Collectienummer:
APM 20.514b |
Deelcollectie:
prehistorische pijpen |
Titel:
tabakspijp |
Trefwoord:
gekartelde nokken |
Beschrijving:
Tabakspijp van aardewerk met tubular vorm met licht conisch keteldeel op verjongende steel met glad afgesneden mondstuk. Keteldeel opgekneed twee gekartelde nokken met tussen concentrische ringen een kruisvorm en een v-vorm met stippen in de zwikken. Steel rode gepolijste engobe. |
Datum:
Periode | 100 vChr. - 200 |
Maten:
Algemeen | Lengte | 13,1 cm |
Diameter | 3,9 cm | |
Gewicht | 46 gram |
Kenmerken
Pijptype | buisvorm |
Pijpmodel | conisch |
Materiaal | aardewerk (ceramiek) |
Techniek | handvorm |
Kleur | grijsbruin |
Afwerking | engobe, rood |
Gebruikssporen | ongerookt |
Productie
Continent | Zuid-Amerika |
Regio internationaal | Latijns-Amerika |
Land | Ecuador |
Volk | Jama-Coaque |
Aanwinst
Jaar | 2011 |
Provenance | Groningen, Niemeyer Tabaksmuseum, c. 1975-2011, nr AA132 |
Tilburg, Ted van Dijck, c. 1975 |
Literatuur
Gustav Casparek et al., Von der Leidenschaft des Pfeifenrauchers. Bielefeld, 1984. p 15. Dit exemplaar (midden boven). Röhrenpfeifen sind schon in prähistorischer Zeit und den unterschiedlichsten Kulturkreisen ekannt. Diese Sammlung stammt aus der Zeit um das Jahr Null und wurde im Grab eines Medizinmannes der Jama Coaque in Mexico entdeckt. Die Pfeifen sind aus Ton gebrannt, ihr Stiel wurde anschliessend mit Lehm überzogen; eine Technik, die häufiger angewendet wurde. |
Ralph Plum, ed., La passion de la pipe, fumée et fumeurs. Bielefeld, 1984. p 15. Dit exemplaar (midden boven). |
Don Duco, aaaDe Nederlandse kleipijp, handboek voor het determineren. Amsterdam, 2024. hfst 1, p , afb 7. Dit exemplaar. |
Expositie
Groningen, Niemeyer Tabaksmuseum, 1978-2010, zolder. |
If you have any comments, suggestions or additions, click here to send us an email