Folk art handles from betel grinders
Auteur:
Don Duco
Original Title:
Volkskunstige handvatten van betelstampers
Année de publication:
2016
Éditeur:
Amsterdam Pipe Museum (Stichting Pijpenkabinet)
Description :
Discussion of carving on wooden or buffalo horn handles of betel grinders from South East Asia.
Een wonderlijk gebruiksvoorwerp uit Zuidoost Azië is de betelvijzel. Een instrument bestaande uit twee delen: een doorgaans cilindrische vijzel met een nauw model waarin een ijzeren stamper met handvat dat er bovenuit steekt. In de lokale taal heet de vijzel letjok. Het voorwerp is bedoeld voor het vermorzelen van stukjes betelnoot. Betelvijzels worden vooral gebruikt door personen op leeftijd met een slecht gebit of zelfs zonder tanden. Omdat zij niet in staat zijn op de betelnoot te bijten gaat de stimulerende werking verloren. Door de noot te vermorzelen is dat probleem opgelost.
De betelstamper bestaat uit een spatel met een handvat gescheiden door een verstevigingsring. Het handvat is het meest in het oog springende onderdeel omdat het de vijzel bekroond en vaak een bijzondere vorm heeft of zelfs gefigureerd is. De vormgeving ervan is sterk verbonden aan het gebruik, waarbij een lichte buiging van het handvat de kracht van de spatel in de vijzel sterk vergroot. Dat die vorm tevens overeenstemt met de heften van messen en vooral krissen zal geen toeval zijn.
Het heft van de betelstamper kan op allerlei wijzen versierd zijn, waarbij figuratie met snijwerk tamelijk algemeen is. De ontwikkeling loopt van functioneel en glad naar decoratief met snijwerk. Buffelhoorn en hout zijn de twee favoriete materialen voor de heften of handvatten. De meest functionele betelstamper is van degelijk materiaal gemaakt en onversierd. De vormgeving volgt de functie zoals gebruikelijk bij huisraad. De vorm met een knik in het heft is tamelijk algemeen en is ontleend aan de handvatten van de kris, het statuswapen bij uitstek. Glad maar met de schwung van het krishandvat (afb. 1).
Een Javaanse betelvijzel van fors formaat (afb. 2) heeft een heft van buffelhoorn met een subtiele vormgeving. Ook hier zien we het silhouet van het krishandvat terug al is in dit geval een versiering aangebracht van een perk met bloemmotief. In de stijl herkennen we de ornamenten van het Djogyazilver.
De meest opvallende en bekendste betelstampers komen uit Bali en vooral Lombok. Daar zijn zij een traditioneel artikel dat al vroeg in de cultuur opduikt. Het gebruik houdt tot ver in de tweede helft van de twintigste eeuw stand. Terwijl de gewoonte van het betelpruimen uitsterft, vermindert de productie van betelvijzels en stampers nauwelijks omdat de toenemende souvenirverkoop voor een nieuwe afzet zorgt. De betelstampers van beide eilanden zijn moeilijk te scheiden, over het algemeen zijn de heften van Lombok wat primitiever terwijl hout daar meer algemeen wordt toegepast.
Sterker op de heften van messen geïnspireerd is een groep handvatten van betelstampers met een gefigureerde uitbeelding. Een simpel figuraal heft met een aantrekkelijke voorstelling vertoont een pikkende vogel (afb. 3). Dit voorwerp is in hoorn uitgevoerd en heeft een compacte en daarmee dus sterke vorm, opgebouwd uit gestileerde onderdelen. Het dier lijkt zijn snavel in de verstevigingsbus te hebben gestoken, al zou de spatel zelf ook als een absurd lange vogelsnavel gezien kunnen worden.
Een variant op de pikkende vogel is de zittende vogel (afb. 4). Hier gaat het opnieuw om een voorstelling die goed valt binnen de gebruiksfunctie. De buitenzijde is mooi afgerond, enkele doorboringen maken de voorstelling transparanter. Het voorwerp is opgesierd met ingeboorde aluminium nagels die over het strepenpatroon dat de vogelveren suggereert vallen en voor een aantrekkelijke contrastwerking zorgen.
Een derde pikkende vogel is duidelijk later van maaksel (afb. 5). Hier is het dier samen met een slang afgebeeld, die met de vogelsnavel direct achter de kop wordt vastgeklemd. Bij dit handvat keert de gebogen vorm weer terug. De vogel staat op een grondje met een dubbele concentrische lijn en wat eenvoudig ornamentwerk. Er is sprake van simpel maar trefzeker snijwerk door een ambachtsman die niets anders deed. Vanwege de gestileerde vormgeving is een dergelijk heft gemakkelijker te maken dan die met een realistische uitbeelding.
Een bijzonder houten handvat laat de combinatie tussen mens en dier zien (afb. 6). Hoewel simpel gesneden in goed getroffen vormen balanceert dit tussen primitieve eenvoud en exclusieve expressie. De uitbeelding is buitengewoon bijzonder omdat de figuur zo uit een kunstwerk van Picasso gestapt zou kunnen zijn, terwijl we mogen veronderstellen dat die kunstvorm op het eiland Lombok toen nog niet bekend zal zijn geweest. We herkennen duidelijk een paardenkop met geopende bek en lange manen. Tegelijkertijd zien we aan de snuit van het dier een menselijk gelaat, waarvan de buik met armen in de nek van het paard is uitgebeeld. Ook hier hield de snijder rekening met de functie van het voorwerp door het reliëf beperkt te houden en geen uitsteeksels te maken.
Naast dierfiguren dragen veel heften van betelstampers uitbeeldingen van mensen. Een aantrekkelijk handvat toont een staande man met de handen gevouwen voor de borst en een capuchon over het hoofd (afb. 7). Sculpturaal is de figuur mooi uitgewerkt zonder ongelukkige tentakels storend bij het gebruik. Wel staan de benen in een wat wonderlijke stand. Aan de achterzijde van de figuur is een swastika ingekrast met als toevoeging een zigzag lijn langs de onderrand en een tweede boven de swastika. Die lineaire toevoeging is overigens geen verrijking op de simpele serene vorm van het snijwerk.
Van artistiek hoog niveau is de uitbeelding van een man in de voor Indonesië zo kenmerkende hurkzit (afb. 8). Dit handvat is sterker een pronkvoorwerp, waarop ook het gebruik van buffelhoorn wijst. Het prachtige snijwerk in de juiste verhoudingen verwijst naar Bali.
Vergelijkbaar qua vorm is een stamperhandvat met een man zittend op een kikker, een vogel pikt in zijn hoofd (afb. 9). Opnieuw is buffelhoorn als materiaal gekozen, de ogen van de man en de kikker zijn met been ingelegd. Toch gaat het om een volkskunstige uitbeelding waarbij de referentie aan het verhaal belangrijker is dan de artistieke vormgeving en de juiste proportie. Het snijwerk is daardoor tamelijk grof en volks zonder sculpturale kwaliteiten. In zijn eenvoud is het echter een curieus object geworden met een vertrouwde uitstraling naar de gebruiker.
Een complete betelstamper heeft een gefigureerd handvat met twee personen, de ene zittend op de schouders van de ander (afb. 10). Ook deze uitbeelding is van buffelhoorn gemaakt en refereert aan een lokaal verhaal al weten wij niet welke. Opvallend is hier het kleine formaat al is de expressie maximaal. De kwetsbare details met name de dunne arm zijn sterker dan je denkt maar de snijder zocht de breukgrens wel op. Anatomisch is dit voorwerp wel juist hoewel de armen en benen in elkaar over vloeien, zij dragen bij aan de charme van het voorwerp. Er wordt gezegd dat het om een priester gaat die op een slaaf rijdt. Details als een touw in de mond en een uitgestoken tong komen vaker voor. Ook hier heb ik de betekenis niet kunnen terugvinden.
Voorzien van dezelfde voorstelling wordt nog een tweede handvat getoond, nu van hout en in een gewijzigde stijl (afb. 11). Naast een aanzienlijk formaatverschil want het voorwerp is veel groter, zien we dat dit heft enerzijds primitiever is uitgewerkt terwijl er anderzijds ook meer details te zien zijn. Er is sprake van dezelfde elementen in een andere schikking, let bijvoorbeeld op hoe plat het hoedje van de bovenste figuur is geworden.
De meest recente betelvijzel met stamper toont een toeristische interpretatie voorzien van een erotische voorstelling van parende dieren waarin een stamper steekt met een conisch bekroning (afb. 12). Het heft is hier voorzien van een zittende kikker of pad. De twee parende dieren op de vijzel zijn voor toeristen aansprekelijk, terwijl de kikker als handvat terug voert op prehistorische dieruitbeeldingen. Een functionele stamper zou aan één zijde licht afgerond moeten zijn om in de ronde vijzelbak te kunnen draaien, dat is hier niet het geval. Dit is typisch werk voor Lombok in de jaren 1980 en volgend. Of dergelijke betelvijzels nog door sirih pruimende lieden werden gebruikt is sterk de vraag. Vanwege de hoekige stamper ontbreekt de functionaliteit.
Bij een inventarisatie als deze zou natuurlijk ook de iconografie geduid moeten worden. Dat is eenvoudig gezegd, maar blijkt niet zo simpel. Duidelijk is sprake van vaste thema’s, vrijwel iedere voorstelling kennen we in verschillende uitvoeringen. Zeker is ook dat zij aan volksverhalen gerelateerd zijn. Echter, bij navraag bij oud-gebruikers blijkt dat de uitbeeldingen vooral vertrouwd zijn, niemand kent echter de achterliggende verhalen. De gebruikers kozen de voorstelling dus louter om hun herkenbaarheid. Het nader duiden van de figuratie werd niet langer van belang geacht. Wat dat betreft overleefde het voorwerp de traditie van de verhalen al staan deze ongetwijfeld ergens opgetekend.
Samengevat heeft de sirih pruimende Indonesiër zich uitgeleefd in de handvatten van hun betelstampers. Liefde voor versieren en traditie in verhalen zorgde voor een bijzondere beeldcultuur op Java en Bali, maar vooral op Lombok. Het is een bijzonder materieel verschijnsel sterk vergelijkbaar met de Zeeuwse mesheften waarbij de voorstellingen ook een nauwe relatie hebben met de eigen cultuur. In Indonesië ging de productie echter geleidelijk over in souvenirs in forse oplages gemaakt. Zij werden een lucratieve handel met toeristen. Met de Zeeuwse messen gebeurde dat niet, zij bleven een persoonlijke uiting verbonden aan een lokale traditie. Uiteraard wortelt dat verschil in het onderscheid in de persoonlijke welstand.
© Don Duco, Amsterdam Pipe Museum, 2016.
Afbeeldingen
- Betelvijzel met stamper met onversierd houten heft met messing bus. Java, 1880-1920.
Amsterdam Pipe Museum APM 800 - Betelvijzel met stamper met buffelhoornen heft met ornamentele decoratie. Java, 1880-1920.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.431 - Handvat van een betelstamper van buffelhoorn met pikkende vogel. Lombok, 1900- 1940.
Amsterdam Pipe Museum APM 10.619 - Handvat van een betelstamper van hout met vogel met aluminium details. Lombok, 1920-1950
Amsterdam Pipe Museum APM 10.620 - Handvat van een betelstamper van hout met vogel en slang. Lombok, 1920-1960.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.022 - Handvat van een betelstamper van hout met een half mens- half dierfiguur. Lombok, 1920-1960.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.269 - Handvat van een betelstamper van hout met een man met de handen gevouwen voor de borst. Lombok, 1920-1950.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.156 - Betelstamper met handvat van buffelhoorn met man in hurkzit. Bali, 1890-1930.
Amsterdam Pipe Museum APM 340 - Handvat van een betelstamper van buffelhoorn met man zittend op een kikker met een vogel op zijn hoofd. Lombok, 1920-1960.
Amsterdam Pipe Museum APM 3.559 - Betelstamper met handvat van buffelhoorn met kniestuk van een man met persoon op de schouders. Lombok, 1950-1980.
Amsterdam Pipe Museum APM 675 - Handvat van een betelstamper van hout met twee personen. Lombok, 1920-1960.
Amsterdam Pipe Museum APM 7.558 - Betelvijzel met stamper van hout met parende dieren en kikker. Lombok, 1980-1990.
Amsterdam Pipe Museum APM 1.470