een ongeprofileerd onderbeen (afb. 58). Deze stopper is gemaakt als herinnering aan de slag bij Waterloo in 1815; het jaartal is er ook op ingeslagen. Zij brengen een nieuwe dimensie in het voorwerp, zoals dat een eeuw eerder met bijzondere stukjes hout gemonteerd in zilver werd gedaan. Het materiaal krijgt een toegevoegde gevoelswaarde. Wat betreft handen en armen bestaat er ook een flinke variatie. Een mensenarm blijkt toch minder geslaagd dan een mensenbeen (afb. 59). Elegant en atypisch in deze reeks is een kleine pijpenstopper met een half geopende hand die door de gekunstelde positie van gebogen vingers geen geweldig grip geeft tijdens het gebruik (afb. 60). Wat meer stiekem en met een erotische lading is een hand die een fallus omklemt (afb. 61).

058-30.219  tabakscuriosa-pijpenstopper-been-met-schoen-1
Afb. 58. APM 30.219
059-30.212  tabakscuriosa-pijpenstopper-arm-met-hand-1
Afb. 59. APM 30.212
060-30.209  tabakscuriosa-pijpenstopper-hand-3
Afb. 60. APM 30.209
061-30.213  tabakscuriosa-pijpenstopper-hand-met-erectie-1
Afb. 61. APM 30.213

Het thema dierfiguren en aan de natuur gerelateerde voorstellingen krijgt al snel een aandoenlijk karakter (afb. 62-66). Vroeg is de stopper met een paardenhoofd (afb. 62), vooral aansprekend voor de liefhebber van paardenraces. Zoeter van aard is een zittende eekhoorn (afb. 63). Andere uitbeeldingen zijn een staande getemde beer (afb. 65) of een dolfijn (afb. 66) uitgebeeld op zijn zeventiende eeuws. De stopper met het zittende hondje is duidelijk moderner van vormgeving (afb. 64). Hier verloor de ontwerper de gebruiksfunctie uit het oog, hij gaf de stopper onvoldoende lengte. Een bloeiende distel is voor Schotland een belangrijk symbool, hier fungeert dat politiek geëngageerde motief als handvat (afb. 67).

062-30.184  tabakscuriosa-pijpenstopper-dolfijn-5
Afb. 62-66. APM 30.184 APM 30.183
063-30.180  tabakscuriosa-pijpenstopper-eekhoorn-1
Afb. 63. APM 30.180
064-30.181  tabakscuriosa-pijpenstopper-zittende-hond-1
Afb.  64. APM 30.181
067-30.188  tabakscuriosa-pijpenstopper-distel-1
Afb. 67. APM 30.188

Elk gereedschap met een handvat laat zich gemakkelijk tot pijpenstopper omvormen. Vooral de hamer in de zin van een moker is in talloze variaties gemaakt (afb. 68-70). Een zeldzaamheid heeft een uitschroefbare ijzeren prikker in de steel (afb. 69), waarmee het een van de schaarse voorbeelden van een combinatiewerktuigje is geworden. Fraai is de pijpenstopper in de vorm van een gestileerde dissel- of kuipershamer (afb. 70). Een curiositeit van andere orde toont een eierdopje, heel chique is het bijbehorende ei hier uit ivoor gedraaid (afb. 71). Let verder op de fijne geprofileerde randen in het messing, bij het hanteren fungeren zij als antislip zone.

068-30.195  tabakscuriosa-pijpenstopper-hamer-6
Caption 68-70. APM 30.195
069-30.194  tabakscuriosa-pijpenstopper-hamer-prikker-7
Afb. 69. APM 30.194

Tot de restgroep messing rekenen we ook een prachtige pijpenstopper met een handgreep opgebouwd uit speelse c-voluten (afb. 72). Hoewel het motief zwaarder is uitgevoerd dan een eeuw eerder, werd een prachtige ritmische opeenvolging verkregen. Een andere pijpenstopper heeft een handvat in de vorm van een doosje dat gevuld is met dominostenen, soms ook met dobbelstenen, alles uit messing gevijld (afb. 73). Het miniatuurdoosje wordt met een schuifdekseltje afgesloten. Van dit ogenschijnlijk volledig met de hand gemaakte voorwerp bestaat een tweede exemplaar, gelijk in uitgangspunt maar met minieme detailverschillen. Ook hier bewijst zich de seriële vervaardiging terwijl veel werk toch volledig handmatig is verricht.

070-30.193  tabakscuriosa-pijpenstopper-leihamer-1
Afb. 70.  APM 30.193
071-30.198  tabakscuriosa-pijpenstopper-eierdop-met-ei-1
Afb. 71.  APM 30.198
072-30.201  tabakscuriosa-pijpenstopper-ornamentaal-louis-xv-1
Afb. 72. APM 30.201
073-22.053a  tabakscuriosa-pijpenstopper-dominospel-2
Afb. 73. APM 22.053a

Naast dit schaarse handwerk gaat het doorgaans om geelgieterswerk in enorme series gemaakt. Een enkele maal lezen we op de achterzijde zelfs een patent- of registratienummer in intaglio bedoeld als bescherming van een ontwerp. Die moeite bewijst enerzijds het seriewerk en anderzijds het economische belang van sommige voorstellingen. Bij veel stoppers is het gewicht zo gering mogelijk gehouden door aan de keerzijde een maximum aan materiaal weg te halen. Soms gaat dat ten koste van de vormgeving die dan vlak en doods wordt. Artistiek beter zijn de rondlopende voorstellingen met een optimale driedimensionaliteit. Nadeel is uiteraard het gewicht dat aanzienlijk kan toenemen, maar met een elegante stam als tegenhanger kan dit nadeel worden weggenomen. Vooral bij het roken van kleipijpen veroorzaken zware pijpenstoppers een groter risico op breuk.

074-30.138  tabakscuriosa-pijpenstopper-historische-figuur-5
Afb. 74. APM 30.138
075-30.169  tabakscuriosa-pijpenstopper-borstbeeld-napoleon-8
Afb. 75. APM 30.169
076-30.196  tabakscuriosa-pijpenstopper-hellebaard-5
Afb. 76. APM 30.196
077-30.211  tabakscuriosa-pijpenstopper-hand-met-pijp-6
Afb. 77. APM 30.211

Messing pijpenstoppers vertonen twee soorten stoppervlakken. Meest algemeen is een glad vlak plaatje om de as aan te drukken. In de loop van de tijd koekt zich hierop een dunne laag van teer en nicotineresten vast die overigens gemakkelijk te verwijderen is. Een deel van de beter afgewerkte stoppers laat een met een vijl of zaagblad aangebracht wafelmotief zien (afb. 8a, 74-77). Vanwege het handmatige aanbrengen is dit raster vaak wat onregelmatig. Eén voorbeeld springt er positief uit en heeft prachtige gelijkmatige diamantkoppen (afb. 77). Vooral bij dit wafelmotief lijkt de functie van het stoppervlak geleidelijk van een pijpenstopper naar een anoniem lakstempel over te gaan.

Een lastige vraag is de datering van dit en masse gegoten messing stopperwerk. De startdatum is het moment van bedenken, daarnaast is er de looptijd waarin een ontwerp in vraag was. Die looptijd kan verbazend lang zijn en laat zich daardoor moeilijk vaststellen. Van veel pijpenstoppers zijn meerdere mallen geweest die een nadere periodisering zouden kunnen geven, maar helaas ontbreken vaste aanknopingspunten voor het nauwkeuriger dateren. Slijtage en andere vormen van veroudering geven ook weinig zekerheid, aangezien niet duidelijk is of sprake is van een versleten gietmal of slijtage door gebruik van de stopper zelf. Hetzelfde geldt voor het patine dat eenmaal bij een poetsgrage verzamelaar volledig kan verdwijnen of zelfs veel nieuwe slijtage heeft gegeven. Een algemene regel voor het dateren is dus niet te geven. Zorgvuldige bestudering van alle kenmerken van een pijpenstopper levert altijd wel enig inzicht; vandaar dat ik niet anders dan een periodedatering geef, die soms langer, soms korter kan zijn.

 

Andere metalen en alternatieve materialen
Naast messing waarvan oneindig veel gietwerk is uitgevoerd, verdienen ook andere materialen onze aandacht. IJzer is er één van. Een kloeke pijpenstopper heeft een handvat als een driepas en stamt uit de periode van de neogothic revival (afb. 78). Deze interessante stopper is niet gegoten maar gesmeed. Een ander exemplaar uit hetzelfde tijdvak laat in miniatuur het borstbeeld van der Alte Fritz zien, koning Frederik II de Grote van Pruisen (afb. 79). Dit voorwerp is in fer de Berlin uitgevoerd. Het minuscule borstbeeld draait los en onthult een lange dunne pin geschikt om de pijp schoon te maken. De lengte van deze pin past zeker niet bij de dan gangbare kleipijpen, doch benadrukt het gebruik bij de hoge zogenaamde Hongaarse pijpenkoppen van meerschuim of hout. Het is een van de weinige combinatie-gereedschapjes uit de periode 1820-1840; de Duitse herkomst verklaart de dubbele functie van het voorwerp.

In de negentiende eeuw zet zich de productie van porseleinen stoppers voort. Aandoenlijk is een porseleinen stopper in de vorm van een wikkelkindje (afb. 80), een in geborduurde of bedrukte stof gebakerde baby. De fijne beschildering van het porselein in zoete kleuren wijst op Duitse makelij, maar zekerheid over de herkomst is niet te krijgen. Qua vorm heeft dit voorwerp veel weg van de mesheften die in die periode ook in de maak waren.

078-30.261  tabakscuriosa-pijpenstopper-driepas-2
Afb. 78. APM 30.261
079-30.262  tabakscuriosa-pijpenstopper-frederik-de-grote-4
Afb. 79a. APM 30.262
079-30.262  tabakscuriosa-pijpenstopper-frederik-de-grote-1
Afb. 79b. APM 30.262

Het elegante damesbeen uit de vroegste exclusieve porseleinfabrieken verandert in een studentengrapje dat onder de naam Flohbein (afb. 81) gemaakt wordt. Voor studenten wijst het voorwerp op de aantrekkelijkheid van het vrouwelijk vlees onlosmakelijk verbonden met de venijnige vlooien die iedereen kan krijgen die daarmee in fysieke aanraking komt. In de negentiende eeuw verhuist de productie van deze pijpenstoppers van de chique Saksische porseleinfabrieken naar de Boheemse bedrijven. Daarbij maakt de grote verfijning van de achttiende eeuw plaats voor populair seriewerk met vlot penseelwerk in schreeuwende kleuren. Het illustreert het bekende patroon van kunstnijverheidsvoorwerpen die geleidelijk afzakken en voor een bredere bevolkingslaag beschikbaar komen.

081-17.037  tabacologie-pijpenstopper-been-1
Afb. 81. APM 17.037
082-30.281  tabakscuriosa-stopper-staffordshire-been-1
Afb. 82. APM 30.281
083-22.262  tabacologie-pijpenstopper-glas-1
Afb. 83. APM 22.262
084-30.276  tabakscuriosa-pijpenstopper-queen-victoria-1
Afb. 84. APM 30.276
085-30.277  tabakscuriosa-pijpenstopper-prins-albert-1
Afb. 85. APM 30.277

Aardewerk is beduidend minder vaak voor pijpenstoppers gebruikt, logisch want het is breekbaarder dan porselein. Een variant op het damesbeen toont een mannenbeen met hoge laars met omslag (afb. 82). Dit voorwerp is vermoedelijk in Stafford gemaakt. De aardewerkscherf maakt het voorwerp bij gebruik kwetsbaar, doch het glazuur zorgt daarentegen voor enige extra stevigheid. Verder kennen we voorbeelden in basaltware door Wedgwood, opnieuw artikelen van buitengewone zeldzaamheid.

Een voor pijpenstoppers schaars gebruikt materiaal is glas. Een prachtig voorbeeld laat een kloeke pijpenstopper van opalineglas zien, zorgvuldig van fijn slijpwerk voorzien (afb. 83); wellicht meer geschikt als bruikbaar sieraad op een bureau. Zij sluit naadloos aan bij de biedermeier mode waarin overdadig uitgewerkte galanterieën bijna heilig waren. Een ander alternatief en typisch negentiende eeuws materiaal is een vroege kunststof. Twee opmerkelijke pijpenstoppers zijn uitgevoerd in een hars met vulmateriaal dat geperst wordt (afb. 84-85). Zij tonen de borstbeelden van koningin Victoria en haar man prins Albert. Gezien de ruime diameter van de stopper zijn deze noviteiten bestemd voor pijpen van meerschuim. Met hun raadselachtige materiaal passen zij goed bij het magische meerschuim waarover in die tijd nog talloze fabels de ronde deden. Overigens hebben ook deze stoppers een messing stopperplaat met een gevijld wafelmotief, terwijl meervoudige ivoren ringen het vuur bij de brandbare kunststof weg moeten houden.

086-30.288  tabakscuriosa-pijpenstopper-been-hout-1
Afb. 86. APM 30.288
087-30.278  tabakscuriosa-stopper-paarlemoer-distel-2
Afb. 87. APM 30.278
088-30.280  tabakscuriosa-stopper-paarlemoer-been-1
Afb. 88. APM 30.280

Merkwaardig is het dat pijpenstoppers van hout gemaakt schaars bewaard gebleven zijn. Twee voorbeelden kwamen reeds ter sprake, de windhond en de muil. Een derde exemplaar is beduidend eenvoudiger en heeft de vorm van het been van een militair met hoge laars met omgeslagen rand (afb. 86). In dit geval is de laars zwart geschilderd terwijl de omslag de houtkleur behouden heeft. Subtiel is de ingesnoerde ring rond het stoppervlak. Al in het midden van de negentiende eeuw wordt vastgesteld dat hout ruim in de minderheid is in vergelijking tot messing [noot 15]. Uit onze collectie blijkt dat absoluut.

Een ander ongebruikelijk materiaal is paarlemoer, schelpmateriaal dat kan schroeien als het met vuur in aanraking komt. Niet verwonderlijk dus dat stoppers hiervan gemaakt beschermd zijn met bijvoorbeeld een zilvermontage zoals we bij de distel zien (afb. 87). Het damesbeen heeft als protectie een schijfje ivoor gekregen (afb. 88). De vormgeving van beide stoppers sluit aan bij wat we al eerder in andere materialen zagen.

In de negentiende eeuw zien we een veel grotere variatie in motieven en alternatieve materialen, waarbij alle ideeën uit de achttiende eeuw opnieuw worden gebruikt. Qua ontwerpen blijkt dat er toch weinig bedacht wordt dat werkelijk boven zichzelf uitstijgt. De vormgeving mag dan wat vrijer worden, artistieke verdienste zien we steeds beperkter. Voor de negentiende eeuw rest nog een belangrijke materiaalgroep waarvan de geschiedenis niet zo duidelijk is als we zouden wensen. Zij wordt in de volgende paragraaf besproken.

Bot en tandmateriaal
Een veelvuldig gebruikte grondstof is organisch van oorsprong, het gaat om bot en tandmateriaal dat in de regel allemaal als ivoor wordt geduid; zeker in de handel lijkt het zo van hogere waarde. Deze materialen zijn buitengewoon geschikt voor het maken van allerhande kleine voorwerpen, pijpenstoppers niet uitgezonderd. Vanaf wanneer dit materiaal voor pijpenstoppers gebruikt wordt is niet duidelijk, maar vermoedelijk is dit al sinds de zeventiende eeuw het geval. Been is beduidend algemener dan ivoor en beensnijwerk is in alle denkbare contreien verricht, vaak ook als huisvlijt en vanwege de traditionele wijze van verwerken zeer moeilijk te duiden qua herkomst. Daarnaast zien we olifantsivoor, potvistand, mammoetivoor en andere tandmaterialen, die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn en daardoor generiek doorgaan voor ivoor.

089-30.299  tabakscuriosa-stopper-ivoor-naakt-02
Afb. 89. APM 30.299
090-30.297  tabakscuriosa-stopper-ivoor-manskop-2
Afb. 90. APM 30.297
091-30.305  tabakscuriosa-stopper-staande-man-1
Afb. 91. APM 30.305
092-30.302  tabakscuriosa-stopper-visser-staand-3
Afb. 92. APM 30.302
093-30.304  tabakscuriosa-stopper-vissersvrouw-3
Afb. 93. APM 30.304

Diverse typen stoppers die we in messing kennen, zijn eveneens in been en ivoor gemaakt, behalve het penningmodel, de tweedimensionale portretten en de hamers. Vanwege de fijne structuur komt een rondlopende, driedimensionale sculptuur beter tot zijn recht. Een mooi voorbeeld is een staande voluptueuze naakte schoonheid in bevallige pose, niet geheel ontdaan van een erotische lading (afb. 89). Het is niet ondenkbaar dat dit koloniaal werk betreft. De constructie is in ieder geval opmerkelijk: het voorwerp is in twee delen gemaakt, de staande vrouw is handgesneden, de stam met stoppervlak is op een draaibank tot stand gekomen. Ook hier is van seriële productie sprake en er is dan ook een tweede exemplaar bekend. Als tegenhanger wordt een saai voorbeeld afgebeeld: het borstbeeld van een mannetje met simpele tweekante steek op het hoofd (afb. 90). Hier is een conceptueel en weinig aantrekkelijk borstbeeldje gesneden waarvan alleen de zwarte kraaloogjes tekening in de voorstelling brengen.

Van botmateriaal is een eenvoudige stopper met treffende weergave van een man met nauwsluitende muts en lange jas, kledij die het meest lijkt op wat men op de Noordpool draagt (afb. 91). Gezien het gewicht van dit voorwerp zou het om visbot kunnen gaan. Het is verleidelijk te denken dat het voorwerp in het Poolgebied tot stand kwam. Het staande mannetje en vrouwtje in Bretonse vissersdracht, hier gesneden uit standaard dierenbot (afb. 92-93), hebben een unieke constructie. Beide figuurtjes zijn opgebouwd uit twee delen, de stukjes bot zijn rond het middel met een schroefdraad tap aan elkaar gezet. Gezien de routineuze vervaardiging is hier duidelijk sprake van professioneel, seriematig werk. Zij werden als souvenirs in Bretonse kustplaatsen verkocht.

094-30.308  tabakscuriosa-stopper-meermin-1
Afb. 94. APM 30.308
095-30.309  tabakscuriosa-stopper-paard-1
Afb. 95. APM 30.309
096-30.356  tabakscuriosa-stopper-geometrisch-handje-1
Afb. 96. APM 30.356
097-30.329  tabakscuriosa-stopper-hand-2
Afb.  97. APM 30.329
098-30.357  tabakscuriosa-stopper-bot-geometrisch-2
Afb. 98. APM 30.357

Veel pijpenstoppers in been zijn duidelijk herkenbaar als huisvlijt of tijdverdrijf door matrozen of boeren, met meer ingetogen en beduidend primitiever snijwerk. De stoppers hebben vaak dezelfde vorm die we ook in andere materialen kennen. De meermin (afb. 94) en paardenkop (afb. 95) zijn door hun simpele uitvoering en anatomisch gebrekkigheid voorbeelden van dit amateurwerk. De stijl doet sterk aan houtsnijwerk denken. Hetzelfde geldt voor een gebalde vuist (afb. 96) of een geopende hand (afb. 97), de eerste sterk schetsmatig tot geometrisch, de tweede wonderlijk onnatuurlijk. Bijzonder van vorm maar goed uitgebalanceerd is een opstapeling van geometrisch motieven (afb. 98). Opnieuw herkennen we heel duidelijk de invloed van volkskunstig snijwerk.

099-30.333  tabakscuriosa-stopper-vinger-2
Afb. 99. APM 30.333
100-30.334  tabakscuriosa-stopper-vinger-1
Afb.100. APM 30.334
101-30.331  tabakscuriosa-stopper-arm-met-hand-1
Afb. 101. APM 30.331
102-30.310  tabakscuriosa-stopper-vis-oorlepel-4
Afb. 102. APM 30.310

Een curieus onderwerp is de gebogen vinger (afb. 99-100) waarvan er één zelfs groter is dan de werkelijkheid. Zij zijn bekend uit het leren etui dat wordt toegeschreven aan sir Walter Raleigh en dat uit 1619 zou dateren [noot 16]. Het is wel zeker dat het om voorwerpen gaat uit dezelfde periode als de hier afgebeelde vinger die niet ouder zijn dan de late achttiende eeuw. Buiten alle orde vallen een arm met priem in de vuist (afb. 101) of en vis met twee mesjes die in het heft draaien (afb. 102). Bij de laatste is met wat kleuraccenten gewerkt die lijken op volkskunstig beensnijwerk uit Archangelsk.

Buitengewoon populair zijn pijpenstoppers in de vorm van een damesbeen. Wij zagen dat thema al in porselein, hout en metaal, maar in ivoor en been is dit onderwerp beduidend couranter (afb. 103-114). De vroegste exemplaren zijn sterk gestileerd waarbij het stoppervlak volmaakt rond is terwijl het been zelf in een miniatuurvoetje eindigt (afb. 103-107). Veel van dergelijke exemplaren zijn versierd met gehaakte kousen, kousenbanden en andere over-vrouwelijke motieven die toentertijd als pikant gezien werden. Om het graveerwerk tot zijn recht te laten komen, werd dit dikwijls met kleurstof geaccentueerd. Opvallend in deze groep is het mensenbeen dat bloot (afb. 108) of met een geciviliseerd schoentje (afb. 109) is uitgebeeld, inclusief het dijbeen en de gebogen knie. Hun origine zou al in de achttiende eeuw liggen, maar opnieuw is de looptijd lang geweest. We kennen ze in been en ivoor, maar ook in paarlemoer en zelfs in koper.

103-30.342  tabakscuriosa-stopper-been-met-schoen-4
Afb. 103-107. APM 30.342 APM 30.346
103-30.346  tabakscuriosa-stopper-been-met-ruitbroek-4
Afb. 103-107. APM 30.342 APM 30346

Verzamelaars gaan er vaak van uit dat pijpenstoppers van been en ivoor gemaakt zijn door zeelieden. Zij zouden in den vreemde gesneden zijn wanneer hun schip stil lag in welke haven dan ook, maar dat is een wat te romantische gedachte. Wie het voorkomen van de talloze meer uniforme damesbenen bestudeert (afb. 110-114), ziet een te sterke gelijkenis in produceren om handmatig te zijn gesneden door individuele personen met een verschillende achtergrond in verschillende gebieden. Sterker nog, de basisvorm lijkt zelfs gerelateerd naar een papieren of kartonnen mal gevormd te zijn. Eerder is dus sprake van een bepaald type voorwerp dat in havenplaatsen werd verkocht door de lokale beensnijder. Uiteraard kon de klant zijn aanschaf naar eigen keuze met een persoonlijk opschrift, initiaal of toegevoegd tekentje laten personifiëren, tekens die we als een soort tatoeage herkennen. Het is zelfs mogelijk om later nog iets toepasselijks aan te brengen. Een raadsel is nog een been waar aan weerszijden in barnsteen een halve vis is toegevoegd (afb. 113). Wat heeft de eigenaar daarmee bedoeld? Curieus en verbonden met de maritieme cultuur zijn de namen van schepen die met fijne lijnen zijn ingekrast en vaak met kleurstof werden ingevuld om beter leesbaar te zijn (afb. 112, 115).

108-30.335  tabakscuriosa-stopper-been-1
Afb. 108. APM 30.335.
109-20.111  tabacologie-pijpenstopper-been-1
Afb. 109. APM 20.111

Minstens zo populair als het mensenbeen is de tot vuist gebalde hand uitgevoerd in been en ivoor. Vaak omklemt deze hand een stokje (afb. 116-120). Dergelijke voorstellingen zijn sterker op de burgercultuur gericht vandaar dat deze pijpenstoppers wat luxer afgewerkt zijn. Zo paste men hier vaker een metalen stopperplaatje toe voorzien van een korte manchet voor bevestiging van het handvat. Dat metaal wordt traditioneel van een kruislings gevijld patroon voorzien. Bij ivoor is de montage doorgaans van zilver, bij dierenbot wordt eerder messing gebruikt.

110-30.350  tabakscuriosa-stopper-been-laars-5
Afb. 110-114. APM 30.350  APM 30.352
111-30.353  tabakscuriosa-stopper-been-ship-star-1
Afb. 111b. APM 30.353
111-30.353  tabakscuriosa-stopper-been-ship-star-3
Afb. 111c. APM 30.353
114-30.349  tabakscuriosa-stopper-been-laars-en-kous-1
Afb. 114. APM 30.349

Een qua ontwerp en snijwerk zeer verdienstelijke set pijpenstoppers toont dierfiguren in een onverwacht concept (afb. 121-126). Zij lijken uit Japan te komen en werden overgeleverd in een verzameling pijpenstoppers niet alleen vanwege de functie, maar vooral om het geraffineerde snijwerk. Behalve als pijpenstopper kunnen zij evengoed gezien worden als aantrekkelijke sierfiguurtjes passend in de bibelot-jacht van de negentiende eeuwer. Zij voeden de discussie over het gebruik als pijpenstopper, die geleidelijk sterker een siervoorwerp wordt, een hebbedingetje niet noodzakelijk voor dat ene gebruik bestemd. Zoals in de inleiding gesteld, je kunt deze fraaie snijwerkjes als pijpenstopper gebruiken, maar of de maker een andere intentie had blijft buiten beeld.

115-30.359  tabakscuriosa-stopper-ringen-star-boston-4
Afb. 115. APM 30.359
116-30.323  tabakscuriosa-stopper-vuist-stok-1
Afb. 116. APM 30.323
117-30.327  tabakscuriosa-stopper-vuist-slang-5
Afb. 117-120. APM 30.325  APM 30.327

In de negentiende eeuw ontstaat een toenemende belangstelling voor het verzamelen van pijpenstoppers. De eerste bescheiden collecties stammen al uit het begin van die eeuw. In de loop van de decennia zal onder een kleine groep liefhebbers uitbreiding van dit soort verzamelingen volgen, vooral ook omdat de variëteit toeneemt. Dat leidt tevens tot het maken van reproducties van populaire onderwerpen, die vaak pas later als vervalsingen ontmaskerd worden. Voor de serieuze verzamelaars worden werkelijk bijzondere stoppers zelfs met een certificaat van echtheid verkocht, een handgeschreven papier dat de uniciteit garandeert. Vergelijkbaar met de circulatie van relikwieën zoals splinters uit het kruis van Christus. Overigens, dat laatste voorbeeld is nog niet als pijpenstopper teruggevonden! Wel snijwerk van beroemde, eeuwenoude bomen, fragmenten van een vermaard oorlogsschip of hout van historische gebouwen.

121-30.312  tabakscuriosa-stopper-kangeroe-9
Afb. 121-126. APM 30.312  APM 30.316
125-30.316  tabakscuriosa-stopper-viervoeter-1
Afb. 125. APM 30.316
126-30.317  tabakscuriosa-stopper-olifantskop-7
Afb. 126. APM 30.317

Wanneer we laat negentiende en vroeg twintigste eeuwse schrijvers over de pijpenstopper nalezen dan is tegen het jaar 1900 de mode over zijn hoogtepunt heen [noot 17]. Weliswaar wordt het voorwerp door de echte pijproker nog actief gebruikt, maar de vurige belangstelling is gedoofd. De afnemende interesse in de versierde pijpenstopper loopt gelijk aan de opkomst van de machinaal gemaakte pijpenbestekjes die vanaf die tijd voor een minimale prijs verkocht worden. Zo’n modern voorwerpje heeft naast een stopper ook een prikker en een lepeltje, praktisch zowel bij het stopperen als bij het reinigen (afb. 127-128).

127-30.265  tabakscuriosa-ijzeren-zakbestekje-1
Afb. 127. APM 30.265
128-30.266  tabakscuriosa-ijzeren-zakbestekje-1
Afb. 128a. APM 30.266
128-30.266  tabakscuriosa-ijzeren-zakbestekje-5
Afb. 128b. APM 30.266

Anders ligt dat bij de verzamelaars, daar houdt de interesse voor de pijpenstopper aan. Voor een bepaalde groep blijft het bijeenbrengen van een verzameling pijpenwroeters een uitdagende vrijetijdsbesteding. De veelal eenvoudige aard maakt de pijpenstopper voor iedereen een bereikbaar artikel. Verzamelingen moeten groeien en het is dus onvermijdelijk dat allerhande snuisterijen worden toegevoegd die het thema feitelijk verdoezelen. Dit zijn dan voorwerpen die weliswaar als pijpenstopper gebruikt zouden kunnen worden, maar niet voor dat doel gemaakt zijn, zoals een verfijnd cachet of een borstbeeldje met een onmiskenbaar te groot voetstuk. Al gauw ontstaat daarover een voortgaande discussie die uiteindelijk leidt tot de in de aanhef van dit artikel genoemde definitie.


Verval in de twintigste eeuw

Voor de pijpenstopper zet het eerste verval al in het midden van de negentiende eeuw in [noot 18], in de zin van massaproductie terwijl exclusief werk steeds schaarser wordt. In de twintigste eeuw zakt de pijpenstopper nog verder af, mede omdat mechanische productie steeds vaker overheerst. Toch zijn er in de afgelopen eeuw interessante pijpenstoppers gemaakt, kenmerkend voor de maatschappelijke en productietechnische wijzigingen. Zij komen in deze pararaaf aan bod.

129-30.154  tabakscuriosa-pijpenstopper-naakte-vrouw-1
Afb. 129.  APM 30.154
130-30.155  tabakscuriosa-pijpenstopper-naakte-vrouw-1
Afb. 130. APM 30.155
131-30.153  tabakscuriosa-pijpenstopper-liefdespaar-2
Afb. 131. APM 30.153
132-30.178  tabakscuriosa-pijpenstopper-tortelduiven-2
Afb. 132. APM 30.178

Rond het jaar 1900 dringt de art nouveau door in de pijpenstopper. Prachtig voorbeeld zijn twee elegante staande vrouwen, de ene naakt (afb. 129), de ander in een subtiel plooigewaad (afb. 130). In deze periode zien we dat het stoppervlak steeds vaker geschikt wordt gemaakt om er een initiaal of ander persoonlijk merkteken op te graveren. Zij markeren de functieverschuiving van pijpenstopper naar lakstempel of desgewenst combinatie van beide. Die verfijndere afwerking is begrijpelijk wanneer het gebruik verschuift want het aandrukken van as en tabaksresten met een voorwerpje uit de broekzak is iets anders dan het zegelen van een brief met een cachet dat op het bureau te pronk staat.

In totaal andere stijl is een liefdespaar uitgebeeld (afb. 131) waar het realisme sterk gestileerd is en eerder een art deco uitstraling heeft gekregen. Qua stijl gaat het om een eenling. Een andere merkwaardige verdienste zien we in de uitbeelding van twee gestileerde duiven met de snavels vestrengeld (afb. 132). Hier past het ontwerp perfect in de art deco vormgeving, maar is in werkelijkheid afgekeken van een veel ouder stukje beensnijwerk. Het is een prachtig voorbeeld van stijlbeïnvloeding in een ander materiaal tijdens een veel later tijdvak. Het oorspronkelijke voorbeeld zou uit het midden van de negentiende eeuw stammen.

133-30.244  tabakscuriosa-pijpenstopper-tweede-wereldoorlog-1
Afb. 133. APM 30.244
134-30.307  tabakscuriosa-pijpenstopper-schedel-1914-2
Afb. 134. APM 30.307
135-30.250  tabakscuriosa-pijpenstopper-soevenir-sabel-1
Afb. 135.  APM 30.250
136-30.143  tabakscuriosa-pijpenstopper-baden-powell-1
Afb. 136.  APM 30.143
137-30.106  tabakscuriosa-stopper-william-shakespeare-1
Afb. 137. APM 30.106

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstaan wonderlijke tijdgebonden pijpenstoppers, veelal eenlingen speciaal bestemd voor de jongens aan het front of voor de achterblijvers thuis. Wat te denken van een pijpenstopper om rond je nek te dragen die een afschroefdopje heeft om een cyaankali pil te verbergen (afb. 133). Macaber is een stopper eveneens met draagoogje met een uit bot gesneden mensenschedel op een messing stam. De stopperzijde bestaat uit een munt. Op het bot werden door de eigenaar inscripties gegraveerd alsof het tatoeages zijn, inclusief initialen en het jaartal 1914 (afb. 134). Een stopper in de vorm van een sabel met memorieopschrift "ZEEBRUGGE" ging in de plunjezak mee naar huis terug (afb. 135); het sabel draait en kan tevens als pijpenwroeter gebruikt worden. Zij werd een blijvende souvenir aan de diensttijd. Jammer dat het chroom slecht hechtte, dat maakte het voorwerp uiteindelijk wat armoedig.

138-30.120  tabakscuriosa-stopper-lord-kitchener-1
Afb. 138. APM 30.120
139-30.134  tabakscuriosa-pijpenstopper-rob-roy-2
Afb. 139. APM 30.134
140-30.123  tabakscuriosa-stopper-edward-viii-1
Afb. 140. APM 30.123
141-30.124  tabakscuriosa-stopper-edward-viii-1
Afb. 141. APM 30.124

In de tijd tot 1940 zien we nieuwe pijpenstoppers met staande personen ontstaan, zij vullen het nog in de handel zijnde assortiment aan in de gebruikelijke traditionele stijl. Voorbeeld daarvoor is de staande Baden Powell (afb. 136), populair vanaf de jaren 1900 als oprichter van de padvinderij. In andere gevallen worden bestaande onderwerpen opnieuw uitgewerkt. Een pijpenstopper met William Shakespeare in sterk vereenvoudigde uitvoering is daarvan een representatief voorbeeld (afb. 137). Modern als portret maar traditioneel in de vormgeving is het borstbeeld van Lord Herbert Kitchener met zijn karakteristieke walrussnor (afb. 138). Deze stopper is gemaakt naar negentiende eeuwse voorbeelden met de typerende onversierde achterzijde. Wel is het maaksel zwaarder met aan de achterzijde sterkere inzwenkingen en met deze kenmerken past de stopper duidelijk in een nieuwe eeuw.

In vorm en techniek modern is de pijpenstopper met de uitbeelding van Rob Roy (afb. 139), de Schotse volksheld. Hier is het messing grotendeels van een roodkoper patine voorzien om een antieke uitstraling te krijgen. De onverwachte lengte is bedoeld voor pijpen met een hoge nauwe ketel, zoals de dan zeer populaire Oom Paul, die praktisch iedere roker van rond 1900 gebruikte.

142-30.228  tabakscuriosa-pijpenstopper-castle-eastborne-6
Afb. 142-146. APM 30.227  APM 30.228  APM 30.231
147-30.222  tabakscuriosa-pijpenstopper-visser-angling-1
Afb. 147. APM 30.222

Speciale edities lopen nog lang door. Tussen de twee wereldoorlogen ontstaat messing gelegenheidsgoed opgedragen aan het Britse koningshuis. Zo is er een traditioneel borstbeeld van koning George V, terwijl bij zijn zilveren regeringsjubileum in 1935 een herdenkingsstopper gemaakt wordt. Een jaar later verschijnt Edward VIII op een pijpenstopper en hoewel hij binnen een jaar al weer aftrad bestaan er van deze kroningsuitgave twee verschillende versies (afb. 140-141). Dat bewijst dat de pijpenstopper in die tijd nog in aanzien staat!

Het interbellum wordt ook de tijd van de souvenir-pijpenstoppers. Zij ontstaan als een hebbedingetje gelijk met het opkomende toerisme. Opnieuw verandert het uiterlijk en zien we dat mechanisatie bij de productie verder wordt doorgevoerd. Bij deze eenzijdige of tweezijdige voorstellingen staat een monument centraal, een stukje landschap of aanvullende decoratie wordt soms aan de voorstelling toegevoegd om de sfeer te benadrukken en het ontwerp in balans te brengen (afb. 142-146). Langs de basis is plaats voor een opschrift om geen discussie over de voorstelling te krijgen. Deze souvenirstoppers werden gekocht als persoonlijke herinnering aan een stad of streek, of als geschenkartikel. De mallen voor deze uitbeeldingen werden evengoed voor andere souvenirs benut. We zien ze als handvat van schoenlepels, kurketrekkers of flessenopeners. Daarmee verdwijnt dat het onderwerp gebonden is aan de pijproker. Dergelijke souvenirs stonden thuis op een richeltje te pronk als herinnering aan het jaarlijkse vakantiereisje, zij dienden als praatstukje wanneer er gasten kwamen. Hun aantal groeide met de reislustigheid van de arbeider met steeds meer vrije tijd. Of dergelijke pijpenstoppers ook bij het roken nog gebruikt werden zal per eigenaar verschillen. In dezelfde stijl uitgevoerd maar meer algemeen van onderwerp is bijvoorbeeld een stopper opgedragen aan het vissen, een populaire sport voor veel Engelse pijprokers (afb. 147).

148-30.253  tabakscuriosa-pijpenstopper-wembley-exhibition-1
Afb. 148. APM 30.253
149-30.251  tabakscuriosa-pijpenstopper-soevenir-sahara-1
Afb. 149. APM 30.251
150-30.158  tabakscuriosa-pijpenstopper-pickwick-club-5
Afb. 150-152. APM 30.157  APM 30.158

Tot de eenlingen uit de tijd tussen de Wereldoorlogen behoort een in klein formaat uitgevoerd Nigeriaanse popje (afb. 148). Deze zijn normaal van hout gemaakt, maar nu als miniatuur van koper gegoten. Het werd als toepasselijke relatiegeschenk uitgereikt tijdens de koloniale tentoonstelling van 1929 in Londen. Ook hier fungeert het voorwerp als een aandoenlijk souvenirtje, maar de vlakke voet maakte gebruik als pijpenstopper zeker logisch. Bovendien sluit de strakke vormgeving aan bij de inmiddels gangbare bruyèrepijp. Van vergelijkbare aard is een pijpenstopper in Algerije of Marokko gemaakt naar Engels voorbeeld maar met lokale geometrische motieven, inclusief het opschrift "SAHARA" (afb. 149). Als materiaal is witmetaal gebruikt dat qua tint op zilver lijkt.

Talloze negentiende eeuwse messing stoppers blijven tot het midden van de twintigste eeuw in productie. Series van de karakters uit Charles Dickens’ Pickwick papers worden ongemeen populair. Zij bestaan in vele uitvoeringen en formaten. Dat de functie van pijpenstopper naar de achtergrond verdwijnt zien we aan de vormgeving van de voetstukjes die ovaalvormig of zelfs onregelmatig worden. In andere gevallen is het formaat te klein om comfortabel te kunnen stopperen. Wanneer de diameter van het voetstuk toeneemt zodat het steviger staat, komt het moment dat zij niet langer in de pijpenkop passen (afb. 150-152). Dan is het voorwerp van gebruiksartikel definitief in siergoed over gegaan.

Technische aanpassingen wijzen op veranderingen in de productie. Latere stoppers zijn opgebouwd uit meer dan één onderdeel. Soms zelfs bestaat de stam die in de pijpenkop verdwijnt uit twee of drie onderdelen, samengesoldeerd of geklonken. Zij verraden industriële, twintigste eeuwse productie tegenover de uit één stuk metaal gegoten exemplaren uit de eeuwen ervoor. Onduidelijk blijft hoe ver deze stoppers in de tijd teruggaan. Een aansluiting tussen de vroegste gegoten messing pijpenstoppers en de latere samengestelde exemplaren is lastig te geven. Vermoedelijk gebeurt dat rond het jaar 1900 voor het eerst.

Tijdens het interbellum komt er naast de pijpenstopper een vergelijkbaar artikel. Dan wordt de zogenaamde dover geboren, in het Vlaams wel met assedomper aangeduid [noot 19]. Het gaat om een voorwerp om smeulende peuken in de asbak te doven. Het gedeelte waarmee men dooft heeft een grotere diameter dan de pijpenstopper. Vaak ook is het voorwerp niet vlak maar licht hol aan de onderzijde. Deze drukt men over de smeulende peuk totdat het branden is beëindigd. De licht holle vorm stimuleert het doven van het vuur.

153-30.245  tabakscuriosa-pijpenstopper-tweede-wereldoorlog-1
Afb. 153. APM 30.245
154-30.246  tabakscuriosa-pijpenstopper-tweede-wereldoorlog-1
Afb. 154. APM 30.246

De traditie van oorlogsstoppers uit de tijd van 1914-1918 herhaalt zich tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als mascotte gaat een pijpenstopper mee naar het front en is wellicht nog het enige persoonlijke artikel van de soldaat, naast de tabakspijp uiteraard. Symbolisch en dus geliefd is het portret van de Engelse koning uitgezaagd uit munten. Een curieus en compact exemplaar bestaat uit twee Engelse penny’s op een zeskante ijzeren moer gesoldeerd (afb. 153). Een draagoog was dienstig tegen het verliezen. Het is een wonderlijk stukje huisvlijt. Een variant is eenvoudiger, hier wordt de pijpenstopper bekroond door de threepence, een grof geboord gat dient als draagoog (afb. 154).

 

Na de Tweede Wereldoorlog
Na de bevrijding neemt het pijproken in brede kringen af, de Amerikaanse sigaret begint zijn opmars. Niet verwonderlijk dat de pijpenstopper verder aan belang verliest. Bovendien wordt door de roker steeds vaker gekozen voor het handige en praktische pijpenbestekje, het drie-in-een instrument, dat bij immense aantallen machinaal gemaakt wordt. Nu niet langer van Franse maar van Oost-Europese makelij, zoals uit het gestanste merk "MADE IN CZECHOSLOVAKIA" blijkt.

155-30.236  tabakscuriosa-pijpenstopper-gretna-green-6
Afb. 155. APM 30.236
156-30.180  tabakscuriosa-pijpenstopper-eekhoorn-5
Afb. 156. APM 30.180
157-30.241  tabakscuriosa-pijpenstopper-wapen-shanklin-5
Afb. 157-160.  APM 30.242  APM 30.239 APM 30.241

Toch is er na 1950 nog een beperkte productie van messing pijpenstoppers volgens de aloude techniek. De laatste exemplaren dragen vaak op het stoppervlak in intaglio de herkomst "ENGLAND" of "MADE IN ENGLAND" (afb. 155-156). De verkoop vindt plaats via de traditionele tabakswinkels die hiervoor mondjesmaat klanten krijgen. Van sommige winkels is bekend dat deze stoppers jarenlang vrijwel onaangeroerd op voorraad lagen.

De pijpenstopper als souvenir houdt ook in de na-oorlogse tijd stand, zeker omdat de productie en de afzet inmiddels grotendeels is uitgedacht. Incidenteel ontstaan nog nieuwe ontwerpen, veelal gebaseerd op de bestaande traditie. Voorbeeld daarvan is de vrij zware stopper voorzien van een borstbeeld in wat karikaturale Schotse dracht (afb. 157). Voor het eerst zien we hier dat met rode verf de pompoen op zijn baret rood gekleurd is. Van vergelijkbare orde zijn stoppers met wapens van steden en counties (afb. 158-160). Zij zijn identiek van uitvoering, alleen de geëmailleerde wapenschildjes verschillen. Wapentjes die overigens ook op allerhande andere souvenirartikelen worden gesoldeerd.

161-30.147  tabakscuriosa-pijpenstopper-jester-doosje-01
Afb. 161a. APM 30.147
161-30.147  tabakscuriosa-pijpenstopper-jester-doosje-06
Afb. 161b. APM 30.147
161-30.147  tabakscuriosa-pijpenstopper-jester-doosje-11
Afb. 161c. APM 30.147
162-30.221  tabakscuriosa-pijpenstopper-vorstelijk-wapen-1
Afb. 162. APM 30.221
163-30.254  tabakscuriosa-pijpenstopper-kroning-elizabeth-1
Afb. 163. APM 30.254

Op verzoek van de souvenirwinkel in Colonial Williamsburg, Virginia vindt reproductie plaats van enkele historische pijpenstoppers van de settlers (afb. 161). Heel eerlijk worden deze nagietsels voorzien van een ingeslagen stempel met een huismerk en de tekst van de plaats van verkoop. Daarmee voorkomt het museum dat zij imitaties op de markt zetten en de liefhebbers misleiden. Verpakt in een geschenkdoosje worden deze onder historisch geïnteresseerden snel geliefd.

Tijdgebonden en in de stijl van de souvenirs is een grote messing stopper met het wapen van koningin Elisabeth II, gemaakt ter gelegenheid van haar kroning in 1953 (afb. 162). Gezien het formaat was hier de bevestiging van een kroonkurklichter of een kurkentrekker toepasselijker geweest en vermoedelijk hebben die ook bestaan. Als pijpenstopper is het voorwerp met een gewicht van ruim zestig gram extreem zwaar en dus onpraktisch. De meeste exemplaren zullen als decoratie in het wandrek zijn beland. Een stopper met hetzelfde Coronation-thema lijkt eerder de bekroning van een theelepeltje (afb. 163), vooral omdat het materiaal niet aansluit bij de messing voet. Opnieuw een bewijs dat de pijpenstopper terrein verliest ten gunste van andere souvenirartikelen die een breder publiek aanspreken.

164-30.259  tabakscuriosa-pijpenstopper-tin-golftas-1
Afb. 164. APM 30.259
165-30.258  tabakscuriosa-pijpenstopper-sherlock-holmes-3
Afb. 165.  APM 30.258
166-00.194l  tabacologie-stopper-falcon-1
Afb. 166. APM 194l
167-30.263  tabakscuriosa-pijpenstopper-napoleon-2
Afb. 167. APM 30.263
168-30.264  tabakscuriosa-pijpenstopper-christoffel-5
Afb. 168. APM 30.264
169-30.252  tabakscuriosa-pijpenstopper-congo-souvenir-portret-1
Afb. 169. APM 30.252

Naast het bestaande goed zien we ook allerlei nieuwe uitingen. Soms nog in de traditionele vorm, maar van een ander materiaal, zoals de golftas (afb. 164) gegoten uit tin. Voor pijprokers toepasselijk is het borstbeeld van Sherlock Holmes, compleet met geruite pet (afb. 165), luxe afgewerkt in verzilverd metaal. Het zijn bij grote series gemaakte gadgets met een langzame verkoop die zich over vele jaren uitstrekte. Echt revolutionair van vorm is de stopper die door de succesvolle fabriek Falcon bij hun pijpen wordt geleverd. Deze lijkt op een vingerhoed van aluminium met aan de binnenzijde een dunne plastic coating (afb. 166). Zij sluit naadloos aan bij de alleszins praktische ontwerpgedachte die er in die fabriek heerste. Het blijft echter bij een eenmalig experiment; de echte pijproker is niet snel te porren voor iets dat hij niet kent.

Ook volledig vanuit een nieuwe gedachte ontstaat een pijpenstopper annex sleutelhanger met tweezijdig holle penning. Zij zijn voor de Franse markt bedacht en tonen het borstbeeld van keizer Napoleon (afb. 167) of Christoffel als beschermheilige van ongeacht welke reizigers met omschrift "CHRISTOPH TE PROTEGE" (afb. 168). In beide gevallen draaien om asjes een pijpenstopper, prikker of andere instrumentjes tot aan nagelgarnituur toe, verborgen door de penningplatten. Zij dateren uit de jaren 1960. Behalve als sleutelhanger werden ze ook met het sleuteloog aan de band van de herenpantalon gehangen. Zij zijn een aarzelend begin van een mannensierraad dat het overigens niet gehaald heeft.

Dat de pijpenstopper ook een curiositeit van ver kan zijn bewijst een exemplaar van tropisch hardhout, gesneden in Kongo in de stijl waarin ook beelden voor Europese reizigers werden gemaakt (afb. 169). Het metalen afdekdopje garandeert een lang gebruik, het ophangoogje maakt het voorwerp tevens als hanger geschikt en kan dus ook als sieraad rond de nek van een vrouw dienst doen.

170-24.937  tabakscuriosa-pijpenstopperset-sherlock-holmes-04
Afb. 170. APM 24.937
171-30.284  tabakscuriosa-pijpenstopper-porselein-been-becker-7
Afb. 171-174. APM 30.284  APM 30.286
171-30.286  tabakscuriosa-pijpenstopper-porselein-been-monogram-7
Afb. 171-174. APM 30.284  APM 30.286

Voor de verzamelaar blijven replica’s van historische pijpenstoppers in de maak. Een generatie later zijn dergelijke vervalsingen nog maar lastig te herkennen, zeker wanneer zij jarenlang gewoon als pijpenstopper dienst hebben gedaan en de natuurlijke aanslag en slijtsporen hebben gekregen. De verzamelaarsmarkt wordt zelfs extra gestimuleerd met special editions. Een voorbeeld is de cassette waarin zes hoofdpersonen uit de novellen van Sherlock Holmes op rood fluweel worden gepresenteerd (afb. 170). Het blijkt een echte bewaarset, want voor het stopperen zijn deze hoge en zware in lood uitgevoerde voorwerpen zeker niet praktisch. Bovendien, wie niet voorzichtig is zal merken dat bij een onverhoedse beweging het lood middendoor breekt!

In herproductie komen ook de porseleinen stoppers uit de achttiende en negentiende eeuw (afb. 171-174) in de vorm van een damesbeen. Deze moderne uitvoeringen tonen naast de gevreesde vlo vaak enkele bloederige beten die refereren aan de onhygiënische toestanden onder de publieke vrouwen indertijd. Deze artikelen zullen de verzamelaar hebben aangesproken om het losbandige gedrag van de negentiende eeuwse student te benadrukken. Voor de kenner zijn deze kopieën gemakkelijk te onderscheiden, maar veel verzamelaars zullen deze ze in hun onwetendheid tegen een antiekprijs aangeschaft hebben. Behalve dat het porselein grof is uitgevoerd en het formaat groter is dan indertijd, zien we ook aan het schilderwerk dat dit niet de zorg en intensiteit heeft van de eeuwen ervoor. De penseelvoering verraadt een slecht geschoolde ambachtsman. Toch zal niet iedere verzamelaar deze vervalsingen ontmaskerd hebben.

175-07.430b  tabakscuriosa-pijpenstopper-charles-1-1
Afb. 175. APM 7.430b
176-30.202  tabakscuriosa-pijpenstopper-lusvorm-2
Afb. 176. APM 30.202
177-30.257  tabakscuriosa-pijpenstopper-roestvrij-staal-1
Afb. 177. APM 30.257
178-30.256  tabakscuriosa-pijpenstopper-gemonteerdee-jkstone-1
Afb. 178. APM 30.256

Incidenteel is in publicaties gesuggereerd dat er pijpenstoppers van pijpaarde zijn gemaakt. Niet erg waarschijnlijk, gezien de kwetsbaarheid van het materiaal. Toch komt er in de jaren 1970 een dergelijk product op de markt: de pijpenmaker Eric Ayto uit het Engelse plaatsje Bramber maakt een pijpenstopper met het portret van koning Charles I (afb. 175) [noot 20]. Het voorwerp komt al snel in allerlei kleine en grote pijpenstoppersverzamelingen terecht. Overigens is hier geen echte pijpaarde gebruikt maar witbakkende gietklei, met een geglazuurd stopperdeel in verschillende kleuren.

179-24.761  tabakscuriosa-pijpenstopper-in-houder-3
Afb. 179. APM 24.761
180-00.286r  tabakscuriosa-pijpenstopper-brog-1
Afb. 180. APM 286r

Of het aan het object ligt of aan de behoudende gebruiker is onduidelijk, maar het duurt lang voordat de pijpenstopper in vorm afwijkt van het traditionele. Modern design ontstaat heel voorzichtig in de naoorlogse jaren. Een speelse en vooral degelijke stopper is uitgevoerd in het traditionele messing samen met roestvrij staal resulteerde in een welgevormde en vooral degelijke stopper (afb. 176). Een door Tiffany op de markt gebrachte pijpenstopper in roestvrij staal is al weer iets meer eigentijds (afb. 177). Modern maar nauwelijks design is de pijpenstopper van sterling zilver met in het handvat een kunstig geslepen zogenaamde JK-steen (afb. 178). Hier is het zilverwerk uitgebreid gekeurd, terwijl de flinterdun geslepen steen sprankelend helder kleurt tegen het licht.

Nieuw gemaakt, maar echt een klassieker is een gedraaide houten stopper met metalen stopperdeel die in een houten voet op het bureau gezet kan worden (afb. 179). Gemaakt door een handvaardige pijproker als geschenk aan zijn clubgenoot van ’t Dordtsche Pyproockersgilde. Dit unicum is een van de weinige hedendaagse pijpenstoppers in ons land gemaakt. In het kader van de pijprokersclubs dient ook de meest basale pijpenstopper te worden vermeld: de wedstrijdstopper. Bij wedstrijden om de pijp zo lang mogelijk brandend te houden, moet valsspelen voorkomen worden. Vandaar dat iedereen dezelfde pijp krijgt uitgereikt inclusief een uniforme stopper. Dit is een stukje blank rondhout dat gezaagd wordt uit lange staven, goedkoop, simpel en afdoende. De enige opsmuk kan zijn een stempel van de betreffende wedstrijd of de reclame van een pijpenmaker (afb. 180). De roker kan hierop met balpen de diepte van de pijp op aftekenen om tijdens de wedstrijd de resterende hoeveelheid tabak in te schatten.

181-22.683a  tabacologie-pijpenstopper-porsche-aluminium-05
Afb. 181a. APM 22.683a
181-22.683a  tabacologie-pijpenstopper-porsche-aluminium-06
Afb. 181b. APM 22.683a
182-00.286h  tabacologie-pijpenbestekje-stanwell-1
Afb. 182a. APM 286h
182-00.286h  tabacologie-pijpenbestekje-stanwell-2
Afb. 182b. APM 286h

De nieuwste, eenentwintigste eeuwse lijn van de pijpenstopper is bijna zonder uitzondering een combinatie-gereedschap. De moderne roker wil met zijn rookgereedschapje de tabak aan kunnen drukken, maar met de aanvullende instrumenten ook zijn pijp schoonmaken, een combinatie bestekje dus. Toppunt van design is wel het exemplaar ontworpen door Porsche (afb. 181) dat verkocht wordt in een strakke geschenkdoos. Stopper en omhulsel zijn van geborsteld aluminium gedraaid en voorzien van een roestvrij stalen prikker, alles met schroefdraad in elkaar te zetten. Zo kun je de pijpenstopper gerust in je broekzak steken zonder kans op zwarte vlekken. Van het reeds besproken Tsjechische pijpbestekje kennen we voorbeelden te over, meestal met een tamelijk fantasieloze uitstraling (afb. 182). Bij combinatiebestekjes kunnen luxere materialen als tropisch hardhout samen met stainless steel voor een degelijk en chique resultaat zorgen (afb. 183).

183-00.194x  tabacologie-pijpbestekje-pijpvorm-1
Afb. 183a. APM 194x
183-00.194x  tabacologie-pijpbestekje-pijpvorm-2
Afb. 183b.  APM 194x

Nu in onze tijd de pijproker uit het straatbeeld verdwijnt – er wordt nog uitsluitend thuis gerookt – is ook de pijpenstopper niet eenvoudig meer te vinden. Dat neemt niet weg dat er nog altijd een ruime keuze aan pijpenstoppers of wat daar voor door gaat voorhanden is. Het is de liefhebberij van de speciaalzaak die deze keuze biedt: modern en gestroomlijnd naast behoudend en traditioneel. Het laatste decennium is daar de verkoop via internet bijgekomen, die keuze biedt zonder beperking door afstand. Toch geldt net als een eeuw geleden dat de voorraad er wel is, maar dat de verkoop zich over jaren uitstrekt.

Tussen Bragge en Satet
In dit artikel hebben we de lange geschiedenis van de pijpenstopper leren kennen, met de verscheidenheid aan vormen en materialen, terwijl de gebruiksfunctie steeds voorop stond. Tevens is benoemd dat de stopper een ideaal verzamelartikel is. Twee van dit soort collecties die honderd jaar uit elkaar liggen, zijn redelijk tot goed gedocumenteerd. Laten we eens kijken wat een vergelijking tussen beiden oplevert. Het gaat om de verzamelingen van William Bragge uit 1880 en van Pierre Satet uit Rouen anno 2020.

Uit 1880 is een lijst bekend van de vermaarde pijpenverzamelaar William Bragge uit Sheffield, die een beschrijving geeft van de groep rookgereedschap in zijn collectie (afb. 184) [noot 21]. Het gaat om 68 stoppers en 17 wat hij noemt prickers, in het Nederlands wroeters genoemd, inclusief enkele gecombineerde gereedschapjes die naast een stopper tevens een wroeter hebben.

Bij Bragge overheerst metaal, zilver is als materiaal in de meerderheid (bijna 30%). Daarnaast onderscheidt hij messing en bronzen stoppers, al lijkt het er op dat hij het verschil tussen beide materialen niet heel nauwkeurig ziet. Verder vinden we in zijn verzameling stoppers van ijzer, staal, witmetaal en lood. Een belangrijke groep van acht stuks is van porselein, in terracotta kan hij twee exemplaren tonen. Als restgroep zijn er hout en ivoor met respectievelijk 4 en slechts één exemplaar. Organische materialen zijn bij Bragge dus maar beperkt vertegenwoordigd. Dat is onverwacht en een verklaring zou kunnen zijn dat hij als staalfabrikant meer gericht was op metaal.

Dankzij zijn Nederlandse contacten bezit Bragge verder 17 pijpenwroeters, waarvan het merendeel in zilver. Die reflecteren de Hollandse smaak en sluiten aan bij wat wij in Nederland kennen. Bij de wroeters is de verdeling in materialen volledig anders. Zilver is ruimschoots in de meerderheid (bijna 60%), van andere materialen is slechts één van ieder aanwezig. Dat geldt voor been, ivoor, paarlemoer en glas; dit laatste is echt onverwacht aangezien geen enkel voorbeeld van een glazen wroeter bekend is. Dat zilver bij de wroeter prevaleert is niet verwonderlijk. Het gaat om Hollandse voorwerpen van het gebruikelijke type, dat overwegend in zilver is geproduceerd. Samengevat bezit Bragge dus 81 objecten, waarvan een kwart wroeters. Bij deze deelverzameling is het grote aandeel aan zilver opvallend, dat pleit voor een hoge gemiddelde kwaliteit. Die kwalificatie past bij Bragge als verzamelaar.                                                                                                                                    

Bragge            Satet        
  stoppers % wroeters %     stoppers % <1880 %
zilver  18 28 10 58   zilver 1 0,5    
messing 10 16       messing / brons 165 59 89 52
brons 14 22       ijzer 4 1,5 4 2,5
overige metalen 7 11 1 6   overige metalen 8 3    
porselein 12       porselein 6 2 2 1
terracotta 2 3       ceramiek 2 0,5 1 0,5
hout 4 6       hout 7 3 5 3
been     1 6   been 34 12 30 17,5
ivoor 1 2 1 6   ivoor 47 17 38 22,5
paarlemoer     1 6   paarlemoer 3 1 2 1
glas     1 6   glas        
indet.     2 12   indet. 2 0,5    
totaal 64 100%  17 100%
 
  totaal 279 100% 171 100%


Afbeelding 184.

De verdienste van William Bragge uit 1880 kunnen we vergelijken met de verzameling pijpenstoppers van Pierre Satet, een liefhebber uit Rouen die een kwart eeuw actief naar deze voorwerpen speurde. Zijn verzameling van louter pijpenstoppers werd in 2023 door het Amsterdam Pipe Museum overgenomen; vandaar dat deze collectie tot in detail bekend is. Het gaat om een groep van 280 exemplaren ofwel ruim viermaal groter dan het bezit van Bragge. Dat grotere aantal is karakteristiek voor de latere tijd waarin verzamelingen steeds omvangrijker worden.

De basis van de collectie van Satet bestond uit een groep die hij in één koop uit Engeland verkregen had, nagenoeg volledig van Engelse oorsprong. Vervolgens breidde hij deze groep zelf uit met vondsten uit de antiekhandel, meest op beurzen in Frankrijk. Omdat hij vooral kleine antiekbeurzen bezocht, heeft hij relatief veel eenvoudige stukken gekocht. Daarbij lag zijn focus op stoppers, nadrukkelijk niet op wroeters die dan ook niet in de verzameling aanwezig zijn, enkele gecombineerde gereedschapjes daargelaten.

Een staat van de materialen in de verzameling Satet wordt naast die van Bragge getoond (afb. 184). Opvallend is het grote aantal messing stoppers (165 stuks), die met bijna 60 procent boven alles uit komt. Met dat aantal bezat Satet ruim de helft van alle denkbare messing pijpenstoppers, zoals ooit door kenners uitgerekend en geschat op circa 300 stuks. De groepen been en ivoor vallen eveneens op door hun forse omvang, samen zijn zij goed voor ruim 80 exemplaren (bijna 30%). Een deel van dit werk is eerder Frans dan Engels van oorsprong. Vanwege de herkomst is het dus logisch dat Satet been en ivoor uitgebreider in zijn verzameling kon tonen, terwijl die materialen bij Bragge buiten beeld lijken te blijven. Niet zozeer door een recentere datering, eerder is het een smaakkwestie geweest, naast dat dit materiaal dus vaker Frans van oorsprong is.

Een belangrijk verschil tussen beide verzamelingen is dat Satet ruim honderd jaar later actief was, toen het marktaanbod sterk was gewijzigd. Meer dan een eeuw van nieuwe ontwerpen en veranderde materialen is toegevoegd, terwijl daarnaast de markt vervuild raakte met allerlei curiositeiten, niet als pijpenstopper gemaakte exemplaren. Daartoe behoren ook allerlei nieuwe maaksels in oude stijl, kopieën en onverwachte vindingen. Bovendien zijn veel moderne souvenir-stoppers uit het interbellum en de latere tijd bij Satet toegevoegd. Hieruit blijkt dus wel dat de verzamelaar als doelgroep voor een aanzienlijke uitbreiding van de markt en dus van de productie heeft geleid.

Voor een objectief vergelijk kunnen we de berekening van Satet opnieuw maken waarbij we de objecten van na 1880 uitsluiten. Dat levert een logischer vergelijk met Bragge op met een fors ander beeld als uitkomst. Het aantal stoppers bij Satet daalt dan van 280 naar 165, waarmee hij numeriek het dubbele bezit van Bragge. Nogmaals kunnen we constateren dat onder de meer recente stoppers een belangrijk deel souvenir- en curiositeits-artikelen zijn die in Bragge’s tijd nog niet bestonden.

Ook de gewijzigde verhouding tussen de verschillend materialen is nu interessant. Kijken we naar de stoppers van messing en brons dan constateren we dat deze categorie bij Bragge 38% van het totaal uitmaakt, maar bij Satet wel 52%. Nu had Bragge zijn aandacht op zilver gericht, maar het verschil blijft groot. De toegenomen verhouding bewijst dat veel van deze messing stoppers tot diep in de twintigste eeuw doorlopen of zelfs een bepaalde nabloei kennen. Die hebben we inderdaad gezien, met name in de souvenir-sectie.

Ivoor en been maken bij Satet numeriek maar een gering verschil met die van messing. Bij Satet zijn deze zeer ruim vertegenwoordigd terwijl Bragge er maar een paar bezit. Het verschil is 29 tegenover 2 procent! Dat grote verschil laat zich slecht verklaren. Been- en ivoorsnijwerk zijn in Frankrijk kennelijk meer courant geweest, zeker in de negentiende eeuw, maar de cijfers lijken overdreven. Snijwerk in been is grotendeels volkskunst, dus thuisvlijt. Gezien de doorgaans hoge kwaliteit van de gehele collectie Bragge, ook zijn pijpen, is het mogelijk dat hij geen belangstelling had voor dit amateurwerk.

Duidelijk in de minderheid is het aandeel zilveren pijpenstoppers. Waar Bragge 18 stuks bezat, zien we bij Satet slechts één exemplaar! Deze dateert ook nog eens uit de jaren 1970. Bragge was gefortuneerd, Satet verzamelde met een budget. Dat kan de reden van het verschil zijn, naast de plekken waar gezocht werd. Ook hier doet zich vermoedelijk een smaakkwestie gelden. De verzamelaars kochten wat zij zich konden permitteren en wat zij graag zagen.

De bovenstaande vergelijkingen tussen twee verzamelingen probeert inzicht in de frequentie van voorkomen op het moment van verzamelen te geven, mede onder invloed van de plaats waar dat gebeurde. Het bevestigt het beeld over de verandering van het marktaanbod dat reeds bij de bespreking van het materiaal te constateren viel. Toch blijven conclusies vaag en voorbarig. Waren andere collecties als studiemateriaal beschikbaar geweest, dan was de vergelijking ongetwijfeld anders uitgevallen. In zekere zin blijft, door de eigenzinnigheid van de verzamelaar, elke vergelijking willekeurig. De interesse van de verzamelaar wordt al sterk beïnvloed door het aanbod van het moment op de plek waar hij zoekt. Wanneer de factor tijd wordt toegevoegd wordt het beeld nog gevarieerder. Over de datering van de stoppers krijgen we met deze vergelijking onvoldoende houvast. De grote lijn van de mode is in veel gevallen wel aan te geven op basis van stijl, de gebruiksduur en vooral de omlooptijd van deze voorwerpen. Het lijkt erop dat die onzekerheid ook niet zal verdwijnen. De traditionele vormgeving van het artikel en het voortdurend opnieuw in omloop brengen van wat al eerder mode was vertroebelen het beeld.

Slotwoord
We zagen dat de pijpenstopper een evolutie van vier eeuwen heeft doorlopen. De introductie van de pijpenstopper vindt al in de vroege zeventiende eeuw plaats, simultaan met het roken van tabak. In de achttiende eeuw is de stopper een gevestigd artikel, zij het nog niet werkelijk algemeen. Pas in de negentiende eeuw wordt het een courant gebruiksvoorwerp. Na de Eerste Wereldoorlog zet de ontwikkeling zich verder voort en ontstaan allerlei nieuwe vindingen. In al die eeuwen blijft één kenmerk gehandhaafd: de pijpenstopper heeft een decoratief aspect, in welke vorm dan ook. De vormontwikkeling van de pijpenstopper is in het vorenstaande uitgebreid geschetst.

Engeland loopt voorop qua productie en gebruik van de stoppers. In Nederland verschuift de focus van de stopper naar de wroeter, die overheerst al in de achttiende eeuw. Voorlopig blijft het volstrekt onverklaarbaar dat we uit de meeste Europese landen nauwelijks tot geen pijpenstoppers kennen, zelfs niet als bodemvondst. Wat dit voor de rokers indertijd betekende is een raadsel. Slechts mondjesmaat zien we iets van export van Engelse pijpenstoppers naar omringende landen, inclusief Amerika. Bronnen zijn daarover amper bekend. De pijpenstopper is kennelijk altijd over het hoofd gezien als klein, handzaam, maar ook zo gewoon gebruiksartikel dat niet de moeite waard is om bij stil te staan. We zagen dat al door de beperkte aanwezigheid in de beeldende kunst. Zo blijven veel harde feiten als scherpe dateringen en exacte productieplaatsen onzeker.

De oneindige variatie over de eeuwen zorgt voor het plezier van het verzamelen van pijpenstoppers, niet in de laatste plaats omdat het betaalbaar is. De pijpenstopper is al meer dan twee eeuwen een verzamel-item en dat heeft effect op het voorkomen ervan. De handel ziet dat er vraag ontstaat of, sterker nog creëert de vraag door een grotere variatie aan te bieden. Enerzijds vertroebelt dat het idee van het pure gebruiksvoorwerp, anderzijds brengt het de grote verscheidenheid.

Waar we bij gebruiksvoorwerpen doorgaans een verbruiksgewoonte zien eindigend in de vuilnisbak, zien we dat patroon bij pijpenwroeters eigenlijk niet. Zij worden zelden afgedankt maar worden doorgegeven aan volgende pijprokers om in verzamelingen te eindigen. Wanneer pijpenstoppers van eigenaar wisselen, gebeurt dat dus vaker bij aantallen tegelijk. Als losse items in boedels komen zij zelden voor.

Tot besluit nog dit. Over de pijpenstopper verscheen jaren geleden een boek, een prachtige privé uitgave van de hand van Britse verzamelaar Alastair Leslie, de man die de stopper een warm hart toedraagt [noot 22]. In de afgelopen decennia nam hij verschillende oude en omvangrijke verzamelingen pijpenstoppers over en kwam zo tot het mooist denkbare resultaat van z’n duizend stuks. In zijn monografie over dit onderwerp toont hij de geweldige variëteit met de focus op het bijzondere, de unica en hoge kwaliteit. Daarbij groepeert hij de materie thematisch. Een poging om het materiaal nader te duiden qua herkomst of productieplaats doet hij niet. Wellicht zag ook Leslie dat de historische achtergrond wel altijd in nevelen gehuld zal blijven.

Dit artikel, noch onze collectie kan tippen aan het levenswerk van Leslie. Voor het museum is het van belang een overzicht van het gewone gebruiksmateriaal samen te stellen. In dit artikel gaat het om een introductie in de pijpenstopper als gebruiksartikel met chronologische benadering. Doel is het voorwerp te herkennen, grofweg te dateren en de gebruikssfeer te duiden. Het bepalen van de plaats van herkomst ligt zelfs vaak niet in de mogelijkheid.

In een museumcollectie als die van het Amsterdam Pipe Museum mag een deelverzameling pijpenstoppers dus niet ontbreken. Net zoals in de cultuur van het pijproken de pijpenstopper slechts een aanvullende functie heeft op het rookceremonieel, zo is de stopper - en pijpenwroeter - voor ons een additioneel maar onmisbaar element. Het gaat er om een representatieve reeks voorbeelden te kunnen tonen die de verschijningsvorm door de tijd duidelijk maakt. Dit artikel draagt daar hopelijk toe bij. Neemt niet weg dat onverwachte pijpenstoppers in onze collectie altijd welkom zijn om de uniciteit van dit voorwerp nog beter te kunnen belichten.

 

Afbeeldingen

  1. William Hogarth, A Midnight Modern Conversation. Londen, 1733.
    Amsterdam APM 21.147, APM 21.246       
  2. William Hogarth, Time smokes a picture. Londen, c. 1730.
    Amsterdam APM 21.367
  3. Elisabeth Vigée Le Brun, zelfportret als kunstenares met rookgerei. Parijs, 1790-1830.
    Amsterdam APM 18.079
  4. Eenvoudige messing stopper met oog als handvat. Engeland, 1600-1625
    Amsterdam APM 30.269
  5. Gelede pinakel met bekroning. Engeland, 1620-1650.
    Amsterdam APM 30.270
  6. Staande haan. Engeland/Nederland, 1640-1670.
    Amsterdam APM 30.273
  7. Aankijkend borstbeeld van een man, keerzijde heraldisch wapen. Engeland, 1635- 1650.
    Amsterdam APM 30.271
  8. Erotische stopper met fallus, smeedijzer. Engeland, 1650-1690.
    Amsterdam APM 30.275
  9. Zegelring met pijpenstopper, gegraveerde initialen. Nederland, 1630-1680.
    Amsterdam APM 21.901
  10. Zegelring met pijpenstopper, gegraveerde initialen. Nederland, 1630-1680.
    Amsterdam APM 20.110
  11. Zegelring met pijpenstopper, gegraveerd dierfiguur. Engeland, 1640-1665.
    Amsterdam APM 30.272
  12. Gemonteerde pijpenstopper van bijzonder stukje boom. Engeland, 1780-1850.
    Amsterdam APM 24.932

13      Windhond met prooi, buxus. Engeland, 1750-1780.
          Amsterdam APM 30.293

  1. Windhond met prooi, buxus. Engeland, 1750-1780.
    Amsterdam APM 30.291
  2. Windhond met prooi, ivoor. Engeland, 1760-1800.
    Amsterdam APM 30.295
  3. Windhond met prooi, ivoor. Engeland, 1750-1790.
    Amsterdam APM 20.294
  4. Borstbeeld nar met muts, ivoor. Engeland, 1750-1790.
    Amsterdam APM 30.296
  5. Muil met hakje, buxus. Engeland, 1780-1850.
    Amsterdam APM 30.290
  6. Onderbeen als pijpenstopper. Meissen, Königlichen Sächsischen Porzellan Manufaktur, 1760-1790.
    Amsterdam APM 18.452
  7. Onderbeen als pijpenstopper. Duitsland, Bohemen, 1760-1800.
    Amsterdam APM 30.282
  8. Onderbeen met kromme tenen. Duitsland, Frankenthal, 1760-1780.
    Amsterdam APM 24.668
  9. Pauspenning, de stam een Griekse zuil. Engeland, 1730-1780.
    Amsterdam APM 30.204
  10. Pauspenning, de stam met balustervorm. Engeland, 1740-1780.
    Amsterdam APM 21.651
  11. Penning met vorstin Anna. Engeland, 1715-1800.
    Amsterdam APM 30.205
  12. Ringstopper met clownskop. Engeland, 1830-1880.
    Amsterdam APM 30.206
  13. Ringstopper met staande hond. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.207
  14. Messing stopper met struisvogel. Engeland, 1840-1880.
    Amsterdam APM 30.175
  15. Man met zak over de schouder. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.161
  16. Afgeplat borstbeeld. Engeland, 1820-1880.
    Amsterdam APM 20.935
  17. Borstbeeld historische figuur. Engeland, 1900-1930.
    Amsterdam APM 30.102
  18. Borstbeeld Pallas Athene. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.100
  19. Borstbeeld judge Jeffreys. Engeland, 1900-1940.
    Amsterdam APM 30.108
  20. Borstbeeld George Washington. Engeland, 1820-1900.
    Amsterdam APM 30.113
  21. Standbeeldje sir Walter Raleigh. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.129
  22. Staande pijprokende figuur. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.144
  23. Karikatuur Duke of Wellington. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 21.622a
  24. Staande keizer Napoleon. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.142
  25. Staande keizer Napoleon met Roi de Rome. Engeland, 1845-1890.
    Amsterdam APM 20.936
  26. Staande Brittanica met schild. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.132
  27. Staande William Shakespeare. Engeland, 1860-1910.
    Amsterdam APM 30.130
  28. Staande schrijver Bobby Burns. Engeland, 1890-1930.
    Amsterdam APM 30.141
  29. Een solitair uitgebeelde boxer. Engeland, 1870-1920.
    Amsterdam APM 30.162
  30. Twee beroemde boxers uit een vermaarde wedstrijd. Engeland, 1850-1885.
    Amsterdam APM 30.163
  31. Op een paal zittende figuur. Engeland, 1870-1920.
    Amsterdam APM 30.145
  32. Staande nar met narrenpop. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.140
  33. Staande clown met evenwichtsstok. Engeland, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.146
  34. Borstbeeld van de hertog van Wellington. Engeland, 1830-1890.
    Amsterdam APM 30.170
  35. Borstbeeld jockey Fred Archer met ruiterpet. Engeland, 1875-1900.
    Amsterdam APM 30.165
  36. Borstbeeld keizer Napoleon met kanonsloop als stam. Frankrijk, 1830-1870.
    Amsterdam APM 30.169
  37. Borstbeeld met gepatineerde afwerking. Engeland, 1870-1910.
    Amsterdam APM 30.171
  38. Borstbeeld met gestileerde clownskop. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.167
  39. Pijpenstopper in de vorm van een naakt been. Engeland, 1850-1900.
    Amsterdam APM 30.216
  40. Been met hoge militaire laars. Engeland, 1840-1890.
    Amsterdam APM 30.21
  41. Naakt been inclusief het bovenbeen. Engeland, 1850-1900.
    Amsterdam APM 30.215
  42. Been met hoge militaire laars met kreuken. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 30.217
  43. Been met geknikte knie en schoen. Engeland, 1870-1920.
    Amsterdam APM 30.218
  44. Hoge laars met vouwen. Engeland, 1830-1890.
    Amsterdam APM 18.453
  45. Schoen met enkel en ingeslagen jaartal "1815". Engeland, 1865-1880.
    Amsterdam APM 30.219
  46. Naakte arm met hand met uitgestoken vinger. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.212
  47. Elegante hand met manchet. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.209
  48. Hand met fallus. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.213
  49. Stopper met gestileerde paardenkop. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.184
  50. Zittende eekhoorn. Engeland, 1900-1940.
    Amsterdam APM 30.180
  51. Zittende hond op voetstuk. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.181
  52. Getemde beer bij een boomstam. Engeland, 1870-1910.
    Amsterdam APM 30.183
  53. Gestileerde dolfijn. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.184
  54. Distel als politiek symbool. Engeland, 1870-1910.
    Amsterdam APM 30.188
  55. Hamer met knopensteel. Engeland, 1850-1900.
    Amsterdam APM 30.195
  56. Hamer met afschroefbare top met prikker. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.194
  57. Gestileerde leihamer met gelede steel. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.193
  58. Gewerkt eierdopje met ivoren ei. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.198
  59. C-voluten uit het rococo-ornament. Engeland, 1890-1920.
    Amsterdam APM 30.201
  60. Doosje met dominostenen. Engeland, 1880-1910.
    Amsterdam APM 22.053a
  61. Kruislinks gevijld stopperplaatje. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.138
  62. Kruislings gevijld stopperplaatje. Engeland, 1830-1870.
    Amsterdam APM 30.169
  63. Kruislinks gevijld stopperplaatje. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.196
  64. Kruislinks gevijld stopperplaatje met diamantkoppen. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.211
  65. Gesmede ijzeren stopper met driepas. Engeland, 1820-1860.
    Amsterdam APM 30.261
  66. Stopper in Fer de Berlin met borstbeeld Frederik II de grote. Berlijn, 1820-1850.
    Amsterdam APM 30.262
  67. Pijpenstopper in porselein in de vorm van een wikkelkindje. Duitsland, 1780-1860.
    Amsterdam APM 30.287
  68. Damesbeen uitgevoerd in porselein. Duitsland, Thüringen, 1830-1860.
    Amsterdam APM 17.037­­­­­
  69. Ceramische pijpenstopper met been met hoge laars en omslag. Stafford, 1810-1850.
    Amsterdam APM 30.281
  70. Geslepen pijpenstopper van opalineglas. Engeland, 1830-1870.
    Amsterdam APM 22.262
  71. Kunststof stopper met portret van koningin Victoria van Engeland. Engeland, 1840- 1850.
    Amsterdam APM 30.276
  72. Kunststof stopper met portret van prins Albert von Sachsen-Coburg-Gotha. Engeland, 1840-1850.
    Amsterdam APM 30.277
  73. Pijpenstopper in hout met been en laars met brede omslag. Engeland, 1820-1860.
    Amsterdam APM 30.288
  74. Distel als politiek teken in paarlemoer. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.278
  75. Gestileerd damesbeen in paarlemoer. Engeland, 1870-1910.
    Amsterdam APM 30.280
  76. Naakte figuur in erotische houding. Koloniaal, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.299
  77. Borstbeeldje met een fantasieportret. Engeland, 1870-1900.
    Amsterdam APM 30.297
  78. Staande man in poolkledij. Engeland, 1850-1890.
    Amsterdam APM 30.305
  79. Staande visser in lokale Bretons kostuum. Frankrijk, Bretagne, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.302
  80. Staande vissersvrouw in Bretonse dracht. Frankrijk, Bretagne, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.204
  81. Pijpenstopper met volkskunstig gesneden meermin. Engeland, 1830-1890.
    Amsterdam APM 30.308
  82. Stopper met bekroning van een paardenkop. Engeland, 1830-1900.
    Amsterdam APM 30.309
  83. Stopper met geometrische motieven bekroond door een vuist. Engeland, 1810-1860.
    Amsterdam APM 30.356
  84. Pijpenstopper met gestileerde hand. Engeland, 1850-1900.
    Amsterdam APM 30.329
  85. Volkskunstige stopper met geometrische motieven. Engeland, 1810-1860.
    Amsterdam APM 30.357
  86. Pijpenstopper in de vorm van een vinger, groot formaat. Engeland, 1800-1860.
    Amsterdam APM 30.333
  87. Stopper in de vorm van een gebogen vinger met herinneringsinitialen. Engeland, 1800-1880.
    Amsterdam APM 30.334
  88. Gebogen arm met spies in de vuist. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 30.331
  89. Vis met twee uitvouwende mesjes. Engeland, 1850-1920.
    Amsterdam APM 30.310
  90. Pijpenstopper als een vrouwenbeen. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 30.342
  91. Pijpenstopper als een vrouwenbeen. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 30.344
  92. Pijpenstopper als een vrouwenbeen. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 30.343
  93. Pijpenstopper als een vrouwenbeen. Engeland, 1830-1870.
    Amsterdam APM 30.346
  94. Pijpenstopper als een vrouwenbeen. Engeland, 1830-1870.
    Amsterdam APM 30.345
  95. Gebogen naakt vrouwenbeen met montage. Engeland, 1840-1900.
    Amsterdam APM 30.335
  96. Gebogen vrouwenbeen met zilvermontage. Engeland, 1780-1850.
    Amsterdam APM 20.111
  97. Gestileerd vrouwenbeen met initiaal en vijfpuntige ster. Engeland, 1830-1880.
    Amsterdam APM 30.350
  98. Gestileerd vrouwenbeen met opschrift van het schip "SHIP STAR". Engeland, 1830- 1880.
    Amsterdam APM 30.353
  99. Gestileerd vrouwenbeen met twee halve vissen van barnsteen. Engeland, 1830-1880.
    Amsterdam APM 30.352
  100. Gestileerd vrouwenbeen met toegevoegde initialen. Engeland, 1830-1880.
    Amsterdam APM 30.351
  101. Gestileerd vrouwenbeen met kous met kantwerk. Engeland, 1840-1880.
    Amsterdam APM 30.349
  102. Pijpenstopper met graveerwerk van het schip "BOSTON STAR". Engeland, 1830- 1880.
    Amsterdam APM 30.359
  103. Pijpenstopper met stokje in de vuist. Engeland, 1830-1900.
    Amsterdam APM 30.323
  104. Pijpenstopper met gebalde vuist. Engeland, 1860-1910.
    Amsterdam APM 30.326
  105. Pijpenstopper met stokje in de vuist. Engeland, 1860-1910.
    Amsterdam APM 30.324
  106. Pijpenstopper met stokje in de vuist. Engeland, 1860-1910.
    Amsterdam APM 30.325
  107. Pijpenstopper met gebalde vuist. Engeland, 1860-1910.
    Amsterdam APM 30.327
  108. Figurale stopper voorstellende een kangoeroe. Japan, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.312
  109. Figurale stopper opgebouwd uit vissen. Japan, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.313
  110. Staande kraanvogel op een nest. Japan, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.314
  111. Staande giraffe met inlegwerk op de rug en van de ogen. Japan, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.315
  112. Staande naakte woestijnrat. Japan, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.316
  113. Olifantskop met lange slurf. Japan, 1880-1920.
    Amsterdam APM 30.317
  114. Gesmede zakpijpenstopper met extra gereedschapjes. Zwitserland, 1920-1940.
    Amsterdam APM 30.265
  115. Pijpgarnituur met stopper en lepeltje. Frankrijk, 1920-1940.
    Amsterdam APM 30.266
  116. Staande naakte vrouw met art nouveau kenmerken. Engeland, 1900-1925.
    Amsterdam APM 30.154
  117. Staande naakte vrouw met gevouwen handen gekleed in transparant gewaad. Engeland, 1900-1920.
    Amsterdam APM 30.155
  118. Gestileerd liefdespaar. Engeland, 1870-1930.
    Amsterdam APM 30.153
  119. Twee tortelduiven in volkskunstige stijl. Engeland, 1950-1975.
    Amsterdam APM 30.178
  120. Messing pijpenstopper met schroefdekseltje voor cyaankalipil. Engeland, 1944-1945.
    Amsterdam APM 30.244
  121. Handvat van bot met mensenschedel en gegraveerd opschrift. Zwitserland, 1914.
    Amsterdam APM 30.307
  122. Pijpengarnituur in de vorm van een sabel met opschrift. België, 1910-1930.
    Amsterdam APM 30.250
  123. Stopper met te voeten uit Baden Powell. Engeland, 1900-1915.
    Amsterdam APM 30.143
  124. Modern vormgegeven borstbeeld van Shakespeare. Engeland, 1920-1970.
    Amsterdam APM 30.106
  125. Borstbeeld van lord Herbert Kitchener. Engeland, 1910-1925.
    Amsterdam APM 30.120
  126. Verlengde pijpenstopper met afbeelding van Rob Roy. Engeland, 1890-1930.
    Amsterdam APM 30.134
  127. Bescheiden herdenkingsstopper voor koning Edward VIII. Engeland, 1936.
    Amsterdam APM 30.123
  128. Zwaar uitgevoerde herdenkingsstopper voor koning Edward VIII. Engeland, 1936.
    Amsterdam APM 30.124
  129. Souvenirstopper "FIRST & LAST HOUSE LANDSEND". Engeland, 1930-1960.
    Amsterdam APM 30.231
  130. Souvenirstopper "CANTERBURY CATHEDRAL". Engeland, 1930-1960.
    Amsterdam APM 30.229
  131. Souvenirstopper vuurtoren met "EASTBOURNE". Engeland, 1930-1960.
    Amsterdam APM 30.228
  132. Souvenirstopper "TATTERSHALL CASTLE LINCOLNSHIRE". Engeland, 1930- 1960.
    Amsterdam APM 30.227
  133. Souvenirstopper "ROYAL. PAVILION BRIGHTON". Engeland, 1930-1960.
    Amsterdam APM 30.225
  134. Herdenkingsstopper visser met "ANGLING". Engeland, 1930-1960.
    Amsterdam APM 30.222
  135. Miniatuur Afrikaans popje met teksten van de Wembley Exhibition. Londen, 1925.
    Amsterdam APM 30.253
  136. Souvenirstopper in witmetaal met geometrische decoratie in vakken en centraal "SAHARA". Noord-Afrika, 1910-1940.
    Amsterdam APM 30.251
  137. Mrs. Micawber, figuur uit de Pickwickclub. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.158
  138. Staande Tony Weller, figuur uit de Pickwickclub. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.156
  139. Staande Mr. Perker, figuur uit de Pickwickclub. Engeland, 1860-1900.
    Amsterdam APM 30.157
  140. Koningsportretten van penny’s gesoldeerd op een moer. Engeland, 1940-1950.
    Amsterdam APM 30.245
  141. Pijpenstopper met een three pence muntstuk en portret van koning George VI. Engeland, 1944-1950.
    Amsterdam APM 30.246
  142. Herkomstopschrift "ENGLAND" diagonaal over het stoppervlak. Engeland, 1930- 1960.
    Amsterdam APM 30.236
  143. Herkomstopschrift "ENGLAND" in de rondte. Engeland, 1900-1940.
    Amsterdam APM 30.180
  144. Gestileerd borstbeeld van een historische Engelse figuur. Engeland, 1960-1970.
    Amsterdam APM 30.241
  145. Moderne pijpenstopper met wapen van Shanklin. Engeland, 1955-1975.
    Amsterdam APM 30.241
  146. Moderne pijpenstopper met wapen van Cambridge. Engeland, 1955-1975.
    Amsterdam APM 30.240
  147. Moderne pijpenstopper met wapen van Bettws-Y-Coed. Engeland, 1955-1975.
    Amsterdam APM 30.239
  148. Pijpenstopper van messing met staande nar, in geschenkdoosje met detail van het merkstempel op het stoppervlak. Virginia, Williamsburg, 1960-1980.
    Amsterdam APM 30.147
  149. Grootformaat herdenkingsstopper met vorstelijk wapen voor de kroning van 1953. Engeland, 1953.
    Amsterdam APM 30.221
  150. Moderne pijpenstopper opgedragen aan koningin Elisabeth II. Engeland, 1963-1965.
    Amsterdam APM 30.254
  151. Pijpenstopper in de vorm van een golftas. Engeland, 1960-1980.
    Amsterdam APM 30.259
  152. Verzilverde stopper met het borstbeeld van Sherlock Holmes. Engeland, 1960-1980.
    Amsterdam APM 30.258
  153. Praktische modern vormgegeven stopper door Falcon. Engeland, 1960-1970.
    Amsterdam APM 194l
  154. Sleutelhanger met penning met borstbeeld van Napoleon inclusief rookgereedschap. Frankrijk, 1960-1975.
    Amsterdam APM 30.263
  155. Sleutelhanger met penning waaronder rookgereedschapjes. Frankrijk, 1960-1975.
    Amsterdam APM 30.264
  156. In Congo gemaakte hardhouten pijpenstopper voor de Westerling. Kongo-Kinshasa, 1950-1970.
    Amsterdam APM 30.252
  157. Cassette met herdenkingsstoppers voor Sherlock Holmes. Engeland, 1970-1980.
    Amsterdam APM 24.937
  158. Duitse porseleinen pijpenstoppers in de vorm van een been. Duitsland, 1970-1990.
    Amsterdam APM 30.283
  159. Geknikt damesbeen met jarretel en schoen met hakje, studentennaam. Duitsland, 1970-1990.
    Amsterdam APM 30.284
  160. Damesbeen met monogram van een studentenvereniging. Duitsland, 1970-1990.
    Amsterdam APM 30.285
  161. Grootformaat Flohbein met monogram van een studentenvereniging. Duitsland, 1970- 1990.
    Amsterdam APM 30.286
  162. Pijpenstopper met Charles I uitgevoerd in witbakkende gietklei. Bramber, Eric Ayto, 1970-1975.
    Amsterdam APM 7.430b
  163. Traditionele materialen in een modern vormgegeven pijpenstopper. Engeland, 1960- 1975.
    Amsterdam APM 30.202
  164. Pijpenstopper in staal in jaren zestig vormgeving. New York, Tiffany, 1960-1980.
    Amsterdam APM 30.257
  165. In zilver gemonteerde zogenaamde JK-stone. Engeland, 1950-1970.
    Amsterdam APM 30.256
  166. Uit hout gedraaide pijpenstopper met bijbehorende standaard. Dordrecht, Kees Doudeijns, 1985-1995.
    Amsterdam APM 24.761
  167. Eenvoudige wedstrijdstopper met reclame van een pijpenmaker. Przemysl, Zbigniew Bednarczyk, 2005-2015.
    Amsterdam APM 286r
  168. Door de Porsche studio vormgegeven combinatie stopper en prikker. Stuttgart, Porsche Studio, 2000-2003.
    Amsterdam APM 22.683a
  169. Eenvoudig pijpenbestekje van kunststof en messing gemaakt voor Stanwell. Borup, Stanwell, 1980-1990.
    Amsterdam APM 286h
  170. Stalen pijpenbestek in de vorm van een pijp met drie uitvouw gereedschapjes. Roermond, Elbert Gubbels & Zonen, 1980-1990.
    Amsterdam APM 194x

Noten

[1]     Christopher & Amoret Scott, ‘Discovering Smoking Antiques’, Shire Publications, Tring, 1970, p 22-23.

[2]     Alastair Leslie, 300 Years of Tobacco Stoppers, Fine Works of Art in Miniature, Leslie/Butler Tanner and Dennis, 2012, p 287.

[3]     Don Duco, ‘Zilveren pijpenwroeters’, www.pipemuseum.nl, Amsterdam, 2013.

[4]     F.W. Fairholt, Tobacco: its History and Associations: Including an Account of the Plant and its Manufacture; ... etc., Chapman and Hall, London, 1859, p 233-236.

[5]     APM 21.367, time smokes a picture.

[6]     APM 15.245.

[7]     Walter Morgenroth, ‘Rauchzeichen, Meissener Porzellanpfeifen zwischen Tabakdunst und Pfeifenkunst’, Düsseldorf, Keramos, Zeitschrift der Gesellschaft der Keramikfreunde, 251/252, 2021, p 6, p 131, Abb. 119.

[8]     Edward H. Pinto, Wooden bygones of Smoking and Snuff Taking, London, 1961, p 84.

[9]     Leslie, (Stoppers), p 83.

[10]    APM 22.052. Don Duco, Object van de maand. www.pipemuseum.nl, Amsterdam, 2001, september 2015, nr 172.

[11]    Leslie, (Stoppers), p 275.

[12]    Leslie, (Stoppers), p 72.

[13]    Anoniem, Comment on Devient Tête de Pipe; La Célébrité par les Bibelots, 1902, p. 450 e.v.

[14]    Leslie, (Stoppers), p 79.

[15]    Fairholt,(Tobacco), 1859, p 236.

[16]    Londen, Wallace Collection. Adrian H. Oswald, ‘The Clay Tobacco Pipe, its Place in English Ceramics”, The Transactions of the English Ceramic Circle, VII, 222-245, 1970, plate 207. Christopher & Amoret Scott, Tobacco      and the Collector, London, 1966, p 54.

[17]    Leslie, (Stoppers), p 284 “died early in the 20th century”.

[18]    Leslie, (Stoppers), p 283.

[19]    BPM 3.721, Dr. Paul Hendrickx, ‘Van pijpepeuters en pijpestoppers’, Heemkundig handboekje voor de Antwerpse      randgemeenten, 1965, XIII/1.

[20]    Niels Gustav Bardenfleth, Kridtpiber og kridtpiberygning, Forlaget Sesam, Kopenhagen, 2002, p 172.

[21]    BPM 10.200 Willliam Bragge F.S.A., Bibliotheca Nicotiana; A Catalogue of Books about Tobacco, together with a    Catalogue of Objects connected with the use of Tobacco in all its forms, Mansfield Centre, 2008, p 98. Hoofdstuk:           Tobacco Pipe Stoppers and Prickers.

[22]    Don Duco, ‘Boekbespreking: Alastair Leslie, 300 Years of Tobacco Stoppers, Fine Works of Art in Miniature’, www.pipemuseum.nl, 2012, Amsterdam, 2013.